Buitenland,
Marktberichten.
Waal, 26 Jan. Door onzen geneesheer
werd gisteren in het huisgezin van den Heer
B. een geval van mazelen geconstateerd bij
een meisje van 9 jaar.
Nona?
De dienstbode van den landbouwer S. M. te
Milheeze (Noord-Brabant), die Maandagavond
gezond en wel naar bed ging, is blijven door
slapen tot Woensdagavond 10 uur, ondanks
herhaalde pogingen der huisgonooten om haar
wakker te maken.
Nadat zy ontwaakt was, klaagde zij over
hoofdpijn, terwijl zich bovendien verschijnselen
voordoen, die aan haar verstand doen twijfelen.
Ook heeft zij nog niemand uit hare omgeving
kerkend.
Ofschoon het meisje niets noemenswaard
gebruikt, ziet ze er op het oog toch goed uit.
De heer H. van Beek, machinist le k!.
bij het corps torpedisten te Brielle, heeft het
denkbeeld geopperd van op 24 Januari 1899,
wanneer het 25-jaren zal geleden zijn, dat de
Kraton van Atjeh in ons bezit kwam, dit feit
door gerechtigden tot het dragen der Atjeh-
medaille feestelijk te doen herdenken, door een
reünie te houden b.v. te 's-Gravenhage. Hij
heeft daartoe zijne medegereehtigden uitge-
noodigd hem hun oordeel daarover te doen
kennen.
Naar men verneemt, hebben de betrokken
buitenlandsche spoorwegen de bepaling gemaakt,
dat vermindering van vracht zal worden toege
staan ten behoeve van minvermogende long
lijders, die naar het Nederlandsehe Sanatorium
te Davos-Platz vervoerd worden.
In het onder redactie van het Kamerlid
mr. P. J. Troelstra staande blad „De soeiaal-
demokraat" wordt door een inzender de vraag
gedaan, of een sociaal-democratisch lid der
Tweede Kamer in September den dag van de
inhuldiging der Koningin, famem mag verklaren:
„Wij ontvangen en huldigen in naam van
het Nederlandsehe volk en krachtens de Grond
wet U als Koningin, wij zweren (beloven) dat
wij (Jwe onschendbaarheid en de rechten Uwer
Kroon zullen handhavenwij zweren (beloven)
alles te zullen doen wat goede en getrouwe
Staten-Generaal sehuldig zijn te doen.
„Zoo waarlijk belpe ons God almachtig.
(Dat beloven wij)."
Op deze vraag wordt door de redactie het
volgend opmerkelijk antwoord gegeven:
„Wij weten natuurlijk nog niet hoe onze soc.
dem. Kamerleden over deze vraag denken. Onze
meening is dat, zoo zij er niet om heen kunnen,
ze deze en alle mogelijke formaliteiten zullen
vervullen, die van hen worden gevergd. Aan
die formaliteiten moet geen da minste waarde
gehecht worden.
Met het oog op den tot nu toezaehten
winter is het wel aardig te herinneren dat in
1685 de winter eerst recht op 21 Januari
begon, en wel zóó, dat de kronieken er dit
van zeggen:
„In dese Winter is het soo harden Vorst
geweest, dat men van den 21 Januari) totten
5 Maert over de Mase heeft gerede», met
Sleeden met 2 Paerden, met 6 Tonnen Haring
en Vis, en andere Koopmanschappen meer,
naer de boven Steeden tot Keulen en Mastrieht
en andere Steeden, men reed ook met Sleeden
en Paerden van Maeslantsluijs op Den Briel,
en daar sijn veel Landen onder water geraeekt
door de zware Sneeu."
Naar art. 65 der wet op de personeele
belasting kan aan belastingplichtigen, die in
den loop van het dienstjaar een andere wor isg
betrekken, waarvan de huurwaarde meer dan
'A minder is dan die van het verlaten perceel,
ontheffing worden verleend.
Deze bepaling heeft in 1897 een bijzondere
groot aantal verzoeken om dergelijke ontheffing
uitgelokt, die voor een belangrijk deel zijn
afgewezen, omdat het de bedoeling is haar
alleen toe te passen, wanneer da verhuizing
het gevolg is van finaccieele achteruitgang.
Om voor het vervolg den stroom van ver
zoekschriften te keeren, is door den Minister
van Financiën voorgeschreven, dat op de
aanslagbiljetten voortaan moet worden inge-
laseht het volgen le: „Van deze bevoegdheid
wordt geen gebruik gemaakt, wanneer de
verhuizing niet 't gevolg is van fiaancieelen
achteruitgang." Ia dien zin is trouwens reeds
in 't begin van 1897 een aanschrijving tot
de ambtenaren gericht, geheel overeenkomstig
hetgeen bij de beraadslaging in de Kamer
g6zegd is, al. dat, vaa die bevoegdheid slechts
in zeer bijzondere gevallen zal worden gebruik
gemaakt.
Om H. M. der Koningin, bij gelegenheid
van do Iuhuldigisgsfeesten, een beeld voor
oogen te stellen van het volk, waarover Zij
daa zoo juist de regeering zal hebben aanvaard,
wordt te Amsterdam een groote tentoonstelling
voorbereid, waarop men van plan is op levens
groots beelden de volkseigen klederdrachten,
die thans aog worden gedragen, aan H. M. de
Koningin ia de eerste plaats en vervolgens
aan landgenoot en vreemdeling te aanschouwen
te geven.
Zonder de gewaardeerde medewerking uit al
die jplaatsen en plaatsjes van ons land, waar
het volkseigen karakter der hedendaagsche
Nederlanders zich ook aog afspiegelt in uiterlijke
dracht en tooi, is dit echter niet mogelijk.
Wij twijfelen er niet aan, of dit plan zal
bij welslagen de grootste belangstelling wekken,
zoowel bij de eigen, landgenooten als bij de
talrijke vreemdelingen, die bij de Iohuldigings-
feesten Amsterdam zullen bezoeken.
't Ia te hopen, dat het bestuur van de
tentoonstelling die algemeene medewerking zal
ondervinden, die het mogelijk zal maken, dit
aardige plan op de beste wijze te volvoeren.
De tentoonstelling zal waarschijnlijk in het
nieuwe Stedelijke Museum te Amsterdam
worden gehouden.
In ,Tit-Bits" leest men het volgende verhaal:
Wy z(jn in de gelegenheid, onzen lezers vol
komen vertrouwbare berichten aangaande den
toestand in Klondyke mee te deelen.
Door buitengewoon geluk begunstigd, heeft
onze berichtgever in den kortst mogelfjken tijd
Engeland weten te bereiken, zoodat hij de aller
laatste beschrijving geeft van hetgeen er nu in
de goudvelden voorvalt.
Stel u voor een paar honderd houten hutten
en tenten, inderhaast in een groote woeste en
verspreid bevolkte streek opgericht, 800 mijlen
van eenig teeken van beschaving verwijderd,
waarin niets voor het oog om op te rusten, dan
een eindelooze uitgestrektheid sneeuw en Ijs, en
dan hebt gij Dawson City, éen van de vier steden
in Klondyke. In deze plaats van bjjca eeuwig
durende duisternis (want er zijn slechts korte
oogenblikken van licht tusschen 12 en 4 uur)
zjjn op het oogenblik een paar honderd menschen
bezig met goudgraven, in een atmosfeer van
veertig graden beneden vriespunt.
De rivier, welker naam maanden geleden op
ieders lippen was, is tot aan den bodem bevroren,
en het eenige directe middel van communicatie
met de buitenwereld is afgesneden. Maanden
geleden hebben de menschen Klondyke bjj hon
derden en duizenden bereikt, alleen maar om
als ratten te sterven, in het gezicht van goud,
waarvoor zij alles opgeofferd hadden.
Goudklompen glinsteren overal, emmers, water
kannen, ketels, alles waar maar iets in kan is
gevuld met het kostbaar metaal, maar de eigenaren
daarvan liggen op sterven, waren reeds maanden
geleden stervende, evenals de armste der armen
In de achterbuurten wegkwijnt bjj gemis aan
onontbeerlijk voedsel.
.Niemand, die er van getuige was, kan de
verschrikkingen van Dawson City ooit vergeten",
zei de heer Hemy Antony Brown, die, in het
voorbijgaan gezegd, oud-student van Oxford is.
Ik heb in drie werelddeelen goud ;gegraven,
en de geheele wereld doorkruist, maar het ergste,
hetgeen mjj vroeger overkomen is, verdwijnt in
het niet by de ellende van de laatste zes maanden.
Al de goudklanken van Klondyke zouden my
niet kunnen verlokken om er weer heen te gaan.
Uit Weenen, waar hy dezen winter door
brengt, schryft Mark Twain aan een vriend te
New-York, zeer te klagen, dat er zooveel geruchten
over hem zyn verbreid:
.Er werd bericht, dat ik ernstig ziek was
het was iemand anders; toen heette het, dat ik
op sterven lag weer iemand anders, toen, (s
ik dood was, weer iemand anders. BaatT
werd bericht, dat ik een erfenis had gekregenA
weer was het een ander; eindehjk heette h;
dat Ik al mijn schulden betaald nog eens ai
ander. Nu zegt men, dat ik een nieuw bc.«
schryf ik weet er niets van. Wat men
van my verteld heeft, is dat ik Oostenrykerr
zijn geworden. Maar dat doe ik. al daarom nL
omdat de spraakverwarring dan nog grooterr'
worden."
Op een telegraphische vraag uit Amerika^
het bericht van Mark Twain's dood waar vs
antwoordde de grappenmaker zelf; „Bericht-
over myn dood sterk overdreven."
Kowalen, de jonge Russische dweper,
26 medeleden zyner sekte, op hun eigen verzo-g
levend begroef, zal, gelijk men al verwach(
niet als moordenaar worden gestraft. Hy
nu nog te Odessa gevangen; maar hy zalj
April naar een klooster in Siberië, het Solewei
klooster (aan de Witte Zee), worden gebrac;
waar hy levenslang moet blijven. g
Eigenaardige, opvallende ziekteverschynse
zpn in de 3de klasse van een meisjesschool^
Braunschweig voorgekomen; tot nog toe zyt«
leerlingen ziek. De verschynselen zyn de volge^.
het kind heeft eerst hoofdpyn, dan rilt het gehe
lichaam, het hoofd zinkt op de bank, de le
maten worden styf en het zieke kind is 31
meer in staat alleen te loopen. By enkele leTI
lingen kwamen zelfs naar het scheen epileptis3(
krampen voor, zoodat de zieke meisjes naar tei
gereden moesten worden. (U. Bic
'E
Liefdewerk. Het Leger des Hells in B&f
heeft een brigade gevormd, die 's nachts
11 tot 1 uur door de straten patrouilleert,
dronken menschen op te nemen en hen !jc
mogeiyk naar huis, of naar een heilstoevW
te brengen. De brigadier is eene vrouw.
Een aangename verrassing viel aan
inwoner van Pruisisch Silezië ten deel. TydPj
de overstroomingen in den laatsteD zomer
ook een woning ingestort en een groot deel p
den inhoud door het water meegesleept. Bjj
opruiming in de Quels is nu onder het puim
brandkast ontdekt die 31000 mark bevatte, m
eigenaar heeft zich aangemeld, die dat deel
zyn vermogen reeds verloren achtte. e
Algemeen opzien baart te Alexandriëal
plotselinge dood van prins Mohamed Said li-
een neef van den Khedive. Met groot prf
vertoon was de prins kort geleden in het hu we!
getreden met de dochter van een Amerikaanscl-
millionair; verscheidene Egyptische prinsen way
by de huwelyksvoltrekking tegenwoordig geweJj
Des morgens na het huweiyk vond men i-
prins dood; hy was vergiftigd. Men vermei
dat hy het slachtoffer is geworden van fanati
Mohamedanen, die wraak hebben willen net
over zyn huweiyk met een „ongeloovlge."
Te Port au PriDce op Haiti zyn in ij,
nacht van 28 op 29 Dec. jl. acht groote blofeffc
huizen afgebrand. Ongeveer 100 huizen, i
800 woningen, zyn in 5 uur tyds vernield.
De brandweer kon, by gebrek aan water, weii
uitrichten: 's Morgens vroeg volgde een heft
aardstoot, die de muren van vele huizen
instorten. Men vermoedt, dat de brand is gesti
uit wraak voor een ongestraft gebleven moo
Formerend, 25 Jan. Aangevoerd 123 vi
kalveren 60 a 80 ct. per kg.; 137 nncht. kf-
f 8 a 22; 173 vette Varkens 37 44 ct. per"
59 magere Varkens f 13 A f 22; 241 Biggen
a f 12; 546 Schapen en Lammeren; 241 Rut
ren en 6 Stieren. Kip-Eieren f 3,50 a f i,
p. 100. u
Vette koeien, lager in prys, handel stug f 0'
s f 0,60 per k.g. j
Gelde koeien lager in prys, handel stug, f.
f 140 per stuk.
Melkkoeien, pryshoudend, handel matig f k
s f 170 per stuk. I
Vette kalveren, pryshoudend, handel vlug
Nuchtere kalveren, pryshoudend, handel vlil
Vette varkens, pryshoudend handel matig'
Magere varkens en biggen, pryshoudij
handel vlug. a
Vette schapen pryshoudend handel vlug;
f 18 a f 26 per stuk.
Lammeren pryshoudend, handel matig, fit
f 19 per stuk.
Magere schapen prijshoudend handel
f 12 A f 18 per stuk.