geholpen en dat gij ju staat zult zijn den wissel op den vervaldag te betalen. Ten slotte zou hij auders nog mijn ondergang kunnen worden Als hij bijvoorbeeld lieden verviel, zou ik waarachtig niet weten, waar ik de driehonderd gulden vandaan zou moeten halen Hij greep hoed en stok en wilde heeDgaan. Nog iets, Antonia. Gij weet toch wel zeker, dat de oude in de Lazerusgang den wissel niet uit zijn handen zal geven Dat zou mij in een zonderling daglicht kunnen plaatsen. Antonia schudde het hoofd. Wat dat betreft kunt gij gerust zijn! ant woordde zij. Wanneer hij mij het geld geeft en dat hoop ik maar dan zal ik den wissel weer bij hem inlossen, evenals ik dat de vorige maal gedaan heb. Zooals ge u zult herinneren, ging ik een dag voor den vervaldag naar hem toe, en hij gaf mij den wissel terug in ruil voor het geld, dat hij mij gegeven had. Willem Keizer knikte herhaalde malen. Dan wil ik hopen, dat gij het geld van hem zult bekomen. Wanneer gaat gij naar hem toe Vanavond nog, zoodra Mora terugkomt Ach, broeder, wat zal er een pak van mijn hart zijn, als ik weer geholpen ben! Wat gij te dragen hebt, niemand begrijpt bet zeker beter dan ik. Ik bid dag en nacht, of God u nog eens vrij zal maken van alle zorgen 11 ij schudde treurig het hoofd. Dat zal niet zoo lioht gebeuren, Antonia! antwoordde hij somber. Ja, ik wanhoop er zelfs i aan, of het wel ooit zal geschieden. Zij legde de haud op zijn arm. Ach, Willem, zeide zij, hoe kunt ge toch al den moed verloren geven. Hot kan alles immers wel veranderen ten goede, als God het wil Maar God wil het niet! antwoordde hij bitter. Ik kan het niet meer gelooven Haar hand liet zij moedeloos van zijn arm zakken, terwijl haar groote, bruine oogen zich met tranen vulden. Hij deed in gebogen houding eenige passen naar de deur. Werktuigelijk volgde zij hem tot den uitgang. Daar komt de tramhaastte hij zich te zeggen, zoodra hij naar buiten gekeken had. Gij zult me wel iets van de zaak laten hooren, maar alles blijft toch onder ons, niet waar Hij reikte haar haastig de hand. In het volgende oogenblik sprong bij op het balcon van de tram, knikte zijn zuster nsg eens toe, en was weldra uit het gezicht verdwenen. Met een diepen zucht trad de weduwe Wilmers weer in huis en begaf zich naar de woonkamer. Eerst toen zij binnenkwam, dacht zij om den wissel. Zij liep haastig naar de kleine tafel voor het raam. Ja, daar lag hij nog op dezelfde plaats, waar haar broeder hem had neergelegd. Op dit punt gerust gesteld, dwaalden haar gedachten terug naar het tooneel, dat zich zoo even had afgespeeld. Zij dacht aan dc zonder linge scène met haar zoon Robert. Zou hij iets gehoord hebben fluisterde zij. Een inwendige stem zegt mij: ja, en toch, ik zou zoo graag het tegendeel gelooven. Maar ik kan niet Samuel Samson zat als gewoonlijk voor zijn schrijfbureau. Zijn kamer, waarin nimmer een straal zon- of maanlicht doordrong, was reeds door de schemering in het halfduister gehuld, toen de bel overging en de aankomst van een bezoekster meldde. Wordt vervolgd.) (m,(rukt lui 1ANHKVEU) l)E ROOM, Teiel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1900 | | pagina 4