veWvoedër Voor de a. s. aanneming Eenige perceelen WEILAND, G. D. KIKKERT, Gravenstraat, J. H. MOOIER, Makelaar te Texel, J. H. MOOJEN, Makelaar te Texel, publiek verkoopen: BREUKBANDEN. C. BAKKER Cz., Feuilleton. Voorradige WIJNEN. Te huur A. DROS Az. zal publiek verhuren BI VERLOREN SBECAV. Bordeaux Medoc Palus de Médoc St. Emilion Pauillac Médoc Morin St. Estèphe St. Romain Larose St. Julien Madera dry Port a Port Tokayer Champagne Sillery Dupuy Verders: Algiersche Cognac Cognac No, I Oude Genever Nigt-Cap Brandewyn Genever diverse Likenren, Vruchtenwijnen enz. enz. bij Voor den Schuur Heer H. Bakker Dz, te Nieuwediep. föpEwoom. Uit het Engelsch door Pee El. gre Ar, teg Stil zgc I ond dit mee D mi de f ld per flesch f 0.677s 9 9 0.70 9 9 0.75 9 9 0.80 9 9 0.8772 9 9 0.90 9 9 0.90 1) 11 1.20 11 11 1.20 11 11 1.50 11 11 1.50 11 11 1.40 11 11 2.00 11 1.35 11 11 1.60 p. Literflesch 1.90 11 IJ 1.60 11 11 1.50 11 11 1.25 per Liter 0.85 JJ IJ 0.83 is ondergeteekeDde ruim voorzien van een groote sorteering zwarte wollen Tibets en gewerkte stollen, fiamgarens, Seviot en Bukskins. Tevens gelegenheid tot het leveren van Heeren Costumes naar maat. a contant 5°/„ korting. Aanbevelende, Hoogachtend, UE. Dw. D. Ph. VLESSING. gelegen b(j den Hoorn op Texel, eigendom van den HoogEdelGestr. Heer J. F. VAN DUNNé. Te bevragen bij den Heer H. FLENS, admini strateur te Texel. bericht de ontvangst van eene prachtige collectie van de nienwste STALEN effen en gewerkte zwarte en gekleurde Japonstoffen, benevens van eene ruime sorteering STALEN KAMGAREN, BUKSKING ENZ. voor heerencostumes. tot billijke prijzen en in verschillende soorteD te bekomen, bjj LANGEVELD DE ROOIJ. Geïllustreerde prijscourant ter inzage. Aan de DRUKKERIJ kan een LEERJONGEN geplaatst worden. Goed kunnende lezen is verelschte. Het rapport van 's Rjjkslandbouwproefstation te HOORN mijner Koeksoorten, luidt als volgt AMER1KAANSCHE eiwit 37.57» vet 6.7% ZAANSCHE 32.67» 13 6%5 GRONDNOTEN 50.17» 8.17, Van alles zuiverheid voldoende. Volgens advies van deskundigen bestaat er geen verschil in voederwaarde tusschen eiwit en vet van Amerikaansche of dat van Zaansche Koek. Eiwitstoffen bezitteD ongeveer de dubbele voederwaarde van vetstoffen. Bovenstaande verhouding in acht nemende, moest de prfja der Zaansche lager zjjn als der Amerikaansche Koek. Rapport en advies by my ter inzage. Voor bovenstaande Koeksoorten noteer ik: AMERIKAANSCHE per 100 K.G. 1 6.75 ZAANSCHE (prima) 104 - 9.85 GRONDNOTEN 100 - 8.- Dageljjks verkrijgbaar pakhuis Oudeschild. Pakhuis Burg met bijrekening wagenvracht. Met ongeveer veertien dagen nieuwe aanvoer tegen lager prijs. Gezonde platte maïs, Maart levering, per dertig zak tegelijk a f 3.55, op directe bestelling. II. Op ZATURDAG 15 FEBRUARI a. S. 's avonds 7 ure, in het Wapen van Amster dam te Oosterend 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. - 62 50 117 01 - 89 50 - 90 10 - 97 20 - 50 40 - 80 90 - 87 00 - 90 20 - 75 50 1 82 50 109 80 Boorde. Lage Groot. Voorste Ommegom. Achterste Ommegom. Furkeland. Steenkop. Furkeland aan Dijksen de Word annex j bij de Kaap. Doornkoog Dijkstal. Ruige Top. Aldertskoog. a/d weg te Oosterend. zal op VRIJDAG 21 FEBRUARI a. s., 's avonds 7 ure, in het locaal Bellevue a/d Waal 1. 40 90 Huis en Huiskoog b/d Waal. 2. 75 90 Voorste Hoekje id. 3. 7120 Achterste id. id. Eigendom van de erfgenamen van wijlen Mej. Wed. P. FORMER. Perceel 1 tot 20 Maart 1897 verhuurd aan J. Former voor f 70.— Perceel 2 en 8 te aanvaarden 20 Maart a. s. BETALING 24 JUNI a. s. Informatiën geeft bovengenoemden Makelaar. De ondergeteekende beveelt zich beleefd aan tot het leveren van solide Brenkbanden tegen den meest concurreerenden prjjs. Reparation aan breukbanden solied en billijk. Schoenen ZadelmakerBURG. firma"^Vir^ïKE]L C(- M(jn leven was vol avonturen maar ook vol ongelukken. Alles wat ik ondernam mislukte mö, en toen ten laatste de „Gouden Straal" waar ik aan boord was in de golf van Haurahi bfj de kust van Nieuw-Zeeland verging, ontsnapte ik nauwelijks een wissen dood, daar er een orkaan woedde en slechts weinigen der equipage zich in booten konden redden. Weinige dagen later stond ik in Auck land, zonder een cent op zak. Zulk een toestand is in alle gevallen beklagenswaardig genoeg, maar als men in een vreemd land is, met duizenden mijlen zee tusschen zich en z(jne vrienden en familie, nog zooveel te erger. Door allerlei karweitjes b(j den dokter op te knappen was ik in staat kost en inwoning in een ellendig hok te betalen, dagelijks hoopende op een plaatsje op één der vele schepen die in de haven kwamen. Ia Amerika was alles mö tegengeloopen en mön ongeluksster was mö bö de tegenvoeters gevolgd, hoewel er toch ook een töd geweest was, waarin het geluk mö scheen tegen te lachen. De töd was echter zoo kort, dat het een droom scheen, als ik er op terug zag. Doe Meiford en ik waren te Melbourne van de „Petrel" gedeserteerd en naar de goudvelden gevlucht. Drie maanden later keerden wö terug, met een fortuin van tienduizend pond aan goud klompjes en gemuDt geld. Wat droomden wö al niet; wat een rozige voor uitzichten vulden onze hersens als wö plannen maakten tot een spoedige terugkeer naar Amerika. Toen kwam het ongeluk. Het was de schuld van Doe. Ik denk dat hö het toe zou stemmen wanneer men het hem morgen vroeg. Het was een flinke eerlöke kerel, maar hö hield te veel van rhum, dobbelen en slecht gezelschap. Daarom gingen wö naar de „Zeemans Herberg" in plaats van beter soort logement en daar werden wö door een troep vreemde zeelieden van onze schat beroofd. Wö konden geen spoor van de dieven ontdekken en na een week door de stad te hebben gedoold raakte ik Doe kwöt. Korten töd later monsterde ik op de „Gouden Straal" het ongelukkige schip dat ten gronde ging in de golf van Haurahi. Ik had weinig hoop mö er weer boven op te werken en ik zou het als een weldaad des hemels beschouwd hebDeu, als ik een gelegenheid had kunnen vinden als werkend passagier naar Amerika te kunnen terug keeren. Maar het ongeluk scheen mö te vervolgen en ik dacht er reeds over, mö in de baai te werpen, toen ik kaptein Wilkens, eigenaar van een kleine schoener, een ruwe doch goedhartige zeeman, die ik eenigen töd geleden te Melbourne had ontmoet, tegen het lt)f liep. Ik kan u nu niet monsteren, zeide bö, toen ik hem mön ongelukkigen toestand had verteld, maar ik zal zorgen dat je geen gebrek behoeft te löden totdat er zich iets beters voor je opdoet. Ik kan je voor eenige dagen werk geven, bet is wel niet pleizierig, maar gemakkelök en het betaalt goed. Toen ik gisteren met mön schoener op de ree kwam, pikte ik een oud wrak van een schip op „Zeevogel" geheeten, eenige mölen van hier. Het had erg geleden en was door het volk verlaten. Niemand was aan boord, en omdat haar lading eenige waarde had, sleepte ik haar in de haven. Zö zal binnen een paar dagen gelost worden en ik zal mön deel van het bergloon ontvangen. Inmiddels heb ik een vertrouwd persoon noodig, om aan boord te waken, en indien je er zin in hebt zal ik je aan boord brengen, zoodra we wat gegeten zullen hebben. Het is wel een beetje eenzaam voor je zoo alleen op die oude hulk, maar ik kom dagelöks naar je zien. Het is nauwelöks noodig te zeggen, dat ik het voorstel gretig aan nam, en na een hartig maal in het hotel van den kapitein, werd ik aan boord van de „Zeevogel" geroeid. Het was een leelök en slordig uitziend vaartuig van omtrent zestig ton, een soort van gemengd Japanees en Engelsche bouw en beschilderd met een vuile loodkleur. Haar hutten waren klein, maar kostbaar doch zonder smaak gemeubileerd. Na een plaatsje voor mö te hebben gezocht, bracht ik een aangenaam uur met den kapitein aan dek door. Toen ging hö, na mö behoorlök van levensmid delen, tabak en een weinig brandy voorzien te hebben, van boord, belovende den volgenden dag terug te zullen komen. De zon was ondertusschen ondergegaan en het werd spoedig duister over de baai. Ik bleef een uur aan 't dek rooken, ging toen naar mön hut en wierp mö op mön kooi. Spoedig viel ik in slaap. Laat in den nacht werd ik plotseling wakker. Iets had mö gewekt, hoewel ik niet kon zeggen wat. De gedachte aan dieven vloog door mön brein en opstaande schoot ik snel mön kleeren aan, ik nam het pistool, dat de kapitein voor mö had achter gelaten, opende voorzichtig de deur en loerde naar buiten. Ik zag niets. Toen trad ik naar buiten op 't dek. De maan scheen helder, maar ik ontdekte niets. Scherp luisterende hoorde ik echter een licht geraas, dat uit de schaduw van de kombuis kwam. Zachtjes wandelde ik naar de plaats waar ik het geluid had gehoord. Toen zag ik een man meteen lang flikkerend mes in de hand, in de duisternis weg kruipen. Yoor een oogenblik stond ik beweging loos, richtte toen echter met een vlugge onwillekeurige beweging mön pistool op den indringer. Laat dat mes vallen of ik schiet je dood, riep ik, met mön vinger aan de trekker. (Wm-ctt vervolgd.) Snalpwtiruk - LANGSVKLD DS ROOIJ TiMtl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 4