Fancy-Fair, Texel. een WERKSTER J. BLITS, een nette Dienstbode Foto-Hande, P. SPRUIT. Groote Houtvorkooprng, MEUBELÏÏANDEL BEKENDMAKING. Gevraagd hand- statief en klapkamera's In de Spekslagerij „De Beurs" F euilleton. Om millioenen. een faincy=fair Er biedt zich aan Kanaalweg 161, HELDER. Elk toestel wordt beproefd. Eerste kwaliteit VARKEN8VLEE8QH, C, VISSER, Slager. O. DE WIJN, Eene aanzienlijke partij SLOOPHOUT. E. Vlessing. Groote sorteering in is aldoor voorradig Slijters van een en ander rabat. Aanbevelend, WAALDERSTRAAT. Nieuwendijk 107, AMSTERDAM, bericht het geacht6 publiek van T6xel, dat hij Douderdag 7 Augustus -ran v.m. 119 uur n.m. eu Vrijdag S Aug. van 91 uur te consulteeren zal ziju iu het Hotel „DE LINDEBOOM", voor het plaatsen van kunsttanden, enz. ALLES PIJNLOOS. Ton bate der Bewaarscholen Burg en Oude- schild alhier, zal op 30 en 31 Aug. en 1 Sept. e.k. in het Hotel „Texel" van den heer J. PLENS worden gehouden. Dames eu Heeren, die deze goede zaak willeu steunen, worden beleefd verzocht de voorwerpen, die zij daarvoor zouden willen afstaan, te zonden aan een der bestuursleden. Het Bestuur der Koning in- Wilhelmina Bewaarschool te Oudeschild J. K. O. Muller, Voorz. W. Mets Tz., Sccr. C. C. Backer, Penningm. S. Gr. Kuyper t P. V. D. WlELE Leden' Het Bestuur der Algemeene Bewaar school te den Burg W. C. Reij, Voorz. J. C. Visser, Secr. J, Dekker Jz., Penningm. A. P. Langeveld T P. C. Koorx Leden" ol het Dames-Comité te den Burg. Mevr. Wagemaker—-Keijser. Mej ufï. Groenewold - Terpstra. Mejuft'. Vlessing—de Winter. om een paar dagen in de week uit werken te gaan. Adres te bevragen bureau van dit blad. Het COLLEGIE VAN DAGELIJKSOH BESTUUR van het Waterschap de 30 Gemeen schappelijke polders op Texel, brengt ter kennisse van de Ingelanden, dat de Lijsten, aanwijzende de personen die stemgerechtigd zijn, en die welke tot leden van het Bestuur kunnen worden ver kozen, zijn vastgesteld en dezelve van heden af, gedurende 14 dagen ter Secretarie van ge noemd Waterschap aan Den Burg alhier, van des morgens 10 tot des namiddags 2 ure (de Zondagen alleen uitgezonderd) voor de Ingelan den ter visie zijn gelegd, en dat zij, die vermee- nen mochten daartegen bezwaren te moeten inbrengen worden uitgenoodigd, die binnen eene maand na dato dezes, bij verzoekschrift, zoo veel noodig door bewijsstukken gestaafd, aan het Collegie van Dagelijksch Bestuur in te dienen. Texel, den 5 Augustus 1902. Het Collegie van Dagelijksch Bestuur voornoemd J. J. Roeper, Voorzitter. S. Keijser Pz., Secretaris. Bewijzen van eerlijkheid worden vereischt. J. DIJKSEiV, Keizerstraat 61, HÉLDER. en verdere benoodigdheden tegen billijke prijzen. ONDERRICHT GRATIS. alsmede VET en MAGER GEROOKT SPEK, BOTERHAMMENWORST. ROOKWORST, SAUSIES DE BOULOGNE, LEVERWORST, GEROOKTE HAM, GESMOLTEN REUZEL, enz. enz. Alles eerste kwaliteit. Deurwaarder te Texel, zal, op Woensdag- 13 Augustus 1903,'s morgens 10 uur, op bet HAVENTERREIN te Oudeschild op Texel publiek verkoopen afkomstig van de Rijuaak „Kent U Zelve bestaande in Eiken Planken, lang 15 tot 35 voet, broed 10 tot 20 dm., van verschillende dikte; Eiken Vlakleggers, lang 10 tot 12 voet; Zware eiken Hekbalken, lang 22 voet: (irciien Plankeu, lang van 10 tot 12 voet: Eiken Palen, lang van 5 tot 8 voet: Droog eiken brandhout, Een partij best staand Want en hetgeen meer ten verkoop zal worden aangeboden. Alles van uitmuntende kwaliteit. Opnieuw ontvangen alle soorten bamboemeu belen, rieten Stoelen, Sportkarren, Tafels, Stoe len, Linnen- en Penautkasten, Buffetten enz. Alles solide kwaliteit!en zeer lageprijzen Aanbevelend, 20. Hoofdstuk VI. Voor den dag met je belijdenis. Wie heeft je gezonden? of bij alle duivels hij vloekte in een taal, die ik niet verstond ik zal kort proces met je maken. Maar hij kon niets uit me krijgen ik had niets gezegd, al zou hij me in stukken hebben gehouwen. Schei uitriep ik, schei uit, of roep de sme rissou Als ik een misdaad heb begaan dan, kunnen die me iu 't verhoor memen, maarniet u den smerissen zal ik te woord staan. Met de politie wilde hij echter niets te doen hebben, dat begreep ik al dadelijk, want die zuu meer van hem hebben willen weten, dan hij wel lust had te verklappen. Dat stelde me gerust. Maar nu trok hij me naar het portier, opende dit en stiet me in het rijtuig. Toen zag ik, dat daarin dezelfde dame zat, die ik te voren hij het huis had gezien, en naast haar lag een verbazeud groote bundel goed, een reusachtig pakket, dat mc een vermomde man toescheen, heel in dekens en mantels gewikkeld het kon wel een lijk zijn. „Nu begon die kleine vent weer in een vreem de taal met de dame te praten, waarin deze ook antwoordde, eu ik begreep, dat ze danig ruzie hadden met elkaar. Ik bogon te begrijpen dat ik het onderwerp uitmaakte van hun gesprek en het einde van het liedje was, dat de kerel me op de achterbank zette. „Hier blijf je zitten; en verroer je niet van de plaats," snauwde hij mij toe, „als je probeert eruit te springen, kan ik het van de bok-af zien on zul je niet ver koinen. Jij past op hem Suzette. Zij is voor je verantwoordelijk mijn jongen, en ze weet wat haar te wachten staat, als je ons een poets bakt 1" „Met deze woorden verliet hij ons en we roden verder. „Wie heeft je gestuurd Kom-je vanwege zijn vrienden vroeg de dame, zoodra de mun weer op den bok was geklommen, terwijl ze klopte op het pakket dat naast haar lag „Ken je kapitein Morks „Ha, haziet u kwam do Amerikaan tus- schonbeide. „Ik wed om wat men wil, dat onze man onder de dekens verborgen lag." Ook de anderen waren nu wel genoodzaakt, dit feit te erkennen, en ze stemden dan ook bereidwillig er in toe- Mijn hart klopte echter geweldig, want ik gevoelde, dat ik eindelijk mijn beminde op het spoor was. Wat heb-jo haar geantwoord Ga voort, beste joDgen, zei ik met ingehouden adem. Ja, ziet u, Miss, ik had nooit van een kapitein Morks een woord hooren spreken, want namen heeft de patroon niet genoemd. Daarom vroeg ik: Is dat Mr. Morks? en ik kan er op zweren, dat de bundel zich bewoog, alsof iemand zich eruit los wilde wringeu. Natuurlijk was hij gekneveld, lichtte de Ameri kaan toe en Jo ging voort pin ieder geval," zei de dame, „ben ik zijn vriendin, en ik zal niet dulden, dat hem leed geschiedt Ik zou graag willen, dat hij hier bewoog het pakket zich weer„en anderen dat hoorden, en het ware me een voldoening voor mijn eigen gevoel, als je het publiek maakt Eoodra je uit het parket komt. „Wanneer zal dat gebeuren vi'06g ik zacht jes.„Zoo dadelijk, als j6 moed genoeg hebt om eruit te Bpringen," antwoordde ze, „en ik zal je niet vasthouden," ging ze voort, terwijl 26 aanstalten maakt6 om het portier los te wringen. „Maar ik dacht 6ven na, en toen Bchoot het me te binnen, dat ik beter deed te blijven waar ik nu eenmaal was. Mr. Morks zat tegenover me, naar ik meende, en als ik hem van nut zijn wilde, kon het niet door mijn wegvluchten geschieden. Het was noodig, dacht me, toe te zien, hoe de geschiedenis zou ailoopen, wèür ze hem heoubrachten, wat ze met hem aanvingen wie en wat ze waren." „Je bent een brave borst," zei ik. bom de haud schuddend, eu ik zou hem werkelijk graag omhelsd hebben, zoo stoffig en vuil als hij er ook uitzag. „Vriendelijk dauk, Miss" antwoordde hij ver legen eu hij vervolgde zijn wedervaren „Het ecnige wat ik doen kon, was voor te wonden, dut ik te bang was om eruit te sprin- gou, en daarom zei ik. dat de meneer op den bok mc in de gaten meld en nog veel meer. Terstond daarop maakte dc wagen een einde aan al het overige, toen hij iu een remise draaide, die er uitzag als van een stalhouder, naar me voorkwam, maar ze lieten me geen tijd even rond te zien, want nauwelijks stond het rijtuig stil, of de kerel sprong van den bok en trok me in een ommezien uit het voortuig. „Zie zoo," zei hij, „eerst moeten we 't met jou klaren. Houd 'm eens vast!" Daarop grepen twee andore kevels me bij de armen en duwden me met het hoofd vooruit in een don ker gat, waarin het stonk naar rot stroo en turfmolm, een soort kelder, waarvan ze het luik boven me sloten, en daar lag ik als een rot in de val. „Het duurde wel een half uur, alvorens ik een weinig tot bezinning was gekomen. Het eerste, wat me eenigen moed gaf, was een lichtstreep, die door het luik in het gat droDg en na een lucifer te hebben aangestoken, ont dekte ik, dat het licht door een ouden rooster kwam, dien ik terstond onderzocht. Die was zoo sterk niet meer om me te beletten, een steen los te maken, maar dat kostte me een vervelliug van de handen, eer ik dien geheel los gewerkt had. Vervolgens had ik moeite, om me met de armen in de hoogte te werken want ik ben nog al sterk, en van lieverlede gelukte het me, door den rooster te kruipen, waardoor ik mijn kleeren zoo gescheurd heb, vol stof zit en vuilen op de binnenplaats te geraken. Het was dezelfde waardoor we binnen gereden waren, een stalling achter een groot huis, dut geheel onbewoond scheen te zijn, want de jaloezieën waren neergelaten, ook de luiken. Niemand thuis had ik kunnen zeggen. Ook de stallen waren leeg, geen paarden, geen stal knechts, geen rijtuigen er was niets. Of de stalling met het huis verbonden was, kon ik ook niet uitmaken, want me dacht, dat het beter was, me niet te laug op te houden, ze konden me weer eens opvangen. Daarom ging ik op de hoofdpoort aan. Deze was alleen met (en boom gesloten, en zoo kwam ik, zonder eenige moeite, in een achterstraatje. „En dat is ongeveer alles wat ik kan rappor teeren. Van die plaats ben ik terstond naar den patroon goloopen, om mijn verslag in te dienen." „Je hebt je wel wat gehaast, merkte overste Bannister aan. „Waarom neb-je het hnis niet doorzocht, de straat, den heelen boel, bedoel ik „Jo verstaat zijn vak," antwoordde meneer Setier, zijn leering in bescherming nemend, „jawel, heer overste, zoo goed als de beste beambten. „Laat maar eens, hooren Jo 1" „De stallen liggen in Featherstone News No. 7, maar om de plaats bepaald weer te herken nen, heb ik met krijt een teeken op de poort fekraBt. Ze liggen aan de achterzijde van 'eatherstone Gardens en behooren naar ik meen bij het pand dat no. 7 draagt." Kort daarna waren we allen in rijtuigen ge zeten ik met Sir Charles in een rijtuig voor twee personen— en reden we recht door naar Featherstone Gardens, met Leo in ons gezelschap. Sir Charles en mijn persoontje waren het allereerst ter plaatse de anderen waren onder wijl, onder aanvoering van Joseph, naar hel achtergedeelte gegaan, om de positie van de wijk aldaar op te nemen en zich door eigen aanschouwing te overtuigen van de juistheid der opgaven, door den jongen verstrekt. Toen ze aan de poort, die tot Featherstone Gardens toegapg gaf, weer bij ons kwamen, zond overste Bannister, die alsnu de leiding op zich nam, de voertuigen weg. „We kunnen niet allen te gelijk het huis ingaan," zei hjj op korten gebiedenden toon, „dat zou te veel opzien baren, want het kan best zijn, dat de heele geschiedenis berust op een vergissing. Ik zal het eerst met dezen jongen binnengaan. Misschien herkent hij den een ol den ander, en dan hebben we recht tot handelen." „U neemt mij ook mede, als ik u verzoeken mag 1" voegde ik eraan toe. Jawel, overste Bannister, ik zal de vrijheid nemen mee te gaan 1" Zijn antwoord bestond slechts in een schouder ophalen, en weldra stonden we met ons drieën en Leo, die me op de hielen gevolgd was, voor de deur van het huiB no. 7 {wordt vervolgd.) Gtdrokt by LANG£?£LD ft Dl EO OU, TmsI.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 4