De Deurwaarder C. DE WIJN, De Tweede Vrouw, Eei put Zeil, Motten, Fok, staanl ei lNPd Want, Ankers, Ketlinpn ei eet pols partij eiken Palen, Mn ei WrakM Meriai 21 Maart 1895, lts lorgas 10 ir GTj. O. D. dikkërsT Ongeveer 500 Eiken palen van de Werkverschaffing. zal, op Vrijdag den 15 Maart 1895, G. J. O. D. DIKKERS, b. Een HEK-TJALKSCHIP, Langeveld de Rooij. Feuilleton, Spoorloos verdwenen. G. J. O. D. DIKKERS, publiek verkoopen: De Boerenplaats „Elba" G. J. O. D. DIKKERS, zal publiek verkoopen zal publiek verkoopen a. Een HUIS en ERE te Vlieland, publiek verkoopen: Eene partij Platen en Ellens, Voorhanden maklitt: Notaris te Texel, zal op VRIJDAG 15 MAART 1895, 's morgens 10 uur, bij DEN BURG, PUBLIEK VERKOOPEIK 40 SCHAPEN. 10 ENTERLINGEN. 1 driejarig PAARD. 1 TENTWAGEN en 1 KARRETJE. Een zeer nette, weinig gebruikte JACHTWAGEN. 1 BOERENWAGEN. 1 DRIEWIELDE KAR. En hetgeen meer zal worden aangeboden. Bij deze verkooping kan worden ingebracht. Notaris te Texel, zal, op VRIJDAG- 15 MAART 1895, 's morgens 10 uur, op het einde derWeverstraat, aan den Burg PUBLIEK VERKOOPEN: Notaris te Texel, 's avonds 7 ure, in het Hotel de Lindeboom aan den Burg op Texel Ten verzoeke van den Heer P. P. KEIJSER te ZUID HAFFEL OP TEXEL. met 14.17.50 Hectaren nitmnntend WEILAND, zeer gunstig gelegen te Zuid-Haffel op Texel, te weten 1. Huis, Schnnr, Erf en Tnin groot 0.26 80 Heet. 2. Voorhuis 0.85.30 S. Beneden Voorhuis 1.24.70 B 4. Guurtjepeet 1.42.30 5. Koeienweid 0.84.50 6. Achtertuin 1.00.00 7. Hofstede 0.73.S0 8. Fransenland 1.23.40 9. Rammenland 0.46.70 10. Piet er Duinker 1.42 30 11. Bollen 0.85.50 12. Petje 1.16.90 13. Duivekoog 1.13.20 14. de Hoogte 1.52.10 AANVAARDING 20 MAART 1895. Betaling 24 Juni 1895. Combinatiën Perceelen 2 en 3. 1, 2 en 3. 4 en 5. 1, 2, 3, 4 en 5. 6 en 7. 8 en 9. B 6, 7, 8 en 9. 1 tot en met 9. 12 en 13. 12, 18 en 14. 1 tot en met 14. Notaris te Texel, op ZATERDAG 16 MAART 1895, 's morgens 10'/2 uur, op het haventerrein te Oudeschüd Notaris te Texel, op ZATURDAG 23 MAART 1895, 's avonds 7 uur, in het Logement „de Oranjeboom," aan den Bürg op Texel. in de Warmoesstraat aan den Burg op Texel, Sectie K n°. 1331, groot 1.32 aren. En genaamd „de Jonge P. Leenders" groot 39 tonnen met zeil, treil, staand en loopend want. Behöörende tot de nalatenschap van den Heer L, Pz. BAKKER. zal op ten verzoeke van den Heer J. Herm. Schroder, te Amsterdam, 17 Zeilen, loopend tuig, stukken tros, 2 rollen nieuw Zeildoek, Blokken, Seinlantaarns, Sein vlaggen, Compassen, Stuurrad, Combuisgerecd- schappen, eenig oud Koper en hetgeen verder zal worden aangeboden, liggende in het dorp Vlieland. Voorts: Eenige Wrakstukken, met ankers en kettingen, liggende op de Vl-iehors. DAARNA: van verschillende lengten, liggende beoosten het dorp en op de haven te Vlieland, als p.m. 1900 PLATEN en 88 ELLENS. Een en ander afkomstig van het op Vlieland gestrande Zweedsche Barkschip John Fougt". ZEGT HET VOORT. ik 50 Cents. Roman door A. D. 8. Eerste afdeeling hoofdstuk V. Met de looppas, voorwaarts/ Vfjf minuten later bereikten de franschen een smal pad aan beide zijden begrenst met grasgewas. Nauwelijks een honderdtal schreden hier doorge drongen, weerklonken van alle kanten woeste kreten en te midden van het verraderlijke gras ontdekte men eene groote menigte Annamitische soldaten met geweren en kromme sabels gewapend- Weldra waren de franschen omsingeld en regende het als 't ware kogels op het heldhaftige troepje. De franschen mikten goed, terwijl van de kogels der vijand slechts enkele het doel troffen, maar wat konden een 70 tal dapperen beginnen tegenover een leger van 3000 vijanden. Hen met de baj onnet aanvallen, Dat ken niet, want het lange gras was hen daarvoor al te lastig. De worsteling was ver schrikkelijk. De moed der helden, die tot wanhoop waren gedreven maakte zulk een indruk op den vijand, dat hg zich nog niet op hen durfde te werpen. De franschen vielen de een na de ander. Gamier en Darcourt hadden hun sabels weggeworpen en geweren gegrepen, waarmede zij vuur gaven als gewoon soldaat. Zjj gevoelden, dat zij verloren waren. Zg wilden ten minste niet sterven zonder gewroken te zgn. Na verloop van een paar uur waren er nog slechts een twintigtal soldaten over, benevens de twee cfficiereD, allen waren wel min of meer gewond maar toch nog in staat te strgden. Nu durfde de vgand eindelgk voor den dag komen. Van alle zgden stormde de vgand op het onnoozele troepje toe. Francis Gamier viel weldra Etienne verdedigde zich met leeuwenmoed tegen een tiental vganden, die hem omringden. Plotseling sprong een soort reus op hem toe en greep hem met zulk een kracht bg de keel, dat Etienne half bewusteloos ter aarde viel, terwgl bgna onmiddelgk een ander Annamiet hem een verschrikkelgke houw met zgn sabel op het hoofd gaf. Toen had er een afgrgselgk schouwspel plaats. Vier woestelingen grepen het lichaam van Etienne en stonden gereed om het aan stukken te sngden. Rondom hen dansten de Annamieten en stieten triomphkreten uit, terwgl de opperhoofden alles lgdelgk bleven aanzien. Een der woestelingen plaatste reeds de punt van zgn lans op den borst van den officier, toen deze de oogen opende. Plotseling hief een civiel mandargn, zeer goed her kenbaar aan de groote roode parasol, waarmede een bediende hem besehutte en aan de waardigheid zgner houding, de hand op. In China zgn er negen klassen van mandargns, waaronder de militaire mandargns als de minsten worden beschouwd, terwgl de civiele mandargns het hoogst worden geschat met het oog op hunne groote kennis. De generaals zgn weinig geacht, want men stelt de wetensohap hooger dan de moed. Li-tong-min was de chef, waaraan China in het geheim het bevel over de Annamitische troepen had toevertrouwd en de civiele mandargn, die het leven van Etienne redde. Hg beval, dat men de nog levende vganden niet zou afmaken. Na daarop de soldaten vergunning te hebben gegeven om de lgken der vganden te plunderen, liet hg al de gewonde franschen op draagbaren naar het kamp vervoeren. Er was er slechts één: Etienne Darcourt. Al de anderen waren gesneuveld en hun heldhaftig bloed kleurde den grond. Het kamp der Annamiten was gelegen op ongeveer vgf mglen ten westen van Hanoi. Te midden van kleine en grooten tenten stond een zeer groote, waar boven een groote geelzgden vlag wapperde waarop een zwarte draak was geborduurd. Het was de tent van Li tong-min. Toen men er Etienne bracht beval de mandargn den officier uit te kleeden en diens wonden te reinigen. De wondon waren volgens den geneesheer zeer ernstig, vooral drie er van. De meest gevaarlgke was die, toegebracht door een sabelhouw van den woesteling. Die sneed het gelaat in tweeën. Na dat de dokter de wonden had verbonden, gaf de mandargn bevel de gewonde zeer voorzichtig aan boord van zgn groot jongque te brengen, die in de rivier lag. De jonge man was nog bewusteloos. Ofschoon zgn ademhaling zeer zwak was en de trekken van zgn gelaat zoo nu en dan zeer duidelgk te kennen gaven dat hg vreeselgk pgn leed, drukte de dokter toch de hoop uit, dat hg in het leven zou blgven. Hg vreesde vooral voor de sabelhouw over het hoofd, dat die somwglen de hersenen mocht hebben geraakt. Toen Etienne uit zgne bezwgming bg kwam meende hg uit een diepen slaap te ontwaken. Hg had een ondragelgke hootdpgn en te gelgk het gevoel van eene hevige koude. Blazen gevuld met gs bedekte zgn hersenen en slapen. De jonge man sloeg een blik rondom zich en bemerkte, dat hg zich in een hut bevond slechts verlicht door een klein venster. Het scheen hem toe, dat hg zachtjes heen en weer schommelde. Hg maakte daaruit op, dat hg een rivier op voerzonder twgfel was het de roode rivier. Hg had ternauwernood den tgd om dat op te merken. Zgn hoofdpgn werd zoo ondragelgk, dat hg opnieuw zgn bewustzgn verloor. Toen hg weder de oogen opende, stonden twee per senen naast zgn bed. De een, de dokter hief voorzich tig zgn hoofd op en beproefden hem iets tusschen de tanden te gieten. Etienne begreep dat deze lieden hem verzorgden, dat zg beproefde hem in het leven te behouden. Hg dronk gretig het drankje, dat men hem ingaf; een aangenaam gevoel kreeg hg door zgn geheele lichaam. De tweede persoon sprak enkele woorden, waarop de ander langzaam antwoord gaf, Zg spraken Chineeseh en tcch herkende Etienne in de taal welke zg spraken niet die der gevangenen in het fort. De dokter vertrok en zgn metgezel ging met de beanen over elkaar gekruist zitten. Darcourt spande al zgn krachten in, om zgn aandacht op deze te vestigen. Het was een man van ongeveer vgftig jarigen leeftgd. De onbekende zag de oogen van den ge wonde op hem gevestigd en zei daarop op zeer langzamen toon, als iemand, die zgn woorden moet zoeken, in zeer goed verstaanbaar fransch Vrees niets, Li-tong-min is uw vriend. En na nog voor het laatst een blik naar den gewonde geworpen te hebben, verliet hg met langzame schreden en als iemand, die zeker is van zgn macht en zgne waardigheid, de hut. Dagen na dagen verliepen. De langdurige en eentoonige reis werd door geen enkel voorval afge. broken. Darcourt gevoelde langzamerhand zgne gezondheid wederkeeren. Op zekeren dag gaf de dokter verlof om de gewonde naar de brug te vervoeren. Etienne keek levendig rondom zich, om zich rekenschap te geven van de streek, waar hg door voer. {Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1895 | | pagina 4