Buitenland. Nuttige werkverschaffing!1 Voor rekening van den heer P. W. Janssen te Amsterdam is nu ook in de Friesche ge meente Opsterland een groote uitgestrektheid woeste grond aangekocht. Het doel is dezen te ontginnen en daardoor gedurende den a. s. herfst werk te verschaffen en zoodoende menig arbeider van 't armbestuur terug te houden. Is het land eenmaal ontgonnen, dan wenscht men daarop nette arbeiderswoningen te stichten met zooveel ontgonnen grond er bij, dat de arbeider zijne eigene benoodigde aardappels, boonen enz. zal kunnen verbouwen. Deze huizen met grond zullen dan tegen billijken prijs aan die arbeiders verhuurd worden. Liever sterven en hij stierf! Te Ferwerd moest een man, die bij een ar restatie van een familielid, den veldwachter beleedigde, een gevangenisstraf van 6 weken ondergaan. De man zag er vreeselijk tegen op. Nog nimmer was hij met de justitie in aan raking geweest, en hij zeide dan ook meerma len, liever te willen sterven dan opgesloten te worden. Hij maakte toebereidselen om gedu rende zijn straftijd zijn veldvruchten te doen inzamelen; de volgende week zou hij naar de gevangenis gaan. Doch juist, terwijl hij over deze dingen stond te spreken, viel hij dood neer op de weg. Donderdagmiddag had te Oosterhesselen een treurig ongeluk plaats. De gemeente-veld wachter H. Koopman had, om de revolver schoon te maken, getracht twee daarop reeds sedert lang zittende schoten in den tuin te lossen, maar was daarin niet geslaagd. Van den tuin naar huis gaande en op de stoep bij de voordeur zich bevindende, ging eensklaps, terwijl hij den loop der revolver schuins naar beneden hield, een der schoten af. De kogel vloog voorbij de vrouw van den veldwachter en de vrouw van diens buurman Hoving en trof helaas het 9-jarig zoontje van dezen buur man, die op een afstand bezig was met spelen. De jongen werd in het hoofd getroffen, zakte bewusteloos ineen en overleed 6 uur later, zonder weder tot bewustzijn te zijnteruggekeerd. Men kan zich de ontsteltenis en de diepe droefheid van de ouders van het knaapje en van de familie Koopman, die zeer met elkaar bevriend zijn, moeielijk voorstellen. Koopman heeft onmiddelijk den officier van justitie persoonlijk met de zaak in kennis gesteld. (P. D. C.) Een koddig gezicht genoten de wandelaars van 't Vondelpark te Amsterdam Maandag avond te zes uur. In een daar passeprende landauer was men zoo vroolijk, dat genoemde vroolijkheid overging tot dansen in het rijtuig. Op enns bezweek de bodem en in een oogwenk zag men 10 beenen onder bet rijtuig verschijnen. Gelukkig hield de koetsier spoedig stil, zoodat geen van genoemde beenen werd gekwetst, anders had van deze vroolijke wel een treurige geschiedenis kunnen komen. Een zilverpaar te Kapelle a/d IJsel kon het dezer dagen niet eens worden op welken dag zij in het huwelijk waren getreden en wisten dus ook niet den tjjd, waarop zij brui loft konden vieren. De bruidegom meende, dat de gedenkdag op 9 Augustus a. s. viel, maar de bruid dacht van op den 7entoch waren het beiden eens, dat het omstreeks Goudsche kermis was. Goede raad was duur. De gemeente veldwachter werd aangesproken en deze was zoo welwillend om het voor hen te Gouderak, waar zij in het huwelijksbootje waren gestapt, te laten onderzoeken. Vrijdag kwam van hem de verrassende tijding, dat de datum van hun huwelijksfeest29 Juli was 1 De gefopte flesschentrekker. Een fles- schentrekker, die met een koopman te 's-Graven- hage zaken wilde doen, is door dezen op de volgende wijze beetgenomen: De flesschentrekker vroeg op monster een bezending thee aan. De koopman zond ze af, doch betaling volgde niet. Een tweede bestelling doet de flesschentrekker en de koopman geeft daaraan gevolg, doch door in plaats van thee een pak metsteenen te zenden en wel tegen rembours, om zoodoende de bekomen schade, door het eerste pakket ondervonden, te herstellen. Het pak komt bij den flesschentrekker aan, deze betaalt het rembours, doet het open en vindt desteenen met het voorschrift: „te gebruiken na het eten." De flesschentrekker heeft nu wraak willen nemen door een klacht in te dienen bij den officier van justitie te 's-Gravenhage. Hollanders in de Z.-A. Republiek. Eene correspondentie uit de Z.-A. Republiek in het „Haagsche Dagblad" zegt o. a.: Een voor het Nederlandsche publiek interes sant verschijnsel is de uitbreiding, welke te Pretoria en Johannesburg de Hollandsche winkel nering heeft gekregen. Toen ik voor het eerst in de Transvaal kwam, waren er bijna geen winkels die door Hollanders werden gedreven en was de kleine, evenals de groote nering bijna uitsluitend in handen van Engelschen en Duitschers. Doch naarmate de Nederlanders sterker in aantal werden en er dus opening kwam voor speciaal Hollandsche waren, sprongen er aller hande ambachten en bedrijven op, welke door Hollanders gedreven en gesteund worden. Een blik in de plaatselijke „Volksstem" is genoeg om deze bigde mededeeling te staven. Een maand of vier geleden hield de post duivenvereniging „De Luchtgids" te Haarlem een wedvlucht van uit Bergen, in Henegouwen. Een met naam gemerkte duif van een der deel nemers kwam toen niet terug. Dezer dagen echter zag de eigenaar haar, tot zijn niet ge ringe verbazing en vreugde, in het oude hok weerom, terwijl hij aan de duif het volgende onderteekend briefje vond vastgehecht. „Als rechtgeaard Nederlander op de markt te Brussel komende, kon ik het niet over min hart verkrijgen deze blauwe postduif, die mg werd aangeboden voor franc, niet te koopen. Na haar eenig eten gegeven te hebben, heb ik haar Maandag 27 Juli, 's morgens 12 uur stadstijd, aldaar in vrijheid gesteld, en hoop dus, dat hQ het hok in goeden welstand mag bereiken." Hoewel bij nader onderzoek bleek, dat men het diertje dat dus in handen van een vo gelkoopman gevallen was 8 slagpennen had afgeknipt, heeft het den afstand in ongeveer 5 uur afgelegd, en wel na waarschijnlijk 4 maanden in een ander hok geweest te zijn. Een man en een jong meisje gingen een zelfden weg; zjj kenden elkaar niet en hadden elkaar toevallig ontmoet. De man in de eene hand een levende kip, in de andere een stevigen stok en op den rug een grooten, koperen ketel; ook had hg nog aan een touw een geit bfi zich. Toen hun weg door een donker ravfin zou leiden, zei het jonge meisje: ik ben bang, ik durf niet met u op dit eenzame pad te gaan: gij zoudt me misschien met geweld willen kussen. De man antwoorder hoe zou ik dat kunnen, als ik het wou; ik ben beladen met mijn kip, mfin ketel mjjn stok, mijn geit; ik ben als aan handen en voeten gebonden. Dat is zoo, zei het meisje, maar als gij uw stok in den grond staakt en daar het geitje aan vastbondt en de kip onder den omgekeerden ketel zette, dan zoudt gfi goddeloos genoeg kunnen zfin om mfi, niettegenstaande mjjn verzet, toch te kussen. Gezegend zfi de vrouwelijke scherpzinnigheid, riep de man ver heugd uit; ik was daar nooit op gekomen. En toen z(J het ravijn betraden, stak hfi zijn stok in den grond, bond daar het geitje aan vast, zette den ketel over de kip heen en kuste dat het klapte het jonge meisjeniettegenstaande haar verzet. Een vloedgolf, vijf mijlen breed, heeft 26 Juli de kust van Haitsjau in het noordoosten van de Chineesehe provincie Kiangsoe overstroomd, en een aantal dorpen dat op vierduizend geschat wordt, verwoest. De inwoners verdronken. Groote hoeveelheden vee zjjn verloren gegaan, en de rijstvelden staan onder water. Voor hongersnood in den herfst wordt gevreesd. Als de Chineezen eenmaal beginnen een land binnen te trekken, scheiden zij niet weer uit. Daarvan zijn welsprekende voorbeelden in Amerika en in Zuid-Afrika. In Transvaal bijv., waar de zonen van het Hemelsche RQk zich hebben ge vestigd als kooplieden en juweliers, hebben zjj zulk een scherpe concurrentie aan de Hollanders, de Engelschen en de Duitschers aangedaan, dat rtoo de Regeering, wilde zjj niet den geheelen handel den in handen der Mongolen zien, dezen heeft moeten odt verbannen en hun verbieden het gebied der at ti Republiek te betreden. In de Republiek Natal, aanc in verschillende staten van Noord-Amerika heeft ;ht, men soortgelijke maatregelen moeten nemen. de De bladen te Weenen, hierop wijzende, vinden es het ongemotiveerd, dat de Europeanen zooveel )ger moeite doen om deze Chineezen te onthalen en mei ze hierheen te lokken. Het is omdat zij denken veel te verkoopen aan de Mongolen, maar voor het oogenblik zjjn het dezennog,die deEuropeesche markten overstelpen met hun waren En Li-Hung-1"~ Chang, wien men om klandisie vraagt, antwoordt u heel leuk aan elke natie: Later misschien, maar ^veI voor het oogenblik hebben wjj aan niets behoefte." a Er is in deze uitingen wel iets dat het over- I?i denken waard is. f b Volgens bericht uit New-Tork hebben in 10( Westelijk pensylvanië hevige orkanen gewoed, yet die gepaard gingen met geweldige stortregens, f q Te Mc Donald is zoo oützettend veel regen ge- g0j vallen, dat de geheele stad onder water staat. 16q Men heeft reeds de lijken van twee vrouwen en ^0j drie mannen gevonden en men vreest dat er nog f j. vele andere levens te betreuren zijn. y0j Andere telegrammen vermelden hevige regens jjU( te Anderson, in Indiana; de rivieren moeten zóó y0j gezwollen zijn, dat talrijke steden en dorpen over- j^a. stroomd z(jn. De dijk te Corktown werd weg- geslagen, zoodat het water van de White River ye1 bruggen, gebouwen en velden verwoestte. Drie j personen verdronken. De stad Pittsburg is even- ^a. eens geteistert door een zwaren storm en hevige regens. 17 personen zfin verdronken, meest allen jja] mijnwerkers, terwijl 86 personen werden gewond. ,g f Boschbranden in Amerika en Canada. Uit Washington State en Britsch Columbia wordt v melding gemaakt van enorme woudbranden. Tot -« heden kan de schade niet onder cijfers gebracht worden, doch men vermoedt, dat zjj reusachtig is. Men vreest, dat verscheidene mijnwerkers in levensgevaar verkeeren. Volgens een telegram uit Vancouver hangt langs de kust en in de na- f bijheid der zeehavens een dichte rook zoodat de aa scheepvaart zeer bemoeilijkt wordt. De grootste p schade moet zfjn aangericht in de zuidelijke helft ide van het eiland Vancouver, waar het verkeer langs de landwegen groote gevaren oplevert. De stad Alberni is geheel door het vuur omringd en istt verscheidene personen konden slechts metlevens gevaar den vuurdood ontkomen' Een gedeelte ek der stad ging in de vlammen op en de bewoners moesten in het water een toevlucht zoeken om niet te verschroeien. L, Toen onlangs in een groot Lonöensch hótel over spiritisme werd gesproken, zeide een jonk- I man, dat hjj er wel aan geloofde, omdat hö zelf een .medium" was. A: „Hoe zoo?" vroeg iemand uit het gezelschap. .Wel", was het antwoord, ik kan verscheidene f0 geheimzinnige dingen doen; bfi voorbeeld, ik kan een schel laten rinkelen, zonder ze aan te raken." De andere bood een weddenschap aan, dat h(j dit niet kon doen. De snaak hield vol en wedde °- om v(Jf pond, dat hij binnen twee minuten min- stens twaalf schellen in den corridor zou laten r rinkelen, zonder van zijn stoel op te staan. .Aangenomen 1" riep de twijfelaar, en het geld werd verwed. Nu keerde de jonkman zich op zjjn stoel om, opende een kastje en draaide het gas op de bovenverdieping van het gebouw uit. Binnen ééne minuut begonnen de helft van de schellen geweldig te rinkelen, omdat iedereen in de kamers op die verdieping eensklaps in het donker zat. Dus was de weddenschap eerlijk gewonnen. Bingen was vroeger bekend om zfin sterke drinkers. Een Engelschman had gehoord, welk een roep er van de Bingers uitging en hjj besloot zich met een hunner te meten. Men bracht hem een werkman van een der werven en de strijd begon. De Engelschman lag reeds lang onder de tafel, maar de Binger bleef onbeweeglijk zitten en riep den kellner toe: .George, breng me nog zoo'n Engelschman 1" Dat aan de Turksche troepen niet alleen op Kreta en in Armenië, maar ook in Macedonië uitspattingen worden toegestaan, blijkt uit een in de .Reichsbote" opgenomen brief van een Duitsche dame, gedagteekend uit Monastir, in Macedonië, van 16 dezer, waarin gezegd wordt: .Het Oosten is schoon, ja, wonderschoon, maar de menschen zjjn slecht van het hoofd tot do voeten en hunne zeden en gebruiken doen iemand de haren te berge rijzen. Thans bereidt het den Turken bijzondere vreugde, hun fanatisme te toonen en de Cristenen als beesten te slachten. Dagelijks komen er in Monastir gruweldaden voor. Vrouwen en meisjes, die zich in de straten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1896 | | pagina 2