BOOT- en SPOORDIENST - Zomerdienst.
Pi"
ES
ja
Aanvangende 1 Mei 1900.
CD
Spoorwegdienst van Helder naar Amsterdam.
Van Uitgeest via Bever
Van Alkmaar via Hugowaard naar Hoorn in corr. i
Amsterdam.
IJmuiden en
Haarlem.
iar Medemblik
en Enkhuizen.
O
5'
Van Hoorn via Hugowaard naar Alkmaar en Helder.
Van Haarlem, IJmuiden en van Amsterdam via Uitgeest naar Helder.
O
rn
m
r
3J
O
O
CD
4
CD
cnCiq
2.
Feuilleton.
TWEE VROUWEN,
Stoomboot „Ada" van TEXEL naar HELDER.
Van TEXEL 4.15 6.50 2.30
ca
<D
TT
T
O"
S)
S3
Stoomboot
„Ada
van
HELDER
naar
TEXEL.
CO S&
xji
3
5.15
Vertr. Helder 5.12 7.04
Anna Paulowna5.28 7.24
Schagen 5.42 7.38
Noord Scharwoude 5.56 7.55
Heer Hugowaard 6.06 8.05
Aank. Alkmaar 6.17 8.17
Uitgeest 7.09
Amsterdam. 8.05
Vertr. Uitgeest. 7.09
Aank. Haarlem 7.4S
IJmuiden 8.07
7.50
8.11
8..30
8.52
9.34
*8.52
9.28
9.—
9.13
3 g
9.30
9.45
9.58
10.07
10.16
10.49
11.32
10.49
11.25
11.34
10.28
Vertr. Alkmaar 5.55 8.20
Aank. Heer Hugowaard 6.09 8.32
Hoorn 6.46 9.07
10.50
12.20
1.53
3.36
7.30
7.53
12.36
2.13
3.53
8.14
12.49
2.28
4.08
7.51
8.28
1.04
2.43
4.22
8.42
1.13
2.52
4.31
8.51
1.24
3.04
4.42
8.10
9.03
2.04
3.33
5-18
8.35
9.32
2.43
4.25
6.21
9.09
10.16
2.04
3.33
5.18
8.36
*9.32
2.44
4.10
5.56
9.04
10.10
2.30
4.—
5.44
9.—
10.17
1.29
5.—
9.19
1.41
5.14
9.33
2.17
5.51
10.08
S
"3
Vertr. Hoorn 7.04 9.20 11.25 3.48
Aank. Heer Hugowaard 7.42 9.57 4.25
Alkmaar 7.55 10.08 11.48 4.36
6.42
7.21
7.34
8.39
9.09
GO
fSS
mmmm
e®
Vertr. Haarlem
6,17
9,33
12,19
2,01
3,55
*8,26
9,44
IJmuiden
6,26
9,31
12,48
2,04
4,05
8,24
9,32
Amsterdam
6,14
9,52
12,23
3,10
4,26
8,12
9,51
Uitgeest
7,01
10,09
1,03
3,50
5,15
8,54
10,31
Alkmaar
7,32
10,36
1,29
4,26
5,43
9,14
9,25
10,59
Heer Hugowaard
7,44
1,40
4,42
5,53
9,39
stopt
Noord Scharwoude 7,53
1,48
4.52
6,01
9,49
Schagen
8,-10
10,56
2,01
5,09
6,13
9,35
10,05
11,26
Anna Paulowna.
8,24
2,14
5,26
6,25
10,21
Aank. Helder
8,39
11,16
2,29
5,47
6,39
9,55
10,41
11,51
m
CD
Van HELDER 5.30
9.30
4.-
6.30
De spoorwegtijd is volgens Greenwichtijd (alzoo 20 min. later).
De met zwartere cijfers vermelde uren zijn sneltreinen.
Stopt niet te Beverwijk.
De gewone treinen AlkmaarHoorn en omgekeerd kouden stil aan de stations Obdam en Bobeldijk
en stoppen op verzoek aan de halten Middelweg, Spierdijk en Zuidermeer, enkelen ook te Sint-Pancras.
i
O s»
h—i
4.
Kiitcken kijkt uit het venster en neemt dan
haar snijwerk weer op. Uit het witte, zachte
ahornhout moet onder haar handen een bloem
stuk van alpenrozen ontstaan een moeilijk
werk, dat alle aandacht en fijne, geoefende
vingers vereisckt.
Na een lange stilte hervat de oude vrouw
En je moet maar denken, Katchen, datje
man zeker liever bij je zou zijn gebleven in
plaats van, zoo kort na de bruiloft, op reis te
gaan. Maar er staat nog duizend franken schuld
op het huisje en die moeten op Michelsdag
worden afbetaald, anders loopen we gevaar op
straat te worden gezet. Jozef brengt zeker een
flinke beurs met geld mee.
Maar als hij nu eens niet terugkwam
Als hij eens een ongeluk gekregen had en dood
in een diepen afgrond lag, waar niemand hem
vindt
Kom, kom, waarom denk je nu dadelijk
het ergste Hij is immers al zoo dikwijls op
de gletschers geweest P zeide de oude.
Wederom ontstond een lange pauze. Men
hoorde niets dan het zachte snorren van het
spinnewiel en het vallen der houtspanen, die
de kerfster met het scherpe] mes uit het hout
sneed.
Opeens heft Katchen het hoofd opze heeft
buiten voetstappen gehoord.
Keen, dat is hij niet, zegt ze met een
zucht, toen een niet als boer gekleed man de
kamer binnentrad en na de beide vrouwen
begroet te hebben, zich over Katchens werk
boog.
Dat wordt heel mooi, zeide hij, het gaat
vreeselijk langzaam. Ik dacht, dat je met die
paar alpenrozen al lang klaar zoudt zijn.
Katchen antwoordde niet en de oude vrouw
nam voor haar het woord.
U moet wat geduld met haar hebben)
mijnheer. Mijn zoon gaat dat vlugger van de
hand, maar hij is met een heer als gids de
bergen in. In dezen tijd heeft hij niet de
gelegenheid tot houtsnijdendat is meer
winterwerk.
Maar je hebt me beloofd het binnen
veertien dagen klaar te hebben, zeide de man,
zich tot Katchen richtend. Het is besteld werk
en als ik het niet aflever op den bepaalden
dag, blijf ik er mee zitten.
U hebt fijn werk besteld, mijnheer en dat
kan niet zoo vlug.
Ik geef je twintig franken, maar over acht
dagen moet het klaar zijn, hervat de koopman.
Twintig franken is toch geen kleinigheid en
daarvoor kun je, dunkt me, wel wat harder
werken. Is het niet over acht dagen klaar,
dan neem ik het niet meer.
Katchen zou wel vlugger vooruit komen,
als ze zich niet ongerust maakte over haar man,
zeide de oude vrouw. Ze is pas vier weken
getrouwd en nu is hij als gids de bergen in
gegaan. Het arme kind kan niet anders dan
denken aan afgronden en lawinen.
Ja, dat kan ik me wel begrijpen, het is
een gevaarlijk beroep. Maar Jozef Albini weet
op de gletschers even goed den weg als in zijn
eigen huis, geloof ik. Maak je over hem maar
niet ongerust! Heb ik je al verteld, dat het
snijwerk, dat je onderhanden hebt, bestemd is
voor een jonge mevrouw, die op haar huwe
lijksreis is en hier in het gebergte de witte
broodsweken doorbrengt P Haar man bestelde
het. Ik heb nog nooit zoo'n mooie dame gezien.
En zij is zoo verliefd op haar man als jij
voegde hij er lachend bij en wilde haar in de
wang knijpen. Maar zij week achteruit.
Hu, wees nu maar niet boos en zorg, dat
over acht dagen het ding klaar is, zeide de
koopman en vertrok.
Er was een eigenaardige glans in Kiitchen's
oogen toen zij het snijwerk weer opnam. Mis
schien dacht zij aan de schoone jonge vrouw,
die net zoo verliefd was als zij.
"Weinige oogenblikken nadat de koopman het
huisje had verlaten, trad een andere man binnen,
half als boer, half als soldaat gekleed. Hij droeg
een bruine jas mot groene kraag en groene
opslagen, een zwarten vilten hoed met eene
roode kokarde. Een korte sabel hing aan zijne
zijde aan een band, die een dozijn jaren geleden
misschien wit was geweest.
Goeden avond samen
De veldwachter, riep de moeder op niet
zeer hartelijken toon.
De plattelandsdienaar der gerechtigheid ver
scheen namelijk vaak op de drempels dezer
kleine woning. Hij is een gast dien men niet
gaarne ziet verschijnen, want de meeste huisjes
zijn geldelijk zwaar belast. Hij is het, die de
maanbrieven brengt, wanneer de huurtermijn
vervallen is.
Zonder veel plichtplegingen had deze gewich
tige persoon zich op de houten bank gezet, die
tegen den muur bij het venster stond. Eerst
haalde hij uit zijn borstzak een oude courant
voor den dag en legde die voorzichtig in zijn
hoed. Daarna dook hij uit zijn achterzak een
houten tabakspijp op, vervolgens uit zijn broek
zak de verfrommelde varkensblaas, waarin hij
zijn tabaksvoorraad bewaarde, en eindelijk uit
een zijner vestzakken een vettig brillehuis,
waarin zijn hoornen bril met ronde glazen was
geborgen.
Nadat de man der wet zich dit instrument
op den neus had gezet, begon hij op zijn gemak
zijn pijp te stoppen, tastte daarna weer in zijn
ontelbare zakken, om naar lucifers te zoeken,
die hij eindelijk vond, en blies toen groote
rookwolken voor zich uit.
We beleven tegenwoordig rare tijden,
begon hij. De menschen worden hoe langer
hoe slechter.
Is de wind niet om vroeg de oude vrouw
eindelijk, om iets te zeggen.
Ja. Er komt storm, antwoordde de veld
wachter. Heb je al wat van Jozef gehoord?
vroeg hij
Neen, zeide Katchen. Weet gij iets van
hem vroeg ze angstig.
Ja. meer dan me lief is, antwoordde de
man. Ik zal het je maar zeggenje ziet hem
vooreerst niet weerhij zit achter slot en
grendel.
(Wordt vervolgd).
Gedrukt bfj LAN GEVELD DE ROOIJ, Texel