Koopjes
Koopjes
Koopjes
Van af Maandag UITVERKOOP van een groute partij
voor ongekend lage prijzen, in 't Café „PARKZICHT."
Verkoop Nooigewas en Nagras
14 perceelen HOOIGEWAS en NAGRAS,
TaMai ie 30 Geml. polders op Texel,
Het Klaver- en Lucernegewas in
den polder bet Noorden, 3' blok.
onvermengde SCHELPKALK
De firma A.MENALDA& ZONEN
van hare wijnen en MenlanM gedistilleerd
Duitsche ZETSSEN,
G. ZOETELIEF,
35 KIPPEN van de 1" en 2° leg.
BIER.
KUNST-MINERAALWATER
F. KUIPER.
Feuilleton,
Spoorloos verdwenen.
publiek verkoopen
W. F. Stoel Zoon
Te koop
VEREWAREN,
AMSTEL'8 LAGER
voor het ALGEMEEN WEESHUIS van Texel,
op ZATERDAG 15 JUNI 1895,
's morgens 11 aie, in het Café den Burg alhier, van
Zie Tex. Courant d°. 9 Juni.
Notaris G. DIKKERS.
HET BESTUUR VAN HET
PRIMA KWALITEIT
wordt tegen concurreerenden prijs geleverd aan
de Schelpkalkfabriek van
heeft aangesteld den Heer J. P. NOORDIJK, te
DEN BURG, aan wiens adres zij beleefdelijk ver
zoekt de orders te willen inzenden en waar
tevens prijscouranten te verkrijgen zijn.
JÉS
GrmalVINKEl. &- O-' 5
ÏÏPELDCORN. S g§
feM'M
in Ijzerwaren, Parkstraat.
Adres JOH. BAS, OOST.
ALLE SOORTEN drooge en geheel voor het
gebruik gereedgemaakte
op halve bengelfleschjes,
in kogelflescbjes.
Concurreerende prijzen.
zal op HAANDAG 17 JUNI 1895,
's middags 12 ure, in het Logement de Lindeboom
ALKMAAR.
Steenkoopery- Handel in alle soorten van
Bouwmaterialen enz.
Opruiming van een party LappenVloerzeil in
verschillende breedte, de nog voorradige Kar
petten in verschillende maten. Vloer- en Deur
matten worden ook zeer billijk van de hand
gedaan. Nog enkele Damesmantels zijn voor
radig, haast u dus. Een zeer mooie party lappen
Vitrage, voor gordijnen, worden voor verminderden
prijs opgeruimda contant nog 5% korting.
Minzaam aanbevelende, Hoogachtend,
UEd. Dw. D., Pil. VLESSING.
te LEEUWARDEN,
bericht dat zy voor het eiland TEXEL tot
AGENT en DEPOTHOUDER
O-, r* rV*
geheel Engelsch staal
BOOM EN, STRIJKERS, STEENTJES, SIKKELS.
van af de goedkoopste tot betere soorten.
TERPENTIJN, OLIE en VERNISSEN, ZWARTE
MUURVERNIS.
J. Sz. DEKKER, Schilder, Steenenplaats.
JASSEN, BROEKEN en VESTEN,
Zö heeft zich niet verroerd sedert ge weg zjjt
geweest, zei Augustine, toen Clemence de kamer
weder binnenkwam.
Deze antwoordde niets.
Wat z|jt ge bleek I mompelde mevrouw de
Soligny.
Ie heb hem gezien/
Ge hebt hem dus toegestaan bö u te komen.
Neen. Hü is tegen mijn wil binnengekomen.
En
Ik heb hem de deur gewezen
Clemence/
O, ge weet hoezeer ik lödt sedert mijne lieveling
zoo doodziek is. En ik gevoel het, dat wij niet in
staat z|jn haar te redden. Ge hebt gemeend, dat ik j
voor hem niet te spreken was om dezelfde reden 1
als waarom ik voor anderen dit niet ben en deed
ik juist omdat ik anderen niet ontvang ook hem
niet te ontvangen? Ik was niet oprecht toen ik
u dit zei
Op bijna fluisterenden toon en half verward ver
telde zö nu wat er zoo pas tusschen haar en den
zeeofficier was voorgevallen. Augustine kende haar
vriendin te goed om met haar over zoo iets te
twisten. Bö deze moeder, die zoo getrcffen werd
in het edelste en heiligste van haar gevoel, wilde
mevrouw de Soligny niet anders zijn dan de troas-
teresse. Zö omhelsde Clemence zuchtende en ging
woer bö het bed der zieke zitten.
In plaats echter van te verminderen weid de
ziekte gedurende dien dag en den volgenden nog
heviger. Het was toen mogelijk bepaald op te geven
welke de ziekte was. Annette had typhus. Augustine
mooBt al haar invloed doen golden om mönheer
Ga, ffry er van terug te houden het zonder eenige
voorbereiding aan Clemence te zeggen.
Laat haar toch nog de twöfel. Twöfel is nog
half hoop. Dat zö gelooft aan de ernst der ziekte,
goedmaar laat haar de kracht behouden om haar
plicht tot het einde te vervullen.
Ofschoon niets precies wetende zag Clemence toch
maar al te goed, dat haar kind langzaam achteruit
ging. Gedurende de geheele week verliet zö de 1
bedstede van haar lieveling niet. Meestal wist zö
uiterlök haar kalmte te bewaren en een masker
van onderwerping over baar wanhoop te werpen. Ztl
bleef sterk, vooral voor het oog van haar man, van
de dokters en bedienden en van Augustine zelfs.
Maar des nachts, wanneer zö de waakster toestond
eenigen töd rust te nemen, zoodat zö zich alleen
bevond, gaf zö zich geheel aan haar wanhoop over.
Buiten huilde de koude herfstwind door het ge
boomte. Clemence weende en bad steeds geknield
liggende bö de lödenssponde van haar kindMaar
neen, het was niet mogelök dacht zö dan Bomwölen
plotseling, Annette zou niet sterven, die straf zou
veel te zwaar zön. Zö had haar echtgenoot verloren
en zou zö nu ook haar dochter verliezen Daarop
kwam haar gedachte weer op den vreemdeling op
den onbekende, mönheer Dominique en zö herhaalde
tot zich zelf de woordeD, die zö tot hem had ge
sproken. Het ongeluk was met dien man het huis
binnengekomen... Maar, Hemel, niet hö was de
schuldige maar zö Deze gedachte voerde haar de
wanhoop nabö. Opnieuw viel zö op de knieën voor
de lödenssponde van hare lieveling.
Dat alles was te veel voor haar om te dragen. Toen
de waakBter weer in de kamer kwam vond zö
mevrouw Geoffry in zwöm liggen voor het bed van
haar kind. Annette lag steeds als in een droom-
Haar oogen waren geopend, haar lippen ook eenigszins
maar beweging kwam er niet in, het was alsof zö
reeds was gestorven
Hoofdstuk IX.
Zonder de troostwoorden van zön Hong-ma-nao
zou Etlenne zeker bezweken zön voor de smart, dia
zön krachten ondermönden. Op zekeren morgen
kon hö zön onrust niet langer bedwingen en liet
hö een brief bezorgen bö mevrouw de Soligny waarin
hö haar om een onderhoud verzocht. Augustine
gaf hem ten antwoord dat zö hem denzelfden dag
om elf uur 's morgens zou opwachten. Later kon
zulks niet geschieden, omdat zö iederen dag na
12 uur naar Clemence ging en van daar niet voor
des avonds terug kwam.
Toen men mönheer Dominique aanmeldde kwam
Augustine hem dadelök te gemoet, terwöl zö hem
de hand toestak als welkomstgroet.
Ik wachtte u reeds, zei zö. Zö hield evenwel
eensklaps op met spreken, toen zö het bleeke vervallen
gelaat van d6n officier opmerkte.
O, hernam zö droevig, ge hebt nu niet te zeggen
dat gö lödt.
Op afgebroken toon vertelde Etienne haar wat er
tusschen hem en Clemence den vorigen dag was
voorgevallen, hoe hö door haar was weggejaagd en
hoe zö hem verboden had haar weer op te zoeken.
Zö heeft mö alles gezegd, hernam Augustine-
Ik heb u mot kracht verdedigd. Maar waartoe
eigenlök? De Clemence van wien wö beiden houden
bestaat nu niet. Er is nu niets anders dan eene
wanhopige moeder, die op heden voor geen reden
vatbaar is.
Ach ik bid u, geef mö raad. Wat moet ik
doen Moet ik Parös verlaten, moet ik den minister
verzoeken om mö weder uit te zenden voor eene
gevaarvolle expeditie, op hoop van haar te zullen
vergeten.
O. wat zön verliefden toch altöd dwaas. Heb
maar geduld en ik sta voor alles in.
Geduld, terwöl ik zoozeer löd, dat ik tot
zelfmoord zou in staat zön/ Wanneer de nacht
valt, dwaal ik door de straten en vraag ik mözelf
af, of het maar niet beter waB, wanneer ik mö maar
in de Seine verdronk of een kogel door het hoofd
joeg O, als ik u eens alles vertelde Maar,
helaas, ik kan dat niet. Sedert jaren draag ik die
vrouw in mön hart. Te midden van de gevaren, die
mö hebben bedreigd, was zö möne vreugde, mön
troost, mön hoopEindelök kom ik weer vrö, ik
snel naar Parös en ge weet wat ik al niet heb
moeten doen, om haar terug te vinden, Ik zeg
haar, dat ik haar bemin en welk een geluk, dezelfde
woorden komen ook haar van de lippen. Daarop
stoot zö mö plotseling van zich en dit brengt mö
de wanhoop nabö- Zö beschuldigt mö hare dochter
te hebben gedood, zö beschuldigt mö er ook van het
ongeluk in haar huis te hebben gebracht. En zö
jaagt mö weg als een bediende, die men op oneer-
lökheid heeft betrapt, zö wil mö niet meer zien en
nu ben ik alleen met mön ellende
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD ft DE ROOU Texel.