Nieuwjaarsgroeten.
Kerstfeest.
N°. 1499.
Zondag 22 December.
A0. 1901.
Nieuws-
Advertentieblad.
Dit ijummer bestaat uit 2 bladen.
Eerste Blad.
Dit blad verschijnt 'oensdag- en Zaterdagavond.
Advertentiën vóór 10 nur op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBükg op Texel
Volgens gewoonte zal ook dit jaar weder de
gelegenheid zijn opengesteld, om in het Nieuw
jaarsnummer van ons blad, advertentiën te plaat
sen als Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden
en bekenden, tegen betaling van slechts 20 cat
k contant voor eene ruimte van 4 regels.
Ejne spoedige opgave is met bet oog op de
gewoonlijk groote drukte op den dag der uit
gifte zelf, ten zeerste gewensebt.
Voor de plaatsing van deze en andere adver
tentiën, houden zich beleefd aanbevolen
De Uitgevers.
GEMEENTE-SECRETARIE.
De SECRETARIS der gemeente TEXEL,
maakt bekend, dat op Donderdag 26 Decem
ber a. s. (2e Kerstdag) de gemeente-secretarie
zal geopend zijn des voormiddags van 11 tot
12 uur, uitsluitend voor bet doeu van aangiften
bij don burgerlijken stand.
Texel, 21 December 1901.
De Secretaris voornoemd;
G. A. HAJENIUS.
AANGIFTE
ter
INSCHRIJVING voor de M IL I T I E.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente TEXEL brengen ter kennis van wie
het aangaat, en meer bijzonder van de in het
jaar 1883 geboren mannelijke personen, of van
hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de,
ingevolge het Koninklijk besluit van den löden
November (Staatsblad No. 222), op 1 Januari
1902 in werking tredende Militiewet 1901 (Staats
blad No. 212 van 1901), bet volgende is bepaald:
ART. 13. Vooi de militie wordt ingeschreven:
lo. ieder minderjarig mannelük Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk ofin het Konink
rijk Belgie verblijf houdt,
Met het oog op bovengenoemd feest zal ons
blad in plaats van Woensdag reeds DINSDAG
AVOND verschijnen.
Voor tijdige inzending van advertentiën enz.
houden zich beleefd aanbevolen
De Uitgevers.
Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalin
gen in deze Gemeente voor de militie moeten
worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe
bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter Ge-
meente-Seoretarie, tussohen der lsten en den
31 sten Januari 1902 worden aangegeven, met
overlegging van een kosteloos verkrijgbaar uit
treksel uit de geboorte-akte van den in te sohrij-
ven persoon, indien deze elders is geboren.
Voor het ontvangen van de aangifte zal meer
bepaald zitting worden gohouden op Maandag,
den 6 Januari 1901 des voormiddags te 10 uren.
Men wordt verzocht, zioh zooveel mogelijk op
dat tijdstip tot het doen der aangifte ter Ge
meente-Secretarie aan te melden.
Texel, den 20en Deoemher 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Seoretaris, De Burgemeester,
G. A. Hajenius. H. W. de Jonoheers.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cis. Franco per post door ge
heel Nederland 45 C;ï. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertmtièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cta.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen bot Rijk, in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft,
3o ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rjjk of in het Konink
rijk Belgie woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den lsten Januarij van het jaar het 19de
levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een dor
bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor ae toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige niet-Nederlander:
a. wiens vader, moeder of voogd binnen hot Rijk
woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of de koloniën of de
bezittingen des Ryks in andere wcrclddeelcn gehad heeft;
b. van wiens ouders do langstlevende hjj z\jn of
haar overly den in het hierboven onder a omschreven
geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat
geval of al i3 deze buiten 's lands gevestigd;
c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is,
of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader
of moeder heeft en van wien niet bekena is dat hij
een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voor
afgaande achttien maanden in hot Rijk of de koloniën
of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad
heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder
jarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meer
derjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is
in den zin van voormelde wet.
ART. 14. De inschrijving geschiedt
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge
meente der woonplaats van vader, moeder of voogd;
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woon
plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt;
zoo hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is,
ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder
heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft,
in de gemeente, waar hij verblijf houdt;
zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de
gemeente Amsterdam
zoo hij in het Koninkrijk Belgie verblijf houdt, in
de gemeente Rotterdam;
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft
binnen net Rijk, in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd;
is de woonplaats van v-dti, moeder of voogd in het
Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam
is zij in het Koningrijk Belgie, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o,
zoo hij woonp.aats heeft binnen het Rijk, in de ge
meente zijner woonplaals;
zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de
gemeente Amsterdam;
zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk Belgie,
in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 4o., indien hij minderjarig is:
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede
van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente,
waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft;
zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder
Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woon
plaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten's lands,
dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waarde
minderjarige verblijf houdt;
zoo hjj verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde
zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt;
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o.,
indien hij meerderjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van insohrjjving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij
van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon hot 11de levensjaar volbragt, tenzij het iemand
geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of tc Rotter
dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats
onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koning
rijk Belgie.
ART. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan
de vcrpligte krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten
aanzien van den dienstpligt het beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te
worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij bur
gemeester en wethouders, waar volgens art. 14 de in-
sohrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den
lsten en den Sisten Januarij van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbragt.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zieh
ter insohrjjving moet aangeven, alsmede in een der
fevnllen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust
e verpligting tot het doen der aangifte
indion het een minderjarige betreft, op zjjn vader,
moeder of voogd;
indien het een meerderjarige betreft, die onder cu-
ratcelc gesteld is, op zijn curator. De verpligting
van vader, moeder of voogd geldt evenwel sleohts zoo
hjj of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in
het Koningrijk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin
snede gemankt, rust de zorg voor het doen der aangifte
uitsluitend op den in te sohryven minderjarige:
indien zyn rader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk, het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie
woonplaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
magt missen
indien hjj door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is; of
indien hjj ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij
een voogd heeft,
Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter
inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst
is bij de zeemagt, de marine-reserve en het corps mari
niers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande
is tot het doen van de aangifte niet verpligt.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte ver
plicht is, kan de aangifte geschieden door een ander,
daartoe schriftelijk gemagtigd. De volmagt blijft onder
burgemeester en wethouders berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blij
ken, wordt door Óns bepaald.
ART. IS. Voor de militig wordt ook ingeschreven
of wordt op nieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk N eder'in Ier, die na
den lsten Januarij van het jaar, volgende Op dat, waar
in hij het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intre
den van het 21ste levensjaar zijn verbljjf binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie
gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januarij van het
jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de
levensjaar volbragt, en vóór het intreden van diens 21ste
levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk,
in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie ge
vestigd heeft;
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander
is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo.
omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder
of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder
2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na
den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waar
in hij het lSde levensjaar volbragt, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie
gevestigd of er woonplaats verkregen heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
18de levensjaar volbragt, en voor het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander
is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o.
omschreven gevallen verkeert
Go. ieder mannelyk niet-Nederlander, die na den lsten
Januarij van het jaar, volgende op dat. waarin hij het
18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van het
21ste levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is
geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel
en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving
of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de
verpligting tot het doen van aangifte ter inschrijving
of tor inschryving op nieuw gelden de eerste zinsnede
van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of tor inschrijving op
nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van
dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroe
ger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na
het terug erlangen van het Nederlanderschap of van
het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of
de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen
het 'Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk
Belgie.
De inschrijving geschiedt in het register betreffende
de listing van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede
van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd
behoort.
ART. 166. Met boete van ten minste vijftig cents
en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van
de artt. 16, 18 en 22.