Buitenland. Bij de aanbesteding van brandstoffen aan het prov. bestuur van Zuidholland te den Haag was geen enkele inschrijving inge komen voor de steenkolen. Men vermeldt dit als een „curiosieteit." Beter ware 't, het een onrustbarend verschijn sel te noemen. Want men kan er uit afleiden wat ons in den aanstaanden winter aan steen- kolen-, cokes- en gasprijzen te wachten staat. Een opgebracht Nederlandsch schip. De heeren Ossedrijver Roelofs, reeders van het onlangs opgebrachte schip „Regina", kapt. Streijl, ontvingen telegrafisch bericht van den Nederlandschen consul te Grimsby, dat het vaartuig is vrijgelaten en Maandag naar zee zal vertrekken. Het ligt in de bedoeling der reederij een eisch tot schadevergoeding in te stellen, voor het beslagleggen op een Nederl. vaartuig, buiten de Engelsche territoriale wateren. „Waar is uw bruid?'' vroeg onlangs de ambtenaar van de secretarie te Hazerswoude aan een jonkman, die zich in ondertrouw wilde begeven. „Het regende zoo", en nu dacht hij„ik zal maar alleen gaan." Toen de ambtenaar hem aan het verstand bracht, dat men om aan te teekenen en te trouwen noodzakelijk met zijn.tweeën moet zijn, kwam de bezorgde toekomstige echtgenoot een paar uur later, niettegenstaande den hevigen stort regen, met zijn bruidje aanzetten. De prijs der aardappelen is in de Bom- melerwaard zoo laag geloopen (5 kwartjes per H.L.) dat de landbouwers den verkoop gestaakt hebben. Op sommige plaatsen moet wegens de ziekte in de knollen de opbrengst zoo min zijn, dat de geldelijke opbrengst de pachtsom niet eens dekt. Een jonge dame heeft zich met den nieuwen cursus laten inschrijven bij de Poly technische school te Delft en wel voor de Ingenieur-studie. De „Limburger-Koerier" schrijft: Een tragisch-komisch avontuur viel een onzer stadgenooten (een Maastrichtenaar) ten deel. Deze week naar de tentoonstelling te Parijs getogen, was onze vriend nog geen 24 uren binnen Frankrijk's hoofdstad, of hij werd ge- accosteerd door een geheim politieagent, die hem zonder plichtplegingen uitnoodigde, hem naar een der bureaux te volgen, waaraan natuurlijk voldaan werd. Hier geconfronteerd met een signalement van een anarchist, dat toevallig veel overeenkomst had, moest hij zijn indentitijd bewijzen alvorens vrijgelaten te worden. Niettegenstaande hevige protesten en be weringen, dat zijn pas in zijn reisvalies was, moest hij den nacht in de nor doorbrengen, en eerst den volgenden dag, na voldoende informatie en inzage van den reispas, werd de man op vrije voeten gesteld. Een waarschuwing dus aan allen, die de expositie bezoekenvoorziet u van een pas. Twee Amerikaansche dames die in de jongste dagen de provincie Friesland bereisden, hadden, om door hare spraak niet voor Engel- schen te worden aangezien, een klein Ame- rikaansch vlaggetje op haar hoeden gestoken. Bij het fort „Altena" liggende tusschen Sleeuwijk en Nieuwendijk gingen de paar den, gespannen voor een zoogenaamden kruit wagen, waarop een partij stroozakken, er van door. De landbouwer Joh, Kant, die van de tegenovergestelde zijde kwam met zijn koeien, nam zijn polsstok en sloeg een dei- woeste paarden voor den kop, met het gevolg, dat het dier neerstortte, waarna genoemde landbouwer, door direct op het gevallen paard te gaan zitten, beide dieren wist te houden. Op het fort was men spoedig gewaar ge worden wat er aan de hand was en in een oogwenk kwamen er zooveel militairen ter hulp opdagen, dat men den man, die het waagde bijna met levensgevaar de hollende beesten tegen te houden, vergat te bedanken. Een soldaat, die boven op de stroozakken zittend mee moest hollen, tuimelde onderweg van de wagen en kreeg een gat in het hoofd. (Nijm Ct.) Uit een entrefilet in het „Bat. Nbl.": Er zijn weinig volkeren, waaraan de Brit een grooter hekel heeft dan aan de „dammed Dutch." Waartoe die haat in Zuid-Afrika geleid heeft, weten we. Moeten wij verder blijven voortdoezelen en suffen totdat de beurt komt aan ons? Beter prooi dan wij, kan de Brit nimmer vinden: lo. hij haat ons sinds eeuwen en heeft dien haat nooit onder stoelen of banken geschoven (is men bijv. reeds vergeten hoe de Britsche pers gejuicht heeft over ons desaster op Lombok 2o. wij zijn een kleine natie, die hij dus aandurft en tenslotte: we bezitten koloniën, die hjj ons ten zeerste benijdt en welke zijn ingeboren roofzucht nog meer zullen prikkelelen, als de goudmijnen eenmaal tot volle exploitatie gekomen zullen zijn. En wij Wat doen we om ons tegen hem of andere slokoppen te wapenen? Waar is de vloot, die onze kusten moet verdedigen? Waar het leger, sterk genoeg om de landing van een vijand te kunnen beletten? Alle middelen om ons te kunnen handhaven blijven ons onthouden ze kosten immers zooveel geld! En als we eenmaal vallen tegen vreemde overmacht dat is het ellendigste van alles dan zullen wij niet eens de troost hebben, dat we ten minste met eere gevallen zijn. Komaan, laat ons maar voortdommelen en lachen om de dwaze uitingen der zoogenaamde .anglophoben." Dat is veel gemakkelijker en kost geen cent. Lord Roberts seinde ZaterdaguitPretoria: „Lord Kitchener is bij Gatsrand en in gemeenschap met Methuen. De vijand vlucht voor Kitchener's en Methuen's troepen en trachtte gistermorgen den spoorweg over te steken bij het station Welverdiend, waar hij werd aangetast door Smith-Dorrien. „Op 9 Juli was Methuen slaags met de achterhoede bij Buffelshoek, en maakte zich meester van zes wagens en twee ambulances. Dit telegram van lord Roberts over de operaties tegen De Wet bevestigt ten volle het vermoeden, dat de Boerengeneraal aan de beide lords is ontsnapt. Zijn troepen vluchtten voor de legers van Methuen en Kitchener, seint de opperbevelhebber, d. w. z. dat het Methuen wederom mislukt is De Wet te onderscheppen, gelijk zijn opdracht was. De gezondheid van de Engelsche krijgs gevangenen te Nooitgedacht is goed. Sedert 27 Juni is een van hen overleden. Er zijn op het oogenblik ongeveer 2000 man daar. Het telegram van lord Roberts oyer de operaties tegen De Wet bevestigt het ver moeden, dat de Boerengeneraal aan de beide lords is ontsnapt. Zijn troepen vluchtten voor de legers van Methuen en Kitchener, seint de opperbevelhebber, d. w. z. dat het lord Methuen wederom mislukt is De Wet te onderscheppen, gelijk zijn opdracht was. Krijgt De Wet nu 'eon beetje de handen vrij, dan kan hij 't lord Roberts lastig genoeg maken door aanvallen op den spoorweg of door aanzienlijke troepenafdeelingen van de gemeenschapslijn af te trekken en zoodoende de kleine Boerentroepen, die om den spoorweg zwerven, gelegenheid te geven de verbinding af te snijden. Reèds nu ondervinden de Engelschen veel last. Des nachts, zegt de „Standard'-correspondent, loopen er in het geheel geen treinen en de levensmiddelen zijn te Pretoria zeer schaarsch tengevolge van het onafgebroken afsnijden van de ge meenschap door troepjes burgers. Op de treinen uit Krugersdorp wordt eiken dag gevuurd. Dank zij het passenstelsel en goeden spion- nendienst, blijven de Boerenbevelhebbers zeer goed op de hoogte der Engelsche troepen. Zij weten dus, waar ze hun slag moeten slaan. De aardwerkers, die arbeiden aan de werken voor de zeehaven van Brussel, hebben het werk gestaakt. Zij eischen verhooging van loon en ontslag van de Nederlandsche werklieden, die zij er van beschuldigen onder het loon te werken. Een mwelier te Pforzheim is wegens „beleediging" van een telefoonjuffrouw ver oordeeld tot '20 mark boete. Daar de iuffrouw hem lang vergeefs had laten schellen, had hij haar de zeer natuurlijke vraag gedaan: „Juffrouw, slaapt u?" De gunstige berichten van het Zuid- Affikaansche oorlogsterrein houden aan. Thans is alweder de spoorweg ten Z. van Vereeni- ging door de Boeren vernield (over welken afstand vindt men niet gemeld). Ook in de Transvaal schijnt het den Engelschen nog steeds tegen te loopen: volgens „Daily Expres" is tusschen Lijdenburg en Middelburg een groote slag geleverd, waarin de Boeren over winnaars bleven en de Engelschen met een verlies van 500 man op Middelburg terug trokken. Volgens hetzelfde blad zijn Heilbron Villiersdorp en Frankfort door de Boeren ver- meesterd, terwijl de vijand het zoo druk had bij Harrismith. Dit alles geeft weer moed voor de dappere strijders voor de onafhanke lijkheid. De Amerikanen gelden met recht als practische lieden. By hen voornamelijk is tijd geldbespaart men zich tijd, dan bespaart men zich ook nutteloos werk en deze stelling wordt door de New-Yorksche politie toegepast, die niet eens bij arrestaties tijd wil verliezen. Dat bewijst een inrichting, die zoo practisch is, dat men zich afvraagt, waarom ze ook niet in Europa in toepassing wordt gebracht. In de meeste groote steden van Europa is het politie-rayon verdeeld in afdeelingen of districten, waarin een commissariaat of een post gevestigd is. In deze gebouwen worden de arrestanten tijdelijk geborgen, doch het overbrengen langs de straat eischt meestal veel tijd, gedurende welken een of meer agen ten aan den dienst onttrokken worden. De verdeeling te New-York is geheel anders. Daar zijn maar weinig groote politiebureaux doch daarvoor bevindt zich op ieder groot plein, in bijna iedere straat een politiegevan- genis, die niets kost en toch zeer secuur is. De groote straatcandelabres zijn nl. als poli- tiegevangenis ingericht. Onderaan is ruimte genoeg voor een man. Als een agent een arrestatie uitvoert, voert hij den arrestant naar een candelabre, waarvan hij de deur met een sleutel openmaakt. Een teeken, dooi den agent op de deur aangebracht, waar schuwt zijn collega's, dat deze gevangenis reeds bezet is. Op bepaalde tijden worden de gevangenen met een daartoe bestemden wagen afgehaald en naar de betrokken politie- afdeeling gebracht. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": Hoe groot het drankverbruik is in het naburige België, waar langen tijd geen drank wet in den eigenlijken zin van 't woord heeft bestaan, blijkt uit het volgende: Vóór 40 jaren dronk de Belg in het jaar 3 4 liter per hoofd, thans 13 a 14 liter. Er waren toen 50 a 60,000 herbergen, thans zijn er 165,000, behalve de zoogenaamde geheime krotten, die op 30,0 0 geschat worden. In 1860 werden verbruikt 25 millioen liter sterkedrank, in 1899 meer dan 80 millioen. In 1840 hief de staat 2 millioen francs rechten, thans 65 millioen. Volgens berekening werd in 1899 voor 500 millioen francs sterkedrank verbruikt, dat is 89 millioen francs meer dan al het geld, dat op de spaarkas staat. Het is maar 15 millioen francs minder dan de opbrengst van den Belgischen landbouw en 50 millioen minder dan de waarde van den geheelen Belgischen veestapel. Het is bijna dubbel zooveel als het bedrag dat jaarlijks in België aan brood wordt uitgegeven. Voor 40 jaren waren 3 a 4 procent dei- inwoners behoeftig; in 1899 telde België meer dan 10 procent noodlijdenden. In 1884 werden 20.000 personen veroordeeld voor misdaden, in 1889 43000. In den loop van 15 jaren (1872 1887) steeg het alcohol verbruik met 15 pet. en klom het getal krankzinnigen met 5 pet., de bedelarij met 15 pet. Vijftien pet. der lotelingen werden voor den dienst geweigerd als ongeschikt. In al deze zaken speelt, zooals men weet, het misbruik van sterke drank een groote rol. Vergadering der Holl. Maats. v. Landbouw afdeeling „Texel." Dat vergaderingen op tijd aanvangen be hoort alhier jammer genoeg tot de groote zeldzaamheden en ook deze vergadering «kon op die eigenschap geen aanspraak maken. Eerst geruimen tijd na het daarvoor bepaalde uur werd de vergadering dan ook door de Voorz. geopend met een woord van welkom aan de opgekomenen. De Secretaris las hierop de notulen der vorige vergadering, welke ongewijzigd werden goedgekeurd. Door den Voorz. werd den Secretaris dank gezegd voor zijn uitgebreide notulen. Hierop deelt de Voorz. mede, dat bij de hengst „Peter", gestationneerd geweest bij den heer Lap in Eierland waren geweest 73 paarden, waarvoor f 360 was ontvangen en dat, wanneer het niet al te veel tegenliep, de proeve er mede genomen, de afdeeling geen geld zou kosten. Ter wille van de kosten was deze hengst weer naar Haarlem gezonden. Bereids was van den heer v. d. Berg bericht ontvangen van de goede aankomst benevens de tijding dat het beest z. i. zwaarder was geworden. Bij de hengst „Martin" waren geweest 88 paarden dus 40 minder dan verleden jaar. Zooals bekend werd 24 April alhier stieren keuring gehouden, waarbij geen enkele stier werd goedgekeurd. Door het bestuur der afdeeling was onmid dellijk na afloop daarvan vergaderd met de Prov. Commissie voor die keuring, die voor eigen risico een tweetal stieren in deze ge meente wilde stationneeren. Een werd er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1900 | | pagina 2