Buitenland.
Ia den Gemeenteraad van Alkmaar werd
omtrent het bestaande tekort in de gemeentekas
ten gevolge van de handelingen van den vorigen
gemeente-ontvanger door burg. en weth. voor
gesteld om nogmaals de tijdelijke leening van
f 60.000 bij de Ned. Bank te verlengen. De
heer de Groot vroeg of dit tekort niet door burg.
en weth. uit eigen beurs zou worden aangevuld,
hetgeen hun moreele plieht zou zijn, daar toch
eigenlijk het kas-tekort een gevolg is van hun
nalatigheid.
De burgemeester antwoordde daarop, dat de
Raad zoowel als de Ged. Staten van alles af
wisten en dat het wel gemakkelijk was om
de schuld op anderen te schuiven, maar niet
zoo gemakkelijk zou zijn om het bedrag van
het tekort te voldoen. Na dit incident werd
het voorstel van burg. en weth. aangenomen.
Naar aanleiding van het desbetreffend
verzoek van het Hoofdbestuur der Holl. Maatseh.
van Landbouw, hebben B. en W. van 's-Gra-
venhage aan den gemeenteraad voorgesteld
om ten behoeve der in 1897 in Den Haag
te houden nationale en internationale ten
toonstelling van land- en tuinbouwproducten
enz. een gemeentelijke subsidie van twee
duizend gulden toe te staan. (Het bestuur
heeft f 8000 gevraagd.)
In het Oldambt (Groningen) zijn bijna
tegelijk de gerst, de rogge, de haver, het kool
zaad en de erwten rijp geworden en nog wordt
over gebrek aan werk geklaagd, in plaats dat
er handen te kort schieten. De landbouwers
worden telkens lastig gevallen door arbeiders,
die soms uren van huis gaan om werk te
zoeken en hun diensten tegen steeds lager
prijzen aanbieden. Voor het zichten en binden
per halve H.A. wordt zelfs f 2.25 totf 3 betaald,
zoodat er nauwelijks een daghuur mee verdiend
wordt. En juist van dezen tijd moet zooveel
betaald worden, huis- landhuur, turf, enz.
In de omstreken van Deventer is de
aardappelenoogst ongekend groot en de hoeda
nigheid uitmuntend. De prijs daalde Vrijdag
tot op 10 cent per 5 liter.
Ter waarschuwing voor anderen. Terwijl
de moeder enkele oogenblikken afwezig was,
geraakte Dinsdag op de Baangracht bij de
Lindegracht te Amsterdam een driejarig meisje
in een kuip met kokend water. Met ernstige
brandwonden werd de kleine per rijtuig naar
het gasthuis gebrachtmen vreest voor haar
leven.
Uit Assendelft schrijft men:
Als doorslaand bewijs, dat lang niet alle boeren
en landeigenaars tegenwoordig, hoe noodig het
ook moge zijn, hun voordeel begrijpen en dit
dikwerf aan persoonlijke belangen opofferen, diene
het volgende;
Onder deze gemeente liggen de polders de Kaag
en de Buitenlanden, allerpuikste kwaliteit IJpolder-
kleigrond, die echter veel last hebben van het
dikwerf te hooge Noordzeekanaalpeil, zoodat het
land drassig is en daardoor natuurlijk veel minder
opbrengt. De naburige Zuidwfjkermeerpolder nu,
die ook veel last van dit te hooge peil heeft,
daar dit water tegen zijne dijken komt, heeft
aangeboden hen in zijne stoombemaling op te
nemen tegen eene vergoeding van slechts f 4
per hectare, met het recht, dat zfj te allen tijde
hun water mochten aftappen tot een door hen
zelf te bepalen peil en ook des zomers, zoo noodig,
water inlaten. Een ideale toestand dus voor een
polder, waardoor de waarde zeker 50 pCt. zou
stijgen.
Over dit voorstel is lang gesproken en ver
gaderd met het resultaat dat men besloot, den
bestaanden windmolen te vernieuwen en daardoor
den ellendigen toestand te bestendigen.
Zaterdagavond, pl.m. 8 uur, geraakte
het 4-jarige zoontje van den heer F. Jansen te
Valthermond in 't hoofddiep. Een hond sprong
onmiddelijk het kind na, maar inplaats van
te beproeven het kind te redden, deed hij zijn
best het daarentegen telkens onder water te
duwen. Geen der omstanders had blijkbaar
den moed om tegen twee machten, het water
en den hond, den strijd aan te binden tot
redding van den kleinen drenkeling, tot eindelijk
de heer B. Heerspink, hoofd der school, aange
loopen kwam, zich zonder aarzelen te water
begaf en 't genoegen mocht smaken het ventje
te redden dat reeds bewusteloos was.
Bij het warme weder van de laatste
dagen zoo schrijft men uit Beilen was
het volstrekt geen zeldzaamheid, dat men
bijenzwermen vond en menigeen is dan ook
geheel onverwacht bijker geworden. Doch een
geval als Roelof Santing te Lieving Zondag
avond trof behoort zeker wel tot de zeldzaam
heden.
Toen hij met zijn vrouw tegen het vallen
van den avond te huis kwam, bemerkte zij
eenig gegons in de woonkamer. Een onderzoek
werd ingesteld en toen kwam men tot de
ontdekking dat een bijenzwerm onder aan het
bed hing. De bijen hadden door eene kleine
opening deze schuilplaats, waar men ze minder
gewenscht vond, opgezocht. Ze werden in een
bijenkorf gedaan en naar buiten getransporteerd.
Voor een jaar of 8 heeft zich een gelijk
geval op dezelfde plaats voorgedaan.
Amsterdam genoot Dinsdag het schouw
spel van een illumminatie, die niet vooraf
aangekondigd was, een verrassing dus waarvoor
niemand te danken heeft.
Maar zij was indrukwekkender dan menig
kostbaar en met veel zorg voorbereid vuurwerk,
dat even knettert, sist en drukte maakt, om
na een oogenblik weer uitgedoofd te zijn.
Van een brand aan de overzijde van het
IJ, in het z. g. Buiksloter Ham, kon men een
uur lang door geheel de stad een gloed zien.
Prachtig en imposant was het schouwspel,
dat de menigte genoot, die zich op De-Ruyter-
kade, Prins-Hendrik-kade en overal aan deze
zijde van het IJ opgesteld had. Fantastisch
werd het watervlak, werden de schepen en
tuigages verlicht.
Een zonderling!
In eene gemeente bij Dussen is een man
gerechtelijk uit zijne woning gezet. Daarna
heeft hij zich aan den openbaren weg, voor
het huis, dat hij geruimen tijd bewoond heeft
en als zgn eigendom beschouwt, neergezet en
van een hoop hout, stroo, enz. eene woning
gemaakt.
Bg zijne familie wil hij niet wezen en voor
ondersteuning kan hij niet inaanmerkingkomen,
omdat hg werkelijk niet onbemiddeld is.
Sedert eenige dagen bevind zich ten
huize van den veehouder, A. Koole, te Nieuw
koop, een heer uit Noorwegen, die van Staats
wege daarheen gezonden is, om de zuivelbe
reiding en meer speciaal de bereiding van kaas
te bestudeer en,
Tengevolge van de droogte. TeKlundert
worden de slooten in de kom der gemeente
door middel van een windmolen met polder
water doorgespoeld.
Het werk heeft ongeveer f6500 gekost.
De gunstige uitwerking der waterverversching
heeft zich in de jongste droge weken zeer goed
doen gevoelen.
Bij het fokken van kalveren dient men
reeds van het begin af er op te letten met welk
doel men kweekt. Wil men melkvee krijgen,
dan moet men voeder geven, dat rijk is aan
eiwit, maar betrekkelijk arm aan vet. Kweekt
men voor vleeschproductie, dan moet het voeder
veel vet en weinig eiwit bevatten. Melkvee
mag dus niet zoo lang met de moedermelk
gevoed worden als vleesehvee, omdat die moe
dermelk veel vet bevat.
Dinsdagnamiddag trouwde in de Nieuwe
Kerk een paartje; op zich zelf niets bijzonders,
doch nadat familieleden, kennissen en vrienden
in de rijtuigen hadden plaats genomen, reed
men door de Gravenstraat, den N.Z. Voorburg
wal en de Mozes- en Aaronstraat den Dam
over, waar het publiek merkte dat in de biuids-
koets niemand zat. Men schreeuwde en gilde
den koetsier toe om te stoppen.
De koetsier van de bruidskoets begreep er
niets van, maar toen hij van den bok sprong
en in de coupé keek, was zijn gelaatsuitdrukking
te zien wel de moeite waard. Dat de onaan
gename fout spoedig hersteld werd, begrijpt
ieder.
Een aantal arbeiders uit Oosterhout, die
naar Duitschland waren vertrokken om aldaar
aan waterwerken te arbeiden, zijn plotseling
te Oosterhout teruggekeerd. De oorzaak hiervan
moet gezocht worden in een twist, welke aldaar, ei
om welke reden is onbekend, moet ontstaan
zijn tusschen Duitschers en onze arbeiders.
Het gevolg hiervan wasdatdeOosterhoutenaren
de vlucht moesten nemen, terwijl een hunner
door de Duitsche politie werd ingerekend en
zich nu voor den strafrechter aldaar zal hebben
te verantwoorden.
Uit Zevenwouden schrijft men dat de
brand ia de hooilanden te Donkerbroek en te
Makkinga, zich eerder uitbreidt in plaats van
beperkt te wordenvan blusschen is geen
sprake. Er zijn er die beweren, dat het wel
gedurende eenige weken aaneen zou moeten
regenen, zal de brand geheel gebluscht zijn.
Het vuur toch is zóó in den grond gedrongen
dat het graven van slooten of greppelsomde
perceelen weinig baat, tenzij ze zóó diep worden
gegraven, dat er een zandlaag te voorschijn
komt waarop het vuur kan stuitenanders toch
smeult het onder de greppels en slooten voort,
omdat het land tot eene vrg aanzienlijke diepte
is ingebrand. Intusschen wordt de schade voor
de betrokken eigenaren zeer groot, omdat het
land in de eerste jaren zoo goed als waardeloos is.
Een lastig vrouwtje. De overhaalder
Jan T., te Amsterdam, die met zijn vlet de ver
binding onderhoudt tusschen Amsteldljk en Wees-
perzijde ter hoogte van de Hoedemakersstraat, staat
reed3 geruimen tijd op voet van oorlog met zekeren
S. Deze laatste liet geen gelegenheid voorbij gaan
om het den ouden vletterman lastig te maken
en hjj werd hierin trouw bijgestaan door zijn
vrouw, die in de wandeling „de kat" wordt genoemd.
Dinsdag-avond kwam het tot een uitbarsting
en T. en S, gaven elkaar eenige muilperen, die
raak waren. Juffrouw S. trok zich dat sterk aan:
muilperen uitgeven was iets, wat haar man toe
kwam, muilperen ontvangen, anders dan van de
liefkoozende hand zijner wettige huisvrouw, kwam
in het geheel niet te pas, en juffrouw S. besloot
wraak te nemen.
Zt) ging gistermorgen naar de vlet van T., nam
hierin plaats, haalde een stuk hout te voorschijn
en begon op eene van groote bekwaamheid in het
vak getuigende wjjze op den kop van den ouden
Jan te timmeren. Jan, die eerst eenigszins onder
den indruk verkeerde, begreep ten slotte eindelijk,
dat aan deze beukerg een einde moest komen, en
over de wijze waarop behoefde hg zich niet lang
te bedenken.
Hg pakte de juffrouw, ondanks haar geweldig
tegenstribbelen en niet zonder een paar welge
mikte opstoppers te hebben ontvangen, beet, en
zet haar overboord. Aan den kant isdeAmstel
niet diep, zoodat geen gevaar voor verdrinken
bestond en de juffrouw alleen met een nat pak
vrg kwam. Het bad kalmeerde haar echter niet;
toen zg weer aan land kwam, begon zg een
woordenwisseling, waaraan door eenige politie
agenten een einde werd gemaakt. (Volksdagblad.)
pgei
r
oort
e<
ur
in
jdei
st
an i
Ven
et 1
stei
De
3 i:
DUd
eroi
Niet alleen in ons land heeft Zondag een
hevig onweer gewoed, ook in Pargs heeft het
des middags zich laten gelden. Er barstte boven
de stad een onweer los, zooals men zich niet
kon denken ooit te hebben bggewoond. Terwgi
onophoudeigk de bliksem flikkerde en de donder
ratelde, viel de regen bg stroomen neer, alsof
er een wolkbreuk heerschte, vielen er hagelsteenen
als duiveneieren en woei er een verschrikkeigke
storm.
Er is een zeer groote schade aangericht, boomen
zgn in groot aantal omgewaaid, de straten en
wegen werden in stroomen herschapen, de wan
delaars in het bosch en in de straten vluchtten
naar alle kanten. Hoeveel vensterruiten er ge
broken zgn, is niet te zeggen, en tal van zeldzame
gewassen in den Plantentuin zgn vernield. Van
persoonigke ongelukken heeft men nog weinig
vernomen, behalve dat in de Rue Patay de storm
een dak heeft weggerukt, waardoor een klein
meisje verpletterd werd.
De brouwergen in Duitschland schgnen niet
genoeg bier voor de bierdrinkers voort te kunnen
brengen. Er zal nu zelfs Amerikaanseh bier naar
Duitschland ingevoerd worden. Het transport
van het bier zou plaats hebben op dezelfde
wgze als dat van petroleum, nameigk met tank
booten.
Een avontuurigke wiekjjder heeft weder
eens getracht per water-rgwiel het Kanaal over
te steken. Vele uren na zgn vertrek had men
nog niets van hem vernomen, zoodat hg dood
gewaand werd. Gelukkig had een Engelsche boot
BMa—I—MB—H—MMi—
im