Petroleum Wij achten het noodig ter algemeene kennis te I brengen, dat den Heer A. DROS Albzn. het lÉltÉllll -mt I PSP6*' rei van <len verkoop onzer tabakken op Texel is I afgestaan. H.H. Winkeliers die voor den wederver- I koop in aanmerking wenschen te komen, gelieven I w/p* zich tot hem te wenden. I Het GeleioiTan den Grijsaard. Pompenmakerij. Kaaskoppendraaierij CANAPÉ ei en KLÏER-HAM1ST (verplaatsliaar). met I et. per Liter verhoogd. bij A. DROS Alten. F.S. Letip vaten ii goede staat Haas f 1,05. EMowtomcte Tandhalslandjes. Houten stol- eu burgerpompeu 10,000 Gulden ROBERT HOLTZ, Nijmegen. Feuilleton. G. DIEPEN, J Te koop: Stoomtabaksfabriek ran CulemborgFebruari 1898, M. HIJMANS Jzn. welke licht werken en veel water geven, worden gemaakt en geleverd door ALKMAAR. Ook worden bestellingen aangenomen door Schipper KETS. S H 1 *8 tC gfc Een gebruikte in goeden staat zijnde Adres te bevragen bureau van dit blad. Wegens de stijgende markt, is de petroleum Thans is de prijs bij minstens 5 Liter 6VS ct. per Liter, i, minder als 7 per vat f 8,90 per 100 Ko. netto Wettig Gedeponeerd. By het gebrnik daarvan geschiedt het tanden krijgen der Kinderen ZONDER DE MINSTE PUK. wordt betaald aan hem, die bewijzen kan dat de b(j mij ter inzage tiggeDde getuigschriften, der uitstekende resul taten van de Electromotorische Tandhalsbandjes, niet echt zijn. Men lette op den naam van den Fabrikant ROBERT HOLTZ. Wordt franco toegezonden alleen na ontvangst van postwissel ad 95 cent door Verkrijgbaar b(J H. DALMEIJER, Burg op Texel. GrmaWNTCEL O? ^PELDOORN. 35 Hoofdstuk XI. En toen de vrouw zich haastte een afwijzend gebaar te maken, voegde hQ er op schamperen toon b(j: Och, wees maar niet bang, ik ben niet voor nemens hier te blijven. Het is slechts voor éen nacht, voor dezen nacht. Daar zij nog aarzelde, nam hö eenig geld uit zijn zak, en legde het neder op de keukentafel, die bQ de deur stond. Ik wil voor dezen nacht betalen, zei h)j met verachteltjken glimlach, toen hij zag, hoe gretig de vrouw de zilverstukken met hare blikken als 't ware verslond. O, voor een nacht kunt gQ wel hier blijven, toevallig staat uw voormalige kamer sedert acht dagen ledig. Eu als ge iets wenscht te eten. Ja, breng maar, wat gij hebt. Zonder verder op haar te létten, ging hQ door de kleine keuken naar de vroeger door hem bewoonde kamer. Sprakeloos zag de vrouw hem na. Al is hQ nu juist de dief niet, zei zQ eindelijk in zichzelve. de smet blQft toch eeuwig aan zQn naam kleven. Eu men kan nu eenmaal geen ver trouwen meer in hem stellen, Toen ging de weduwe naar de kast en maakte voor Hendriks een bord met koud vleesch gereed. Toen zjj dit, benevens brood en wijn, naar binnen bracht, stond de jonge man aan het venster en staarde naar buiten in den donk éren nacht. Mjjn hemel, hebt g|j nog geen licht? Z(j stak spoedig het licht aan en maakte de tafel gereed, terwijl zt) intusschen een beimeljjken blik op Frits wierp. Eenige malen wilde zQ spreken, doch het scheen, dat zij de rechte woorden niet kon vinden. Z(jt gij voornemens in de stad te blijven, mijn heer Hendriks? vrosg zij toch eindelijk, terwijl zQ met de borden rammelde. Langzaam wendde hij zich om en staarde haar aan, alsof hij droomde. Ik weet het nog niet. Ik heb nog niet bedaard en helder kunnen denken. Het hangt van velerlei omstandigheden af. Zeker, zeker, Maar eet nu eens iets. Het vleesch is bijzonder malscb. Dus, nu jé, in uw plaats zou ik ook liever niet hier blQveD. Ofschoort, nu toch mijnheer de majoor de stad heeft verlaten. voegde ztj er b|j, terwijl z)j een bespiedende blik naar Frits wierp. Wat zegt ge daar, juffrouw Linden? stamelde Hendriks bleek en bevend. Ja, ja, begon zjj nu weder op klagenden toon, mijnheer de majoer heeft met zijn dochter de stad verlaten. Waarheen, goede hemel, dat heeft hij mij niet gezegd. Waarschijnlijk zeer ver, opdat de jonge dame. De vrouw hield eensklaps op met spreken eu was onderwijl ijverig bezig met de lamp. Spreek duidelijk, wat is er voorgevallen met mijn meisje? vroeg Frits, terwijl hQ zwaarzjjne hand liet rusten op den schouder der vrouw, die hem druppel na druppel het gif ingoot. Hm, mfjnneer de majoor kon toch immers niet anders handelen, h(j, als vader, was toch tegenover zQn dochter verplicht. Verplicht, waartoe? vroeg Frits, met bevende lippeu. Zonder direct antwoord te geven, liep de vrouw naar haar kamer. En toen z(j een oogenblik later terugkwam, duwde zjj Frits iets in de hand: het was een etui van rood flaweel. Meu heeft mQ opgedragen, u dit te overhan digen. Toen de jonge man het etui opende, brak hQ in eenen schellen lach uit, die klonk als een uitbars ting van waanzinvoor hem op het roode fluweel lag Johanna's ring, dien hQ haar in een zalig uur aan deu vinger had gestoken, het zinnebeeld van liefde en trouw. Ach, en datzelfde meisje, wat had het destQds tot hem gezegd Frits, ik geloof aan uwe onschuld. Eu ik zal óp u wachten, jarenlang, als dat zQn moet- Eu God zQ met u en bescherme u. Zoo, nu kunt gQ in vrede heengaan. Eu thans lag die ring weder in xQn hand. ZQ gaf hem zQn vrQheid terug, hem, die met een on- nitwisbaren smet was bevlekt, die geen toekomst, geen positie had. Ach, goede God, waarom moet ook deze zware slag mQ nog treffen? Zoo klonk het bQna wanho pend uit xQn mond. Eu in zQn hart scheen het geloof aan de goedheid en rechtvaardigheid van God een oogenblik te wankelen. Op dit oogenblik sloeg hQ de oogen op naar de nachtelQken hemel, hQ deed dit onbewust, Daar schitterde een ster hem in de oogen, zoo helder, zóo fonkelend, midden uit de zwarte wolkenmassa. Lang bleef zQn blik, als door toovermacht, gevestigd op dat helder lichtende punt in de duisternis, en langzaam verdween nu de bitterheid uit zQn hart en maakte plaats voor hoop en berusting. Ja, moedig wilde hQ den strQd aanvaarden om een nieuw bestaan, en zQn eerlQk en Qverig streven zon door den hemel zeker worden gezegend. En jong was hQ ook weliswaar zQn Johanna. Het hart scheen hem ineen te krimpen, ja bet beste had hQ toch verloren. Dat hadt ge mQ niet moeten aandoen, Johanna, dat niet. GQ had in mQ moeten gelooven, gQ alleen. En thans zQt gQ van mQ weggegaan. Hoe zwaar zal nn de strQd mQ vallen, nu terwQl ik geen doel meer voor oogen heb En opnieuw sloop de vertwQfeling zQn hart binnen en sloeg de armen om zQn ziel, die scheen te sullen verstikken. De dcffe slagen van éen der stadsklokken drongen van nit de verte tot hem door. HQ luisterde, het moest reeds middernacht zQn. HQ dacht aan zQne zuster. Wat die wel zeggen zal, als zQ al zQn ellende verneemt? Nog weet zQ niets van het ongelnk, dat haren broeder heeft getrtffen En vooreerst wilde hQ het voor haar nog verzwQgen. Met de gedachte aan haar en aan de te vroeg gestorven ouders, sliep hQ eindelQk in. Den volgenden dag begon dus de nieuwe strQd om het bestaan. Maar tot wien zou hQ zich wenden Had hQ een enkele aanbevelng? Wat moest hQ zeggen tegen menschen, die hem volkomen vreemd waren Het was een ware kruisweg, die hem wachtte, maar tcch wilde hQ dien weg inslaan. HQ wilde terug naar zQn vaderland, dat hQ in zoovele jaren niet gesien had, hQ wilde aan zQne zuster schrQveD, wie had hQ nog, behalve haar, op deze wereld? Ook wilde hQ Johanna zien. die hem zoo spoedig had kunnen vergeten. Maar was zQ thans Waar heen zou hQ zQn schreden richten 1 Plotseling scheen er een gelukkig denkbeeld bQ hem op te komen. Hoe was het mogelQk, dat hQ daaraan niet vroeger had gedacht. ZQn vrien- delQken beschermer te Weenen wilde hQ opzoeken: dien kon hQ toch immers allee zeggen, Dat was een straal van hoop, zeker. Maar vóór hQ Duitsch- land verliet, werd hem onverwecht nog een diepe wond geslagea {Wordt vervolgd,) Snelpersdruk - LANGEVELD ft DE ROOU - Texel: CS w «S ac i rg BS BS S3 Culem"borgsclie Ta"bak. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1898 | | pagina 4