2e Groote Oudewatersche Verloting
BRILLEN
Stuifkalk.
vijf en twintig duizend gulden in contanten,
Aanbreuggelcl: TWINTIG GULDEN.
Prima Stroomatrassen,
De Stuifkalkfabriek
LANGE VELD DE ROOIJ.
Theeverbruik- V ereeniging,
van eene kapitale HOFSTEDE met daarbij belioorende LANDERIJEN, ter
gezamenlijke grootte van ruim 15 Hectaren.
zonder eenige korting.
Totaal 1000 prijzen.
Trekking Dinsdag 18 Jnni 1901.
Handgeld f 200.—
Steeds in voorraad
Wed. J. A. WESSTRA-Bongaardt,
KASTPAPIER
en KASTRANDEN.
Verkrijgbaar
Noord-Hollandsch GRONDCREDIET
W. F. STOEL ZOON, te ALKMAAR,
Feuilleton.
In eer hersteld.
Bij de op den 16 Januari j.l. plaats gehad hebbende Verloting viel de
hoofdprijs ten deel aan de Heeren M. D. Spijer, Amstel 27, M. A.
Cohen, Commelinstraat 19, M. Kalf, Swammerdamstraat 5, allen te
Amsterdam en J. J. de Leeuw, Lagezijde, te Alfen a,d. Rijn.
per stel f 2.50.
K. ZEGEL Fz.
G. D. KIKKERT,
J. E. WINKLER.
HOLLANDSCHE
China Congo Stof thee,
50
en 55
Ct.
Grof
55
en 60
Lekkere China Congo Grof
thee
65
Souchon
75
Geurige
90
n Congo
100
Ontbijt-Thee
65
Namiddag-Thee
75
Extra-fijne China Congo-Thee
100
Alleen verkrijgbaar voor het eiland TEXEL
bij Mejuffrouw
Boekhandel Parkstraat.
J. E. JVINKLER.
De Hofstede met Landerijen wordt desverkiezende teruggenomen voor
Voorts BELANGRIJKE PRIJZEN, als: 6 compleet bespannen EQUIPAGE'S
met 1 en 2 Paarden, 15 Paarden, 2 Ameublementen, 40 Rijwielen, 4 compleete
Eetserviezen van minstens 67 stuks, 50 Gouden Horloges, 10 Vulkachels, 40 Naaimachines,
20 Pendules, 20 groote Spiegels, 10 étui's met 12 zilveren Lepeltjes, 10 étui's met 6 zilveren
Messen, 10 zilveren Servetringen, 20 zilveren Horloges, 20 Theetafels, 10 notenhouten
Kantoorstoelen, 40 Regulateurklokken, enz.
LOTEN a f 1.per stuk, fr. p. p. f 1.05, verkrijgbaar bij C. J. I N EIJK,
ira? B°eHrukkei' to Woerden, belast met de exploitatie der loten, (10 ct. meer
toezending der Trekkingslijst) en bij de Heeren D. W. van Beuseicom, J. Boer,
II. Reneman en D. Boer Dz., allen te Oudewater.
Te Texel verkrijgbaar bij
Koloniale-Werving.
bij het aangaan van eene vrijwillige verbintenis voor ZES jaren,
Men melde zich aan: Vrijwilligers en Militiepliclitigen met onbepaald verlof, bij den
Commandant van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk of bij een der plaatselijke of Garnizoens
commandanten; Militieplichtigen, onder de wapenen, bij hun onmiddellijken chef.
Van de uitbetaalde Handgelden werden in het vorig jaar, door bemiddeling der Admini
stratie van het Koloniaal Werldepöt en SI ET GOEDVINDEN der aangenomenen gezonden
aan hunne FAMIL1ËN f 10108.—, aan hunne CREDITEUREN f 1542.—. Totaal f 11650.—.
Aanbevelend,
van af de goedkoopste tot de fijnste soorten,
voorhanden bij
Goud- en Zilversmid.
De ondergeteekende belast zich
gaarne met het publiek verkoopen
van roerende en vaste goederenwaarop voorschot
wordt gegeven en, zoo verlangd, met dadelijke
afrekening.
Verhuurt vaste goederen en transporteert
deze onderhands.
A MSTERDi SI.
PRIJSNOTEERING
per 5 ons.
Ti
Ti
Ti
Ti
V
Ti
Ti
Ti
Ti
li
Ti
Weverstraat, DEN BURG.
Fijn wit Kastpapier, groot formaat, p. boek 45 ct.
per 5 vel 10 cent.
Klein formaat, per boek 20 cent,
6 vel 5
Mooi blauw Kastpapier, per boek 40 cent.
6 vel 10
Thans voorbanden Groote voorraad WITTE en
GEKLEURDE KASTRANDEN, keurige modellen,
diverse soortenuiterst lage prijzen.
4% PANDBRIEVEN a 1007o van het
te ALKMAAR.
van
levert tegen concurreerenden prijs
zeer fijne en witte
Uit het Eransch door P. L.
7.
V Het idoaal van Mariol.
Het is mijn schuld niet, Jean Baptiste. Wij
zullen ons, mijne kleinen en ik, bij de algemeene
armen aan moeten melden. Ik rekende zoo op
de verrassing van heden avond. Ik, die er me
al een feest van gemaakt had. En wat zal de
jonge dame zeggen.
Stilzei de meesterknecht, dat is een geheim.
Toen hernam hij, daar zij weer begon te huilen
„moedhet feest zal toch plaats hebben, dat
zweer ik u. Ik zie er niet van af. Ga naar
huis, vrouw Marioldat alles klaar zij, hij zal
komeu, ik sta er voor in, al moest ik hem u
op mijne schouders brengen."
Zij stond op en verwijderde zich, een weinig
door die bemoedigende woorden versterkt.
Jean Baptiste, die haar met zijn blik volgde,
mompelde
Zacht en goed schepselgisteren nog zoo
vroolijk, zoo dapper I zou men zeggen, dat zij
nog geen twintig jaar is F De ellende heeft
haar oud gemaakt. Het verdriet zal haar doo-
den en haar kinderen met haar. Ik wil dat zij
gelukkig worde. En vastbesloten ging hij nu
op weg.
Maar waar nu de deserteur te vinden en hoe
hem thuis te krijgen.
Op het oogenblik dat de jonge man zich die
vraag stelde, werd zijn oog getrokken door een
dubbel licht, groen en rood, dat dwars door
schitterende flesschen van eenen apotheker op
straat scheen.
De apotheker was aan Jean Baptiste bekend.
Hij trad bienen, liet zich een slaapmiddel
geven, en liep met het fleschje in den zak,
haastig de straat op.
Aan den eenen kant, de muur der fabriek,
aan den anderen kant een rij kroegen, het
meerendeel rood of met schreeuwende kleuren
geschilderd.
Eenige lokten uit door boschjes, prieelen
kegelbanen enz., anderen door groote borden,
met kolossale letters: Wijn voor 8 sous; wijn
voor 6 souswijn voor 4 sous.
Wat een wijn
Een weinig verder in de straat Chopinette,
schonk men een sterk gepeperd glas brandewijn,
waar men tot besluit voor 5 centen een glas
dronk, dat de sterkste nederwierp.
Het uithangbord zelve bevestigde het
i L'assommoir.
(In de slachtplaats.)
Den geheelen week, waren die vuile krotten
in een soort van verdooving, wel wat gelijkende
op den winterslaap van sommige dieren.
Maar Zaterdags herleefden zij, openden hunne
deuren, zetten taxis op de stoep en zand op
den vloer. Dan was het betaaldag.
Daar dicht bij, ontvingen de werklieden hun
gelddaar vierden ze dan feest en verlengden
hun drinkgelag tot Zondag om dan weer van
nieuws af aan, te beginnen.
Het was als een slag, waar telkens versche
troepen aankwamen, op het slagveld hun geld,
hunne rede, hunne gezondheid, hun leven la
tende. Door berekeningen wist men, dat het
vierde gedeelte van het verdiende salaris der
groote fabriek, eene prooi der kroegen werd.
Te vergeefs was de betaaldag op Maandag
gezet. Men vierde Maandagavond, men hield
Dinsdag, al was het enkel maar om het nieuwe
reglement te trotseeren.
Jean Baptiste wist ongeveer, waar hij Mariol
zou vinden.
En waarlijk, toen hij een vijftig schreden in
de straat gedaan had, herkende hij zijne stem,
die dit, toen in de mode zijnde refrein zong
Quand je veux boir, du liquide a bas prix,
Vers la barrier, je me mets en campagne.
La bouteille cout' deux sous d'moins qu'a Paris,
C'est tout profit; plus j'en boir, plus j'y gagne.
(Wanneer ik drinken wil, drank tegen lagen prijs
Ga ik buiten de barrière
De flesch kost 2 sous minder dan te Parijs
Het is alles winst; hoe meer ik drink, hoe meer
ik win.)
Deze spaarzaamheid bracht Mariol in 't groot
in praktijk. Hij had reeds zijn deel van ver
scheidene flesschen gebruikt, die nog leeg op
tafel stonden d.w.z. nog niet betaald waren.
Hij had ze juist met piquet verloren.
„Geen geluk, riep hij. Nog eensDonders,
wat! ik zet drie kan. Wie speelt er tegen mij F
Kom wie wil
Eensklaps hield hij zich, met wijd geopende
oogen en mond, in.
Onder de toeschouwers had hij juist Jean
Baptiste opgemerkt.
Men lachte.
„Wat! hoe! zijt gij het, mijnheer Jean Bap
tiste stamelde Mariol beschaamd.
„Ik moet u spreken", sprak de meesterknecht
koel.
„Hier F"
„Liever buiten."
Mariol ging aan de tapkast betalen en haastte
zich Jean Baptiste te volgen, die zich reeds naar
den kant van het kanaal gericht had.
Op dat oogenblik was het eene geheel verla
ten plaats en dus geschikt voor een intiem ge
sprek. Geen woord was er nog gewisseld. De
meesterknecht scheen zijnen gezel te vergeten,
die 0111 zich flink te houden op den steel van
van een houten pijp beet.
Die stilte woog hem zwaarder dan een verwijt.
„Jean Baptiste, zei hij eindelijk, „ik weet wat
gij mij wilt zeggen, en gij hebt gelijk, honderd
maal gelijk, verduiveld. Ik had het goede niet
moeten vergeten, wat gij voor ons gedaan hebt,
mijne belofte, maar helaas, ik ben te zwak."
Jean Baptiste keek hem stijf aan.
„Gij houdt dan niet meer van uwe kinderen,
van uwe vrouw."
„Hemelsohe goedheid, riep de werkman uit.
Die kleine lievelingen niet meer beminnen
Catharina F Ja zeker.. ..Maar dat zal u gek
toeschijnen. Het is misschien omdat ik zoo van
ze houdt, dat ik,...."
„Dat gij ze verlaat voor de losbandigheid",
voegde de meesterknecht er aan toe.
Mariol boog het hoofd, maar richtte het dade
lijk weder op.
„Laat mij openhartig praten, zeide hij. Er
ziju dingen, die ik u niet kan uitleggen. Gij
zult ze misschien beter begrijpen dan ik, gij,
die opvoeding genoten hebt."
„Ik luister."
Toen ik kennis kreeg aan Catharina, en haar,
het is nu vier jaar geleden, huwde, was het
een lief meisje, frisch als de lente, voorkomend
en lachendmaar daar krijgen wij een kind.
„Welnu dat schijnt mij reden te meer om
gelukkig te zijn
Juist. Maar net vlieringkamertje was klein.
Door de bruiloft en om het huishouden op te
zetten hadden wij ons in sohulden gestoken.
Catharina was zwak. Zij zoogde1 De armoe
deed zijne intrede.
„Je had dubbel moeten werken."
Wel. Er zijn toch geen dagen van 48 uur.
Hoewel ik mijn best deed, was het juist genoeg
om van te kunnen leven. Er kwam een tweede
marmot en met haar de ellende.
Dat was uw schuld dan, want uwe vrouw is
netjes en moedig.
Te moedig, zij wilde in de fabriek werken en
dat was de genadeslag.
(wordt vervolgd.)
Gedrukt by LAJNGEVELD DE ROOIJ, Texel