BIJVERDIENSTE LIJNZAADKOEKEN Kunstmesthandel. Geli verkrijgbaar Bericht van DROS C°. Goud en Zilverwerk, Regen en Zonneschijn. Talmt nu niet langer. WESSANEN A LAAIT, Maatsch. v. Grondbezit en Grondcrediet Centrale Credietbank. Noordhollandsch Landbouwcrediet te Alkmaar. murwe Maiskoeken (M. K. H.) bij Wed. P. KUIPER. HORLOGIcN, REGDLATEÜRS, WEKKERS enz. Feuilleton. Groote voorraad. De Makelaar KEIJSER, publiek verhuren: VERHURING. Samuelsons GOMPOUNDKOEK (8. P. F.) Bisschoptinctuur, foelie, kruidnagelen, nootmus kaat, peper, thijm, en piment G. D. Kikkert. Stoomsteenhouwerij. J. E. WINKLER. Voor 6 jaren, Voor Cs. NIEUWENHUIZEN, voor 3 jaren. Een perceel BOUWLAND in 7 perceelen, publiek verhuren: BOEKHANDEL PARKSTRAAT. mwerd ik van mijne zware TTnT? breuken genezen? WORMERVEER, KONINKLIJKE FABRIEKEN. merk ISTaamL Vennootschap Agentschap van het J. E. WINKLER. per 104 stuks f 8,85, gegarandeerd 22% eiwit en 10% vet. Voorhanden een ruime sorteering zal Dingsdag 14 Januari 1902, 's avonds 7,8 uur, in „de Oranjeboom" a/d Burg Yoor den Heer Dk. J. KEIJSER. 25 Aren TUINGROND bij den Burg in 12 perceelen, zijnde gebruikt door J. RIJK Jr. genaamd Ligte Geest op Zuid-Haffel. Volgens afbakening. Het BESTUUR van de 30 Gemeensch. Polders zal Dingsdag 4 Februari 1902, 's morgens 7,11 ure, in het Logement „de Zwaanaan den Burg 1. De Zee-, Kadijken, Bermen en Kaden. 2. Het ophalen van wier aan de Steenglooijing van de Zeedijken. 3. De Palingvisschery aan de Zeedijken en in een gedeelte Dijksloot. 4. Het Eijerenzoeken in het Noorden. 5. Het Grasgewas op den weg tusschen de Waal en Oosterend. Idem OosterendNieuweschild, de wegen in het Noorden, de Halderweg en de Nieuweweg. Alles voor 3 jaren. MAANDAG begint de trekking der 5e klasse van de 368ste Staatsloterij met prijzen o.m. van 100,000, 50,000, 30,000, 25000, 15000, 10000, 5000 en f 3000. Nog enkele Scheurkalenders van JACOBS en KOSTER zijn bij ons voorhanden. Bij elk dier scheurkalenders geven wij een BON, bevattende 25 nummers. Wanneer nu op een der gelijk luidende nummers in bovengen. Staatsloterij een der opgegeven prijzen valt, geven wij daar voor een cadeau van f 10,f 5,f2,off 1, nader op de bon omschreven. De voorraad is uiterst klein, wie dus nog profiteeren wil van de gelegenheid om beslist GRATIS zooveel kansen te hebben op een prijs in geld, koope spoedig voor 81) cent een der bovengenoemde scheurkalenders in den aangeboden aan hen, die gelegenheid hebben 24 Raskippen met hanen ie houden en genegen zijn f 100 als waarborg te storten. Vast salaris f 2,50 per week en 5 ct. per ei, makende circa f 6 per week. Brieven lranco bureau van dit blad. If I I Mi Vraagt brochure aan't Pharm. ÉÉVm Bureau te VALKENBEUG bij Maastricht No. 121. Opgericht 1765. Voedert uw Vee met de zuivere Murwe uitmuntende door hoog eiwit en vetgehalte en grootste voedingswaarde. EERK-DIPLOMA Parijs 1900. ZFVEN GOUDEN MEDAILLES. (Koninkl. Goedgekeurd.) Hoofdkantoor; Maliesingel 70 Utrecht. Bijkantoor: Houtstraat 1 Venlo. Verstrekt GELDEN tegen persoonlijke en zakelijke zekerheid en exploiteert BOUWTER- REINEN. op driemaandelijksche accepten, met en zonder borg. GELD tegen hypothecaire zekerheid, met voldoende overwaarde. DAGELIJKS VERKRIJGBAAR: per 100 K.G. (balen van 75 K.G.) f 9,00, gegarandeerd 20 k 24% eiwit, 10 k 12% vet, 38 k 41% zetmeel. Zij die met bovenstaande koeken nog geen proef genomen hebben, worden daartoe uitgenoodigd. T\ 1 _Trt 1 welke overal in den I jfi nilVa, Lande de Eerste groote JS\J IUJ.J Y KMX verloting in HolL Noor_ derkwartier ondervindt, geelt den Ondernemers vrijheid om, niet zooals het dikwijls gaat de trekking uit te stellen, doch deze op den aan gegeven datum: 3 MAART 1902, 's morgens half twaalf in het openbaar, te Enkhuizen in de Parkzaal te houden. Van uitstel is liier geen sprake, men haaste zich dus met het nemen van één of meer aandeelen, die k f 1. alom verkrijgbaar zijn, voor Wederverkoopers bij D. C. EGMOND te Enkhuizen. Pliotograpliiën van pendules ter inzage. Alle uurwerken worden onder garantie ge leverd. 14. Novelle door L. R. IX. En hoe zij het nu maakte P Hij wist het niet. In langen tijd had hij geen brief van Johan ontvangen. Maar als bij bedacht wat deze in een vorigen brief had geschreven, dan gevoelde hij zich niet gerust, „Wie weet, of zij niet ziek is, en of zij haar broeder niet ver zocht heeft, het mij niet te laten weten," zoo dacht hij verder. „O, dat zou vreeselijk zijn zij ziek, misschien om hem roepend en hij niet bij haar om haar te troosten." Het koude zweet brak hem uit. Maar, hij wil zekerheid hebben, hij zal Johan schrijven, of nog beter, hij zal er heen gaan en zioh met eigen oogon overtuisen, hoe het daar gaat. Het is nu Donderdag, morgen nfrekenen met den heer Schram, overmorgen orde op do zaken stellen en Zondag op reis naar K Volgaarne zal mevrouw van Renen hem een paar dagen vacantio geven, daar is geen twijfel aan. Moed gehouden dus, spoedig zal hij zijne Marie weerzien. X. Den volgenden morgen vinden we Karei op zijn kamer bezig met de couranten te lezen. Voor hom op do tafel liggen een paar rekenin gen van F. Schram Jr., en diens laatsten brief. Ofschoon het pas half elf is geslagen, ziet Karei nu en dan al eens naar den weg, of zijn bozoekcr nog niet bomt. De gewoonlijk zoo bedaarde jongeling, is nu toch wel eenig8zins in spanning, daar hij een zeer heftig tooneel verwacht. Wanneer echter precies elf uur een bediende de komst van mijnheer Schram meldt, ontvangt hij dezen met een kalm, vriendelijk gelaat, waarop niet de minste ontroering te lezen is. En als regel aangenomen hebbende, eerst de zaken af te maken, verzooht hij Schram eerst even een paar nota's voldaan te willen schrijven, waarna ze dan nog over andere dingen konden spreken. Juist heeft Schram het gold, dat Karei hem heeft voorgeteld, bij zich gestoken, terwfjl de rekeningen nog open geslagen op de tafel lig gen om te drogen, als plotseling met een ruk de deur opengaat en Van Horst met een hoog- roode kleur en een geopenden brief in de hand de kamer binnenstormt, zich driftigj{tot] Karei wendt zonder acht te slaan op de tegenwoordig heid van Schram en uitstoot: „Ellendige schobbejak! zoo beloont ge dus mijne vriend schap, dat ge beproeft mij mijne verloofde te ontfutselen. Maar ge zult uw doel niet bereiken dat verzeker ik u „Mevrouw van Renen zal alles weten en op staanden voot zult ge dit huis verlaten en ge moogt den Hemel aank zeggen, dat ik u nog levend laat vertrekken en u niet de hersens insla." „Maar, mijn God, van Horst, wat is er gaande wat hebt ge tegen mij, ik begrijp er niets van sprak Karei ten hoogste verbaasd. „Zoo, begrijpt ge er niets van," bulderde Van Horst. „Welnu, lees dan!" en hij wierp den brief, dien hij in de hand had gehouden op de tafel. „Verdedig u dan maar, als gij kunt." Karei nam den brief en las hem schielijk door. Vervolgens, zich tot den ritmeester wendende, sprak hij„Wat in dien brief staat is gelogen." „Dat kunt ge licht zeggen, maar hoe zult ge me dat bewijzen „Als ge mij dan niet op mijn woord gelooft moest toch bij u mejuffrouw Emma boven alle verdenking verheven zijn,,' „Noem haar naam niet," viel van Horst in „baar wil ik niet meer zien, voordat ik van haar onschuld overtuigd ben." Treurig sloeg Karei weer den blik op den nootlottigen brief, dien hij nog in de hand hield en sprak als tot zich zeiven„Wist ik maar wie dat geschreven heeft, dan zou ik hem noodzaken, die leugens terug te nemen." Opeens grijpt hij een rekening van Schram houdt die naast den brief en ziet in hevige spanning beurtelings van het eene papier op het andere. Eindelijk roept hij uit„Zou het mogelijk zijn Mijnheer Schram hebt gij dezen brief geschreven Deze, die zich gedurende het gansche gesprek bescheiden had achteraf gehouden, verbleekte bij dezen uitroep van Karei en antwoordde met bevende stem„Ik, mijnheer Groothart Hoe komt ge er bij Doch Karei trad driftig op hem toe en sprak „Ontken maar niet, uwe bleekheid verraadt u gij hebt die lastertaal geschreven." „Als gij het ten minste lastertaal durft noe men," begon nu Schram, zich herstellende en zich vervolgens tot Van Horst wendende, ver volgde hij; „Welnu, ja, mijnheer Van Horst, waarom zou ik het ontkennen, ik ben de schrijver van do beide niet onderteeaende brieven die u heeft ontvangen. Als vriend kan ik'niet aanzien, dat hij daar hierbij wees hfj op Karei die zich nog wel uw vriend durft noemen u uw beminde onstal en geloof mij. hjj is reeds aardig op weg. Zelf heeft hij mij een pnar dagen geleden in „vertrouwen" 't een en ander meegedeeld van 't geen ik u schreef en ik nam mij toen dadelijk voor, u te waarschuwen. Daar ik echter niet gaarne in de zaak gemoeid wenschte te worden, reisde ik naar 's Hertogenbosch en bezorgde daar den brief in de bus. „Nu echter die bedrieger mijn hand heeft herkend, en mij ter verantwoording durft roepen stel ik mij geheel ter uwer beschikking. Ik wil u alle opheldering geven, die ge zult ver langen." „En toch zeg ik, dat ge een lasteraar zijt," bulderde Karei, opvliegend' „geloof hem niet Van Horst, hij wil u en mij bedriegen en dat niet zonder bedoeling." „Ik veronderstel toch, dat mijne woorden bfj mijnheer Van Horst meer waarde zullen hebben dan de zijne," sprak Schram tot den ritmeester terwfjl hij een liooge borst zette. „Dat weet ik nog zoo zeker niet, mijnheer," antwoordde deze vrij scherp. En zich daarna tot Karei wendende, vroeg hij vriendelijk„Zeg eens, Groothart, moet dit spel nog langer duren Het begint mij to vervelen en die fielt heeft nu toch bokend, dat hij de schrijver is, zoodat wij weten, wat wij weten wildon." „Wat?... sprak Schram hevig ontsteld, een paar schreden achtoruit doende. „Ja, wat!" hernam Van Horst op woedenden toon. „Dacht ge soms, ellendige lasteraar, dat ik één woord van al dat geschrijf geloofde, dat ik mijn besten vriend, dat ik mijn beminde zou verdenken, enkel op uw beweren P" „Als u dan geen geloof hecht aan mijn woor den, mijnheer Van Horst, denk ik tooh wel, dat er te A. ooren genoeg gevonden worden, die gretig naar mij zullen luisteren." „Gij kunt te A, zeggen en doen wat ge wilt," viel hier Karei in, „maar hier op mijne kamer zult go uwe leugens bekennen." „Dat zal ik nooit doen," sprak Schram. «Dat zult ge wel doen!" riep Karei heftig terwijl hjj een naast hem hangende karwats greep. „Gij zult bekennen, dat ge gelogen hebt of bij God, ik zal u loeren, hoe men een weer spannig paard behandeld. Beken, zeg ik u en dreigend hief hij den arm omhoog. Angstig deinsde Sohram terug en riep. „Gij zoudt het wagen, mij te slaan P" Doch reeds suisde hem de karwats over de boenen, en daar nu ook Van Horst met dreigende gebaren op hem afkwam; riep hij: „Ik heb gelasterdMaar laat mij dan nu ook heen gaan." (wordt vervolgd.) Gedrukt btf LANGIYSLD D* ROOU. Tax.], W.T. STOEL «ZOON

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 4