PRIJSCOURANT A. DROS Alten., Texel. Koop LANGEVELD DE ROOIJ, TENTOONSTELLING van OUDHEDEN, enz., Feuilleton. De Zaakwaarnemer. C. A. KRAMER, aanvrage om teruggave dienstboden paarden, Parkstraat Den Burg op Texel. Wij leveren alle soorten Drukwerk, als: NET WERK. BILLIJKEN PRIJS. SPOEDIGE AFLEVERING. Bij afuame van minstens 5 pond. GBUTTEMEEL GRUTTER fijn extra fijn STIJFSEL LEIDSCHE KAAS GOUDA KAAS REUZEL Prima SAGO (Scholten). MARGARINE, puik Pain Expeller. j Haarlemmerolie, tuï>j Uitsluitend prima qualiteit. Koningin Wilhelmina-Bewaarschool te OUDESCHILD. Formulieren voor van te veel betaalde belastingen voor Langeveld de Rooij. Boekdrnkkers-XJ itgevers, Geboorte-, Verloving- en Huwelijkskaarten, Overlijdings- circulaires en -Kaarten, Nota's, Rekeningen, Kwitantiën, Diploma's, Programma's, Reglementen, Bestekken, Regis ters, Convocatiën, Strooi- en Aanplakbiljetten, Inpakpa- pier bedrukt met firma, voor slagers, kruideniers enz. 3 JULI 1900 van KOFFIE No. 1 per pond f 0.42 WITTE SUIKER le soort Hollandscke LICHTE RIETSUIKER No. 1 SUCADE GEMBER APPELGELEI KRENTEN le soort TARWEBLOEM No. 0 MEEL prima (Eierlandsch)„ ZEEP, geel of groen SODA fijn of grof ZOTJT SPEK prima Holle ndsch GRIESMEEL NAGELKAAS le keur RUND VET 1ste soort STROOP, prima RIJST GORT - 0.23 Vj - 0.23'/s - 0.237, -0.26 -0.23 -0.14 -0.07 - 0.05 Vs -0.10 - 0.02 - 0.037, j) -0.08 -0.10 -0.15 -0.11 v -0.28 -0.13 0-17 -0.34 - 0.43 - 0.22 -0.24 - 0.12 -0.37 - 0.11 6, 7, 8, 10, 12, 14, 16, 20 en 30 ct. van af f 0.11 tot 0.15 (voorheen J. REIJ) Huis- en Rijtuigschilder, Behanger en Glazen maker, beveelt zich beleefd in ieders gunst aan. Net werk. Billijken prijs. Spoedige aflevering. met handteekening in rood bij P. KUIPER, Binuenburg-. Bij afname van minstens 5 Liter. SPIRITUS 0.24 BRANDEWIJN 0.88 GENEVER 0.85 HENNEPZAAD - 0.12 KANARIEZAAD, geel - 0.10 zwart 0.14 bruln 13™ °-18 ZOUT per zakje van 50 pond - 1.55 ZEEP, Prima vaatje 30 - 2.95 MARGARINE LUCIFERS f4.20 7.10 20 'je 10 - 3.60 Wereldbol per 10 pakjes - 0.65 Paul Kruger „10 - 0.40 (opruiming') Salon 10 0.20 Lid-Kopings 10 0.55 WERELDBOL per pak - 2.80 in de Deze tentoonstelling, geopend van 24 Juni tot nadere aankondiging-, bevat meer dan duizend voorwerpen, waaronder tal van oude, kostbare of merkwaardige zaken en is een bezoek dus overwaard. Voor gegadigden zijn er vele voorwerpen te koop. Dagelijks geopend van 10 tot 12 uur 'smorg. en van 2 tot 8 uur namiddags. De toegangsprijs bedraagt voor eén bezoek 10 et. per persoon, terwijl kaarten, geldig gedu rende den ganschen duur der tentoonstelling, te bekomen zijn a 25 ct. per persoon. Voor kinderen beneden 12 jaar tegen den halven prijs. Schoolgaande en jongere kinderen, mits onder goed geleide, betalen den halven toegangsprijs. a 5 cent per stuk verkrijgbaar bij 14. Dan benoem ik u bij dezen plechtig tot mijnen aarts-keur-neef, en geef u tevens uit bijzondere genade en uit hoofde uwer veelvul dige en groote verdiensten, verlof den titel van mijn opper hofleugenaar aan te nemen. Bezegel dan deze benoeming met dezen kleinen handschoen, dien ik u ontroof om op uwe hand een ootmoedigen huldigingsgroct te drukken, en die ik in het vervolg op mijn helm als teeken mijner nieuwe waardigheid zal voeren. Neen, geef mijn handschoen terug, neef? Zooveel verkwist ik niet aan u. Het is een goede heele handschoen, geen der naden is nog uitgescheurd. Geef hier, ongelijke dingen kan ik niet dulden, en dan heb ik aan de andere niets. Zij greep naar den handschoen, maar ik had spoedig ook den anderen bemachtigd. Gij moet ze lossen, een kus voor iede^ dat zijn de handschoenen wel waard, het zijn goede, nieuwe handschoenen, ik geef ze niet goedkooper. Ik geloof, dat gij dol zijt, KareL Zou ik u een kus geven, om mijn eigendom terug te bekomen. Liever den doodvoegde zij er met komieken ernst bij. Lieve dingetjes, die aan de slang behoort, die mij gestoken heelt, voorwerpen mijner innig ste aanbiddingop u druk ik mijne lippen. Zeg uwe eigenares, wat ik haar niet zeggen durf, wat ik u toefluister. Ik drukte de hand schoenen aan mijnen mond. Nu goed, geef mij de handschoenen, dan zal ik u kussen, zeide Johanna, maar een kus zoo flauw als bij een pandspel, hij mag niet meer waard zijn, dan vier schellingen, want meer hebben de handschoenen niet gekost. Maar schaamt gij u niet P Wilt ge werkelijk een kus hebben, die naar geld berekend wordt Ja, maar ik schat dien anders, want de kleinste kus op uwe lippen is mij een millioen waard, gij maakt mij tot een millionair, Hansje Ik gaf haar de handschoenen over en wilde haar kussen, toen op hetzelfde oogenblik de stem van den justitieraad klonk. Jetje! Hansje! Karei! waar zijt gij Hier, in de dennenlaanriep Johanna, en rukte zich los. Wij komen 1 Maar liefste, beste Johanna! mijn kus, mijn millioen Morgen zullen wij daarover spreken, heden avond moet gij mij crediet geven. Liefste Hansje! morgen is het te laat, morgen ben ik weg. Geef mij ten minste de halve millioen op afslag maar de vier schellingen er van. Lieve Hansje 1 geef mij ten minste intrest van dat geld, anders ben ik ongelukkig. Gekheid, het is papierengeld, dat geeft geen intrest; vraag het maar aan vader, dan zult gij eene lange 'redevoering over effecten en banknoten hooren. Maar tot troost zult gij een nieuwen titel bekomen, en in 't vervolg kunt gij uw wapen vermeerderen met eenen langen neus op een bruin veld. Kom, spoedig, anders bekomen we allen knorren. Gustaaf en Henriëtte die naar ons toekwamen, lachten. Handschoenen en kus waren voor altijd verloren. Kinderen, waar zit gij toch zeide de justitieraad. Komt dans nog eens in het rond met de lieden, en dan gaan wij naar moeder, die heeten wijn gereed heeft gemaakt als iemand soms koude mocht gevat hebben. Neen, wacht Karei, Hansje moet nog met een van de knechts dansen, neem gij een van de meiden. Daar is de kreupele Anna, die heeft nog bijna niets gedanst; het is zonde en schande, dat die niet mee mag doen, alleen omdat haar been een half voet te kort is, neem gij die. Lieg de arme meid maar niet te veel voor, riep Johanna mij na. Heb deernis met hare zwakheid en speculeer niet op millioenen, want dat kan de bouwknecht niet lijden. Millioenen bouwknecht wat is dat voor onzin vroeg haar vader. Boosaardigheid, oomlouter boosaardigheid. Foei, neef, schaam u, zeide Johanna, doe uw wapen geen schande aan, maar houd het zoo vlekkeloos als uw goede naam. Ga nu naar de kreupele arme, ik beloof u een dans uit te voeren, die ten minste een geheel uur zal duren. De dans was voorbij, de heete wijn gedronken, de gelukkige Gustaaf naar huis en de familie naar bed gegaan, en ik was geheel alleen op mijne kamer. Het is de laatste avond, dacht ik bij mij zei ven. Nu is de korte droom voorbij en ik moet dit gelukkige huis verlaten, om er nimmer in terug te keeren. Zou ik er nog een dag een hal ven dag blijven. Om de keten nog te versterken, die ik nu reeds niet ver scheuren kan. Neen, ik moet weg; overeen uur is de maan onder, over een uur. Ik pakte mijn goed bijeen en opende het venster. Maar heengaan, zonder een woord achter te laten. De goede lieden konden in angst om mij geraken en wat zal ik schrijven Komaan, moed gevatik moet trachten hen op een valsch spoor te brengen, maar ik zal aan Johanna schrijven, zij zal zien, dat mijne laatste gedachte bij haar is geweest. Ik nam een potlood en schreef: „Johanna's onbarmhartigheid dwingt mij mij weg te pakkenzij had mij tot eenen millionair kunnen maken, en heeft mij tot een bedelaar gemaakt. Doodarm verlaat ik dit gastvrij huis, welks beminnelijke bewoners ik zegen, nevens de hardvochtige schoone, die mij gedwongen heeft een schuilplaats te zoeken in Frederiksstadt, die van Olims tijden een schuilplaats voor ongelukkigen geweest is." Ik stak het papier voor den spiegel, waar het ieder direct in het oog moest vallen. Nu was mijn vroolijke rol uitgespeeld en nog verscheidene uren bracht ik in een vrij ernstige stemming door, zonder dat ik kracht had mij te verwijderen. Eerst toen het daglicht in de kamer viel, wierp ik mijn reiszak het venster uit, klom in den boom en zoo naar beneden. Op omwegen sloop ik naar mijn ooms dorp, en de zon stond reeds hoog aan den hemel, toen ik vermoeid en uitgewaakt, ontevreden met mijzelven en de geheele wereld, de woning mijns ooms binnentrad. Acht dagen na mijne komst zat ik op eenen avond in de schemering bij de oude lieden, terwijl mijn gedachten bij den justitieraad waren. Mijn oom schoof zijn mutsje heen en weer en begon eindelijk Neef! ik kan waarachtig uit u niet wijs worden. Past het voor een jong mensch zoo op zijne kamer te hokken Gij zijt nog niet verder geweest dan ons tuintje en de omstreken hier zijn toch zoo mooi. Het is zonde, dat hij bij öns, oude lieden, gekomen is, zeide zijne vrouw. Ja, ware onze zoon te huis, maar die is thans in Kiel. Hoe zullen wij zulk een jong mensch opvroolijken, vader P Het spijt mij zoo van hem. Ik verzekerde hen, dat ik het zeer goed bij hen had. Maar inderdaad was mijn toestand zeer onaangenaam. Ik was slechts een uur van het hnis, waar ik alles in wanorde had gebracht, en ofschoon ik dikwijls des avonds daarheen sloop, had ik toch sedert mijne komst niets van daar gehoord. (Wordt vervolgd). Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOIJ, Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1900 | | pagina 4