V olksharmonika's. Een onmisbaar tijdschrift f 3,75. Centrale Bank voor Landbouw en Nijverheid Het Bestuur der Afdeeling Texel OPRUIMING Feuilleton. In eer hersteld. J. H. MOOJEN. keuringen van merriën zal houden. Ph. Vlessing. JOH. DE HEER, Rotterdam, Noordmolenstraat 71 is HET NIEUWE MODEBLAD De vertegenwoordiger voor Texel en Helder van de H. M. van Landbouw de nog voorradige MANUFACTUREN. Ieder doe zijn voordeel! n voor ieder die op de hoogte wil blijven van hetgeen de mode voorschrijft. Het bevat praktische raadgevingen voor wie de mode niet wil verwaarloozen en toch geen groote kosten maken. Patronenbladcn en duidelijke bijschriften maken 't voor ieder mogelijk, het model zijner keuze zelf uit te voeren. De boeiende romanwaarvan bij elk nummer een gedeelte in boekformaat verschijnt, maakt het Nieuwe Modeblad uog meer belangwekkend. Het verschijnt twee malen per maand en is van alle modebladen het goedkoopste. Prijs 55 ct. per drie maanden, franco per post 80 ctj Het biedt een schat van modellen, ook van handwerken. Men abonneert zich bij de uitgevers van de Texelsche Courant. Met no. 19 begon het nieuwe kwartaal. gevestigd te AMSTERDAM. KAPITAAL f 2.500.000, „waarvan volgestort f 500,000". De BANK geeit voorschotten aan den Land bouw en de Nijverheid op hypothecaire zekerheid, borgstelling, onderpand van fondsen of andere deugdelijke zekerheidsstelling. Zij belast zich met het nemen van gelden d depositowaarvoor de rentevergoeding bedraagt vanaf 18 Juni 1901 met 5 dagen opzeggen 2V,% met 10 dagen opzeggen voor één maand vast 23/,° 0 voor 3 maanden vast met 4 weken opzeggen 3"/0 voor 6 maanden vast met 4 weken opzeggen 31///0 voor 1 jaar vast met 6 weken opzeggen 4°/0 bericht belanghebbenden, dat het bestuur der Afdeeling Noord-Holland der Vereeniging het Nederlandsch Paardenstamboek, op WOENSDAG 14 AUGUSTUS aanstaande, 's morgens 9 uur, aan DEN BURG, Beschikbaar is 75 gulden voor merriën van 3 tot en met 7 jaar en vier premiën, elk van 25 gulden, voor 2-jarige merriën, deze moeten in 't voorjaar van 1902 gedekt worden door een premiewaardig gekeurden „hengst", na over legging van de dekbewijzen worden die gelden uitbetaald, de twee-jarige merriën behoeven niet in bet stamboek te worden opgenomen, wat voor de 3- tot en met 7-jarige paarden wel vereisckt wordt, zoomede gedekt zijn, door een premiewaardig gekeurden „hengst". Voor de premiekeuring zal gelegenheid worden gegeven tot inschrijving van paarden in het Nederlandsch paardenstamboek. Het Bestuur voornoemd, C. KEIJSER Pz., Voorzitter. Jb. S. DIJT, Secretaris. VAN uit het magazijn onlangs door brand beschadigd. De goederen, welke hiervan nog in mijn winkel voorhanden zijn, worden tot s p o t p r ij z e n opgeruimd. De voorraad bestaat uit Japonstoffen, Bont, Overhemdengoed. Vitrage, Pilow, Engelsckleer, Handdoeken, Zakdoeken, enz. enz. Aanbevelend, Hoogachtend, TJEd. dw. dienaar, Volgens nevenstaande teekening lever ik een soliede HARMONIKA hoog' 35 cM., 10 kleppen, dubbeltoonig (48 tongen) 2 registers, open nikkel klavier met patent spiraalveeren driedubbele balk met nikkel beslag, sluiting en hoekbesckermers. Scboone volle toon. In cnrtonnen doos, goed verpakt, franco door geheel Nederland Hetzelfde Instrument, 3-koorige Orgelmuziek (r-ctanf en trémolo) f 4,50; idem 4-koorig (octaaf terts en trémolo) f 5.50. Degelijke Harmonika's, 1 register, 10 kleppen van at f 2,— franco. Uitgebreide Catalogus gratis. Bestelt niet in het buitenland, waar u geen verhaal ol garantie hebt; en bovendien nog vracht en recht betalen moet, doch zendt Post wissel aan Uit het Fransch door P. L. 32. XX Voor het lijk. Het gelaat van Gontran was nog bleeker dan dat van George. Mijnheer de vicomte, zeide Jean Baptiste; er is hier van nacht iets heel ernstig voorgevallen. Onze plicht is het, dit u te doen weten. Hij legde toen Gontran uit, wat deze eenige oogenblikken vroeger op een andere plaats van Martin de Eenoog had vernomen. De vicomte wist zich zelve meester te blij von en de hartstochten, die in hem woelden onder een onverstoorbaar flegma te verbergen. Onbeweeglijk hoorde hij het teu einde toe, aan. Eindelijk wees Jean Baptiste op Noël „Dat is Georges d'Alvimare, besloot hij, dat is de zoon van uwen oom. Hij heeft hem voor zijnen zoon erkend. Die grijsaard en dat jonge meisje waren tegenwoordig. Zij bezweren het u voor God." Jacques en Pépita waren naderbij gekomen en bevestigden het zeggen van Jean Baptiste met blik en gebaren. Gontran antwoordde niet; zijnen blik was op George gevestigd. Toen kwam de oude Ambroise tussohenbeide „God zelve, zeide hij, sohijnt zijn naam in zijne trekken geschreven te hebben; het is een echte Alvimare." De vicomte bleef zwijgen. „Neem mij niet kwalijk, riep Jean Baptiste uit, dat ik erg verwonderd ben. In uw plaats zou ik, voor het nauwelijks koude lijk van den graaf, de armen naar zijnen zoon hebben uitge strekt en hem hebben toegeroepen: Mijn broeder. De trots van Gontran kwam in opstand. „Ik neem geon raadgevingen aan, hernam hij, en ik ben te oud geworden om mij door mijn gevoel mede te laten slepen. Ik zal nadenken. Wij zullen zien. Er zijn bewijzen noodig." De blikken van Jacques en Jean Baptiste ontmoetten elkander. Toen zeide de laatste „Mijnheer de vicomte, de justitie moet ge waarschuwd worden om den moordenaar te vervolgen." „Hebt gij dan eenige vermoedens P" waagde Gontran te zeggen. „Beter dan vermoedens, antwoordde Jacques, zekerheid. Deze twee kinderen hebben den moordenaar gezien. Wij kennen hem. Het is iemand „Martin de Eenoog" genaamd. De vicomte kon een plotselinge aandoening niet onderdrukken. „Kent gij dien ellendeling P" vroeg Jean Bap tiste verwonderd. „Bepaald niet ik herinner mij niet Gontran zweeg; hij herinnerde zich, dat den vorigen avond, vlak bij de fabriek, zijn paard was staande gehouden door den man met de carriek; hij had hem geld gegeven. Als men hem gezien had De verlegenheid van Gontran werd zichtbaar. Gelukkig voor hem, kwam er op dat oogen- blik een nieuw persoon binnen. Het was Mariol. „Jean Baptiste, sprak hij wijfelend, ik kom u zoeken om u te zeggen dat gij bij ons moet komen uw moeder wacht u „Mijn moeder bij u op dit uur Hoe Waarom Mariol antwoordde eindelijk: „Deze morgen zoo juist in de groote steengroeve naar den kant van Romainville heb ik eene vrouw vermoord gevonden gewond, ten minste het was mevrouw Hum- bert. Kom Jean Baptiste vloog naar buiten. „Zijne moedermompelde Gontran getroffen, het was zijne moeder XXI Jacobus Protée (bedrieger). Na de noodige bevelen gegeven te hebben, was Gontran weer naar huis teruggekeerd. Hij vond er Jacobus. Jacobus als braaf en goedhartig burgerman. Hij liet zich, tot in de minste bijzonderheden, alles, wat sedert den dood van den graaf in de fabriek gebeurd was, vertellen. Daarna, het voor en tegen overwegende, trok hij er dit besluit uit: „Nog niets verontrustends buiten dien naam van „Martin de Eenoog"; meer dan den naam, hei signalement. Hij is gemakkelijk te herken nen en verstaat de kunst niet zich te vermom men. Maar ik heb hem beneden, bij mjj thuis, gebracht. Tot nader order gaat hjj daar niet vandaan Gontran scheen niet zoo gerust. „Gij vergeet die vrouw, zeide hij, die vrouw, die slechts gewond is. Zij zal spreken." „Als wij het willen, zeide Jacobus; dat gaat m(j aan Ik ga op verkenning uit. Hebt gij mij niet gezegd, dat zij mevrouw Humbert heet P" „Ja. Die naam heeft mij getroffen. „Mij ook. Als ik terugkom zullen wij verder spreken. Je moet den notaris waarschuwen." „Dat is reeds gedaan- Er is een testament „Ha!" „Een testament, dat men op den dag zelf van den dood des graven, voor al de werklieden moet voorlezen. Dat is zijnen wil- „Van avond dus?" „Om zes uur." „Ik zal er zijn-" Jacobes vertrok, steeg in een cabriolet en liet zich naar de straat St-Denis brengen, van waar hij te voet naar de St-Jacques toren ging. Het plein dat men heden bewondert, was er toen nog niet. Op diezelfde plaats had men toen oude en vervallen straatjes en enge sloppen, het meerendeel dienende tot verblijfplaats van kooplieden in lompen. De ex-onderwijzer trad bij één dezer uitdra gers binnen. Na verloop van een kwartier, verscheen hij weder, geheel vermomd en onherkenbaar. Het was nu een oude orgeldraaier, met een stompzinnig voorkomen. Hij droeg geen bril meer, maar hield zijne oogleden voor drie kwart gesloten. Zijn rug toonde niet de minste ver hevenheid meer. Alles was valsch bij dien gebochelde, zelfs de boohel. Hij bereikte de barrière du Combat en sloeg den weg in naar de woning van Mariol. Verschillende groepen, gedeeltelijk uit vrou wen der wijk bestaande, stonden rondom. De oude orgeldraaier begon, na zijn instrument te hebben neergezet, het handel te draaien. Dadelijk werd hem gezegd te zwijgen. Hij vroeg de reden. De buren wilden niets liever dan pratendat wilde ook Jacobus. Maar laat hem zich tussehen de groepen be geven, en wij het huisje binnengaan. Twee geneesheeren, een grijsaard en een jonge man, zijn over het bed gebogen, waarop de ge wonde ligtzij leggen het eerste verband. Op den grond, in één door bloed gekleurde wasohkom, ziet men den kogel, die verwijderd is geworden. Catherina, goed op de bevelen van de genees heeren lettend, gaf hun stilzwijgend pluksel en verband. In eenen hoek van de kamer, tegen den muur geleund, drukte Jean Baptiste bleek en ontsteld zijn broeder in de armen, die zich het gelaat heeft bedekt en moeite doet niet in snikken uit te barsten. Die arme Barnabin. (wordt vervolgd Gedrukt bj LANGEVELD DE B.OOU, Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4