Harmonika's.
,m DIENSTBODE
GRAFMONUMENTEN.
W. F. STOEL ZOON, Alkmaar.
OPRUIMING
Centrale Bank voor Landbouw en Nijverheid
Groote FRIESCHE VERLOTING
Feuilleton.
In eer hersteld.
Parkstraat. J. J. KUIJPER.
Verkrijgbaar in de
spekslagerij „de Beurs"
Catalogus gratis en franco.
Ph. Vlessing.
J. H. MOOJEH.
Prijs per lot f 1.—.
Hoofdprijs 20000 Gulden in contanten.
2de prijs 5000 Gulden in contanten.
Alles per 5 ons.
Slijters flink rabat.
C. VISSER, Slager.
G-roote keuze.
Nette
bewerking.
Teekeningen
op
aanvraag.
Stoomsteenhouwerij 1
Lage Prijzen.
Wederverkoopers hoog' rabat.
JOH. HE HEEP,
A. TIMMERS, Polderweg.
de nog voorradige MANUFACTUREN.
Ieder doe zijn voordeel!
Aanbevelend, Hoogachtend,
TER VERVANGING VAN SODA.
VEREEIIGOE ZEEPFABRIEKEN, RoUerdam.
voor 1 jaar vast met 6 weken opzeggen
37»
37,%
4%
De vertegenwoordiger voor TexelenHelder
te PRANEKEE.
Langeveld de Rooij.
De ondergeteekende beveelt zich
sfjlSJB? beleefd aan tot het leveren en
«sw plaatsen van s o 1 i e d e Bliksem
afleiders, Brandkasten, Wascli-, Wring- en
Mangelmachines, Wasclifornnizen met gewone
en geëmailleerde ketels, Privaattrechters en
Urinoirs, Waterfiltcrs, Badkuipen, Tuiubanken,
Tafels, Stoelen, Spuiten, Ventilators, Bascules,
Puntdraad 25 Kilo f 4.100 Kilo f 15.50,
gewoon Heiningdraad, Schelfdraad enz.
in REISKOFFERS, SPORTKARREN,
KINDERWAGENS, ENZ.
SAFCIS DE BOULOGNE 70 ct.
BOTER HAM WORST50
MAGERE GEROOKTE HAM 55
ROOKWORST45
GEROOKT SPEK35
LEVERWORST20
Beleefd aanbevelend,
Een flinke
GEVRAAGD.
Er. Brieven letter G N aan den Boekh.
A. J. MAAS te Helder.
Grootste sorteering in Nederland van allerlei
soorten 1, 3 en 3-rijige Harmonika's.
Hoofdmagazijn voor Export
Noord molenstraat 71, Rotterdam.
Agent te HELDER:
VAN
uit het magazijn onlangs door brand beschadigd.
De goederen, welke hiervan nog in mijn winkel
voorhanden zijn, worden tot spotprijzen
opgeruimd.
De voorraad bestaat uit Japonstoffen, Bont,
Overhemdengoed. Vitrage, Pilow, Engelschleer,
Handdoeken, Zakdoeken, enz. enz.
UEd. div. dienaar
4 X STERKER
dan de beste
WATERVRI1.
ONSCHADELIJK
gegarandeerd ZUIVER
Bfltnlet! Brandt niet
BESTl
JUSmloo» VaanooUebap
gevestigd te AMSTERDAM.
KAPITAAL f 2.500.000,
„waarvan volgestort f 500,000".
De BANK geeft voorschotten aan den Land
bouw en de Nijverheid op hypothecaire zekerheid,
borgstelling, onderpand van fondsen of andere
deugdelij ke zekerheidsstelling.
Zij belast zich met het nemen van gelden d
depositowaarvoor de rentevergoeding bedraagt
yanaf 18 Juni 1901
met 5 dagen opzeggen
met 10 dagen opzeggen voor één
maand vast
voor 3 maanden vast met 4 weken
opzeggen
voor 6 maanden vast met 4 weken
opzeggen
21/
23/,° 'o
Verder 50 Rijwielen, 10 Pianino's,
10 Harmonium-Orgels en extra voor deze Ver
loting aangeboden; 25 Trap- en 25 Hand-
Naaimachines met ronde afsluitkast, fabrikaat
Singer; 25 Gouden en 25 Zilveren Remontoir-
Horloges, voor Dames en Heeren, van extra
solide kwaliteit.
LOTEN dezer door hare soliditeit alom gunstig
befcende Verloting zijn k f 1.per stuk, franco
per post f 1,05 verkrijgbaar bij
Uit het Pransch door P. L.
28. XVIII Een drietal schelmen.
Toen het vuur brandde, brak hij stoelen om
het meer aan te wakkerenhij hoopte de stuk
ken op den haard op, waar ook weldra de papie-
volgden. Eindelijk vlamde alles. De schoorsteen
bromde als een orgelpijp.
„Mooi zoo, zeide Jacobus, zich voor het vuur
zettend. Jongens! wat zal ik een goed leventje
hebben, als ik rijk ben. En het wordt hoog tijd.
Als ik daar moest sterven, in die geringe kroeg,
na een partijtje domino, de dubbel zes in de
hand Donder en weerlicht, mijn bochel
wordt koud, wanneer ik er aan denkDan
had ik even goed eerlijk man kunnen blijven.
Maar laat die vicomte nu komen, opdat hij mij
mijn deel uitbetaleIk wil er van af morgen
van genieten. Ja van af morgen. Jacobus,
opvolger van Balthazar en SardanapalusJaco
bus pacha! Jacobus sultan! Overal odalisken
en truffels Haha vicomte, dan zullen
wij lachen. Reeds lang genoeg hebt gij mij den
voet op den nek gezet Nu mijn beurt!"
Buiten klonk een fluitje.
Dadelijk zweeg Jacobus, trok zijne klauwen
in, zijne triomfeerende blik doofde uit en hij
mompelde, reeds verlegen en bevende
„Hij is het, het is de meester. Laat ik hem
opendoen".
Eenige oogenblikken later liet hij heel beleefd
en met gekromden rug Gontran binnen.
De vicomte was erg slecht gehumeurd.
Wat! zeide hij, is de Eenoog nog niet hier!
Gij zijt onbeschaamde vlegels. Ik ontvang van
u brief op brief! en dreigende brieven ellende
ling Pas ben ik terug, hier rendez-vous. Ik
ben zoo goed mij er heen te begeven en ik
moet waohten
De ex-onderwijzer had ziek eenigszins hersteld.
„Dat uw edelheid kalm zij, zeide hij en naar
mij luistere. Ik weet wat Martin u wil zeggen
en daar zijne zienswijze ook de mijne is, zal ik
voor ons beide spreken, als het u belieft
„Goed, antwoordde Gontran, die ging zitten.
Maar wees kort, ellendige sohurk, afsohuwelijke
boohel
Jacobus, zich dwingende beleefd te zijn, begon
in dier voege.
„Mijnheer vindt u het goed dat ik u eene
fabel vertel
„Het is uw recht Esopus. Welke fabel
Die, waarin sprake is van het leeuwenaandeel
Oik begrijp. Geef mij wat vuur om mijne
sigaar aan te steken.
Ga voort, ik luister.
Gij handelt te veel als de leeuw, Gontran.
Nooit te veel tegenover lompe vlegels van
uw soort. Als ik jelui van tijd tot tijd maar
een been geef om op te kluiven moet dat u
genoeg zijn. Gij vooral Caliban.
Welnu, neendat ben ik in 't geheel niet
en de Eenoog ook niet.
Gij verwondert mij, Quasimodo.
Maar laat ons eens zienspreek. Wat ver
langt gij beiden
J acobus antwoordde
„Wij wenschen, wij willen, Martin de Eenoog
en ik, eindelijk onze rekening met u regelen.
Wij hebben u gemaakt, hetgeen gij zijt. Gij
hebt het te lang vergeten. Herinnert gij u
Wat moet ik mij herinneren, Triboulet P
Moet ik beginnen bij het begin
„Goed Mayeux goed Polichinelli
„Overstelp mij met de namen van alle beroem
de gebochelden, maar gij moet naar mij luisteren."
Gontran scheen zich te schikken, hij strekte
zich in den fauteuil uit en legde zijne hielen
op den marmeren schoorsteenmantel.
Na zich een oogenblik bezonnen te hebben,
begon Jacobus aldus
„Het was zestien jaar geleden aan de oevers
van den Rijn. De bende van den beruchten
Sehinderhannes, vernield, verstrooid, naar alle
kanten heengeylucht bestond nog slechts uit
twee mannen en eenen jongen knaap. De twee
mannen, die zich toen anders noemden, heeten
nu Martin de Eenoog en Jacobus. Wat de
leerling struikroover betreft Odie draagt
een klinkenden titel, bezoekt de groote wereld
en veracht van uit de hoogte zijne beide oude
kameraden. Wat hebben zij echter al niet voor
dien ondankbare gedaan
De vicomte lachte niet meer.
Zijn voorhoofd werd bleek en bewolkt.
Eene sombere en smartelijke herinnering ont
waakte in hem.
De ex-onderwijzer over den eersten uitslag
voldaan, vervolgde
„Op zekeren avond waren onze drie avonturiers
op den hoek van een dennenbosch op den uit
kijk. Twee reizigers gingen voorbij.
Men vroeg hun, de beurs of het leven en
daar zij zich verdedigden, doodde men hen.
Ellendige zaakmaar bij gebrek aan geld, zeer
kostbare papieren. Deze papieren bewezen, dat
een van hen, de jongste, de zoon was van een
Fransch uitgewekene, die zich sedert lang in
Duitschlaud had gevestigd en pas gestorven
was. De wees begaf zich naar Parijs, naar een
onbekenden oom, den graaf André d'Alvimare.
Odie was rijk, zeer rijkhij bevestigde het
zelve in een der brieven, die ons in handen
gevallen waren. Ik keek onzen jongen makker
aanhij was van denzelfden leeftijd en gestalte
als den dooden neefhij geleek hem Daaren
boven had de graaf hem nooit gezien. Ik had
eene ingeving. Indien wij van Karl Smück,
dat was de naam van het wolfsjong, indien we
van Karl Smück Gontran d'Alvimare maakten
En als ik dan tegelijk optrad in de rol van
onderwijzer, die hem vergezelde Waarom niet
Ik was welopgevoed. In 't kort, de omwisseling
had plaats. Martin de Eenoog maakte een soort
van Beierscho livrei uit onze door plundering
verkregen uitrusting. Het overige werd ver
brand. Ra ir alle winden de asch. Naar alle kanten
de herinnering aan dat, wat wij niet meer waren.
Gontran d'Alvimare en zijnen peadagoog en
dienstknecht begaven zich vroolij k naar Frankrij k.
Als ik me in iets vergist heb, laat mijnheer de
vicomte het mij dan verbeteren."
Na een oogenblik zwijgens, mompelde Gon
tran dof, als in zichzelye
„Ja, zoo was het. Ik was toen nog geen
vijftien jaar Een wolfsjong, het zij zoo; gij
beiden, gij waart de wolven."
„En daar stel ik roem op, antwoordde Jaco
bus. Als ik mij echter goed herinner, was het
het wolfsjong zelf, die hem doodde, waarvan
hij heden den naam draagt."
„Hij verdedigde zich", riep Karl Smück uit,
de wroeging, die op hem drukte, trachtende af
te sohudden.
Dit gevoel was Jacobus onbekend hij had al
zijne stoutmoedigheid teruggekregen en ver
volgde kalm
„Sta mij toe, mijne geschiedenis ten einde te
brengen. De graaf ontving zijnen neef met
open armenmaar hjj had een zoon, daf wil
zeggen een erfgenaam. Wfj begeerden echter
de erfenis.
(wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LANGEVELD DB ROOIJ, Texel