N°. 769.
Zondag 17 Februari.
A#. 1896.
Nieuws- en
Aidvertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprü» per 3 maanden
Voor den Btraa 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amrrika es anöeie
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Pryt der Advertenttón
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groots letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Boeg of Texel
TEXEL, 16 Februari 1885.
Een treurig ongeval kenmerkte alhier de
dag van Donderdag, 't Was ongeveer des
avonds half zeven, de duisternis begon reeds
te vallen, toen eene arreslede door de Wever
straat ging. Toen de slede ongeveer de woning
van den bakker de Ruijter passeerde, kwam
om den hoek der straat eene reeds bejaarde
vrouw aaDloopen, welke, waarschijnlijk doordien
ze doof was en niet best van gezicht, de slede
niet had bemerkt en onverwacht voor het
paard stond. Vermoedelijk beving haar de
schrik zoodanig dat ze neder viel. De voerman
van de slede, wist terstond zijn paard
welke geen snelle vaart had, te doen stilhouden,
waardoor het aan anderen mogelijk was de
vrouw ter hulp te komen. Spoedig werd deze
in een naastbijzijnde woning gebracht alwaar
ze echter reeds kort daarop overleed. Het
vermoeden ligt voor de hand, dat de vrouw
tengevolge van de schrik is gestorven.
Waal, 12 Febr. Aangemoedigd door het
succes, te Oosterend behaald, kwamen heden
avond de leden van „Utile Dulci" van 't
Oudeschild naar hier, om eenige kooren uit
het Weinachts-Oratorium ten gehoore te
brengen. Groot was de opkomst van het
publiek niet, en dat was te betreuren, omdat
wat door zangers en sprekers ten beste werd
gegeven, de goedkeuring der aanwezigen vol
komen wegdroeg, en vooral ook, omdat de
opbrengst bestemd was voor een goed doel.
Mochten de zangers en zangeressen het later
weer eens in den zin krijgen, de inwoners
van ons dorp op hunne liederen te vergasten,
dan zal zeer zeker de belangstelling van het
publiek grooter zijn.
Met de initialen W. M. Tz. onderteekend,
bevat de Schag. Ot. het volgende gedicht
't Is maar een boer.
't Is maar een boer! zoo hoort men dikwijls spreken.
Zelfs in een tijd die zoo verlicht vaak heet.
'tls maar een boerl Och, 't zijn niet altijd leeken,
Die meenen dat een boer gewoonlijk weinig weet,
De dwaas toch meent, dat boeren niets beteek'nen;
Dat ze als een os maar ploet'ren op het veld;
De wijze intusschen zal het eerst met boeren
reek'nen,
Want zonder hen was het hier slecht gesteld,
't Is maar een boer, die van den vroegen morgen
Tot 's avonds laat zijn vreedzaam werk verrioht;
't Is maar een boer, die voor zooveel moet zorgen,
Aan wien wij allen zooveel zijn verplicht,
't Is maar een boerdoch staat hij niet ver boven
Een ieder, die dat zegt, meestal op schampren toon?
Een kloeke boer verdient, dat wij hem dankbaar
loven
Zjjn arbeid spant van menig werk de kroon,
't Is maar een boer, die voor de stedelingen
Ook 't koren teelt, waarmede zij zich voên;
Zfin arbeid telt ons tal van nutte dingen;
Wat zouden wij hier zonder boeren doen
Wie ge ook moogt zijn, wilt staag de boeren eeren;
Zij zorgen toch voor heel de maatschappij.
Het past aan elk den boeren te waardeeren.
Van dwazen waan en van vooroordeel vrij.
Onder een deel der schippersbevolking
in Friesland, heerscht groote armoede. Veel
turfschippers zijn, zonder hunne bestemming
te kunnen bereiken, met hun vaartuig op de
reis ingevroren. Van de schippers, die in de
nabijheid van goede ijsbanen liggen, hebben
velen den bezem ter hand genomen en ver
dienen als baanveger of wel als prijswinner
bij eene hardrijderij, meermalen een aardig
daggeld. Onderscheidene andere schippers
daarentegen hebben hunne zeilen en een deel
van hun touwwerk verpand, om voor zich en
hun gezin levensbehoeften aan te schaffen.
Bekeerd. De onderwijzer Dijkstra van
Menaldum, die een vorig jaar als luidruchtig
anarchist zooveel van zich deed hooren en
spreken, is geheel van de dwaling zijns weegs
bekeert en weder als onderwijzer werkzaam.
(N. R. Ct.)
De heer D. Stigter, leeraar aan de H.
B. S. te Goes, heeft te Kapelle (Zeeland) een
voordracht gehouden over graanrechten, waarbij
hij de volgende stellingen verdedigde
lo. Graanrechten zouden voor vele land
bouwers tijdelijk eenige lotsverbetering die
zoo driDgend noodigis kunnen veroorzaken.
2o. De handel, de middelen van vervoer,
de veeteelt, het fabriekswezen en de zeer
groote meerderheid dier bevolking zouden
echter hierdoor, geheel onverdiend, benadeeld
worden.
3o. Om die reden had de regeering het
recht aan haar zijde, toen ze verklaarde, dat
van haar geen voorstellen tot het heffen van
graanrechten te wachten zijn.
4o. Voor de onmisbare lotsverbetering van
den landbouwenden stand in het algemeen
waarbij de welvaart der provinciesteden zoo
nauw betrokken is behoort het pachtcon-
tracht nader bij de wet geregeld en de stand
der boeren-eigenaren beschermd en uitgebreid
te worden.
Wanneer de Tweede Kamer haar werk
zaamheden zal hervatten, is nog onzeker. De
Haagsche correspondent der „Zutf. Crt." ge
looft dat het wel Maart zal worden, omdat
nog geen belangrijke wetsvoorstellen in staat
van wijzen zijn. De Memorie van Antwoord
op het ontwerp betreffende de heffing van
invoerrechten naar de waarde blijft langer
uit dan men verwacht had. Men zegt dat in
het ontwerp nog wijzigingen zullen worden
aangebracht naar aanleiding van bezwareD,
door sommige organen van den handel inge
bracht. De Memorie van Antwoord op de ge-
werenwet laat ook nog steeds op zich wachteD.
Wel kon de Tweede Kamer bijeenkomen om
eenige moties er staan er op dit oogenblik
7 op de agenda te behandelen, maar het
is te begrijpen, dat daarvoor de lust niet
groot is, omdat die moties toch bijna nooit
tot een practisch resultaat leiden.
Dr. Bahler publiceert in het „Nieuwsblad
van het Noorden" een brief, door hem ont
vangen van den heer dr. C. J. Calkoen uit
Midland Park (N. J.). Over van Deth sprekende,
wordt daarin o. a. het volgende gezegd:
„Ik denk, dat Van Deth thans teNieuw-
York is, doch hij heeft nog al veel moeten
reizen en trekken. Met de quaestie-Neerbosch
heeft hij een volledig fiasco gemaakt; menschen,
die hem al genegen zijn, vinden zijn optreden
te bar en te ruw en deze manier van doen
sluit hem de deuren.
De heer Van Deth ondervindt een heftigen
tegenstand der predikanten en der Nederlanders
in Amerika en ik geloof zeker, dat als hij
het geld had, hij de zaak-Neerbosch zou ver
volgen maar de middelen ontbreken hem om
zulks te doen. Sinds lang heb ik niets meer
van den heer Van Deth vernomen. Wat hij
doet, weet ik volstrekt niet. Van harte wenschte
ik hem in eene betere positie te zien, doch
zijne ware positie schijnt hij voor mij te
verbergen."
„Voor Janmaat en Soldaat" is de titel
van een bundeltje Nationale liederen, bijeen
verzameld door den Luit. der infanterie Clockener
BrousseD.
Als een bewijs dat deze liederen groote
opgang hebben gemaakt mag zeker wel gelden
dat thans het 26ste duizendtal wordt uitgegeven.
Niet slechts echter voor leger en vloot doch
ook voor het volk in het algemeen zijn deze
liederen zeer geschikt, en ter vervanging van
de zoutelooze „Niet zoo hobbelen" en dergelijken,
zeker zeer aan te bevelen.
De prijs van deze 55 verschillende liederen
in netten omslag bijeengebonden, is slechts
10 cts., zeker een geringen prijs; dezelfde
uitgave met pianobegeleiding en meest vier
stemmige zangwijze, kost 75 cts.
Voor de zaDg in het algemeen, voor de
straatzang en voor feestelijke gelegenheden
in het bijzonder, ware het wenschelijk dat
deze liederenbundel in veler handen kwam.
Te Meppel is aan een verzamelaar
te Amsterdam eene gewone dubbele brief
kaart verkocht voor de som van veertig gulden,
omdat ze van andere hierin afwijkt, dat de
woorden „briefkaart met betaald antwoord"
onderstboven staan.
Men schrijft uit Monnikendam van 10 dezer:
Er waren heden nog meer menschen naar hier
gestroomd dan in den winter van 1890/91.
Het feestterrein was 200 meter lang en
80 meter breed.
Het geheele oppervlak is berijdbaar en bevat
ijs dat in één woord prachtig is. Al werd het
middelvlak eenigszins voor de schoonrjjderij
vrij gehouden, toch bleef er noch ruimte genoeg
over voor de overige schaatsenrijders.
Het zoogenaamde ijspaleis, een gebouwtje,
opgezet van blokken ijs, die uit zee gezaagd
zijn, maakte door zijn gevel, in trapvorm, zooals
er in Monnikendam nog vele huisjes staan, een
aardig effect. Inwendig was het zeer eenvoudig
ingericht: stoeleD, tafeltjes en een gewoon
buffet maakten het ameublement uit. Een
goede gedachte was het om den grond met
hooi te bedekken.
Twee ronde tafels, geheel uit ijs vervaardigd,
worden werkelijk gebruikt en trekken zeer
de attentie der bezoekers.
Dat dit buffet in dat zoogenaamde ijspaleis
druk bezocht werd laat zich begrijpen.
TEXELSCÏÏE COURANT.