llali
HULl verkrijgbar.
Mooie gele STALSCHELPEEi
MANTELS,
Saops ea Rgüeriests,
Luxe-Oamespostpapier
eerste soort biggen aan den markt.
Altmaar T. F. STOEL ZOOM.
Beschikbaar:
VLOERZEILEN, HIATT£N, XARPETTEH
en aanverwante artikelen.
I. F. STOEL ZOON te Altaar.
Van af heden beschikbaar
oii ie tósteie Je Vooruit®!" ia EierM,
OMgei eei poets tee
Dames- en Kinder
Gouden ea Zilveren
Alle marktdagen
Eerste kwaliteit ROOKVLIESCH.
Zadelmakersartikelen
Herstelplaats
van Stoom- en andere Werktuigen.
Kunstmestkandel
Stroo-, Zeegras- en
Kapokmatrassen,
G. D. EIEEEGT,
DAMES!!
A. B. BAKKER.
Winkeliers flink rabat
J. P,
GEERT KIKKERT,
„MARTIN",
Dekgeld f 10.
J. E. WINKLES.
e n i
„HUMBOLD".
H.DALMEIJER.
O. BAKKER Cz.
Boekli. REIJ, Burg.
ftOE.
tot zeer billijke prijzen.
IJZEREN VLETTEN te haar. 1
RUIME KEUZE, concarreerende prijzen.
de onlangs goedgekeurde Dekhengst
Zadelmaker enz.
Ontvangen diverse soorten
ben ik met
BOTERHAMMEN WORST 10 cent per ons.
METWORST 40 cent per 5 ons
LEVERWORST 20 5
ROOKSPEE 30 5
WEVERSTRAAT.
Vleeschhouwer.
beveelt zich aan, even ais andere jaren, tot het
BEKLEEDEN van Canape's, Stoelen en verdere
artikelen; Tevens ruim gesorteerd in alle
v|i «tic wcri
op alle werkdagen, de donkerbruine Volbloed
Oldenburger Dekhengst
toegekend de Rijksbijdrage van 250 gulden om
op Texel te worden gestationeerddoor den
Weledel Gtestrengen Heer K. D. Punt, Kapitein
der Artillerie te 's Gravenhage, een man van
veelzijdige paardenkennis, uitgezocht en aange
wezen voor de zoo zeer noodige verbetering
van Texelsch paardenras, is van wege de afdeeling
Texel der Hollandsche Maatschappij van Land
bouw alhier geplaatst in de schaar van den
Heer P, C. EOORN aan den Burg.
waarvan f 5 te voldoen by den eersten sprong.
Gelde paarden half geld.
HF* Men gelieve voor goed geleide der
paarden te zorgen.
Het BESTUUR der Afdeeling .Texel" v. d.
M. v. Landbouw roept alle paardenfokkers van
Texel in allen ernst toe, unit gij verbetering van
Uw paardenras en daarmede groote geldelijke
voordeelen voor U selven behalen SteuDt dan
het belangloos streven van het Bestuur, dat zoo
ten volle ter Uwer belangen wil optreden, getuige
de goede uitkomsten, met de Hengsten „Kaptein"
verkregen en van met „Hunnibold's" afstamme
lingen, aan de veulens reeds duidelijk zichtbaar,
te verkrijgen, terwijl van den Hengst „Martin"
noch grootere verwachting gemaakt mag worden,
aangezien het een feit is, dat van dezen Hengst,
die twee jaren in Noord-Braband met Rijksbijdrage
gestationeerd is geweest, één, noch geen jaar
ond zijnde enterpaard A 700 galden verkocht
werd, met bestemming naar Frankrijk.
Eet Bestuur genoemd,
C. KEIJSER Pz., Voorzitter.
Jb. S. DIJT, Secretaris.
op driemaandeljjksche accepten met en zonder
borg. GELD tegen hypothecaire zekerheid met
voldoende overwaarde.
THOMASPHOSPH4AT met 19% phosphorzuur,
CHILI SALPETER, KAÏNIT en SCPERPHOS-
PHAAT.
Zoo noodig wordt ook crediet' verleend.
zjjn weder voorhanden aan de
Steenkooperjj van
D. LAP.
tegen zeer lage pryzen. a Contant5°/„korting.
worden tot concurreerende prijzen gemaakt door
Hrnisjes, Broches, Belletjes, Oorknopjes, Rin
gen en Kettingen en nog vele andere artikelen
tot het vak behoorende, zijn in ruime keuze
tegen billijke prijzen voorhanden bij
Gravenstraat 93.
in elegante doozen.
54 Hoofdstuk XVI.
Het is immers volstrekt niet noodig alles openbaar
te maken? Ea wie kent tot hedea het geheim, dat
deze papieren u hebben verraden? Wy beiden en uwe
verloofdeMaar, mevrouw Von Elsbach
- Tot heden heb ik nog geen moed gehad baar
in kennis te stellen van den aanstaanden ommekeer
in onze maatschappelijke positie -Maar toch ie
er nog iemand, die er mede bekend is.
Elsbach vertelde nn het voorgevallene met Caroline
in den nacht van den brand.
- Dat is niet zoo hyzonder aangenaam, maar maak
u daaromtrent niet bezorgd. Wanneer zy eenmaal
de vrouw van dien Goldmann is zal zij ar nauwlfjks
meer aan denken. Zulke karakters zCn boosaardig
maar zij storten al bun gif in eens uit. En bovendien,
de jonggehuwden zullen zich te Parijs vestigen.
En wat mevrouw uwe mama betreft, zeg haar
voorloopig nog niets. Wacht daarmede, tot ik van
Berlijn terugkom, zeide de heer Brauning op ernstigen
toon,
- Ja. Aan uwe leiding vertrouw ik mfizelve
volkomen toe... Maar ik verzeker u,opmt)nwoord
van eer, mijnheer Branning, en de slotheer stond
op en liep heen en weder, ais door inwendige onrust
gekweld, dat ik hier geen rustig uur meer kau
doorbrengen. Bij iedere schrede die ik doe, zeg ik
tot mC velven: g(j hebt geen recht meer hier te
wandelen; by lederen blik op de omgeving schijnt
alles my toe te roepen: dat is uw eigendom niet
meer, nee», by God in den Heme!», het Is lelfs nooit
uw eigendom geweest. Wat een slapelooze nachten
breng ik doorAch, dat is een ïyden
Ik begryp. wat er in u moet omgaan, mynheer
de baron, en ik heb eerbied voor die gevoelens, ook
my zou de grond onder myn voeten branden. Maar
God zy dank, gy kunt den waren erfgenaam open
en eerlijk in de oogen zien.
Nu nam de rechtsgeleerde de papieren en las eerst
aandachtig het testament.
Het schjjnt byna aan geen twfjfal onderhevig,
Jozef Loran, do neef van baron Von Eekmar, is
dozelfde als die majoor Jozbf L >ran. Er wordt hierin
gesproken van het verlaten van den militaire loop
baan. Maar dat kon Loran natuurlijk niet doen, ot
hö wilde dit misschien niet. Hoe dit zy,wy hebben
een uitgangspunt.
Beide hesren bleven nog tot aan het souper in
een ernstig onderhoud verdiept; van alles werd het
vóór en togen met nauwgezetheid overwogen, en
toen werd besloten dat de heer Brauning den vol
genden dag, nadat hem van wege de rechtbank een
verlof was toegestaan, de reis naar Duitschland zou
aanvaarden.
Voor de eerste maal ademde Gerhard weder vryer
hy had de overtuiging, dat deze aangelegenheid in
goede handen was.
Hoofdstuk XVII.
Majoor Jozef Loran zat in zyn huiskamer, rookte
zyn pöp, las zyn krant en n&m nu en dan eënteng
uit een glas wyn, dat naast hem op een tafeltje
stond.
Maar de majoor zag er zeer verdriètig, byna ver
stoord uit, en de gezonde kleur zijner wangen had
plaats gemaakt voor een geelachtige tint. Dikwijls
gevoelde hy zich lydend en dit maakte hem verdrie
tiger en slechter geluimd dan ooit.
Bovendien, Johfeona, zyn eenig kind, hoe was zy
veranderd. Stil, sprakeloos, zonder glimlazh, maar
ook zonder tranen, vervulde zö hare plichten jegens
haren vader. En hy waagde het niat, nogmaals
Hendriks nasm uit te spreken, sedert Johanna eens
op kouden toon tot hem had gezegd
Gy weet vader, dat Frits en ik voor eeuwig
van elkander zijn gescheiden. Gy hebt het hem
maar al te duidelijk doen verstaan, dat hy gerust
alio hoop bon opgeien, om ooit myn echtgenoot
te worden. En ofschoon hfi de zoon is van een
veroordeelde, ofschoon er op 't oogenblik een vreese-
ifjke verdenking op hem rust, toch is hy veel te
trotach u opnieuw om myne hand te vragen. Voor
my is hy verloren, en ik, ach nooit zal ik het my-
zelve kunnen vergeven, dat ik niet met meer kracht
en standvastigheid heb gehandeld, vervolgde zy op
hartstochteiyken toon. Nooit had ik mynen ring
moeten terugzenden. Ik had hem trouw en moedig
ter zyde moeten staan.
De majoor wilde toen toornig tegen haar uitvaren,
maar een blik op Johanna's van diepe ontroering
getuigend gelaat legde hem het zwygsnop. Slechts
bromde hij iets in den grijzen baard van //onzin,
domheid, liefde" en verdiepte zich toen schynbaar
in de constructie van zyn lange pyp, hoewel hem
in werkoiykheid de woorden van zyn kind in het
hoofd maalden.
En ook heden, nu hy daar eenzaam in zyn kamer
was gezeten, was hy in somber gepeins verdiept.
Hfj lette niet op den heeriyken zomerdag; hy zag
niet het gouden zonlicht, dat in overvloedige stralen
naar binnen stroomde, hy sloeg geen acht op den
liefeiyken geur der bloemen, die hem door het geopende
venster hunne welriekende groeten toezonden.
De majoor die meer en meer menschenhater werd
had de drukke hoofdstad verlaten en zich terugge
trokken in een klein dorp, zonder daarby den wensch
zijner dochter in aanmerking te nemen.
En daar begroef hy zich in zyn eigen gedachten,
die hem terugvoerden naar de lang vervlogen jaren
zyner kindsheid, en naar zyn jongelingsjaren, en
het waren donkere schaduwen, die voor hem op
doemden.
Droevig was het verledene, droevig het tegen
woordige 'en niet minder droevig de blik op de
toekomst.
Zyn toekomstHy een oud man, die een leven
moede was, dat hem zoo zelden vriendeiyk had toe
gelachen, dacht by nog aan een toekomst
Maar zyne dochter? Wat moest er van haar
worden Hy zal niet eeuwig leven, en dan Ach
welk een bittere gedachte/ Zy zal het treurige lot
deelen van duizenden har er zusteren, die, hoewel
van zoogenaamde „goede familie" zynde, het brood
der blanke „slavinnen" moeten eten.
Welke waarde had eigeniyk zyn leven? Welk doel
had het gehad?
Met de hand voor de oogen leunde hy achterover
in zyn fauteutl. Maar ach, welk nut heeft al dat
gepeins; ten slotte komt toch alles zooals het komen
moet, en zooals een hooger Wezen het beschikt.
Ja, en al dat-denken matte hem af. Maar hoe geheel
anders had alles toch kunnen zyn.
Op dit oogeablik klonk de huisbel, en de majoor
werd uit zyne overdenkingen wakker geschud.
Dat kon op dit uur de post niet zyn. Wie kwam
er nu toch weer om hem te storenl?
Thans hoorde hy Johanna zeggen: Ja, myn vader
is thnis, wilt u zoo goed zyn, binnen te komen?
En kort daarop opende Johanna de woonkamer
om den heer August Brauning binnen te laten.
Heb ik de eer met majoor Loran te spreken?
vroeg de advocaat met zyn buitengewoon sympatieke
stem, terwyi by den gewezen officier met by zondere
belangstelling aanzag.
Wordt vervolgd,)
Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOIJ - Texel