Finale Uitverkoop
KLOMPEN,
0. J. 0. D. DIKKERS,
Groote Houtverkooping.
C. DE WUN,
Prima Belg. Anthraciet.
Puike Grove
Engelsche Steenkolen,
W eener-Dames-Coupe
van alle aanwezige
Ook is de geheele partij in eens over te nemen.
F euille ton.
Om millioenen.
Een goed onderhouden
Inboedel en Huisraad,
Eene aanzienlijke partij
SLOOPHOUT,
PRIMA BELG. ANTHRACIET,
A. Dros Albzn.
Jb. Bakker Az.
Talmt nu niet langer!
publiek verkoopen
prijs f 2.05 per H.L.
tegen verminderde prijzen.
Bestellingen bij W. P. SMIT.
ZELFONDERRICHT
Boekhandel Parkstraat.
W. J. LANGEVELD Pz.
ISot.-llS lU 1 LXt'l j
zal, op Vrijdag- (leu 13 September 1903,
's morgens 10 uur in en bij het Hotel
vde Zwaan'''' te Den Burg op Texel,
ten verzoeke van de Erven van
Mej. de Wed. C. REIJ,
waaronder: Ecu mahoniehouten kabinet, dito
ovale tafel met 5 inlcgbladen, chilïoniére, pen
dule, twee kaudelabres (antiek), fauteuil, oudcr-
wetsche schilderijen, kachel met toebehooren,
vloerkleeden, tafels, stoelen en spiegels, bene
vens GOUDEN en ZILVEREN SIERADEN,
bestaande ingouden doekspelden, dito sloot
jes, dito ringen, dito voornaald, dito zijnaalden,
bloedkoralen, eenig ZILVERWERK en het
geen verder gepresenteerd zal worden.
De goederen ziju op den verkoopdag van
's morgens 9 tot 10 uur te bezichtigen.
Deurwaarder te Texel,
zal, op Zaterdag 30 September 1903,
's morgens 10uur, aan den grintweg
nabij het Nieuwe Schild op Texel
publiek verkoopen
afkomstig van een tjalkscbip, bestaande in
itneriknansehe dekplanken, lang 40 voet,
Vlakplanken, lang 40 voet.
Huidplanken, lang 30 tot 40 voet,
Eiken leggers, lang 14 tot 16 voet,
1 Mast, lang 60 voet, een partij brandhout,
en hetgeen verder gepresenteerd zal worden.
Denkelijk deze week DONDERDAG in
lossing haven Oudesehild, een partij
Bestellingen worden s. v. p. direct ingewacht.
UEd. Dw. Dr.,
BurgTexel. Parkstraat.
van boord afgehaald, Haven Oudesehild kil.
per H.L. Sept. en Oct. in lossing.
Zooeven verschenen
in de
HANDLEIDING VOOR
Naaisters en Dames-Kleermakers, voor het
knippen van Costumes, Mantels, Sport- en
Kinderkleeding, REFORMkleeding enz.
door Chr. A. F. AXRÖCJHTE, Gewezen Coupeur
van de firma Hirsch Co. te Amsterdam.
Tweede verbeterde druk met 86 afbeeldingen.
PRIJS f 1,90 ing.f 3,50 gebonden.
L. J. Veen, Uitgever, Amsterdam.
Dat deze tweede druk noodig werd, pleit
voldoende voor dit werkje, dat er bovendien
aantrekkelijk uitziet. Telegraaf Juni 02
Bovenstaand werk evenals alle andere boek
werken enz. kan zonder prijsverhooging gele
verd worden door den
Reeds DINSDAG heeft de trekking plaats der
gratis verloting van dc prachtige Stereoscoop
met 10 fijne platen (zie de uitstalling) benevens
verschillende andere prijzen, als doozen postpa
pier en Env., doozen Correspondentiekaarten en
Env., Groote prentebocken, luxe-penhouders enz.
Op elke honderd nummers minstens 5 prijzen
en op elke 300 nummers bovendien een Stere
oscoop met 10 platen.
Tot uiterlijk Maandagavond worden 1 of meer
nummers voor die verloting uitgegeven aan
ieder die voor 10 cent of meer van onderstaande
artikelen koopt.
T «i ■vtta! f P"i8 van geen en'tel arti"
Adw u VV wi. kei werd verhoogd, zoodat de
verloting beslist gratis is.
Profiteert van de zoo gunstige gelegenheid en
koopt vóór Dinsdag a. s. in den Boekhandel
Parkstraat h eonlant voor 10 cent of meer van
onderstaande artikelen
SCHRIJFMAP met 10 velletjes best postpa
pier en enveloppen. Prijs 10 cent.
24 of 30 velletjes gelijnd POSTPAPIER
(opruiming), 10 cent.
Extra fijne SCHOOLSCHRIFTEN met chro
mo-omslag, 8 cent.
PRENT-briefkaarteU van Texel, 21» cent
RAADSELBOEKJES, 10 cent,
GRIFFELDOOZEN, 15 cent en hoogcr.
TIMMERMANSPOTLOODEN, 4 cent.
Gewone SCHRIJEPOTLOODEN, 4, 5, V en
15 cent.
INKTPOTLOODEN, 10 en 15 cent.
Doosjes PASTEL, 8 en 15 cent.
VERGROOT- of BRANDGLAZEN 30 cent.
VLOEIBOEKEN, 15 cent.
PRENTE- en LEESBOEKJES van 5 cent
en hooger tot f 1,25.
Voor elke 10 cent besteed voor bovengenoem
de artikelen outvaugt men 1 nummer.
Men lette wel op, deze aanbieding is slechts
geldig tot uiterlijk Maandagavond a.s.
De uitslag wordt Woensdag in dit blad ver
meld.
Aanbevelend,
UEd. dv.,
30. Hoofdstuk VI.
„Tut, tuthet eerste schip, dat we praaien
een koopvaarder of oorlogschip, zal me bevrij
den," antwoordde ik verachtelijk.
„Zeer zeker, als u met hen spreken kunt,
maar wij zorgen er voor, dat dit niet gelukt,
tenzij u de voorkeur geeft, om eeu eed te doen
dat u het er niet op zult aanleggen."
„Wat verlangt u eigenlijk van me? Geld
waarschijnlijk. Goed iederen billijken eiseh zal
ik inwilligen."
„Zoo, nu spreekt u eens verstandig. Daar
is het zeker om to dren, maar wij zulleu zoo
yrij zijn ons zelf te bedienen. Het plan, dat
we hebben uitgedacht, en ik zie geen reden
waarom we er een geheim van zouden maken
bestaat hierin, dat u bij ons blijft hier in
deze zelfde schuit terwijl en zoolang, als
onze makkers hun zakken spekken met uw
dollars. Wij namelijk, we hebben betere, kun
nen betere aanspraken doen gelden dan gij, op
het door u onrechtmatig verworven vermogen."
„Gekheid! Wat kunt u zonder mijn haad-
teekeniDg uitrichten
„Die bezitten we, jongmensch, of althans een
nabootsing van eerste deugdelijkheid. Daarvoor
is reeds laDg gezorgd. U had niet zoo mild
met het uitschrijven van cheques moeten zijn
we hebben daarvan nog al eenige in uw porte
feuille gevonden."
„De dag van zware afrekening zal voor u
allen aanbreken voor u allen, Lawford, hebt
ge me verstaan
De ellendeling sloeg de oogen neer en sprak
geen woord.
„Ik geloof, dat we voor ons zeiven wel alleen
kunnen zorgen; in ieder geval is dat onze zaak
De uwe is het, in bedenking te nemen, of u
hier in strenge gevangenschap wenscht te blijven
Ik geloof, dat u dit na een paar weken wat
ongemoedelijk zult vindeD. Missohien, dat u
morgen of overmorgen tot betere gedachten
zult zijn gekomen, Mr. Morks. Intusachen zul
len we voor uw gemak zorg dragen. Onzo
Lysander is een uitstekend kamerdienaar.
„Je zult Mr. Morks met allo attentie punctueel
bedienen, begrepen Je moogt hem nooit uit
het oog verliezen, als hij hier in de kooi, of niet
achter slot en grendel zit."
„Tot orders, overste Mc. Quehe."
Tot mijn niet geringe verrassinm vond ik
een koffer, en wel een mijner valiezen, met
hemden, linnengoed en een paar kostnmes in
mijne hut. Daar ik nog mijn rok droeg, den
zelfden, dien ik in den nacht mijner oplichting
aan had, was ik zeer blij, van kleeding te kun.
nen verwisselen. Maar alvorens me te ver-
kleedcn, doorzocht ik al mijn zakken en vond
toon mijn horloge, mijn beurs, neen, er ontbrak
niets aan als mijn zakboekje, dat ik altijd bij
me droeg en waarin ik den brief van den New-
Yorker procureur had bewaard, waardoor ik
van mijn plotseling verworven vermogen in
konnis was gesteld. Nu eerst bemerkte ik
dat de samenzweerders zich dezen hadden toe
geëigend, omdat ze dien noodig hadden, ter
uitvoering van hun kolossale bedriegerij.
Afgezien van het feit, dat hij te oplettend
was, had ik over den mulat Lysander geen
klagen. Zijne zorg voor me was die eens
cipiers of gevangenbewaarders, verzacht door
do onderdanigheid van een lijfdienaar. Rjj
schoor me keurig, hielp me bij het kleeden
maakte mijn bed op, reinigde mijn kooi en
bracht me, waaraan ik het meest bohoeftehad
genoegzaam warm eten.
Daargelaten de onophoudelijk pijnlijke onzeker
heid, kon ik het verdere gerust afwachten, en
in het vast vertrouwen, dat recht ten slotte
toch recht moest zijn en blijven, mijne ziel in
lijdzaamheid bezitten.
Maar hoe stond het met Jenny? Wanneer
zou ik haar wederzien? Haar gewonnen te heb
ben en binnen weinige uren weer van haar
gescheiden te zijn, dat was een hard lot! En
wat moest ze wel denken van mijn verdwijnen
Zou ze treuren, boos of wantrouwend worden
ja wat?
Deze eenigszins benauwende overwegingen
werden door het binnenkomen van Lysander
mijn éénlettergrepigen bewaarder afgebroken'
hij bracht me een kop warme koffie.
„Ontbijt," zei hij kortaf.
Kort daarop kwamen Mc. Quahe en Lawford
die beiden met belangstelling naar mijn wel
zijn informeerden. Of ik goed had geslapen
of de scheepskost me beviel, ot mijn dienaar
behoorlijk voor me zorgde, dat alles werd zou
onbevangen gevraagd, alsof ze mijn gastheeren
waren en we op meest vriendschappeiijken voet
samen verkeerden.
„Luister nu eens goed, Mr. Morks," ging Mc.
Quahe voort, „ik mag lijden, dat u uw besluit
goed hebt overdacht en tot andere gedachten
zijt gekomen. Verstandig was het niet, wat u
in het schild voerdet, neen, dat kunt u zich
van mij laten gezeggen. Zie eens, we zouden
u de hcele reis hieronder niet graag laten
brommen het kan een verduiveld lang toertje
worden maar we kunnon u niet aan dek
laten komen, tenzij u belooft
„Wat moet ik beloven?"
„Niets anders dan dit: LT moet plechtig uw
woord geven, dat u zich niet met een schip,
dat ons praait, in verbinding zult stellen, noch
door een wenk, een aanroep of andere signalen.
Vervolgens, dat u nooit met een menschelijk
wezen, behalve ons drieën, zult spreken den
kapitein of een man der equipage geen teeken
geeft. Baten zou het wel niets, want hier aan
boord gaat u door voor een gemoedskranke,
voor een man in wiens bovenkamer het niet
pluis is, on die om gezondheidsredenen een zee
reis maakt. Wij met ons tweeëen zijn do ge-
neesheeron, Lysander is de ziekenvader ot op
passer. Wilt u ons uw woord van eer niet
verpanden
„Aan wieu van u moet ik dat geven Mannen
van eer P" vroeg ik, en Lawford begreep my'n
hoonende vraag, want zijn rood gezicht werd
nu purperrood.
„Welnu dan, uw woord van man tot man,"
verbeterde Mc. Quahe. „Ik geloof, dat dit vol
doende is en neem u in acht, ons te prikkelen
want dan sta ik voor niets in."
„Ik zal de geëischte belofte geyen, maar onder
voorwaarden," hernam ik. „Ik behoud me het
recht voor, mijn woord terug te nemen, op tijd
en plaats, dat het mij gepast voorkomt."
„Wanneer bij voorbeeld P"
„Als ik vind, dat ik niet behoorlijk word be
handeld als de omstandigheden een keer nemen
als
„Als je ziet, dat je ons een loeres draaien
kunt! Mooi zoo, mijn waarde kapitein, als dat
oogenblik komt, trekken we onze bandschoenen
uit, en zul-je met onzo vuisten kennismaken."
Aan dek was het heerlijk, de zon lachte aan
don hemel en een frissche bries deed de golven
krullen. We voeren met alle zeilen en liepen
met een tienmijlsvaart het Kanaal uit. De
richting van onzen koers bepaalde ik naar den
stand van den zon, naar de beweging der schepen
en stoombooten, die ons tegenlagen en mee
gingen, maar meer nog naar de blauwe lijnen
der aan stuur- en bakboord zichtbare kusten.
Ons vaartuig heb ik een „jacht" genoemd.
Het heette Fleur de Lis", zooals me bleek
aan de reddinggordels, het koperwerk en het
kompashuisje. Het was een jacht, to oordeelen
naar haar uitrusting, het vrijo dek van voor-
en achterstoven, de rijke metalen versieringen,
het afwezen van touwwerk, dat anders de vrije
beweging belommert, zoomede de hagelwitte
zeilen. Maar heel zindelijk was het niel, even
min kreeg men den indruk dat de eigenaar aan
boord was. De equipage bestond uit een naar
allen schijn samengeraapte bende, geen echto
jaohtmatrozen en do gezagvoorder, al was hij
een opgewekt en zeewaardig man, droeg niet
de gebruikelijke uniform van blauw laken, met
vergulde knoopen, maar een versloten kostuum
jus, vest en broek van dezelfde stof.
(wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LANGEVELD A DE ROOU, TeieJ,