t
VERGIFTIGD.
Is
3e GROQTE UITLOTING.
t-i
O
I H
a H
s
In het zuiden van Britach-Indië zijn nieuwe
onlusten uitgebroken. De opstandelingen hebben
450 huizen verbrand, de politie weggejaagd en
zich meester gemaakt van geweren en schietvoor
raad. Zij snijden hun slachtoffers de ooren af,
om hen spoediger van de oorringen te kunnen
berooven.
Te Leipzig- hebben 2000 metaalbewerkers
den arbeid neergelegd. Tegen heden wordt in
dezen tak van nijverheid een algemeene staking
verwacht.
Te Parijs hebben Dinsdagavond door een
onweer tal van overstroomingen plaats gehad.
Verschillende riolen zijn gesprongen. De kelders
van het stadhuis stroomden onder water; vijf
stoompompen waren nocdig om het water te
verwijderen. Verscheiden treinen hebben door
dezen zondvleed vertraging ondergaan.
Een stad van zink is de nieuw aangelegde
plaats Beira, in Zuld-Afrika. Alle hnizen, alle
publieke gebouwen en hótels, kazernen en maga
zijnen, zijn gebouwd van zinkbbd. De bouw
woede was zoo groot, en de behoefte om een
onderdak te verschaften aan de immigranten, en
wel op een goedkoope manier zoo driDgend, dat
in zes maanden een stad verrees. De onaange
name indruk, dien deze stad te voorschijn roept,
wordt nog erger, als men bedenkt, dat in deze
huizen bij tropische hitte menschen moeten wonen.
Volgens de door de .Daily Mail" ontvangen
telegrammen worden in de Oranje-Vrijstaat ver
schillende Boeren-afdeelingen gedrild, om in geval
van oorlog de Zuid-Afrikaanse Republiek hulp
te kunnen verleenen.
Be regimenten te Kaapstad worden gereed
gehouden om op het eerste bericht te kunnen
vertrekken en ook aan de Natalscho vrijwilligers
is officieel kennis gegeven, dat zij zich gereed
zullen moeten houden.
De .Daily Telegraph" verzekert, dat bij het
uitbreken van vijandelijkheden het opperbevel
over de Engelsche troepen zal worden toever
trouwd aan generaal Reavers Ruller.
Een VriJstater, die een reisje naar Transvaal
heeft gemaakt, meldt daarvan in de .Express."
Pretoria vindt hij een mooie stad, maar, zegt
h(j, .een ding heb ik uitgevint Pretoria z'n dokters
kan lat betaal! Net toe die trein Pretoria instoom,
krijg ik 'n stukje steenkool in mijn oog; ik
neem 'n cab en rjj naar die naaste dokter. Hij
het zoo'n beetje in mijn oog gekrap en seg.Zoo
dat ding is er uit, zeven en zespence als je
blief." Die aand het ik vreeslik pijn in mijn
oog en gaat naar een andere dokter. ,0, zeg
hij, het ding is er uit, maar je oog is zeer gedaan.
Ik zal je een resept geven, ga dan eventjes naar
de apotheek en laat het daar voor je opmaken 1"
.Goed:" zei ik, ,en voor u dokter?" „Zevenen
zespence als je blieft," was het antwoord. Ik
ging naar de apotheker „8s 6d als je blief,"
cab 2s. Totaal 20 s. 6d. om 'n stukkie steenkool
uit m(jn oog te krijgen.' Dus vriende, wat ik
julle raai, hou julleooge toe als julle naar Pretoria
gaat en blijf gezond."
S
e
8
^3
SS
•<s>
Hoofdprys: LANDAUER MET 4 PAARDEN.
■2.
e 89'
ÉT
DERDE DEEL.
84 Hoofdstuk VI.
Toen baron Von ïrlbach, in een gr(jxe overjas
gehuld, door de voorkamer ging, sprak Anton hem aan;
Heeft mfjnheer de baron mjj nog iets te bevelen
Schelm, gij spreekt alsof gfj verwacht, dat ik
niet têrug zal keeren I beet de baron hem toe.
H(j spoedde zich naar beneden, want voor de deur
stond reeds het rjjtuig met z(jn secondanten to
wachten.
In snellen draf ging het door de straten van
München naar het dorp Thalkirchen.
In het Höllriegelsboscb, dat zich achter dit dorp
uitstrekt, zou bet duel plaats vinden.
Achter het rijtuig, waarin de baron Von Erlbach
met zijn twee secondanten en een doktor zat, kwam
een gesloten rijtuig, dat demeltdsn weg opreed.
Dat is de tegenpartij, zeide een der secondanten.
De anderen knikten toestemmend, want ieder hield
zich overtuigd, dat dit rijtuig van den bojaar was.
Eensklaps zag Erlbach echter een tweede rijtuig,
dat eveneens het zijne volgde en hij mompelde
Zie eens, nog een rijtuig.
Inderdaad, dat is zonderling, zeide de dokter.
Erlbach werd doodsbleek.
Wanneer Adèle zich eens wreken wilde/dacht hij.
Hij dwong zich tot een uiterlijke kalmte, hoewel
het angstzweet hem uitbrak.
De drie rijtuigen reden door Thalkirchen tot aan
den zoom van het bosch.
Daar stapten Erlbach en zijn mot gezellen uit.
Een paar minuten later kwam het tweede rijtuig
daar aan en de bojaar Gojowicz met stJn secondanten
stapte eveneens uit. De secondanten groetten elkaar
beleefd, de tegenstanders zagen elkaar niet aan.
Men ging eenige schreden het bosch in, daar
worden de noodige formaliteiten vervuld, de afstand
gemeten en de revolvers geladen.
Baron Guido Von Erlbach beefde even, toen bij
zijn wapen aannam, maar toch hield hij zich flink
en zijn oog«n namen een woeste uitdrukking aan.
Wie Erlbach slechts even aanzag kon op zijn
gelaat duidelijk lezen, dat h(j vast voornemens was
z)jn tegenstander te dooden.
Gojowicz was onberispelijk in hot zwart gekleed
en droeg verlakte schoenen.
Hij had zelfs zijn haar laten friseeren en de punten
van zijn knevel met was bestreken.
Zoo woest en somber als het gelaat van Erlbach
stond, zoo spottend onverschillig was dat van den
bojaar.
Etn nauwkeurig waarnemer zou echter hebben
opgemerkt, dat de kleine, zwarte oogen van Gojowicz
fonkelden als die van een roofdier.
De voorbereidende maatregelen waren spoedig
getroffen en weldra zouden de kogels door de lncht
fluiten.
In hun Over hadden de secondanten noch de
strijders gezien, dat het derde rijtuig èveneens
aan den zoom van het woud had stilgehouden en
dat er drie besren waren uitgestapt.
Reeds stonden de duellisten rug aan rug, de
secondant, dis het gsvecht zou leiden had zich op
korten afstand geplaatst en wilde juist het bevel
geven, dat de tegenstanders moesten voortloopen
naar de aangewezen plaatsen, toen een holklinkende
stem riep;
Halt/
De secondanten keken verbaasd om.
Wat is er?
Een man gekleed naar de mode van eenige jaren
terug en met een gelaat zoo dor als dat van een
mummie was in het strijdperk getreden.
Achter hem kwamen nog twee andere heeren
de ridder De Beaucourt en de tooneelspeler Adrian
Fels.
Sacre bleu riep de bojaar, wie waagt het ons
te storen?
Dit duel mag geen plaats hebben, zeide Peter
Karner.
De baron Von Erlbach herkende zijn gewezen
kamerdienaar.
En waarom zou het geen plaats mogenhebben?
vroegen de secondanten als uit éen mond. Zijn de
heeren van de politie?
Weineen, sprak Gojowicz, want daar staat onze
vriend Adrian Fels.
Het dual kan daarom geen plaats hebben,
antwoordde Peter Karner, wijl een man van eer
niet kan duelleeren met sen man, die in het tuchthuis
behoort.
Ds bojaar glimlachte.
Ei bach daarentegen hief zijn revolver op en een
oogenblik scheen het, alsof hij op Peter Karner
wilde vuren.
Daardoor verried hö, dat de beschuldiging van
den gewezen kamerdienaar op hem betrekking had.
De andere heeren wachtten in ademlooze spanning
af wat er verder zou gebeuren.
Wien bedoelt ge met een man, die in het
tuchthuis behoort? vroeg dobrjaar Gojowicz, terwijl
h(j baron Guido Von Erlbach vol verachting aanzag.
S. reek, mijnheer.
Peter Karner bekommerde zich niet om den
smeekenden blik, dien Erlbach hem toewierp.
Met luide, dreigende stem ging bij voort
De man, met wien een man van eer niet mag
dnelleeren, hieft zijn echtgenoote vergiftigd en een
andere vrouw voor z{Jn gemalin uitgegeven. H(j
hroft door da valsche echtgoDoote, op naam van de
echte, een erfenis doen ontvangen, die een tante van
laatstgenoemde bad nagelaten en das bedrog en
oplichterij gepleegd. Die msn heeft zich zelfs niet
ontzien z(jn kamerdienaar te bedriegen. Hij heeft
hom vergif ingegeven.
Ea wie deed dat alles vroeg Gojowicz, hoewel
het voor hem, zoomin ais voor een ander der aan-
wosigen raadselachtig kon z(jn, wion deze vreeseltjke
beschuldigingen golden.
De bedrogen kamerdienaar ben ik, riop Peter Karner,
en de schurk is baron Guido Von Erlbach.
Hond, ge zult sterven 1 schreeuwde de baron
wosdend.
Bjj hief snel de revolver op, richtte den loop op
P-(ar Karner en gaf vuur, maar een tweede schot
knalde gelt)kt(jdig en baron Guido Von Erlbach viel
neer, zonder sen kreet te slakoD,
Peter riep
Daarop was ik voorbereid. Ik heb mijn wraak
gekoeld, de barones Von Erbach moet in het bezit
van haar vermogen gesteld worden. Ik verheug mi]
dat m(jn zending volbracht is.
AUen stonden onbsweeeltjk om hem heen.
Nog iets, ging Poter Karner voort. Wil mijnheer
de dokter zoo goed zijn mij te zeggen of Erlbach
dood is
De dokter knielde naast het lichaam neer en
verklaarde
De dood is reeds ingetreden. De kogel hieft
het hart doorboord.
De oogen van Peter Karner fonkelden en bij zeide:
Dan is het in orde. Vaarwel, mtjneheeren.
Met een groet verwijderde bQ zich en ging het
kreupelhout in.
Een oogenblik later boorde men weder een schot.
Men ging op het geluid af en vond Peter Karner
dood, met een wond in het voorhoofd en zijn revolver
in de hand.
(Wordt vervolgd,)
Gedrukt bfi LANGEVELD DE ROOU, Texel.
I
S*
•K>
•<S>
("Waarde ruim 5000 gulden).
Vereeniging voor LANDBOUW, HANDEL NIJVERHEID, goedgekeurd bij
Koninklijk Besluit van 9 Haart '97, No. 22. Kantoor AMSTERDAM, Gebouw
ïMercuriusff, Prins Hendrikkade 20—21.
Voorts Equipages bespannen met I paard Paarden. Koeien, Varkens, Scha
pen, Sportartikelen, Landbouwwerktuigen, Rijwielen, enz.
TRKKKING, bij voldoende deelname 27 JUNI 1899, beslist echte- in
de maand JULI d.a.v. in 't PALEIS VOOR VOLKSVLIJT te Amsterdam.
DIPLOMA'S, reehtgevende aan bovenstaande verdeeling van goederen deel te
nemen ad 1.— (een gulden) (naar buiten tegen toezending van 1.05 per post
wissel) verkrijgbaar TEN KANTORE DER VEREENIGING, alsmede bij alle solide
Boekhandelaren en Sigarenmagazijnen door geheel Nederland.
Vraag gratis Prospectus. HET BESTUUR.
W
2
CO
d
w
O
O
>v
>-3
ra
M
ra
d
TJl
e-K