N?. 869.
Zondag 19 Januari.
A0. 1896.
Nieuy/s- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag;- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per S maanden
Voui* dsn Bubo 80 Ctg. Franco per post door ge
heel Nedhrlanb 45 Ct«. Naar Ambbika en andere
landen met verhooging der porto's.
AdvertentiSn vóór 10 oor op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentièn
Van 1 tot 5 regelt 80 Ctt. Iedere regel meer 6 Cta.
Qroote lettera en Vignetten worden naar plaatarnimta
berekend. BawQanammera 3 Cta. per nummer.
ABONNEMENTEN en ABVERTENTIÈN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGKEVELD DE ROOU, Parkstraat, Boe® op Txxu
TEXEL, 18 Januari 1896.
Voor de verkiezing vau een lid in de
Provinciale Staten voor het Kiesdistrict Helder,
welke Dinsdag werd gehouden waren 1216
briefjes ingeleverd.
Van deze waren 10 stemmen van onwaarde,
zoodat 1206 geldige stemmen waren uitge
bracht.
Hiervan bekwamen de Heeren
Dr. P. P. C. Hoek 699 stemmen.
A. P. Staalman 480
Jb. Graaf 4, Jhr. Strick van Linschoten 8,
C. Stammes, H. Bitter Jr., J. P. van R9ijn
en C. D. Zurmuhlen elk 2 stemmen en 16
verschillende personen elk 1 stem.
Zoodat verkozen is de Heer Dr. P. P. C. HOEK.
Het minder gunstige weder, Woensdag jl.,
was niet onmogelijk oorzaak dat de buiten
gewone vergadering van het Nutsdepartement
Texel, aan den avond van dien dag, een matig
bezoek ten deel viel. Toch, men kon tevreden
zijn, ofschoon de lezing van dien avond een
dubbel bezoek dan gewoon, waardig was geweest.
't Was een zeer eenvoudig onderwerp dat
de spreker voor dezen avond, de heer Sinringhe
Damsté, behandelde: „Uit en thuis, de waarde
van het huiselijk leven."
Even eenvoudig als de titel van het opstel,
even eenvoudig was het opstel zelve, doch
juist dat eenvoudige, dat voor iedereen zoo
gemakkelijk was te verstaan, vermeerderde
niet onmogelijk de belangstelling, de aandacht.
't Was eene oude waarheid die de spreker
f verkondigde, in zijn pleidooi voor het huiselijk
leven, het gezinsleven, het familieleven, van
waar in de eerste plaats de opvoeding moet
uitgaan, doch 't was eene waarheid die vooral
in onze dagen, bij de vele gelegenheden tot
uithuizigheid, wel eens mag worden verfrischt.
Velen gevoelden zeker de waarheid van des
sprekers woorden, waar hij in keurige trekken
schetste de zegeningen van het huiselijk leven,
de zaligheid van het „tehuis", wanneer zulk
een tehuis beantwoord aan de eischen welke
men er aan mag stellen. Terecht betoogde
spr. dat onzen tijd, met zijne vele gelegen
heden tot vergaderingen en wat dies meer
zij, de uithuizigheid bevordert en menigeen
vreemd maakt aan zijne eigene omgeving;
de ijver voor de oplossing der sociale nooden
door het oprichten van leeszalen, volkskoffie
huizen en dergelijken, kon spr. goedkeuring
niet wegdragen, daar juist dat alles den mensch
aanleiding geeft tot het vervreemden van eigen
gezin, van het gezin, hetwelk in de allereerste
plaats moet zijn de plaats der opvoeding.
Te veel om weer te geven, werd door den
spr. aangestipt, het huiselijk leven betreffende,
doch de ademlooze stilte gedurende de voor
dracht bewees ten duidelijkste de ingenomen
heid der aanwezigen met des sprekers rede.
Des Voorzitters woorden, toen hij den spr.
aan het einde der lezing dank bracht, ver
wierven dan ook groote instemming.
Terecht mochten wij op prijs stellen de
komst van den Heer Sinninghe Damsté op
dezen avond, een voorrecht des te grooter,
naar de Voorz. opmerkte, daar zij mogelijk
was in de eerste maand van het jaar, een
tijdperk, waarin wy gewoonlijk van het verkeer
met den vasten wal zijn verstoken.
De avond van Woensdag, was voor de aan
wezigen bij deze derde volksvoorlezing, een
avond van genot en ten zeerste leerzaam.
Door velen werd Donderdagavond gehoor
gegeven aan de uitnoodiging tot bijwoning
der Jaarvergadering van de Maatschappij tot
uitkeering bij overlijden „Vooruitgang is ons
doel", aan den Burg.
De resultaten door deze Vereeniging, welke
pas 2 jaren bestaat, behaald, mogen inderdaad
verrassend genoemd worden.
Uit de rekeniDg door den Penningmeester
gedaan, bleek toch dat de ontvangsten over
het afgeloopen jaar hebben bedragen f 1112.51,
de uitgaven f 476.56, zoodat een goed saldo
van f 705.95 kon worden geconstateerd. Het
saldo van het jaar 1894 bedroeg f 376.90';
dit gevoegd bij het saldo der rekening over
1895, maakt te samen eene som van f 1082.85'
welke op uit. Dec. IJ. in kas was.
Het ledental dat aan het einde van 1894
488 bedroeg, wijst thans een cijfer aan van
887. Gedurende het vorig jaar werden voor
5 sterfgevallen uitkeeringen gedaan.
De gunstige toestand der Vereeniging had
het bestuur vrijheid doen vinden, om voor
Januari en Februari van dit jaar, de leden
vrijstelling van het betalen van contributie te
verleeneD.
Had het bestuur deze beschikking genomen
zonder raadpleging van de alg. vergadering,
het stelde alSDU voor dat de vergadering het
bestuur machtige om, wanneer het dat raad
zaam acht, voor 2 i 3 wintermaanden vrij
stelling van het betalen van contributie toe
te staan, aan die leden, welke vóór 1 Juli
bevorens als leden waren ingeschreven.
Dit voorstel werd met applaus begroet en
aangenomen.
De vergadering die zich kenmerkte door een
uitstekende geest, was na de vermelding van
het bovenstaande afgeloopen. Ook wij zouden
ons verslag hiermede kunnen eindigen, ware
het niet dat wij meenden een woord van
hulde te moeten brengen aan de mannen,
van wien het initiatief tot het oprichten van
deze VereenigiDg is uitgegaan en aan wier
onvermoeid streven en geheel belanglooze
moeite het zeker is te danken dat in korten tijd
zulk een gunstigen uitslag weid verkregen.
Wanneer men daar ziet die mannen uit het
volk, die zonder eenig voordeel voor zichzelve
(sommigen zijn te oud om als leden te kunnen
worden ingeschrever) zich wijden aan de
belangen van hunne medemenschen, dan heeft
men eerbied voor zulk eene levensopvatting,
die menigeen ten voorbeeld moge strekken.
Men zij voorzichtig. In verschillende
bladen werden in den laatsten tijd in tal van
annonces agenten gevraagd, die genegen zouden
zijn met weinig moeite veel geld te verdienen.
Ook wij hadden het voorrecht dat ons
zulk eene annonce ter plaatsing werd aange
boden doch aangezien de kosten voor plaatsing
er niet bij werden overgemaakt en wij te
Londen (vandaar kwam de bewuste advertentie)
geen kassier hebben tot inning der kosten,
plaatsten wij de annonce niet.
Het weekblad Mutua Conjxdentia" stelde
echter een onderzoek in naar de te verrichten
werkzaamheden, welke blijken te bestaan in
het verkoopen van horloges op afbetaling,
waarvoor eene vaste maandelijksche toelage
in uitzicht wordt gesteld.
Gaat men op de zaak in dan wordt men
verzocht om toezending van een voorschot
van f 120, waarna eene monsterzending zal
volgen ten bedrage van ongeveer het dubbele
van het bedrag.
Royaal genoeg, zou men zeggen.
De redactie van Mutua Confidentia" die
evenwel de zaak onderzocht, geeft den raad
om met bedoelde Company niet in zee te
gaan, naar aanleiding van hetgeen zij er van
zag ea hoorde te Londen.
Oosterend, 17 Jan. Beroepen bij de Ned.
Herv. Gemeente, alhier, Ds. van Schaick te
Den Burg.
Oudeschild, 17 Jan. Heden kwam hier
de goederenboot „Jeannette Debora" in de
haven, om het lijnzaad, afkomstig van de
„Kensington" af te halen en naar Delfshaven
te vervoeren.
Tegen den avond was het ingeladen en kon
de stoomboot vertrekken.
Zij had ruim 60.800 K.G. lynzaad aan boord.
Omtrent de tentoonstellingsloterij wordt
bericht dat van 25 Januari tot 25 Februari a. s.
de getrokken prijzen kunnen worden afgehaald
aan het Paleis voor Volksvlijt, terwijl de in
dien tijd niet afgehaalde prijzen tot twee
maanden na den laatsten trekkingsdag op
nader bekend te maken plaats zullen worden
beschikbaar gesteld.
Indertijd weigerde de Minister Kappeyne
van de Coppello eene wet voor te stellen
tegen het misbruik van den sterken drank,
omdat men, gelijk hij zeide, volkszonden niet
door wetten kan tegengaan. Over die uitspraak
is bij vaak hard gevallen, vooral nadat de
thans bestaande wet in werking was getreden.
Dat die meening van Kappeyne toch ook by
anderen instemming vond od, wat meer zegt,
door de ervaring bevestigd wordt, blijkt uit
hetgeen het „Weekblad van het Recht" dezer
dagen schreef: „Het wil ons voorkomen, dat,
indien nu 14 15 jaren na de invoering van
de drankwet met alle hare lang niet malsche
strafbepalingen, het drankmisbruik nog steeds
als een kanker aan de welvaart knaagt, ofschoon
jaarlijks duizenden bij duizenden wegens over
treding van die bepalingen worden gestraft,
hierin een nieuw bewijs is gelegen, dat men
volksondeugden niet uitroeit, laakbare tekort
komingen op zedelijk gebied niet op eenigs-
zins afdoende w(jze bedwingt door middel der
strafwet."
TEXELSCHE COURANT,