Particulier kapitaal.
Deurwaarder C. DE WIJN,
Claudius Henricus de Boer,
VERK00PIT{G van VEE, enz.
J. E. WINKLER
Vergadering Boerenbond.
OPRUIMING
Groote Houtverkooping.
Eene groote partij SLOOPHOUT,
De Rentmeester
Vermist
een SCHAAP,
Enkhuizer Loten,
's Gravenhaagsche Verloting
LANGEVELD DE ROOIJ
en J. KOOL,
Op Vrijdag 4 Oct. 1901,
Ph. Vlessing,
Feuilleton.
In eer hersteld.
zal op Zaterdag' 28 September 1901, 's morgens
10'/, uur, aan den GRINTWEG
nabij het NIEUWESCHILD op Texel
publiek verkoopen:
bestaande inGrenen planken 3 X10, lang40 vt.;
Dito dekplanken 2 X B, lang 20 vt.
Eiken leggers, lang van 6 tot 14 vt.;
Eiken huidplanken, 2 X 8) lang 30 vt.;
Eiken vlakplanken, 3 X 13, lang 40 vt. en
droog eiken Brandhout.
YoortsEen partij nieuwe achterdeelen van
verschillende afmetingen, 1 stuk mast, lang
45 vt., 1 Scheepsroef, 1 ijzeren pomp, lang
9 vt. en hetgeen meer zal worden aangeboden.
Notaris te Texel,
zal op Zaterdag' 28 September 1901,
des avonds half acht in het koffiehuis van de
Wed. KOPPEN te üosterend op Texel, ten
verzoeke van den makelaar J. H. MOOJEN,
te Texel, als lasthebber zijner principalen,
publiek verkoopen
ys&t». lo. Een HUIS en ERF te Oosterend,
|s|!Ïj|| Sectie B, no. 165S, groot 10 Aren,
fesgfegj 90 Centiaren. 1Tebezichtigenop Vrijdag
27 Sept. van 's morgens 11 tot nam. 1 ure.
2o. Een perceel WEILAND, genaamd Etiekoogen
liggende nabij de Kooi aldaar, Sectie B,
no. 1150, groot 1.20.80 H.A.
Betaling' der kooppenningen en aan
vaarding 1 Nov. 1901.
Behoorende een en ander tot de nalatenschap
van den heer W. KONING Pz.
zal op Woensdag den 2den October a.s.,
voormiddags elf ure bij de hofstede Johannes
Hoeve in den Prins Hendrik polder
verkoopen:
125 SCHAPEN,
1 RAM,
1 2' ,-jarige KOE,November kalven,
1 272-jarige STIER,
4 SCHETTERS,
1 KALE,
10 PAARDEN, waaronder twee- en drie
jarige,
1 TILBURIJ,
1 Texelsche BOERENWAGEN,
1 HENGSTVEULEN,
1 2-jarig KALFBEEST,
1 HENGSTVEULEN,
1 jarig PAARD,
2 oude WERKPAARDEN
en hetgeen verder gepresenteerd zal worden.
Ingebracht kunnen wordenVee, Wagens
Karren en Machines.
De inbrengers kunnen, zoo gewenscht, binnen
drie dagen over de opbrengst van het voor
hen verkochte beschikken.
Betaling 20 Juni 1902.
jjgSSSSiL^ gemerktzwarte stip op den schoft
en roocle stip op het kruis.
Inlichtingen s. v. p. bij G. DROS, Eierland.
Ten kantore van ondergeteekende direct be
schikbaar f 5000.— tegen 47< h 4V«% renten, op
éérste Hijpotheek landerijen, in sommen van
f 500.en hooger.
J. H. MOOJEN, Makelaar.
HOOFDPRIJS:
Het koffiehuis „Het Park" met Inventaris
te Enklmizen of f 22.000 in contanten.
Prijs per Lot f 1.
en AANDEELEN van de
van 7 Heerenhuizen. Prijs per Lot fl.10.
Van de 's Gravenhaagsche Verloting
fPQj?' werd ons de alleenverkoop voor Texel
opgedragen en kunnen door ons op de ver
schillende dorpen WEDERVERKOOPERS aan
gesteld worden tegen flinke provisie.
LOTEN verkrijgbaar bij
des morgens te 9'/2 ure in het logement
„de Zwaanaan Den Burg alhier
vergadering van alle leden.
De afdeelingen worden verzocht voor dien
datum te willen vergaderen en de penning
meesters de contributie te innen.
AGENDA:
Bekarding buurtwegen.
Bespreking trainplanuen.
Zij, die als lid willen toetreden kunnen deze
vergadering bijwonen.
Namens het bestuur
de Secretaris,
C. ZIJM Tz.
de nog voorradige MANUFACTUREN.
uit het magazijn onlangs door brand beschadigd.
De goederen, welke hiervan nog in mijn winkel
voorhanden zijn, worden tot S p O t p r ij z C U
opgeruimd.
De voorraad bestaat uit Japonstoffen, Bont,
Overhemdengoed. Vitrage, Pilow, Engelschleer,
Handdoeken, Zakdoeken, enz. enz.
Ieder doe zijn voordeel!
Aanbevelend, Hoogachtend,
UEd. div. dienaar,
Uit het Fransch door P. L.
45. XXVIII Hier en daar.
„Eerder zal men die verdubbelen, verklaarde
Polydore en ik blijf hier in huis, om u zoo
noodig te beschermen, tante. Gij kookt heel
goed, maar gij praat nog beter. Geef ons asje
blieft ecnige aanwijzingen."
Zij aarzelde nog.
Kom, kom! hernam Fafa, gij hebt ons zoo
even verteld, dat gij den verschrikkelijken ge
bochelde kendet, dat gij zijne huishouding waar
neemt en ook dat gij 's nachts den zwarte dame
in zijn huis gebracht hebt, hetgeen, alles bijéén
genomen al een soort verklaring is.
Voltooi dus uw werk, tante en ga met pak
en zak over naar de partij der eerlijke lieden.
Dat is de goede zijde, wat duivel!
Barnabin sprak toen op zijn beurt. Hij zeide,
hoe hij zijne moeder liefhad, hoe zij gewond
was geworden, het lijden dat zij onderging, de
afschuwelijke beschuldiging, waar Jean Baptiste
onder gebukt ging. Hij had tranen in de oogen
en smeekte op zoo roerenden en overtuigenden
toon, dat de Picardische er door verteederd
werd.
Ook was men tot het dessert gekomen en de
goede dame had eenige glaasjes witten wijn
gedronken.
„Goed! zeide zij, ik zal voor je doen, wat ik
voor mevrouw Humbert gedaan heb, maar niets
meer. Ik zal u tot op het balkon brengen, de
deur op een kier zetten en dan ga ik heen."
„Die voorzichtigheid doet u eer aan, tante.
"Wij nemen het aan, op weg maar."
Nog niet, neef; het is klaar dag en de uil
gaat alleen 's nachts uit: hij is nu in zijn hol
en misschien zelfs niet alleen."
Verklaar u, vrouw Picard.
Na etn blik om zich geworpen te hebben,
sprak zij zacht:
„Ik geloof dat zich sedert drie dagen iemand
in dat huis schuil houdt."
„Wel: waar dan?"
„Daar: ik weet niet waar. Ik heb te vergeefs
gezocht, gesnuffeld, want ik ben erg nieuws
gierig. Het is een echt roofnest. Er moeten
zich daar dubbele wanden en verborgen schuil
plaatsen bevinden. Een goed verstaander heeft
aan een half woord genoeg. Op hetoogenblik
moet ik naar Jacobus. Gisteren had hij niet
de minste achterdocht. De gebroken ruit is
niet hersteld, maar er is slechts een stuk papier
over geplakt. Steek er dus je pootje maar door
neeftrek dan aan het touwtje en het deurtje
zal van zelf wel opengaan. Tot van avond."
Men maakte een afspraak en ieder ging zijns
weegs; De Picardisohe naar de villa; Polydore
naar den schouwburgMariol naar de fabriek
en Barnabin naar het huis van Mariol.
Men had geheimhouding bezworen zelfs tegen
over vader Robinson en Jean Baptiste.
De Picardische en Barnabin wilden dat zoo,
de één vreesde zich te compromiteeren, de
ander had gezegd:
Ik wil hun bewijzen dat ik een man ben.
Mij n broeder uit de gevangenis redden
mijne moeder van hare vijanden bevrijden en
wat zij wenscht, vervullenik, geheel al
leen.
„Ondankbarehad Mariol gezegd, maar rekent
gij ons, Polydore en mij, dan voor niets?"
„Pardon! zeide de zoon van Madeleine, de
handen der beide vrienden drukkende.
„Babesloot de tenor filosofisch, het voor
naamste is de eieren uit het nest te halen
en wij naderen, Pnfawij gaan vooruit
Toen Mariol, die in rechte lijn naar de fabriek
ging, Barnabin pas had verlaten en deze nog
omstreeks honderd schreden van het huisje ver
wijderd was, bemerkte hij eenen man, die er
uitkwam en zich haastig verwijderde.
Die man, in het zwart gekleed, had eenen
hoed op met breeden rand, dien hij geheel over
de ooren had getrokken. Hij had de onrustige
en vreesachtige houding van een wild beest,
die na iets gestolen te hebben, op den loop
gaat.
Barnabin, die goede oogen had, herkende
Jacobus.
Een geheim instinct beknelde hem het hart.
Hij sprong naar het huis toe. De vrouw van
Mariol bevond er zich alleen in.
„Catherina, vroeg de zoon van de gekwetste
Catherina, wie ging zooeven heen?"
Ik weet het niet, Barnabin, maar ik ben blij
dat gij gekomen zijtHet is erg vreemd,
dat bezoek."
„Het bezoek van wie?"
„Van dezen dokter-"
„O! is het een dokter?"
„Hij zeide het mij, zeggende dat hij van den
ouden dokter kwam. Maar ik kende hem niet.
Hij wilde bij de zieke binnen gaan. Maar dat
was mis hoor. Ik had mijne orders en ben
dwars voor de deur gaan staan. Die weigering
scheen hem erg tegen te vallen, hij ging heen
en weêr, stampvoetende en zich boos makende,
zwerende dat hij medicijnen had, die wonderen
zouden doen.
Maar eensklaps werd hij kalm, toen hij het
kopje opmerkte, welke gij daar ziet, op den
hoek van het buffet. Ik had er juist schoon
water ingedaan, gij weet wel, Barnabin, voor
de lippen der gewonde. Hij boog zich voorover
naar het water en onderzocht de veer. die er
zich nog in bevind. Raak het niet aanzei ik
hem, ga weg. Hij gohoorzaamde, maar na er
iets in te hebben laten vallen. Zie maar, het
is nog tioebelik zal het maar weggooien."
„Niet doen, schreeuwde Barnabin geef mij
gauw eene flesch om het er in over te frieten
„Waarom?"
„Om het aan onzen goeden ouden dokter te
laten zien. Is hij van morgen nog geweest?"
„Ja. Hij was juist weg, toen de andere bin
nenkwam."
„Waar zou ik hem nu kunnen vinden?"
Thuis, hij heeft op het oogenblik zijn spreek
uur.
Ik snel er heen en breng hem ook het kopje
en de veêr. Hij zal alles onderzoeken. Misschien
ben ik op het spoor van eenen nieuwen mis
daad.
Eenige oogenblikken later kwam Barnabin
geheel buiten adem, bij den dokter.
Deze beschouwde, onderwijl hij luisterde de
veer en de oppervlakte van het porcelein, toen
haalde hij twee kleine flescbjes en stortte om
beurten eenige droppels in het flesebje met het
water. Bij de eerste proef was het water rood
als bloed gewordenbij de tweede werd zij
zwart als inkt.
Beide keeren had de oude practicus gebeefd.
Mijn kind! verklaarde hij, uw kinderlijk instinct
heeft u niet bedrogen, men wilde uwe moeder
vergiftigen een verschrikkelijk vergift
Dokter, mijnheer de dokter! wilt gij'dat
attesteeren, dat door een paar woorden uitleggen
welke ik aan den rechter van instructie zal
brengen? Hij is mij genegen.
„Ik geloof dat hij in de fabriek is, zeide de
geneesheer. Wilt gij dat ik u vergezel?"
Dat behoeft niet, ik zal wel gauw heen
loopen.
Burnabin was vlug als de wind in de fabriek
Het werk was weêr hervat na een gerechtelijk,
verslag dat Gontran die zich populair zocht te
maken, verkregen had.
In dezelfde kamer waar den misdaad had
plaats gehad, vervolgde de rechter van instructie
zijnen arbeid.
(wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOLT, TexeJ
etrc
it b
Fori
els
'ieu'
W.
irini
de
jgev
Na
en
rma
den
atie
ngh,
VAN