N°. 778. Donderdag 21 MaartA®. 1895.
Advertentieblad.
Nieuws- en
Binnenland.
Advertentlën vóór 10 nor op den dag der uitgave.
Prijt der Advertentiên
Van 1 tot 6 ragela 80 Cta. Ieders regel meer 6 Ota.
Groot» letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cta. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTLËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD Sc DE BQOU, Parkstraat, Buna op Tun.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnemenispryt per 8 maanden
Voor dsn Buna 80 Cts. Franco per poet door ge
heel Nhdhbland 46 Cts. - Naar Awsmsa en andere
landen met verhooging der porto's.
TEXEL, 20 Maart 1895.
Volgens ons verstrekte opgave wijst de
thans vastgestelde Kiezerslijst aan een getal
van 579 namen van personen gerechtigd tot
de verkiezing van leden voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal en van 578 personen
gerechtigd tot het kiezen van leden voor de
Prov. Staten en ,van leden voor den Gemeen
teraad alhier.
Op de markt van Maandag was geen
aanvoer.
Oosteeend, 18 Maart. De aangekondigde
lezing en bijdragen door de heeren J. Daalder
en E. Vlessing met piano-begeleiding door den
heer S. Vlessing werden gisteren gehouden
in „het Wapen van Texel".
Eerstgenoemde gaf als lezing „Truitje de
Naaister" van J. van Maurik en droeg later
nog voor„Het Haantje van den toren" van
de Genestet, terwijl de heer E. Vlessing de
lachlust van de nogal vele aanwezigen wist
op te wekken met een paar bijdragen van
den heer A. de Winter: „Kofcus, de Belleman"
en „Sport, Kunsten en Wetenschap".
De opbrengst der vergadering voorde Weduwe
P. Vonk te Oudeschild, bedroeg f 12,50.
In den polder het Noorden heeft men
reeds een leeuweriknestje met een ei er in
gevonden.
De Cocksdorp, 19 Maart. Zaterdag jl. had
de tweede tooneelvoorstelling van de hier
onlangs opgerichte Rederijkerskamer „Door
Inspanning Uitspanning" plaats in het lokaal
van Mej. de Wed. K. Thomassen.
Achtereenvolgens werden opgevoerd „Het
Verloren Document", „Twee Bruidegoms en
ééne Bruid" en „Eén Dubbeltje in mijn Zak",
welke stukken, in weerwil van een' korten
tijd van voorbereiding flink van stapel liepen
en ten einde toe met onverdeelde aandacht
werden gevolgd.
Een woord van lof aan den Voorzitter, door
wiens bemoeiingen de spelers en speelsters
mede in staat gesteld werden hunne rollen
op flinke wijze te vervullen, is hier zeker niet
misplaatst. De opkomst van het publiek was
zeer groot. Na afloop volgde een genoeglijk bal.
In de Belgische Kamer heeft Zaterdag
de afgevaardigde De Ramaix aan den minister
De Bruijn gevraagd hoe lang nog België gesloten
zal blijven voor den invoer van vee uit
Nederland.
De minister heeft hierop geantwoord, dat
de Regeering binnen enkele dagen eenige
kantoren aan de Nederlandsche grens en één
kantoor aan de Fransche grens voor den invoer
van vee zal openstellen.
Ten aanschouwe van honderden menschen
zaten Vrijdagmiddag te Kuilenburg eenige
personen midden op de Lek op een groote
schol ijs aan een tafeltje te kaarten, op een
harmonica te spelen en saliemelk te drinken.
Onder de spoorbrug verliet men het gevaarlijke
vaartuig. (KL Gt. v. R.)
De correspondent van de „Tel." te Tietjerk
zendt aan dat blad de volgende klacht:
In het laatst der vorige week is de kievit uit
zuidelijker streken naar koudere gewesten ver
huisd en ook in Friesland teruggekeerd. Telken
jare komt hij in steeds kleiner aantal zijne oude
broedplaatsen opzoeken. Geen vogel heeft talrijker,
nimmer verzoende, vijanden, dan de kievit. Voge
laars en eierzoekers, allen hebben het op zijn
ondergang toegelegd, die, worden er geene afdoende
maatregelen genomen, eenmaal zeker zal komen.
Jaar en dag heb ik gemeend tegen deze even
wreede als schadelijke vervolging te moeten
protesteeren, hel&asl tot nog toe zonder eenig
resultaat. Een sterk sprekend feit, eerst gisteren
voorgevallen, moge bewijzen, dat er redenen zijn,
om op bescherming van den kievit aan te dringen.
Wat toch gebeurde er? Gisteren deelde mfl de
ijverige jachtopziener Memera mede, dat hij nu
reeds nu de vogels nog maar een paar dagen
in het land zijn procesverbaal heeft moeten
opmaken tegen iemand, die in de buitenvelden
van Tietjerksteradeel jacht op dit nuttige dier
maakte.
Wel is het vangen en dooden van kievitten
verboden, maar het vervoer (en derhalve ook
verkoop) is vrijIa het te verwonderen, dat by
zoo groote inconsequentie de kievit immer weer
aan het gelag moet betalen? En dat zal niet
veranderen, tenzij er krachtige maatregelen worden
genomen om deze onzinnige vervolging voorgoed
onmogelijk te maken.
Men schrijft uit Rozendaal:
Onze naburen de Belgen verstaan uitstekend
de kunst om met twee maten te meten.
Niettegenstaande de invoer van varkens Iu
België streng verboden is, ziet men hier dagelijks
geheele vrachten, soms twintig tegelijk, op
klaarlichten dag de grenzen overbrengen.
Vooral dragende varkens' worden in België
gevraagd, doch de krulstaarten komen zoo
gerust binneD, alsof zij bij hun boer op het
erf liepen.
Hetgeen de een niet vermag, schijnt de ander
op de gemakkelijkste wijze gedaan te kunnen
krijgen. Sommigen maken dan ook grove
winsten en lachen met het Belgische verbod
heimelijk in hun vuistje.
Te de Wilp overleed dezer dagen eene
oude vrouw, die gedurende de laatste jaren
door de diaconie onderhouden was, op voor
waarde dat haar nederig huisje na haren dood
aan dit armbestuur in eigendom zou overgaan.
Toen echter de vrouw gestorven en begraven
was, werd op zekeren nacht het huisjebetrokken
door een echtpaar uit Ureterp, dat volgens
zeggen aan haar geparenteerd was. Toen dit
bekend werd, veroorzaakte het een oploopje
voor deze woning, en ook de armbestuurders
kwamen om hun rechten te doen gelden.
Terwijl deze met de tijdelijke bewoners zich
eenigen tijd afzonderden om de zaak tebespreken
begon de menigte eensklaps het huisje af te
breken. Deuren en vensters werden uit de
hengsels gelicht, het dak afgenomen, kortom,
toen de partijen terugkeerden was het sloopings-
werk reeds zoover gevorderd dat de stulp
onbewoonbaar geworden was en niets anders
overbleef dan alles voor afbraak te verkoopen.
Om den onaangenamen reuk weg te
nemen van messen, waarmede uien gesneden
zijn, behoeft men ze slechts met droog zout
af te wrijven.
Rijkspostspaarbank. Het is den directeur
der Rijkspostspaarbank, zoowel uit mondelinge
besprekingen, als uit schriftelijk tot hem gerichte
vragen, gebleken, dat onderscheidene inleggers
bij die Rijksinstelling, zich geen voldoende reken
schap geven van de beteekenis, te hechten aan
den waarborg, dien de Staat op zich heeft genomen
ten aanzien van de teruggave hunner inlagen en
de betaling der aan hen verschuldigde rente.
Meer in het bijzonder bleek dit in de laatste
dagen naar aanleiding van eene, in enkele dag
bladen voorgekomen mededeeling, volgens welke
op postspaarbankboekjes terugbetalingen aan niet-
rechthebbenden zouden hebben plaats gevonden.
Men vroeg zich afof de inleggers in zoodanig
geval wel volkomen tegen verliezen waren ge
vrijwaard, en toonde te dien opzichte niet gerust
te zijn.
Daarom acht de directeur der Rijkspostspaarbank
het wenschelfjk in herinnering te brengen, dat
bi) art. 11 der Wet van 25 Mei 1880. „Stbl."
no. 88. bedoelde staatswaarborg zonder voor
behoud is gegeven, zoodat, mocht het werkelijk
iemand gelukken, zich door slinksche middelen,
bijv. door het Btellen eener valache handteekening,
gelden op eens anders boekje te doen uitkeeren,
het daardoor berokkende nadeel niet door de
titularissen der boekjes (inleggers, in den zin der
Wet), doch door de Rijkspostspaarbank zal moeten
worden gedragen.
Een dure oorveeg. Toen een slager
te Heerenveen onlangs met een hondenkar
langs de straat reed, wierp een jongen van
elf jaar eerst zijne honden, daarna hem zelf
met sneeuwballen. Kwaad wordende, sprong
de slager van de kar en gaf den jongen een
klap om de ooren, dat door een ander gezien
werd. Deze deed daarvan aangifte bij de politie
en de slager heeft dientengevolge terechtgestaan
wegens mishandeling.
Het O. M. eischte tegen hem 7 dagen ge
vangenisstraf; de rechtbank te Heereveen heeft
hem echter tot lé dagen veroordeeld.
De oorveeg was niet hard aangekomen,
althans de jongen verklaarde ter terechtzitting,
„dat zijn pet niet door den klap was afgerold."
Uit goede bron kunnen wij mededeelen
zegt de „Amst." dat het bericht, als zou
het ontwerp van wet betreffende de Kamers
van Arbeid bij den Raad van State zijn, onjuist
is. Het bevindt zich op dit oogenblik in handen
van den minister van waterstaat; ook is
hierbij niet in hoofdtrekken de Belgische wet
gevolgd, maar stemt het in alle hoofdpunten
overeen met het ontwerp-Pyttersen, zoo wat
betreft de samenstelling der afdeelingen, het
verleenen van stemrecht en de verkiesbaarheid
van vrouwen, enz. Evenzeer is het onjuist
dat de ontworpen kieswet den Raad van State
reeds heeft bereikt; deze heeft het kabinet
van den minister nog niet verlaten. Bedaard
aan maar.
Sedert Donderdag is men te Str(jen (Tolen)
met twintig ploegen aan het werk om den
Zuiddfjk te dichten, waarmede men binnen
veertien dagen gereed hoopt te zfln. De dichting
van de doorbraak is thans zoo ver gevorderd,
dat het bovenvlak van den gefundeerden dam
in het weggeslagen dijkvak bfj laag water met
het niveau der Schelde geljjk staat. Daarmede
is men tot een moeielfjke hoogte gekomen, want
toen men met de meeste zorg beproefd had de
verhooging van den dam voort te zetten, nam
de vloed twee dagen later alles weer weg, wat
men te voren verricht had.
Nu wil men trachten bij stil weder de opening
in één t|j te dichten. Dit moet in enkele uren
buiten de gierstroomen geschieden en daartoe
zullen driehonderd man tegelijk aan het werk
worden gezet.
Hoe groot de kracht van het water is, kan
blijken uit het feit, dat dezer dagen een zinkstuk,
middendoor gebroken uit het water opdook en
met den stroom zoo snel wegdreef, dat een
sleepboot het moest achterhalenhet zal nu
afgebroken en opnieuw gemaakt worden.
Meermalen werd in dit weekblad, zoo
schrijft X aan het „Sociaal "Weekblad", het
euvel gegispt, aan het nemen van lang crediet,
met name door vermogenden, verbonden.
Vergun mij het volgende geneesmiddel aan
te bevelen.
De winkeliers, aaneengesloten, zouden hunne
vorderingen bij een kantoor betaalbaar stellen,
hetwelk zorgen moet dat de bedragen der
rekeningen binnen twee maanden zijn geïnd.
Dit zal voor den particulier op den duur
aangenamer zijD, want hjj heeft geen schulden
en moet vanzelf de tering naar de nering
zetten, en voor den winkelier een groot voor
deel, daar alsdan hem niet meer kan worden
toegevoegd: de rekeningen moeten maar blijven
liggen, totdat wij over drie of vier maanden
van ons zomerreisje terugkomen.
Dientengevolge kan hij billijker prijzen bere
kenen, door zijn kapitaal meermalen om te
zetten.
Misschien zou dit denkbeeld eenig nut kunnen
stichten)
TEXELSCHE COURMT.