Buitenland.
Uit den Haag wordt aan de „Tel." in
aansluiting met het reeds vermelde omtrent
een wapenfabriek, medegedeeld dat de minister
van oorlog op BI Juli jl. een aanbieding heeft
ontvangen om de nieuwe geweren voor het
leger in Nederland te vervaardigen.
Aan het hoofd van het consortium, dat
men daarmede zou willen belasten, staat een
bekwaam hoofdofficier, terwijl het benoodigde
kapitaal, zijnde een millioen gulden, door
Amsterdamsche bankiershuizen is gegarandeerd
Men zal zich herinneren dat, bij dö debatten
over de geweren wet in de Tweede Kamer
door den minister de toezegging is gedaan,
dat hij aan de Nederlanösche nijverheid de
voorkeur zou schenken, indien deze vóór 1
Augustus een ernstige aanbieding deed.
Men hoopt nu, dat het, maken der nieuwe
geweren, waarmede millioenen gemoeid zijn,
der vaderlandsche nijverheid zal worden op
gedragen.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag,
bij vloed en sterken Westenwind is aan het
nieuw gebouwde zeehoofd voor de Kerkwert
te Scheveningen belangrijke schade toegebracht.
Twee vletten, met steenen beladen, werden
door de zee op het hoofd geworpen en ver
nielden daar op twee plaatsen de palenrij, die
een paar meters boven het hoofd uitsteekt.
De palen, die het verst in zee reikten, gin
gen uit haar loodrechten stand of verzakten.
Een zinkstuk, van vele meters oppervlakte,
dat Vrijdag in zee was gebracht, werd mede
vernield; het spoelde later aan stukken en
brokken Noordwaarts van het hoofd aan.
Het uitvoerend comité der voreeuigde
schoenfabrikanten in Nederland, dat de opdracht
ontving om ter kennis van het groote publiek
te brengen, dat het onmogelijk is, het schoeisel
voor den tot nu toe genoteerden prijs te blijven
verkoopen, heeft bij circulaire den schoen win
keliers verzocht zich eveneens onderling te
vereenigen, teneinde gelden bijeen te zamelen
om aan het publiek mee te kunnen deelen,
dat de prijzen der schoenen verhoogd zijn.
Eenige Spaansche veekoopers hebben de
veemarkten ook in het noorden des land3 be
zocht. Achttien stuks rundvee zijn reeds naar
Spanje uitgevoerd.
Te Groningen is Maandagnacht een he
vige brand uitgebroken in een pakhuis gevuld
met 1,000,000 kilogram geperst stroo, van de
firma Prins, waardoor 13 huizen aan de Dam
sterkade grootendeels uitgebrand zijn. Vele
der inboedels van die gezinnen waren niet
verzekerd.
In „De Tijdspiegel" van deze maand wijst
dr. R. Krul de bloem aan, die z. i. onze nationale
bloem moet worden, nl. de goudsbloem, door
den schrijver „CalendulaNeerlandica"genoemd.
„Niet alleen om de fraaie oranjekleur, maar
ook ter wille der historie." De heer Krul her
innert aan het versje van Spandau, die de
haring „met vaderlandsche zwier" getooid wilde
zien en wel met de „gouden goudsbloem", en
zegt, dat het volk de goudsbloem drie eeuwen
lang met liefde heeft gekweekt en een Haagsche
tuinman een eeuw geleden zelfs voor het dragen
van een goudsbloem met geeseling is gestraft.
De schrijver wil de gewone of enkelvoudige
goudsbloem gekozen zien, niet de dubbele of
„die niet der kinderkens, zooals onze vaderen
zeiden" en vooral niet de wilde goudsbloem,
de gele stroo- of handbloem, ook wel genaamd
„vokelaar." Ook lette men op de kleur, want
„oranje daalt van bloedrood tot wasgeel."
Falb's weervoorspellingen voor Augustus
luiden aldus:
1 3 Aug.Tamelijk sterke regen met onweer
bij betrekkelijk koele weersgesteldheid.
4-11 Aug.: Onweer en stormen nemen toe
en bereiken rond den 5den de grootste sterkte.
Da neerslagen gaan in de Alpenlanden in
sneeuwbuien over. De luchtgesteldheid blijft koel.
12-16 Aug.: Na korte pauze nemen de
neerslagen opnieuw tamelijk sterk toe, vooral
zullen rond den 16den do onweersbuien het
talrijkst voorkomen. De luchtgesteldheid blijft
koel. Sneeuwbuien in de Alpenlanden.
17 23 Aug.: Een in 't oog vallendweder-
paroxismi, dat zich vooral rond den 20sten
(critieke dag van den eersten rang met zons
verduistering) door sterke neerslagen en stormen
uit. Er bestaat hier en daar hoogwatergevaar.
In dezen tijd mag men ook meermalen aard
bevingen verwachten.
24 - 31 Aug.De neerslagen nemen in 't oog
vallend af, het wordt warm, vooral rond den
27sten. Onweersbuien komen bij uitzondering
nog voor en toonen een droog karakter.
Hierbij moet opgemerkt worden, dat Falb
speciaal voor Zuid-Duitschland en Oostenrijk
zijn voorspellingen geeft.
Men schrijft uit de Gron. veenkoloniën
De aardappelziekte viert dezen zomer haar
50-jarig jubileum maar treuriger gedachtenis.
Mogen we niet al te zeer aan dat treurige
jaar herinnerd worden, maar gunstig zijn
de voorteekenen niet.
In de Groninger veenkoloniën, waardekar-
toffels het hoofdproduct vormen, begint het er
slecht uit te zien. Hooggespannen waren de
verwachtingen.
De oogst scheen zoo overvloedig te kunnen
worden, dat bij een prijs van 80 cent, waar
voor in voorkoop veel verkocht werd, den
boer een ruim jaar te wachten scheen.
Men kan toch maar geen „hei" roepen voor
men over de brug is. De geweldige regens
der laatste weken hebben de akkers in eene
schier breierige pap herschapen; de verwach
tingen van den landman zijn 50 pc. gedaald
en dalen nog met elke stortbui, welke de
laatste dagen al hael gauw weder haar voor
gangster volgde. Het loof begint zijn smaragd
groene kleur te verliezen. Regen en wind
hebben het plat tegen den grond gedrukt, en
daar ligt het nu te rotten, terwijl kwalijk
riekende dampen opwaarts stijgen, weinig
g09ds voorspellend.
Zoo bedreigt weer de ziekte de oogst van
den landman, voorspelt hem weer groote ver
liezen. Gelukkig is de zomer reeds vrij ver
gevorderd en nadert de rooitijd met rassche
schreden. De kwaal is dus vrij laat ingevallen,
zoodat, als het weer nu nog maar weinig wil
meeworken, kwaliteit en kwantiteit nog zeer
kunnen meevallen.
Een ingezetene der gemeente Loosdrecht
had eene noodwoning laten bouwen, en de
bouwmeester maakte er een slot aan, dat, van
buiten dicht zijnde, van binnen niet kon worden
geopend. Nu wil het ongeluk, dat de deur
dicht slaat, terwijl het echtpaar in huis is.
Ramen, die geopend kunnen worden, zijn niet
aanwezig, zoodat de man eindelijk besloot,
zich uit zijne onvrijwillige gevangenschap te
verlossen door onder de planken een gat te
graven en hieidoor te kruipen. Gedaan als
gezegd, en weldra was 't gat gereed. Nu er
maar in dat ging, maar verder er door
dat ging niet. Dan terug doch dat ging
ook niet. V. A. was opnieuw gevangen en
zat steviger vast dan ooit.
Ten slotte moest zijne zwakke helft hare
kracht toonen, en gelukte het haar den echt
genoot zijne vrijheid terug te geven. TJ.D
Een dankbaar mensch. Eenige jaren
geleden stonden voor de Rechtbank te Breda een
paar inbrekers, een dikke Hollander en een bleeke
magere Duitscher, die beschuldigd werden van
diefstal met braak in het café van den Heer
Jonkers op het Stationsplein aldaar, terecht.
De Duitscher bekende en hield eene lofrede
op de Nederlandsche gevangenissen; de Hollander
gaf ter terechtzitting den Duitscher een schop
en ontkende. De Duitscher werd veroordeeld voor
den diefstal en de Hollander voor de mishandeling.
Dezer dagen was de straftijd van den Duitsche r
om en werd hy te Kaldenkirchen uitgeleverd aan
de Duitsche Regeering, die ook nog een appeltje
met hem te schillen heeft.
In de gevangenis had de Duitscher ruim f 140
verdiend met het maken van rozekransen, en bijna
dat geheele bedrag heeft hy besteed om schulden
af te doen, welke hy vroeger hier en daar had
gemaakt.
Verder had hij in gereedheid gebracht een bundel
van pl.m. 150 gedichten, alle betrekking hebbende
op 's menschen verhouding tot het Opperwezen.
Ook had hy zedekundige opstellen in zyn kist,
waarmede een of ander Duitsch dagblad zeker
vereerd zal worden, want zij waren persklaar
gemaakt.
Aan de justitiebeambten, die hem naar Duitsch-
land overbrachten, verklaarde hy, dat de Neder
landers hem in de gevangenis gemaakt hadden
tot een man van karakter; vroeger was hij iemand
zonder God en zonder beginselen.
Hy prees het eten in de gevangenis, maar ook
het hart heelt voedsel noodig, betoogde hy, en
juist die hartespys was hem in de Bredasche
parapluie verstrekt.
Practica est multiplex. Als onze Duitsche
naburen soms iemand noodig hebben voor de
reorganisatie van hun gevangeniswezen, kunnen
wij hun dezen dichter philosoof inbreker gerust
aanbevelen, te meer daar de K.-K. Regierung toch
van plan schynt te zyn onzen vriend in gelegen
heid te stellen de Duitsche strafinrichtingen van
naby te leeren kennen. (Bred. Crt)
De Foss. Zlg. zegt, dat by de Duitsche
regeering het voornemen bestaat repressailles te
nemen tegenover België, daar de Duitsche industrie
zwaar getroflen wordt door de verhooging der
invoerrechten in België. De Duitsche regeering
zal de vervoerprijzen van en naar België en in
het bijzonder de transito tarieven naar Antwerpen
verhoogen.
Dit zou eene nieuwe slag voor Antwerpen zyn,
dat toch reeds groote verliezen lfjdt tengevolge
van de nieuwe beschermende tarieven. Vele
schepen geven volgens het Beriynsche blad nu
reeds de voorkeur aan Rotterdam, en tal van
Antwerpsche meelfirma's, verplaatsen hun zaak
daarheen.
De vrouw van een uitdrager in de Rue
Belleville te Parys meende onlangs, terwyi haar
man even uit was, goede zaken te hebben gedaan.
Zy had een oude kachel verkocht voor 8 francs
aan een klant, die contant betaalde en het gekochte
meenam. Toen zy haren man by zyn thuiskomst
met ingenomenheid vertelde wat zy gedaan had,
werd hy bleek van schrik. .Mensch, wat heb
je gedaan!" riep hy. „In die kachel lag ons
spaargeld
De uitdrager snelde naar de woning van den
kooper en hy kwam daar tegeiyk aan met den
kachel, die hem tot brandkast had gediend. Hy
haalde nu voor de oogen van den verbaasden
nieuwen eigenaar een portemonnaie met 500 fr.
daaruit; maar de 3000 tr. aan goudstukken, welke
daar ook in gelegen hadden, in een geruiten
zakdoek geknoopt, waren verdwenen.
Een brandend eiland. Uit Marinette Wis-
cousin wordt gemeld, dat de kapitein van een
aldaar aangekomen stoomboot meldt, dat Bever
eiland, ongeveer 50 myien van het vasteland
gelegen, in lichtelaaie staat, doordat het bosch,
waarmede h6t bedekt is, vlam gevat heeft.
De bevolking van ongeveer 100 menschen is,
vreest men, omgekomen.
Stierenbevechters tegen wil en dank. Tus-
schen de stations Moravel en Canavetel, dicht by
de Spaansch Portugeosche grens, by een kromming
van den spoorweg, ontdekte dezer dagen de
machinist, dat de baan versperd was door een
kudde stieren, zonder hoeder. Hy liet de stoom
fluit klinken en de beesten stoven uit elkaar op
één na die met gebogen kop tegen de locomotief
inrende. Het dier werd in tweeën gesneden, maar
de locomotief liep van het spoor. Door de rem
bytyds aan te halen werden evenwel ernstige
ongelukken voorkomen. Na het déraillement
deden nu de beambten van den trein een beroep
op de reizigers om hen te helpen de machine
weer op de spoorstaven te brengen.
Alle handen werden uit de mouw gestoken.
Maar de stieren die zich wederom tot een troep
vereenigd hadden, snelden op dit oogenblik op
de reizigers aan, die dadely k in de wagens vluchtten.
Een waar gevecht volgde tusschen stieren en
reizigers, dat twee uur duurde.
Eindelijk bij het vallen van den avond, trok
de kudde af en kon men de locomotief weer op
hare plaats brengen.
Onlangs is te Weenen de kassier van een
bankiershuis onder zonderlinge omstandigheden
overleden. Hem was opgedragen een pak bank
biljetten te tellen en niettegenstaande hy was
gewaarschuwd, bevochtigde hy daarby telkens
vinger en duim met speeksel. Des avonds deden
zyn lippen hem pyn, maar niemand gaf daar
acht op. Den volgenden morgen werd een ge
neesheer geroepen, doch drie dagen daarna was
de man reeds overleden.
Te Ostende doet het volgende verhaal de
ronde
Een dame, die van galante avonturen haar