Bijvoegsel behoorende bij de Texelsche Couraijt van 7 Januari.
Verslag Vergadering der S. D. A. P.
gehouden op Vrijdag 5 Januari 1900.
De vergadering werd geleid door den heer
Neve. secretaris der aid. Helder van genoemde
vereeniging, die den aanwezigen een hartelijk
welkom toeriep en mededeelde dat zooals bekend,
de heer Hermans zou spreken over Transvaal
en het Kapitalisme. Een onderwerp, dat expres
was gekozen met het oog op de dwaalbegrippen
die er nog steeds bestaan over de sociaal-demo
craten, om te bewijzen zei spreker, dat wij niet
zijn de personen, die alles willen omverwerpen
doch verbetering verlangen langs geleidelijken
weg. Ook op Texel werd door een der bladen
de partij veroordeeld, en tegen zulk een oordeel
moeten wij opkomen. Ka ten slotte nog te
hebben verzocht om het rooken gedurende de
vergadering te staken werd bet woord gegeven
aan den beer Hermans.
Deze begint met de niededeeling, dat hij wan
neer hij spreekt over den oorlog in Zuid-Afrika,
dit onderwerp natuurlijk zal behandelen be
schouwd van zijn standpunt, dus als sociaal
democraat, evenals zulks vroeger alhier reeds
geschiedde van Christelijk standpunt. Hij wenscht
aan te toonen, dat deze oorlog, doch ook alle
andere oorlogen omsechtvaardig zij en dat het
niet voldoende is wraak te roepen over liet
onrecht der Engelecheit.
Meermalen werd het spreker kwalijk genomen,
dat hij de zaak besprak van zijn standpunt en
dan over den klassenstrijd sprak. Wanneer
wij echter beweren, dat die oorlog is liet uit
vloeisel van het kapitalisme, zijn wij zeker in
geen slecht gezelschap, want we staan dan
naast generaal Joubert, die toch zeker wel niet
tot onze partij zal worden gerekend en die
blijkens zijn telegram aan generaal White ook
de oorzaak er van aan het kapitalisme toeschreef.
Spreker wenscht dat niet alleen hulde zal
werden gebracht aan de Boeren, doch dat men
ook een woord van deelneming zal over hebben
voor de nagelaten betrekkingen der gesneuvel
den, zoowel aan Engelsclie zijde als aan die der
Boeren.
Kwaadspreken is het, als men van de sociaal
democraten beweert, dat ze de geheele maat
schappij willen om verwerpen, zooals de N oordster
beweert. Volgens spreker zouden de sociaal
democraten nog gerust bij de Chr. redacteur
der Noordster les kunnen nemenin kwaadspreken.
AA" anneer die redacteur over die partij wil
schrijven, dient ze beter er mede kennis gemaakt
te hebben. Als voorbeeld wijst de spreker op
den heer Helsdingen, alhier vroeger opgetreden.
Spr. gelooft dat de naam „Noordster" verkeerd
is gekozen en noemt het een „dwaallicht".
Spr. zegt eerbied te hebben voor anti-revolu
tionairen, zoowel als voor de liberalen en
radicalen, mits ze toonen eerlijk te zijn. De
heer Staalman schijnt het tot zijn levenstaak
te maken de sociaal-democraten bet leven
onaangenaam te maken. Jaap en Tijs en de
heer Staalman schitteren echter op onze ver
gaderingen door afwezigheid.
AVij strijden tegen 't militairisme. Die strijd
is reeds zeer oud en werd reeds gestreden dooi
de besten, die hebben geijverd voor de afschaffing
van de staande legers. Ondanks dat is het
militairisme steeds hooger opgedreven en heeft
het thans zijn toppunt bereikt. AVanneer men
aan Duitschland vroeg, of aan Frankrijk of aan
eonige andere groote mogendheid, waarom het
zich van top tot teen wapent, dan zal worden
geantwoord, om de vrede te bewaren, want dan
is het Europeescli evenwicht bewaard. Iloe
vredelievender, hoegrooter oorlogstoebereidselen.
Nu werd er voorspeld, dat de kapitalistische
maatschappij zal ten onder gaan door die oorlogs
toebereidselen. Hoe langer zoo meer geld is
er voor noodig niet alleen, doch ook stijgt het
aantal personen sterk, die op die wijze aan
anderen, meer productieven arbeid, worden
onttrokken.
Wanneer wij voor revolutie waren, dan moesten
wij ook voor het militairisme zijn, omdat daardoor
de kapitalistische maatschappij ten onder wordt
gebracht. Wij willen echter langs geleidelijken
weg ons doel bereiken. Op de kosten voor
oorlog kan wel worden bezuinigd. Een kleine
natie kan zich zoo noodig verdedigen, doch niet
aanvallenderwijs optreden. Spr. wijs er op boe
in ons land voor ongeveer 2 jaar f 2.000 000
werd toegestaan voor een nieuw oorlogsschip
en ook dit jaar weer zulk een bedrag werd
toegestaan en dat bij gelegenheid daarvan werd
o. a. gewezen op dc omstandigheid, dat de thans
zoogenaamd ondoordringbare pantserplaten,
morgen weder door nieuwe kogels worden
doorboord, word geantwoord. Nederland
zou zich tegen Duitschland 14 dagen kunnen
verdedigen, tenzij de Nederlanders door hetzelfde
gevoel zouden worden bezield als de Transvalers,
liie begrijpen wat ze te verliezen hebben. Alleen
de stelling Amsterdam zou dan nog over zijn,
doch door de landerijen rondom onder water te
laten loepen zou men niet alleen den vijand,
'doch ook de Nederlanders zelf benadeelen.
Spreker noemt het totaal belachelijk, dat wij
als kleine natie ook meedoen aan de aanschaffing
van zooveel oorlogsmiddelen.
Spreker doet niet mee aan de Trans vaal-
opwinding van den tegenwoordigen tijd, omdat
bij vrij wil zijn ook tegenover Transvaal. Ook
de Boeren zijn niet geheel onschuldig. M. n
laat zich te voel verleiden door het woord
stamverwanten en vraagt niet ot ook die in
alles rechtvaardig zijn. Onder die Transvaal-
opwinding is bij velen nog maar al te goed de
koopmansgeest merkbaar, door vele kooplieden
wordt de oorlog gebruikt voor reclame.
Als fouten der Boeren noemt spreker, dat ze
zich te veel houden aan de letter en niet aan
den geest der Christelijke godsdienst De liefde
staat bij hen achter. Hij brengt liulde aan hun
volhouden in den strijd.
Tot zeer onlangs kon niemand in Transvaal
een staatsbetrekking bekleeden, die niet tot hun