Publieke Verkooping
J. H. HI0D1EN, Makelaar te Texel,
op Woensdag 22 Januari a. s,
KOFFIE
Java Preanger.
B, F. KEIJSËR.
Een Boerenknecht,
lappen japslofn en lappen Buts es Baten,
Feuilleton.
Oe Opoffering van Raymonde.
Een HEERENHUIS
G. J. O. D. DIKKERS
publiek verhuren
KENNISGEVING.
publiek verhuren
A. Dros Albzn.
H. H. Veehouders
Gevraagd
i&tlÉilÊÉ
Ondergeteekende bericht
JÉ| fwWNEEL&O? S
Vervolg van Be Rostang's.
op ZATERDAG den 18 JANUARI 1896, 's avonds
7 uur, in het Logement de Lindeboom,
aan den Burg op Texel, van
met SCHUUR, KOEPEL, ERF en TUIN,
staande en gelegen op een der beste standen
aan de Groeneplaats te den Burg op Texel,
kadaster Sectie K nommers 1564, 49 en 143
zamen groot 24.76 Aren.
Eigenaar de Heer J. R. G. CONINCK
WESTENBERG te Texel.
Aanvaarding 1 Mei 1896,
Betaling der koopsom 1 Maart a. s. en der
belastingen van af 1 January 1896.
Informatiën te bekomen ten kantore van de
Notarissen C. BOONACKER te SCHAGEN en
G. DIKKERS te TEXEL.
Ten kantore van laatstgenoemden Notaris zullen
de veilingsbedingen veertien dagen vóór den
verkoop ter lezing liggen.
Notaris te Texel,
zal, ten verzoeke van Mevrouw de Wed. P. FLENS
te Texel, voor den tijd van 6 jaren
Op VRIJDAG 17 JANUARI 1896, 's avonds 7 ure,
in het café „DEN BURG" aan
den Burg op Texel.
1. Heerwaardensboet en Wagenhuis groot 1 50 10
2. Oostelijk middelste stuk 1 60 00
3. Hekstuk Hoornderweg 115 00
4. Hooge Hoornderweg 160 00
5. Middelstestuk 125 00
6. Driekant 1 15 00
7. Mossellanden 196 00
S. Tuintje 0 0154
Comb. 1 tot en met 8, 4 tot en met 6 en
1 tot en met 7.
zal ten verzoeke van den Heer S. KEIJSERJz. qq.
's avonds 7 ure, in het logement „Eet wapen
van Amsterdam" te OOSTEREND,
128 60 Over de weg.
1 25 90 Hooge en Koeienweid.
87 70 Lage a/d Weg.
1 56 99 Goukes.
58 00 Koeienweid.
1 87 70 de Bosch.
Alles elkander annex onder OOSTEREND, voor
den tijd van zes achtereenvolgende jaren.
Den huurders wordt het éérste huurjaar eene
voldoende hoeveelheid Schuimaarde ter bemesting
der landerijen, door den Eigenaar verstrekt.
uitsluitend lste qualiteit verkrijgbaar bij
prima platte Maïs per baal 75 kilo f 3,90.
Zuiver Maïsmeel, laatste onderzoekingen Rjjks-
proefstation Hoorn, aan Eiwit ll'/o, Vet 10.3*/»,
Zetmeel 58°/. per 60 kilo f 2,60
Puike Poldertarwe 80 - 6 60
Puike Maalboonen per Hectoliter 400
Puike Voertarwe 75 - 4,80
prima N.-H. Paardeboonen 80 - 5,60
idem Groninger 80 - 5,20
idem Noord-Hollandsche haver 50 8,00
idem witte Erwten 80 - 5,30
mindere soorten idem 80 - 4,90
Op directe bestelling
lste soort AMERIKAANSCHE LIJNKOEK
per 100 kilo 6,85
idem op Maart, April, Mei-, 6,60
prima gezonde PLATTE MAïS
op Maart, April, Mei, 75 - 3,50
By partijen bij overeenkomst.
Het Bestuur van den polder Waal en Burg
brengt ter kennisse van de stemgerechtigde In
gelanden dat op MAANDAG 20 JANUARI 1896
in het Café ,den Burg" alhier, van 's morgens
10 tot 's namiddags 1 uur zal worden overgegaan
tot de stemming en verkiezing van een Hoeld-
Ingeland en zulks ter voorziening in de vacature
ontstaan door het bedanken van den Heer
C. B. Bakker.
Texel, 4 Januari 1896.
[Het Bestuur voornoemd,
J. J. ROEPER, Voorzitter.
S. KEIJSER Pz., Secretaris.
die goed kan melken-, met 20 Maart in dienst
te treden. Adres A. Jz. BRUIN, Hoorn-Texel.
'"kj^-ssss*. JlPELDOORN.
dat hij gedurende het voorjaar OPRUIMING
houdt van een aanzienlijke party
tegen veel verminderde prijzen.
Aanbevelende, Hoogachtend, UE. Dw. D.
Ph. VLESSING.
54 Hoofdstuk VI. j
Dus, zei zjj eindelijk met bewogen stem, het
is van liefde, dat u mö wilt spreken en u kent mö
slechts gedurenie enkele oogenblikken. U kunt mö
niet opreoht beminnen, want u schijnt er behagen 1
in te scheppen mö leed te doen, u dröft den spot
O neen dat niet, ik spreek in vollen ernst.
Maar mijnheer, ook ik spreek in ernst. Weet j
dan, dat ik dé uwe niet kan worden, ik ben verloofd i
en u zult tcch zeker niet willen, dat ik mpn engagement
zal verbreken, om u mön hand te schenken?
Zoo, meent ge dat Welnu, dan vergist ge u
deerlök. Met of zonder uwe liefde, ge moet en zult
de möne worden, indien ge ten minste uwen broeder
en mönheer Dar jou, die bepaald uw minnaar is, niet
,n het verderf wilt zien storten.
Danjou? riep Raymonde doodelök verschrikt uit.
Ja, zie hier, herkent ge dat schrift, is deze
handteekening echt? Dit zeggende liet hö het
verschrikte meisje de door André geschreven ver
klaring lezen.
Maar mönheer, dat kan niet waar zön. Neen
het is niet waar, André heelt niet gestolen.
Mijnheer Lezin maakte onwillekeurig eene lichte
buiging, hö was waarlök getroffen door zooveel
bewonderenswaardig vertrouwen.
Gelukkig hö, die u zulk een vertrouwen kan
inboezemen, mompelde hö. Neen ge bedriegt u
niet, mejuffrouw, mönheer Danjou heeft zich slechts
medeplichtig verklaart aan de fout uws broeders
door buitengewoons zelfverloochening.
In weinige woorden vertelde hö nu wat er was
voorgevallen.
Welnu, zei hö, zöne vertelling eindigende, hebt
ge geen medelöden met zulk eene genegenheid
Zult ge nu niet alleen uw broeder maar ook een
zoo edelmoedig vriend in het verderf storten in plaats
van hen beiden te redden?
O, mönheer LeziD, ik beklaag u, als ge niet
begröpt, dat André met vreugd naar de gevangenis
zou gaan, wetende dat hö onschuldig is en dat hö
het doet om onzentwille, en onze achting zal hem
troosten voor de verachting van de wereld.
Blökbaar bracht dit gezegde van het edele meisje
haar kweller geheel van streek. Toen hö daarop
zag, dat Raymonde opstond om heen te gaan, scheen
hö niet langer te weten wat hö deed, hö wierp zich
voor haar op de knieën en riep uit:
Raymonde, verlaat mö niet. Ik gevoel het, dat
ik zonder u niet kan leven. Als ik u nu behalve
het behoud van hen, die u lief zön, de helft van
mön fortuin aanbiedt... Neen? Altöd neen?...
Evenals bö de anderen boezem ik ook u dus een
onoverkomelöken afkeer in.
De toon, waarop de kassier dit zei, was zoo droevig
en wanhopend tevens, dat het jonge meisje er tot
in het diepst harer ziel door werd geroerd. Zö
begreep, dat zön ware leven eene aaneenschakeling
was van löden. Zö had diep medelöden met hem
en zei zacht;
O, ik zie het wel mönheer Lezin, u is ongelukkig.
U leeft zonder twöfel reeds gedurende geruimen
töd in ontevredenheid met de menschen. Maar deze
z|jn niet zoo slecht. Er zön altöd nog menschen
bö wien het goed is te leven, zielen, die medelöden
hebben met de beproefden.
De kassier lachte droevig.
Behoort u tot hen Bewös het mö dan en
stoot mö niet terug om möne mismaaktheid.
Beneden was André nog steeds wachtende. Het
was koud. André rilde zoowel van de koude als
van zöne inwendige groote droefheid.
Hö kon niet meer denken en stond maar roerloos
voor zich te staren op de straat, die böna
verlaten was.
Eindelök werd hö opgeschrikt door het geluid
van de deur.
Raymonde kwam terug.
Zö was doodsbleek maar uiterlök volkomen kalm.
Zö stak haar arm in die van haar verlooide en
trok hem zachtjes met zich voort in de richting van
hunne woning.
Alles is geschikt zei zö, Robert is gered. Breng
mö vlug naar huis en ga hem dan geruststellen.
André toonde zich in 't geheel niet verheugd. Hö
bedroog zich niet. Mönheer Lezin moest een of andere
verschrikkelijke voorwaarde hebben gesteld voor zön
genade. Zou anders de mond van Raymonde niet
hebben overgevlooid als 't ware van loftuitingen over
den weldoener in plaats van zooals nu slechts zoo
koud te kennen te geven, dat alles geschikt was
Hö is gered, herhaalde de jonge man op
droevigen toon. Ge zegt mö echter niet tot welk
een prijs, Raymonde?
Eene droevige aarzeling hield gedurende eenige
oogenblikken het antwoord van het jonge meisje
tegen, eindelök stamelde zö
Mön vriend vergeef het mö. Het moest... Ik
heb alles beproefd.
En nu... "Wat moest?
Binnen kort zal ik mevrouw Lezin heeten.
André uitte geen kreet, geen klacht, liet geen
verwöt hooren, zei geen enkel woord, maar het was
alsot hö door den bliksem was getroffen.
Hö bleef eensklaps staan alsof hem plotseling de
krachten begaven. Daarna ging hö weer langzaam
vooruit, maar het was alsof hö nog zwakker was
geworden dan te voren.
Hö was het nu, die zonder het op te merken,
leunde op haar die hem nooit zou toebehooren en
met wien hö juist dien avond te voren verloofd was.
Toen hö er de kracht toe had, zei hö
Gö hebt niet anders kunnen handelen.
Hö keek Raymonde aan op een wöze, die haar ten
volle moest verzekeren, dat hö in het geheel niet
aan haar twötelde.
Hö gevoelde wat er in haar had moeten omgaan.
Beiden wisselden verder geen enkel woord over
hun verloren geluk.
Terwöl zö met hun gedachten verwölden bö hun
verloren geluk, spraken zö slechts over Robert, over
de zaken op hem betrekking hebbende en over de
middelen om hem het offer zöner zuster te doen
aannemen.
Bö de gemeenschappelöke woning aangekomen,
verliet André Raymonde, om zich naar den schuldige
te begeven, het was reeds volkomen dag geworden.
Het jonge meisje kon nu zien, dat de haren van
haar ongelukkigen vriend gedurende den nacht
vergrösd waren.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANQXVELD D£ ROOXJ Trrtl