tegen zeer verminderde prijzen a contant,
WASCHSTELLEN,
'4
IEL1 Tubijgbau.
Bon ei Oittra.
Feuilleton.
GEVAÏ
winkel van wijle de Wed. J. P. SMIT,
Scliapenhouders
Als kermis cadeau
NAAIMACHINE,
Fabriek en Magazijn
"8 i
2 fc
Kunstmesthandel
per 25 halve fleschjes f 1-.
van af heden tot en met 4 Juli aanstaande, uit den
van alle nog voorradige artikelen, als:
Glas, Wit en Grof AardewerkIJzeren en Houten Schoppen
BakkenNappenKlompenBoendersStoffersBezemsMatten
MatjesManden en Touwwerk voor boerengebruïkewz. rwz.
waschmiddel voor schapen
C. KEIJSER Pz.
Ph. VLESSINGL
J. E. WINKLER.
Bierbottelarij „de Pool."
Sedert 17 jaren wordt door ons een
in den handel gebracht, dat, niettegenstaande de
vele concurrentie van allerlei surrogaten op dat
gebied, een succes en debiet heeft mogen erlangen,
dat ons het recht geeft het als het beste der
bestaande WascU-zuiverlngs-middelen aan te
bevelen.
't Heeft, om geen der andere mindere en
Engelsche soorten te noemen, boven dat van alle
andere dit vóór, dat het na de Wassching door
het anti-septisch (bederfwerend) vermogen oorzaak
is, dat de vliegen een veel langeren tijd van het
schaap verwijderd blijven.
VERKRIJGBAAR in potten voor 10 schapen
70 cent en voor 20 schapen a f 1,40 per pot,
b|j den heer
Borg op Texel,
kunt g(j niet beter geven als een prachtig
waarvan ondergeteekende ruimschoots is voorzien.
PPAPP, VICTORIA en verbeterde SINGERS,
met en zonder luxe kast, prijzen beneden elke
concurrentie;
Aanbevelend,
Hoogachtend, UEd, Bw. Br.
van
|isf
,fsl1
Y> - \s
"Vkwms'
op driemaandeljjksche accepten met en zonder
borg. GELD tegen hypothecaire zekerheid met
voldoende overwaarde.
TBOMASPHOSPH4AT met 19% phosphorzuur,
CHILI SALPETER, HAïNIT en SUPERPHOS-
PHAAT.
MP* Zoo noodig wordt ook crediet verleend.
Naar 't Duitsch door L. D.
2, Hoofdstuk I.
Hebt gij niets anders aan het lijf dan dat dunne
jasje
Ik heb geen last van de kou.
Niet Ge ziet er anders bleek genoeg uit.
Inderdaad, de jonge man was erg bleek. Hy
moest ongeveer achttien jaar oud zjjn; zijn schamele
kleeding en zjjn baardeloos gezicht deden hem ver-
mo8deljjk jonger schijnen dan hy was. De dunne
boenen waren in gelapte, versleten schoenen gestoken.
De mouwen van z|jn schunnig bruin jasje waren te
kort. Zjjn gezicht was langwerpig; de watsrflauwe
nietszeggende oogen verraadden weinig openhartig
heid, het korte blonde haar scheen in de haast van
het vertrek alleen mat de vingers, niet met de kam
in aanraking goweest te zijn.
Rumpf keek den jongen man opmerkzaam aan,
meer uit deelneming dan uit nieuwsgierigheid. Deze
sloeg verlegen de oogen voor zijn onderzoekenden
blik neer en beproefde door een snel terugkeeren
in zjjn passieve rol zich aan een verdere waarneming
to ontrekken. De praatgrage dikke liet hem echtsr
niet weer los.
Wat hebt ge dan voor een beroep? vroeg hij.
Slotenmaker.
Slotenmaker./ Waarlijk? Hebt g(j dan kracht
genoeg voor het uitoefenen van zulk een vermoeiend
beroep? Ik had u eerder voor een kleermaker ge
houden.
Den jongen man scheen hot niet te bevallen voor
een kleermaker gehouden te worden, ten minste
Rumpf gaf dezen uitleg aan zjjn plotseling rood
worden.
Men ziet het den monschen dikwijls in 't geheel
niet aan, wat in hen steekt, merkte hij daarom ver.
gcêltjkend op.
Dg slotenmaker wierp een haastigen blik op den
spreker.
Hoe meent go dat vroeg hjj met meer belang
stelling dan h|j tot nu toe voor het gesprek aan
den dag had gelegd.
Hoe ik dat meen? Wel, ik ken menschen,
die er als reuzenjuitzien en toch bjj iedere inspanning
vermoeid neerzijgen.
A zoo/
Station Weissénfelsl riep esn passagier, de
beteekonis van het juist klinkend signaal uitleggend.
De spraakzame dikke en Rumpf gingen een oogenblik
op het perren, terwijl de jonge slotenmaker weer
naar zjjn plaats terugkeerde, zijn medereizigers den
rug toekeerde en zwijgend door het venster staarde.
De dag had intusschen zijn heerschappij in zoo
verre doen gelden als de t|jd van het jaar dit ver
oorloofde, Groote drukte en levendigheid hiijl^
op het perron, reizigers liepen haastig op «4
stemmen en geroep klonkèn door elkander,
werden geopend en dichtgeslagen:
Do passagier, die even te voren den na;
het station had afgeroepen, was blijkbaar een vi
klant. Met luide stem maakte bij esnige kwint
midden in het gewoel. Niemand seheen dit 1
te nemen, integendeel, allen lachten om heaj:
een politiebeambte, die op het perron stond t
hjj kende, liet by niet met rust.
- Hé, meneer de politieraad, kom eens hij
Wat moet ik, meneer Gerstenberg? vroeg di
lachend.
- We hebben iemand .in den waggon, in
belang stelt. -
- Oho Ik hoop tóch niet mijn schoon® J
- De Hemel beware, mijnheer Schmidt..
- Wie dan?
- Den moordenaar van doktér Eveling, an
hom maar gauw.
- Zjjt gjj dat misschien zelf? vroeg de bt
- Dat kan men ni9t weten.
- Gjj ziet er wel naar nit, antwoordde i.
tieman lachend. Uit uw dik lichaam zou m
drie moordenaars als dien Klode kunnen mat
- Werkelijk? dan moet hy bepaald een zwat
- Dat is bij ook; lang, mager en wel
zoo jong als g|j.
- Zoudt gjj niet graag de vijfhonderd Mail
dienen
- Vijfhonderd mark. Zeg duizend.
- Watduizend?
- De Berljjnsche doetorenvereeniging heil!
eens vijfhonderd mark belooniug uitgeloofd.
- Zooveel te beter, grijp dus toe.
- Er is ook wat toe te grijpen, bromde di
tieman. De moordenaar is zonder twijfel
Hamburg gevlucht, waar een tante van hemi
moet, van wie hy hulp verwacht.
--Nu dat is toch ook maar een vermoeden
weet of hfj niet den anderen kant is opgegas
toch eens even in den trein rond.
De ander schudde afwerend met het hoofd.
-- Dat zal ik wel laten, er zjjn reeds vjjf oi
digen in hechtenis genomen, ik heb geen li
half dozijn vol te maken. Dat zou mi) een n
neus kunnen bezorgen.
-- Eon die nog mooier is dan uw eigen,
vrooljjke passagier nit het raampje, terwijl di
zich reeds weer in beweging zette. De politii
dreigde hem schertsend met de vuist, want de
had hem met een tamelijk opvallenden stoi
begiftigd. De roizigers in den waggon lachl
teljjk; zelfs in de oogen van den slotenmaker!
een uitdrukking van spot. Hjj had hetges]
belangstelling gevolgd, tóen de passagier een
waard uit den omtrek van Sulze, den politii
aanspoorde om de waggons te doorzoeken, bi
zjjn handen krampachtig te beven; eerst b[
antwoord haalde hij verlicht adem.
Rumpf wendde zich tot hem en zeide
Hoe is het, jonge man, zQt gjj niet wel Gi
er doodsbleek uit.
De jongeling schudde het hoofd. Het is nis!
dank uik
-- Gy zjjt misschien kond?
-- Ja, zeer koud.
-- Ja, ja, het komt door de deuren en ra»
wel erg koud naar binnen en gy zyt er niel
tegen gewapend. Arme jongen,
Hoofdstuk II.
Het gesprek tusschen den herbergier en
politebeambte had het onderhond op den r
gebracht, welks slachtoffer, vier dagen geledst
voornaam dokter, de saniteitsraad Eveling t
hoofdstad van het ryk, was geworden endier
dien tyd af het voornaamste onderwerp der
ïyksche gesprekken waB geweest. Da luc
schérts van den herbergier werkte als een
in een vat met krnid. In een oogenblik m
vreeseiyke moord in iedérs mond; men spraki
deriyk en met alkander over niets anderi
spraakzame dikke, een commissionair uit Li
Rothe genaamd, speelde den alwetende en
dadeiyk de leiding van het gesprek op zich.
-• Ik ben geheel met den loop van de zaik bd
riep hy met een air van gewicht uit; ik kom!
dit Berlyn én was jnist daar, toen het voorvalj
had. Het was verleden Maandag..
(Wordt vervolgd,)
Snelpersdruk - LANGE VELD ft DE ROOIJ-!
UITVERKOOP!
SfÖtmpQS
n R
53
H00IBIER,
dri