C. DE WIJN Bruine- en Kootteer. Deurwaarder C. de Wijn, Puik beste Winteraardappelen, twee soorten, De rentmeester J. E. WINKLER C. DE WIJN, Eene aanzienlijke partij HOUTWAREN, Feuilleton. VERKOCHT. De Makelaar Sd. KEIJSER Pz. Eenige klampen Garstenstroo Voorts MEUBELEN als: Bakkerij- Winkelinventaris, YLIELAHË De Notaris Cl. H. DE BOER te Texel, MEen HUIS en TUIN Groote Houtveiling. Eene aanzienlijke partij HOUTWAREN, Meubelen en Huisraad, Groote Houtverkooping. Monsters de 5 kop 35 cents. Het goedkoopste adres voor prima kwaliteit publiek verkoopen.- OPENBAAR VERKOOPEN: publiek verkoopen: zal publiek verkoopen: op Donderdag 35 October 1900, 's namiddags 2'/, uur, in de Zeven Provinciën te Oudesehild, Een aanzienlijke partij Voorts: Een aanzienlijke partij Wollen- en Katoenen Manufacturen, Gemaakte Goederen Deurwaarder publiek verkoopen NB. Bij ongunstig weder in de herberg van P. Bakker op de Haven. per V2 mud f 1,60 V, - 1,90 Jb. Pb. BAKKER, Beurtschipper. zal Maandag- 33 October 1900, 's middags 12 ure, in het Café „den Burg", voor den heer AUG. KEIJSER staande bij de huismanswoning in Tienhoven. De Deurwaarder, DE WIJN. is voornemens den 33sten October a. s. voormiddügs ten half elf ure, publiek te verkoopen ten overstaan van den Deurwaarder DE WIJN 5 beste LAMSCHAPEN, 1 2V- jarig KOEBEEST, 40 KIPPEN, le en 2de leg, 3 flinke KIPPENHOKKEN, Krebben, Voerbak, ijzeren Varkenstrog, Melktesten, Karn, Melkemmer, Mestkruiwagen, Heiningdraad. Een hoekkast, een halve hoekkast, een groot houten ledikant met mahoniehouten hemel, 6 stoelen met trijp en springveeren, een ovale salontafel, een eiken ladetafel, een tweepersoons waschtafcl met marmeren blad, kastjes, schil derijen enz. waaronder een groote DOOFPOT. B.B. Bij dezen verkoop kan worden ingebracht mits twee dagen te voren kennisgevende. Deze verkooping- zal plaats hebben vóór en bij bet woonhuis van den Heer I'. VAN VELZEL te Oudesehild. Betaling van posten beneden f 10.— a contant, staande de verkooping. Voor grootere bedragen s de betaling 15 JUNI 1901. zal op Woensdag- 34 October 1900, des avonds 8 uur, in het Hotel van den heer MEIJER op Vlieland, in het gelegen te Vlieland, kadaster Sectie A n" 659 groot 8 aren 14 centiaren. Eigendom van den heer N. W. DUINKER. Alles breeder bij billetten. Deurwaarder te Texel, zal, op ZATERDAG 20 OCTOBER 1900, 's morgens 101/, uur, aan den g-rintweg-, nabij het NIEUWESLHILD bestaande in EIKEN HUID- en VLAKPLANKEN, lang 20 tot 40 vt. EIKEN LEGGERS, lang 13 vt.; EIKEN PALEN, lang 6 vt.: GRENEN DEKPLANKEN, lang 20 vt.: benevens een groote partij droog EIKEN BRANDHOUT. als: Kasten, ronde Tafels, Klokken, Spiegels, Schil- derijen, Stoelen met springveeren, Rietmat- en Kinderstoelen, Kinder- wagens, Secretaire, Kachels enz. enz. en hetgeen verder gepresenteerd zal worden. Te bezichtigen op den dag van verkoop van 1 tot uur. zal op Vrijdag- 30 October 1900, 's morgens 10V3 uur, op den HAVENDIJK te Oudescuild op Texel bestaande in: Grenen Vlakplankcn, lang 15 tot 40 vt., dik VI, dm., breed 10 tot 24 dm.Eiken Vlak- planken, lang 15 tot 35 vt., dik 1dm., breed 10 tot 24 dm.Eiken Vlakleg-g-ers, lang 18 tot 20 vt., 7 bij 7Eiken Palen, lang 5 tot 12 vt., 5 bij 7een Amerikaanseh grenen Balk, lang 45 vt., 11 bij 13; een dito dito, lang 20 vt., 11 bij 13; een partij Amerikaanseh grenen Planken, l'/j hij 11, lang tot 25 vt. "V OORTS Een Scheepsroef, lang 8 vt., breed 11 vt. en boog 5 vt; een partij Luiken en droog Eiken Brandhout. 16. De binnengekomene bleef eenige minuten lang op den drempel staan, alsof bij den indruk van zijn plotseling verschijnen nog verhoogen wilde, misschien ook om even na te denken, wat bom te doen stond. Eindelijk trad bij op de bleeke vrouw toe. Mijn lieve mevrouw Wilmersbegon hij, baar de hand toestekende, gij kent mij zeker niet meer In vroeger dagen dat is weliswaar lang geleden, waren wij beter met elkander bekend. Maar misschien zult ge u beter her inneren wie ik ben, als ge weet, dat ik met uw broeder "Willem op de schoolbanken Heb gezeten. Hij hield even op om te zien, welke uit werking zijne woorden op haar zouden hebben. Ja, ik geloof dat ik mij niet vergissta melde Antonia gij zijt Thobins Koster. Hij hield zich, of bij niet bemerkte hoe zij van zijn komst was verschrikt. Juist! Tobias Koster, dat ben ik! ant woordde hij. Het doet 111e genoegen, dat ge mij nog herkent, want ik zou even een ver trouwelijk onderhoud met u willeu hebben, over iets, dat uw broeder van nabij betreft. Zijn woorden verbaasden baar ten zeerste. Zij begreep hem niet. Maar reeds ging hij op denzelfden toon voort Laten wij plaats nemenwant wat ik u te zeggen heb, is maar niet met een paar woorden af te handelen. Is uw broeder dezer dagen bij u geweest? Ja, gisteren gaf de weduwe aarzelend ten antwoord Tobias Koster zag haar doordringend aan. Dan weet gij misschien reeds iets van de omstandigheden, waardoor wij na jaren weer tot elkander zijn gebracht? vroeg hij weer. In 't eerst wist Antonia niet, wat zij antwoorden moest. Ja, daarvan heeft hij mij iets verteldgaf zij toe. Tobias Koster knikte nadenkend. Nu, dan kan ik zeker wel vrij uitspreken. Laat mij openhartig zijn. Uw broeder is bij mij geweest. Hij had twee duizend gulden noodig. Gij zult wel begrijpen dat men zulk een som maar niet weggeeft zonder te weten, of en wanneer men zijn geld terugkrijgt. De woorden klonken zoo overtuigend, dat Antonia niet anders doen kon dan ja te knikken. Nu, daarom liet ik mij de akte geven; maar daarom niet alleen. Ik had nog iets anders voor oogenhem to redden, als hij failliet ging. Hm, bet is eigenlijk een netelig zaakje, maar ik zou het u toch gaarne zeggen, omdat ik wil, dat gij het hem oververtelt. "Wat moet ik hem oververtellen vroeg zij. Iets, dat tot zijn bestwil is 1 Uw broeder staat er niet meer zoo goed bij als vroeger^ zooals ge wel zult weten. Daarvan draagt hij, geloof ik, zeli de schuld, Antonia zag den spreker verwonderd aan. Zij begreep er niets van. Uw broeder heeft zijn zaken ingekort, door de omstandigheden daartoe genoodzaakt. En dat is, geloof ik, de hoofdoorzaak van zijn onder gang. Hij waagt niets meer. In den tegen- woordigen tijd kan een handelsman verder komen, wanneer hij met inspanning van alle middelen zijn plaats in weet te blijven nemen. Uw broeder gelooft, dat hem juist die middelen ontbreken. Antonia had hem met klimmende verbazing aangehoord. Ja, vroeg zij verwonderd, is dat dan niet h et geval Tobias Koster haalde de schouders open leunde achterover in zijn stoel. Dat weet ik wel niet zoo precies, ant woordde hij, maar daarover heb ik mijn eigen gedachten. Ik wil onomwonden met u spreken. Toen uw broeder naar mij toekwam om geld te leenen, was hij zoo terneer geslagen, dat een ander zich zeer zeker wel tweemaal zou bedacht hebben, voor hij de som gegeven had. Maar ik zeide dadelijk bij me zelf, dat de man nog te redden zou zijn, als hij op de rechte wijze werd geholpen. Ik ben in de gelegenheid geweest iets naders te vernemen van de verhoudingen van uw broer. Het is waar, dat luidde niet gunstig, maar toch is alles nog niet verloren. Als het oogenblikke- lijk gevaar slechts afgewend was, zou de zaak weer in eer hersteld kunnen worden. En daarom leende ik, natuurlijk op voldoende zekerheid, zooals ieder handelsman zou gedaan hebben, hem de twee duizend gulden. Maar mijn voorspelling heeft zich niet bewaar heid. Ik dacht, dat mijn hulp hem nieuwen moed zou gegeven hebben, maar ik ben tot de over tuiging gekomen, dat hij geen greintje moed meer bezat. En daarom ben ik, vastbesloten zooals ik in alles doe, wat ik me eens voorge nomen heb, naar u gekomen om mijn plan ten; uitvoer te brengen. Hij hield weder eenige oogenblikken op. Maar, wat heb ik daarmede te maken riep Antonia verbaasd uit. Zeer veel I antwoordde de oude, met het hoofd knikkende. Gij hebt invloed bij uw broeder. Gij kunt hem aanraden mij te vertrouwen, mij alles mede te deelen, wat met zfjn zaak in betrekking staat. Ik zelf kan hem dat niet zeggen. Het gaat toch moeielijk, mijzelf aan hem op te dringen als vertrouweling! Maar als hij naar mij toe komt en hulp vraagt, ja, dat is geheel iets anders Mevrouw Wilmers, duid mij deze vraag niet ten kwade, maar heeft uw broeder u niet geholpen De weduwe knikte toestemmend. Nu, dan weet ge wel hoe dat gegaan is, ging Tobias levendig voort. Is Willem wel naar u toegekomen om u behulpzaam te zijn, of hebt gij gewacht, tot hij u uit eigen beweging hielp Zeker nietMaar gij zijt eenvoudig naar hem toe gegaan en hij heeft u, hoe zwaar het hem ook viel, geholpen. Bij mij zou het een heel ander geval zijn. Ik verkeer in guustige omstandigheden, en kan helpen, als ik wil. Ik heb het er nu eenmaal op gezet uw broeder te hulp te komen en hem uit de verlegenheid te redden. Wilt gij mijn bondgenoot zijn en me hierin helpen Antonia kon niet spreken van blijdschap. In gedachten zag zij reeds, hoe haar broeder weer gelukkig was door den bloei zijner fabriek, evenals in vroeger jaren. En dat alles zou kunnen gebeuren, als zij ten minste zijne woorden kon gelooyen, door de edelmoedig heid van dezen man. Of ik het wil stamelde zij eindelijk. Wat ik doen kan, zal ik doen, om mijn broeder uit de verlegenheid te redden. Maar, ik geloof niet, dat ik er veel aan zal kunnen doen, want ik bevind mij zelf inmoeielijke omstandigheden... De man, die tegenover haar zat scheen door deze woorden op te schrikken. Dat doet mij leed, mevrouw Wilmers, zeide hij aarzelend. Ja, werkelijk, een weduwe, wier man niets heeft nagelaten, en dezen winkel hebt ge ook nog niet lang, als Willem u nu m-.ar helpen kon Antonia schudde het hoofd. Ja, als hij maar konzeide ze zuchtend. Dan zou hij het zelfs graag doen Tobias Koster zweeg eenige minuten. Dan ging hij weer voort Maar hebt gij geen rijke bloedverwanten. Duizendschoon bijvoorbeeld. Mevrouw Duizend schoon is immers een nicht yan u Waarom helpt hij u en Willem niet Op het gelaat van Antonia vertoonde zich een bittere trek. Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOU, Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1900 | | pagina 4