De fotograaf W. F. BOELSUMS
Kunstmesthandel.
Aanbrenggeld: TWINTIG GULDEN.
Goud en Zilverwerk,
Boodschappen worden ook aangenomen bij den lieer KUIJPER in Café „DEN BURG."
Zij, die hunne horloges,
HORLOGIëN, REGULATEURS, WEKKERS enz.
Centrale Rank voor Landbouw en Nijverheid
Geld verkrijgbaar
Noordhollandsch Landbouwcrediet te Alkmaar.
Feuilleton.
In eer hersteld.
W. F. BOELSUMS, fotograaf, HELDER, Kanaalweg 146.
Handgeld f 200.-
GUST. BUHSE,
J. E. WIHKLER.
G. D. Kikkert.
OHTYANGEH
J. H. MOOJEK.
zal gedurende de kermis met zijn welingerichte tent op 't erf van den
heer C. K. KEIJSEIR aanwezig zijn. Hij zal zich waardig weten
te maken door een net portret af te leveren, daar hij in staat is met een
uitstekende machine te werken. Tegen 't fotografeeren van kinderen is nu
in 't geheel geen bezwaar meer. Zeer beveelt hij zich aan voor het over
nemen van oude of verbleekte portrettendie nu ook zoo goed als nieuw
kunnen overgenomen worden. Ook in geval van 't maken van GEZEL-
SCHAPSGROEPEN laat hij zich aan huis ontbieden. De prijzen zijn
zoo laag mogelijk gesteld.
Voorhanden een ruime sorteering
Photographiën van pendules ter inzage.
een nieuwe zending fijne Croomlederen en
Kamgaren Dameslaarzen, Bottines, Rijg-,
Knoop- en Riemschoenen, alsmede een
prachtige partij dames- en kinder- bruin
Schoenwerk in uitsluitend prima kwaliteit.
S. ZOETELIEF.
De vertegenwoordiger voor Texel enHelder
Agentschap van het
J. E, WINKLER.
7 ALBJMPORTRETTEN voor f 1.50, hierbij een groot cadeau.
2 OABINETTEN- 1,25
SALONFORMAAT eerste - 2,50, overigen per stuk f 1,en hooger.
Hopende door veel werk verrast te zullen worden.
Aanbevelend,
Koloniale-Werving.
bij het aangaan van eene vrijwillige verbintenis voor ZES jaren.
Men melde zich aanVrijwilligers en Militieplichtigen met onbepaald verlof, bij den
Commandant van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk of bij een der plaatselijke of Garnizoens
commandanten llilitiepliehtigen, onder de wapenen, bij hun onmiddellijken chef.
Van de uitbetaalde Handgelden werden in het vorig jaar, door bemiddeling der Admini
stratie van het Koloniaal Wertdepót en MET GOEDVINDEN der aangenomenen gezonden
aan hunne FAMIL1ËN f 10108.-, aan bunne CREDITEUREN f 1542.—. Totaal f 11650.—.
PENDULES of KLOKKEN goed in orde ge
maakt wenschen te hebben, worden verzocht
zich des MAANDAGS gedurende markttijd te
vervoegen in 't Hotel „DE LINDEBOOM",
waar ik of een mijner zonen te spreken of te
ontbieden is voor den verkoop en reparatie van
bovengenoemde uurwerken. Tevens SPECIAAL
adres voor verkoop en herstel Van Gouden
en Zilveren werken.
Aanbevelend,
GoudsmidHorlogemaker
DEN HELDER.
Alle uurwerken worden onder garantie ge
leverd.
Meest gesurteerd adres voor alle soorten
solied Schoenwerk en aanverwante artikelen.
Beleefd aanbevelend
gevestigd te AMSTERDAM.
KA.PIT.AAlL f 2.500.000,
„waarvan volgestort f 500,000".
De BANK geelt voorschotten aan den Land
bouw en de Nijverheid op hypothecaire zekerheid,
borgstelling, onderpand van fondsen of andere
deugdelijke zekerheidsstelling.
Zij belast zich met het nemen van gelden d
depositowaarvoor de rentevergoeding bedraagt
yanaf 18 Juni 1901
met 5 dagen opzeggen 27S%
met 10 dagen opzeggen voor één
maand vast 2s/,0 0
voor 3 maanden vast met 4 weken
opzeggen 3%
voor 6 maanden vast met 4 weken
opzeggen 3'/,%
voor 1 jaar vast met 6 weken opzeggen 4°/0
op driemaandelijkscho accepten, met en zonder
borg. GELD tegen hypothecaire zekerheid, met
voldoende overwaarde.
Uit het Fransch door P. L.
21. XIV De wees van de Kerstnacht.
Oik was zoo gelukkig en trotsch toen ik
vertrok met mijnen schat in de armen. Ieder
zal mij bij mijn terugkomst vragen: „Wathebt
gij er mede gedaan Waar is hij F En ik zal
moeten antwoorden„Hij had een slechte moe
der, die niet op hem heeft weten te passen,
hem niet heeft kunnen reddenHij is dood
hij is dood
Eensklaps richtte zich voor hen eene schaduw
op eu een onbekende stem deed de volgende
woorden hooren
„Neen, dat zult gij niet zeggen, want gij zult
er met een ander kind komen, dat voor het uwe
zal doorgaan. Stemt ge toe, dan zal ik u geld,
goud geven en wat het kind betrefthier is het."
De onbekende opende zijn mantel.
Onder den arm droeg hij een gekneveld kind
met een prop in den mand.
Met de andere hand rammelde hij in zijnen
zak met geld.
De beide Piëmonteezen waren nog niet van
hun verwondering bekomen.
„Nu dan! zeide de man, gij hebt geen cent
en ik wil u rijkmaken Daarenboven Ik
heb beloofd dit kind te dooden Als gij het
niet aanneemt, dood ik het."
De brand, die zich nog meer ontwikkelde
verspreidde groote vlammen. Een oogenblik
werd het gezicht van den onbekende verlicht.
De arme moeder begreep, dat hij niet voor de
leus dreigde.
Zij maakte zich van het kind meester.
Antonio had opgemerkt dat de man éénoogig
was. Luister nu goed toe antwoordde deze,
Antonio een hand vol goudgeld gevendeGij
zult dit graf klaarmaken en er nooit iemand
van spreken. Uwe vrouw en gij, gij zult mij
beloven, zweren, dat gij dadelijk zult vartrekken
zonder zelfs om te kijken en nooit, nog de een
nog de ander, terug te komen, om mijn geheim
te ontdekken
Op dat oogenblik hoorde men van den kant
van den weg eene ongeduldige en doffe stem
„Zeg Martin
De onbekende wendde zich om en verdween
in de riokting der stem.
De Eenoog heette Martin.
De beide Piëmonteezen begaven zich op weg.
De vrouw bevrijdde het kind van zijne banden
en prop.
Het was een mooie kleine jongen, ongeveer
van denzelfden leeftijd als dien welke zij ver
loren hadden.
Trillende en hijgende soheen hij nog niet van
den schrik hersteld. Zijne groote wijd geopende
oogen stonden strak. Tranen stroomden langs
zijn bleek gelaat.
Hij bewoog zenuwachtig de lippen. Hij wilde
spreken Geen klank kwam er echter uit
zijnen mond.
„Vrouw, zeide Antonio, hier moet een misdaad
plaats gehad hebben. Ik wil niet dat wij ei
medeplichtig aan zijn. Laat ons terugkeeren
onderzoeken spreken."
Maar zij zeide, hem door een gebaar tegen
houdende „Wij hebben gezworen."
Antonio boog het hoofd en volgde haar.
Den volgenden morgen was de schrik bij hel
kind nog niet verdwenende schrik scheen
hem van het verstand, van de spraak beroofd
te hebben, het was stom.
„Arme kleine, zeide de Piëmonteesche, o, ik
zal u beminnen. Gij zult in werkelijkheid onze
zoon zijn."
De vader voegde er bij„omdat het de nacht
van Noël (kerstnacht) was, toen wij u aanna
men, zullen wij u Noël noemen."
Zoo vervolgde men den weg naar Italië.
Een jaar na hunne terugkomst had Noël een
zuster „Pépita."
Reeds van af de eerste dagen vatte hij voor
haar een levendige genegenheid op. Pépita, wat
het eenige wat hij leerde uitspreken.
Hij was vijf jaar ouder dan zij. In 't eerst
beschermde hij haar. Maar weldra veranderde
dit. Het verstand bij den jongen als ingeslapen
ontwaakte eensklaps en goed bij het meisje. Zij
nam toen de leiding hunner jeugdige spelen op
zich. Noël was niet jaloersch. Die bescherming
door een zwakker wezen behaagde hem.
Hij raakte er aan gewoon te droomen,' zekei
zijnde dat zijne metgezellin handelen zou. Zij
hoedden altijd te samen eenige geiten in de
bergen. Zij groeiden op, gelukkig en vrij als
hunne geiten. Een wederzijdsohe en treffende
toegenegenheid ontwikkelde in hunne harten.
Noël aanbad Pépita, zoo dapper en vroolijk1
Pépita aanbad hloël, zoo zacht en ongelukkig,
Tien jaren gingen zoo voorbij. Hun moeder
werd ziek en stierf. Antonio liet zich door het
verdriet, overweldigen en verzuimde zijn belan
gen. Na de rouw, kwam het gebrek.
Maar Pépita, hoewel nog jong, was één van
die gezegende schepselen die de voorzienigheid
worden van allen die hen omringen. Zij danste
bewonderenswaardig lief', zich accompagneerende
door een oude, door zigeuners achtergelaten
Baskische tamboerijn.
Noël had geleerd op een Italiaanschen doe
delzak te spelen en dikwijls waren in de bergen
de toeristen voor de twee kinderen blijven staan
en hadden ze toegejuicht. Verscheidene schil
ders zelfs, ze in hun album schetsende, hadden
uitgeroepen„Welke bekoorlijke pifferari. Ga
reizen kinderen Men zal u menig zilver
stukje geven."
Juist van pas herinnerde Pépita zich dit; zjj
bad en smeekte zoolang, totdat hun vader zijne
toestemming gaf' tot hun vertrek. De voorspel
ling van de artisten werd bewaarheid. Te
Milaan, Venetië en Florence hadden zij voort
durend succes, een ware „f'uria."
Zij doorkruisten geheel Italië, het volgende
jaar Duitschland, toen Zwitserland. Maar op
het oogenblik dat zij de Fransche grenzen zou
den overschrijden weigerde Antonio.
„Neen! zeide hij, ik kan niet! ik wil niet!
ik heb gezworen.
De eed woog als wroeging op zijn geweten,
Hij had de dood zijner vrouw als eene straf
beschouwd hij werd op zijn beurt ziek en wilde
naar zijn land terug. Hij kwam daar stervende
aan, liet den geestelijke halen en onderhield
zich lang met hem.
Noël en Pépita wachtten buiten. Toen de eer
waarde priester het huisje uitkwam, zeide hij
hun„Gaat naar binnen, uw vader wil met u
spreken, kinderen."
Antonio, die zeer bleek was, liet ze naast hem
mderzitten en verhaalde hun de geschiedenis
van den kerstnacht.
Toen hij eindigde voegde hij er bij„Kinderen
gij ziet het, allen omgang met hen die kwaad
doen, brengt ongeluk aan.
Noël, Noël, ik ben de medeplicbtige van de
roovers, die u aan uwe ouders ontstolen hebben.
Neen, gij zijt mijn zoon niet, Pépita is uwe zuster
nietmaar zij is ondernemend en vastberaden,
Ik reken op haar om het kwaad te herstellen,
hetwelk ik veroorzaakt heb.
„Spreek vader", antwoordde Pépita. „Wat
beveelt gij Ik ben gereed."
„Ten eerste, hernam hjj, moet gij u wel in
't geheugen prenten, wat ik u juist verteld heb.
Hebt gij alles begrepen F Herinnert gij u alles
Herhaal het."
Zij herhaalde tot in de minste bijzonderheden
alles, wat Antonio verteld had.
„Goed, zeide hij. Luister nu goed, wat ge
zult hebben te doen- Daags na mijn dood
val mij niet in de rede, kinderen, want mijne
minuten zijn geteld dien dag dan zult gij
beiden naar Frankrijk vertrekken, naar Parijs-
Niéts verbied het u. Gij hebt geen eed gedaan.
Pépita zal zich de heuvels van Chaumont laten
aanwijzen en pogen den man weer te vinden,
dien ik na dien nacht niet weêr gezien heb
Martin de Eenoog Mijnheer de pastoor zal
u eenen brief ter hand stellen, waarin ik hem
smeek om zijne misdaad jegens Noël weder
goed te maken door eene bekentenis, eene
restitutie.
(wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LXNGEVELD 4c DE B.OOIJ, Texel