Verlaagd: tjg fijne vette KOE, Beste ZANDAARDAPPELEN De firm O. STOl HOON Ovsrtuigd Briefkaart- formulieren, Voor de Kroningsfeesten Tatojjitaar ïii D. TUIS te Oosteteol. Schapenhouders Romein en Oitalism JOH. KIKKERT. LANGÏVELD Dl ROOIJ. en versierings' eui Ph. VLESSINGL VEKGIFTIGD. Tarwemeel. Tarwebloem. Krenten. Appelen. Margarine. Zie prijscourant bij K. PEREBOOM. waschmiddel voor schapen C. KEIJSER Pz. te ALKMAAR MOTORSCHEPEN en het plaatsen van MOTOREN Se ondergeteekende bericht zQnen geachten begunstigers, dat hy in de volgende week een le kwaliteit van den Heer C. R. Keijser, zal slachten. Pry zen als volgt: Lapjes, Soepvleesch en Gehakt 40 cent, Stukjes, Rol en Lenden 45 cent, Biefstuk 50 cent per 5 ons. Aanbevelend, a f 3,- per mnd. Sedert 17 jaren wordt door ons een in den handel gebracht, dat, niettegenstaande de vele concurrentie van allerlei surrogaten op dat gebied, een succes en debiet heeft mogen erlangen, dat ons het recht geeft het als het beste der bestaande Wascli-zuiverlngs-middelen aan te bevelen. 't Heeft, om geen der andere mindere en Engelsche soorten te noemen, boveu dat van alle andere dit vóór, dat het na de Wassching door het anti-septisch (bederfwerend) vermogen oorzaak is, dat de vliegen een veel langeren tijd van het schaap verwijderd blijven. VERKRIJGBAAR in potten voor 10 schapen a 70 cent en voor 20 schapen f 1,40 per pot, bij den heer Burg op Texel, belast zich gaarne met het leveren van in bestaande vaartuigen. van den grooten voorraad en goedkoops prijzen Igy in alle soorten soiled SCHOENWERK, Ontvangen een prachtige sorteering KINDEBSCHOENWERK, bjj In Schoenen en Laarzen Verkrijgbaar bjj bericht ondergeteekende aan het geachte publiek en tevens aan Heeren leden van Feestcommissiën, dat hij nog ruim is gesorteerd van alle mogelijke en verzoekt hij beleefd Hesren Bestuurders hunnen bestellingen vroegtydig in te zenden, ten einde die orders stipt te kunnen uitvoeren. WITTE HEEREN-PANTALONS, voor optochten, worden naar maat geleverd. Aanbevelend, Hoogachtend TJEd. Dw. Dn., tOH. 5, INLEIDING. Het was Hermine, die door onzichtbare machten van haar verloofde gescheiden was, Alle onderzoekingen van de politie bleven vruch teloos. Er werd geen spoor van den verdwenen jongen man gevonden en h)j zelf géf ook geen teeken van leven. Niemand kon zich ook maar eenigszins eene aan nemelijke voorstelling van deze zaak maken. Algemeen beklaagde men Hermine, het schoone meisje dat nu, ondanks haar rijkdom, zoo ongelukkig was. Dat hot lijk van het arme Roosje nabij Föhring uit de rivier de Isar werd opgehaald was slechts aan zeer weinig menschen bekend, waarbij de vader van Roosje was die zeide: -- Het is het verstandigste wat zij doen kon, van haar geheim huwelijk geloof ik toch geen woord. De moeder vroeg: - Maar het kind van Roosje, wat zullen w(j daarmee doen 7 De kleine Benedicta zullen wij tot ons nemen en in godsvrucht opvoeden. Het kind is onschuldig. Benedicta mag nooit vernemen, welk een noodlot haar moeder heeft getroffen, z(J moet in liefde aan haar denken, dat zijn wö aan haar arme ziel ver schuldigd. De ouders van de zelfmoordenares volgden haar ltjk, dat in een afgelegen hoek van het kerkhof te Föhring werd begraven en keerden toen naar Munchen terug, waar zfj het kind in hun huis hadden opge nomen. EERSTE DEEL. Hoofdstuk I. In een der royale huizen van de Msximlliaznstraat had mr. Edward Crall een prachtig gemeubileerde woning gehuurd. Hij was, naar h(J beweerde, de zoon van een millionair in Engeland en regelrecht van Londen naar Munchen gekomen, om de vrooltjke bierstad te leeren kennen.' De jonge gentleman verstond b)j uitnemendheid de kunst, zich tot de salons der grcöte wereld toe gang te verschaffen en in bet begin van het jaar 1880, waarin de handeling van ons verhaal plaats vindt, was hö te Munchen algemeen bekend. Mr. Crall had omgang met de voornaamste vertè- genwoordigers der financieele wereld, tegelijkertijd zag men hem ook in de aristocratische clubs en had h(j aangename kennis aangeknoopt met de dames van het tooneel. Dit laatste schaadde hem niet bij de oudere en jongere dames der groote wereld, integendeel het maakte hem nog zoovsel interessanter. De buitensporigheden en de zucht naar avonturen van den jongen Eagelschman gaven een rijke stof voor gesprekken aan de theetafel. In de laatste weken werd een intieme aangele genheid van den interessanten mr. Edward Crall levendig besproken. Men zeide dat de jonge man alle kansen voor zich had, de schoonzoon te worden van de gravin Fersigne. Dat was geen kleinigheid, want deze Fransehe aristocrate was weduwe, beschikte over een groot vermogen en had slechts één dochter. Gravin Olaria was een even schoone als geestige dame van twintig jaar. Men vertelde van gravin Olaria allerlei wonderen wat haar kundigheden en haar opvoeding betrof> alleen zou z|j even exeentrique van aard zijn als haar moeder. Mevrouw de gravin Persigne, een weduwe van veertig jaren, was wel het meest aan babbelpraatjes blootgesteld, omdat zij volstrekt niet in de wereld verkeerde. Men houdt er niet van, dat aanzienlijke menschen ziGh zoo angstvallig verDergen en niemand eênblik in hun dageltjksch leven gunnen. De wereld matigt ziGh het recht aan, nieuwsgierig te zijn en beschouwt het als een misdaad, die nieuwsgierigheid onbevredigd te laten. Juist omdat men niets van deze buitenlandsche gravin wist, vertelde men allerlei ongeloofeltjke verhalen van haar. Haar overleden echtgenoot, graaf Fersigne, zou in Mexico als officier in het leger van generaal Bazaine gediend hebben en zoo gelukkig geweest zgn, dat hU een gedeelte van den scbat der Incas had ge vonden. Oudere verhalen schreven der gravin een belang rijke rol toe in de staatsgreep van Napoleon III en spraken de meening uit, dat haar echtgenoot als vriend van Napoleon, tijdens diens [keizerschap millioenen had verdiend, waarmee h|j zijn jonge vrouw, die beeldschoon was, zeker gelukkiger had gemaakt, dan met zjjn grijze haren. Wat er evenwel verteld werd, de gravin en haar dochter bekommerden er zich volstrekt niet om. De exentrieke, nog altijd schoone vrouw, werd dikwijls weken achtereen niet gezien en gravin OlariS leefde zoo treurig als een wees. Dat de jonge mr. Edward Crall toegang had tot het huis der gravin Persigne en reeds met de beide gravinnen, moeder en dochter, in de equipage van eerstgenoemde was [gezien, gaf natuurlijk aan nieuwtjes vertellers een nieuw onderwerp, namelijk dat mr, Crall de schoonzoon der gravin zou worden. Het is ons op het oogenblik nog niet mogelijk na te gaan, in hoevèrre deze vertelsels waar zijn of slechts grond van waarschijnlijkheid hebben, want wij moeten in' de eerste plaats kennis maken met den Eugelachman. Op een regenachtigen herfstavsnd zullen wij zijn huis in de Maximiliaanstraat binnentreden. Wjj klimmen de eerste verdieping op en begeven ons, zonder den bediende gelegenheid te geven ons aan te dienen, terstond naar dè kamer, waar mr. Edward Crall zich bevindt. De zoon van den millionair ligt op een ottomane en lakt den blauwen rook van een sigaar naar den zolder opstijgen. Het gelaat van den Eagelschman draagt geheel het type van zijn landaard en is niet schoon te noemen. Het wordt slechts door dunne bakkebaardjes versierd. Bovenlip en kin zijn zorgvuldig geschoren, de baardjes aan de wangen benevens het hoofdhaar zjjn rosblond. Hetjjgelaat van mr. Edward Crall zou niets bui tengewoons gehad hebben, wanneer hij niet zulke heldere oogen had gehad, die als 't ware een won derdadige aantrekkingskracht bezaten. Toch lag er niets poëtisch, niets dwepends in de donkerblauwe oogen van den Eagelschman, de uit drukking er van was ondoorgrondelijk en al zegt men wel eens dat de oogen de spiegels ztjn der ziel b|j hem toch ging dat niet op. Mr. Edward Crall glimlachte en hief zich halver wege op uit z(jn liggende houding. Zjjn gestalte, gehuld ia kleederen naar de laatste mode, waB iets hooger dan middelmatige manslengte en zijn bewegingen waren langzaam en correct. Over het gelaat van den Eagelschman verspreidde zich nu een zonderling, onbegrijpelijk lachje, dat z|jn kleurlooze lippen plooide. In het hart van mr. Edward Crall gloeiden waar schijnlijk allerlei woeste neigingeD; zijn oogen be gonnen onheilspellend te fonkelen, zijn ademhaling was gejaagd, beklemd, en halfluid hield hij de volgende alleenspraak - Er behoort groote kalmte en bedrevenheid toe, om op één kant te balancseren. Nog weinige schre den scheiden mij thans van mijn doel, dan zal ik mij van alle banden ontslaan en den schijn tot werkelijkheid maken, Mr Crall werd in zijn alleenspraak gestoord. Een bediende kwam binnen, (Wordt vervolgd,) Snelpersdruk - LAN GEVELD D8 ROOU- Teiel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1898 | | pagina 4