Buitenland.
De f 100.000 der Staatsloterij is voor
de vierde maal in korten tijd te Rotterdam
gevallen op drie vijfde en vier tiende loten.
Een belasting-curiosum I Aan het douane
kantoor te Leer (Oost-Friesland) werd door de
Duitsche post eene bezending worst gedepo
neerd, welke niet aan den geadresseerde, een
Italiaansch werkman, kon worden bezorgd,
aangezien de invoer van worst uit Italië naar
Duitschland verboden is
Den Italiaan werd echter beduid, dat niets
een rechtstreekschen invoer naar de maag in
den weg stond, Zoo gezegd, zoo gedaan.
Des namiddags kwam de zoon van het
zonnige Zuiden met een paar kameraden op
dagen en trokken zij dapper op de worst los.
In een ommezien was de eerbiedwaardige
hoeveelheid verorberd, waarmee het zaakje
dus zonder diplomatiek incident kon afloopen.
De commissaris van Politie te Groningen
waarschuwt directeuren en andere bestuurders
van zuivelfabrieken, benevens handelaren in
zaaigranen, land- en tuinbouwzaden, op hun
hoede te zijn met het aanknoopen van rela-
tiën te Groningen, met sommige z g. afnemers
hunner producten, daar het in den laatsten
tijd eenige malen is voorgekomen, dat belang
rijke bestellingen wérden gedaan en betalingen
uitbleven.
Een postcuriosum. Aan het adres van
een der ingezetenen van Doetinchem werd
den 18den December 1S97 van Katwijk aan
Zee een briefkaart verzonden, die eerst Za
terdag 27 September 1902, dus eerst na 5
jaar onderweg te zijn geweest, aan het be
stemde adres aankwam.
Tot overmaat van ramp werd voor die
kaart, die in gesloten enveloppe werd overhan
digd, 7'/j cents port gevorderd, want hoewel
de kaart voldoende gefrankeerd scheen, waren
de postzegels in dien tijd veranderd, zoodat
de oude niet meer geldig waren.
Naar wij vernemen, heeft de Minister
van "Waterstaat het gevoelen van Gedepu
teerde Staten der onderscheidene provinciën
gevraagd aangaande een wetsontwerp tot
regeling der landbouw-vertegenwoordigiug
(N. R. Ct)
Haariemsche Frans,
eigenlijk Frans Rosier geheeten is heden door
de rechtbank te Haarlem wegens afdreiging,
overeenkomstig den eiseh, tot 12 jaar gevan
genis veroordeeld.
Het goud(?) van Hellendoorn. Naai
de „Zw Ctverneemt, is de aanvraag om
concessie, in December van het vorige jaar
gedaan door de h.h. Hompels en Frank voor
het mijn veld Erica, tot het ontginnen van
goud op een terrein, gelegen onder de ge
meente Hellendoorn, ingetrokken.
Hoe drukkend zich nog ten huidigen
dage de gevolgen doen gevoelen van den
onzaligen Atjehkrijg, moge opnieuw blijken
uit een brief aan de „Tel." ter inzage aan
geboden. Daarin komen de volgende regels
voor, die naar onze bescheiden meening de
volle aandacht verdienen van ons, Nederlan
ders.
„De Atjehers beginnen weder met grooten
nadruk en activiteit op tetreden. Zij zoeken,
evenals vroeger, hun kracht in verrassende
gevechten en stoutmoedige klewangaanvallen,
welke ons duur te staan komen Men wil
weten, dat intriges der heeren te Penang en
Singapore niet vreemd zijn aan dat kracht
dadig ageeren.
De onwelwillende artikelen in de Britsch-
Indische bladen doen ook veel kwaad aan
ons gezag en sterken de oorlogspartij in haar
verzet. Treurig genoeg schijnt het leger
bestuur aan geen vermeerdering van troepen
te Atjeh te denken, trouwens, het heeft de
handen tegenwoordig ook meer dan vol, do_>r
de onlusten op Djambie, Celeoes en Borneo.
Onnoodig te verzekeren dat onze officieren
en manschappen geducht opgejakkerd worden
en, in zekeren tijd, geheel op zijn Zoo'n
toestand is, in waarheid, niet vol te houden
en wekt demoraliseerend en schokt het zelf
vertrouwen.
Het blijk hoe langer hoe mèer, dat het Indisch
leger te zwak is voor de zware taak, welke
men op zijne schouders laadt
Hoe lang nog zal het duren vóór men in
Nederland begrijpt, dat wij, zoo voortgaande,
onzen ondergang als koloniale mogendheid
vooi bereiden. Het is zonneklaar, dat ook ons
overwicht in de Archipel door dien rampzali
gen om eindeloozen Atjehkrijg ten gronde gaat.
Het wordt meer dan hoog tijd dat men
eindelijk met ernst aan onze weerkracht in
Indië denkt, zoowel aan leger als aan marine.
Geloof me, 't loopt anders spaak.
Terwijl J. van Driel uit Oud Beierland,
te Klaaswaal in een Boomgaard aan het
appelen plukken was, hoorde hij door een
meisje, dat in de onmiddellijke nabijheid van
hem was, roepen: „O, mijn broertje, o, mjjn
broertje. Dadelijk begaf hij zich naar het
meisje, dat aan een slootkant stond, en zag
daar een pet drijven. Denkende dat er een
jongetje in het water lag, sprong hij, zouder
iets te vragen gekleed te water, doch vond
niets dan de pet. Op het droge gekomen,
vertelde het meisje, dat het niet haar broertje,
maar zijn pet was, die er was ingevallen.
Aan de „Semarang Ct," wordt het vol
gende ontleend
Een bedenkelijk verschijnsel noemen wij
het, dat, waar de bevolking gebrek heeft en
letterlijk armoede lijdt, het gebruik van opium
niet wordt nagelaten, verslaafd als de Javaan
is aan dat verderfelijk heulsap, waarvan ons
gouvernement het monopolie heeft.
De weinige verdiende centen gaan aan
opium en de kinderen moeten maar zelf zien
hoe ze aan voedsel komen. In enkele ge
vallen is het niet alleen de man die zich
aan dit geestdoodend genot overgeeft, maar
doet ook de vrouw daaraan mede ja zeifs
de kinderen.
Uit eigen ervaring weten wij, dat deze
toestand niet alleen in Demak bestaat, maar
ook in Grobogan, in die streken dus waar
de nood het meest njjpt.
Een feit is het, dat gemakkelijk uit de
statistieken geconstateerd kan worden, dat
het grootste gedeelte van de vrij talrijke
bevolking schuift en buiten het opium niet
meer kan.
Geen opium, geen werk Geen opium, ook
geen veldarbeid! Het lichaam heeft de op
wekking noodig, welke de opiumpijp verschaft
en als die opwekking ontbreekt is alle phy-
sieke en moreele kracht dood, met de schro
melijke gevolgen van een onherroepelijken
ondergang.
Zonder overdrijving durven wij beweren,
dat juist daarin de kanker zit van den ach
teruitgang der welvaart eener vroeger wel
gestelde bevolking als die van Grobogan.
Ligt de schuiver eenmaal met zijn pijp op
zijn matje of balee-balee, dan laat hij voor
de rest violen zorgen. Komt de nood aan
den man, dan is immers het gouvernement
er om hulp te verleenen, zooals het in den
laatsten tijd weder getoond heeft steeds bij
te willen springen.
Verschillende werken werden uitgedacht
om der bevolking eemgen arbeid te ver
schaffen, ten einde ze maar in de gelegen
heid te stellen een daggeld te verdienen en
op die wijze in haar levensonderhoud te
voorzien. Men denke echter niet dat aan
het verdiende geld die bestemming wordt
gegeven want het grootste gedeelte vloeit
terug in 's lands schatkist in den vorm van
de opbrengst van het opium.
Is er, vragen wij, treuriger economie denk
baar
Een commissie is thans bezig om naar
de oorzakon van de onhoudbare toestanden
in Demak en Orobogan een onderzoek in te
stellen, daarom vestigen wij op bet boven
staande haar aandacht.
Boter-contröle
Een groot aantal botorfabrikanten en andere
belangstellenden in den boterhandel, onder
wie mr. Roozegaarde Bisschop, secretaris van
de kamer van koophandel te Londen werd
opgemerkt, woonde te Utrecht de vergade
ring bij, belegd om de mogelijkheid te be
spreken om alle door eerlijke boterbereiders
geproduceerde boter onder contróle te stellen.
De vergadering benoemde een voorloopige
commissie, welke tot taak zal hebben het
uitwerken van een plan om tot het beoogde
doel te geraken.
Een 16-jarige hoogere-burgerscholier te
Utrecht heeft Zaterdagavond de ouderlijke
woning verlaten en is goed uitgerust de
wijde wereld ingegaan. Het geld voor zijn
equipementstukken had hij van de spaarbank
gehaal 1. Onder de uitrustin/, die hij zich
had aangeschaft, bevonden zich ook verschil
lende wapens, als een buks, dolkmessen enz.
Zijn schoolkameraden, die misschien slechts
dacht n aan een avontuurlijk tochtje, deden
hem Zaterdagavond uitgeleide tot aan het
station. Geen hu ner heeft getracht hem
van zijn onzinnig voornemen terug te brengen.
Met een D-trein vertrok hij in de richting
Duitschland. Het moet zijn bedoeling zijn
zich n ar Konstantinopel te begeven.
Accijns op gedistilleerd 1
Men heeft medegedeeld, dat in verband
met de aangekondigde verhooging van den
accijns op gedistilleerd, zich reeds een leven
dige speculatie had ontwikkeld De minister
van financiën schijnt dit te hebben voorzien;
immers zal met het oog op zulke speculatie
het wetsontwerp tevens bepalingen bevatten
betreffende de navordering van den verhoog
den accijns van het gedistilleerd, dat by het
in werking komen der wet in eenigszins
belangrijke hoeveelheid bij neringdoenden en
particulieren in voorraad zal wezen.
Het is meent „de Tijd" niet waar
schijnlijk, dat dit bericht volkomen juist isi
het navorderen van accijns bij particulieren
schijnt ons niet aannemelijk.
Wellicht is het gansche bericht niet zonder
speculatieve bedoelingen openbaar gemaakt,
daar uit de noteering blijkt dat de jenever-
prijs in een week tijd met een gulden per
vat is gestegen.
De moord in de Dubbele Buurt te Am
sterdam. Uit zeer vertrouwbare bron ver
neemt het „Hbl.", dat door de justitie een
spoor is gevonden inzake den moord gepleegd
in de Dubbele Buurt op de weduwe Dijxhoorn
Zooals men weet, zit geruimen tijd in voor
arrest zekere S. verdacht van het vervaardigen
van valsch bankpapier, in een drukkerij aan
het Damrak in beslaggenomen. Deze heeft
voor den officier van justitie de verklaring
afgelegd, dat Kootje Rijf en Frans de Groot
recidivisten, beiden veroordeeld m zake een
brutale inbraak in perceel 290 N. Z. Voor
burgwal bij de firma Van Lohe, aan den
moord schuldig zijn.
De misdaad is gepleegd met een hamer,
en deze hamer is in beslag genomen niet
alleen, maar de justitie heeft ook eenige
draden in handen, die de verklaring van S.
schijnen te bevestigen.
Op zijn beurt zou S. omtrent de daders
zijn ingelicht door Van der Heyden, die ook
in de inbraak bij de firma Van Lohe is be
trokken.
Ongevallenwet-
Nu de tijd nadert, dat de Ongevallenwet
in haar geheel in werking zal treden en daar
mee feitelijk de verzekering der werklieden
een aanvang zal nemen wordt het volgende
onder de aandacht der werkgevers gebracht.
Gelijk bekend is, waren de werkgevers tot
nog toe vrij om hun personeel al of niet tegen
ongevallen te verzekeren. De Ongevallenwet
heeft hierin verandering gebracht. Echter niet
in dien zin, dat nu aan den werkgevers de
verplichting is opgelegd om zijn werklieden
to verzekeren, hetzij bij de Rijksverzekerings-
bark, hetzij bij een particuliere verzekerings
maatschappij te zijner keuze. Wie dit meent,
verkeert in dwaling. De wet bepaalt eenvo 1-
d:g, dat alle werklieden in verzekeringsplich-
tige bedrijven van rechtswege bij de Rijksver
zekeringsbank verzekerd zijn, onverschillig of
de werkgever deze wijze van verzekering be
geert of niet en dat aan de getroffen werklie
den of hun nagelat n betrekkingen recht
streeks door de Rijksverzekeringsbank een
schadeloosstelling of rente wordt uitgekeerd,
zonder tusschenkomst van den werkgever.
De daartoe noodige fondsen moeten natuurlijk
door den werkgever worden verschaft en in
de wijze, waarop dit geschieden kan, is hem
nu zekere vrijheid gelaten, hij heeft n.l. de
keus om of een premie aan de Rijksverzeke
ringsbank te betalon, waarvan het bedrag nog
bij Koninklijk besluit moet worden vastgesteld
of, na van de Koningin bekomen vergunning
zelf het risico te dragen of het over te dragen
aan een naamlooze vennootschap of yereeni-
ging. Wie zelf het risico draagt, betaalt aan
de Rijksverzekeringsbank geen premie, maar
moet als een zijner werklieden een ongeval
treft, dan ook de volle waarde der krachtens de
wet gedane en te doene uitkeeringen aan de
Rijksverzekeringsbank betalen en moet in elk
geval vooraf een pand geven ter zekerheid van
de nakoming dezer verplichting. Wie het risico
overdraagt, zal daarvoor aan de naamlooze
vennootschap of vereeniging, met welke hjj
contracteert, betaling verschuldigd zijn, vol
gens met haar te sluiten overeenkomst, terwijl
zijzelve aan de Rjjksverzekeringbank de bjj de
wet vastgestelde schadeloosstellingen heeft te
restitueeren en voor de nakoming harer ver
plichtingen zekerheid heeft te stellen
Deze wettelijke regeling geldt voor alle
werkgevers in verzekeringsplichtige bedrijven
gelijkelijk, zoowel voor hen die hun werklieden
reeds bij een particuliere verzekeringsmaat
schappij verzekerd hebben, als voor hen, die
dat niet gedaan hebben. Zij verplicht derhalve
tot premiebetalen aan de Rijksverzekerings
bank, of eigen risico dragen of risico overdra
gen, ook hen wier personeel reeds verzekerd
is. De werkgevers, die zoodanige verzekering
gesloten hebben dragen dan feitelyk tweemaal
den last der verzekering, ten oerste den last,
dien de wet hun oplegt tegenover de Rijksver
zekeringsbank, ten tweede den last, dien zij
vrjjwillig op zich namen tegenover particuliere
verzekeringsmaatschappijen. Billijkheidshalve
bevat de wet echter een overgangsbepaling,
dat wie zoodanige verzekering by een parti
culiere maatschappij vóór of op 26 October
1900 gesloten heeft, bevoegd is die tot zeker
door het bestuur der Rijksverzekeringsbank
vast te stellen bedrag (in den regel wel tot
het geheele bedrag) over te dragen aan de
Rijksverzekeringsbank, mits men dit doe vóór
artikel 1 der Ongevallenwet 1901 in werking
treedt. Het gevolg van zoodanige overdracht
is, dat de Rijksverzekeringsbank dit bedrag,
hetwelk de werkgever aan de particuliere
verzekeringsmaatschappij verschuldigd is, voor
hen betaalt. Verzekeringen gesloten na 26
October 1900, kan de Rijksverzekeringsbank
niet overnemen. Wie dus na 26 October 1900
een verzekering gesloten heeft, moet den last
tweemaal dragen, zoolang zijn contract met die
verzekeringsmaatschappij van kracht blijft.
Er kan dus verwarring ontstaan tusscheu
deze twee zaken, een contract van verzekering
tegen ongevallen en een contract van over
dracht van risico. Het eerste kan men nog te
allen tijde sluiten bij een verzekeringsmaat
schappij, op welke voorwaarden ook, zonder dat
men zich daardoor van de verplichte premie
betaling, voortvloeiende uit de Ongevallenwet,
bevrijdt. Het tweede kan men sluiten na
van de Koningin bekomen vergunning, bij elke
maatschappij, die zich met de overneming
van de uit de Ongevallenwet voortspruitende
risico's belast, met het gevolg, dat men van
de verplichtingen om aan de Rijksverzeke
ringsbank te betalen, ontslagen is maar daar
tegenover aan de particuliere maatschappij
uit den aard der zaak zooveel te betalen heeft.,
dat deze voor het overgenomen risico gedekt
is. (L. D.)
Opmerking verdient, dat generaal Botha
te Arnhem heeft gezegd, dat de geheele kas
der Z.-A. Republiek, zijnde 14,000 pd. st. aan
geld en 58,000 pd. st. aan regoeringsnoten,
bij het vertrek van President Kruger aan
hem, generaal Botha, persoonlijk afgedragen
zijn.
De repatrieering op groote schaal van
soldaten uit Zuid-Afrika duurt steeds voort.
De volgende week worden er weer 10,000
man verwacht en binnen enkele weken zal
de bezetting der vroegere Republieken zijn
teruggebracht op 50,000 man
Of die 50,000 man dan nog noodig zijn
zal men misschien vragen. Afgezien van
den nog zeer onzuiveren politieken hemel
in Zuid-Afrika, zou het volgende bericht wel
als antwoord kunnen dienen op die vraag.
„Reuters correspondent te Pretoria seint,
dat de termijn ,aan de Kaffers gesteld voor
het inleveren der wapens, weer 3 maanden
verlengd is".
Dat is een veeg teeken
De vrouwenbeweging in Amerika.
Blijkens de laatste volkstelling zijn er in
de Yereenigde Staten tegenwoordig 3105
vrouwelijke predikanten, 409 ingenieurs en
electriciens, 130.» advocatessen, 7399 genees-
vrouwen, 787 tandmeesteressen, 324 aan-
spreeksters, 45 locomotiefmachinisten, 5582
kapsters, 1540 bouwmeesteressen, 167 met-
selaarsters, 2 93 dagbladschrijfsters, 51 dood-
graafsters, enz.
Op vele Amerikaansche kantoren vindt
men vaak allerlei opschriften aangebracht,
die er voor moeten dienen het publiek onder
het oog te brengen, dat zij niet de menschen
met onnutte dingen moeten lastig vallen.
Zeor vaak vindt men het opschriftThis
is my busy day (vandaag is het mijn drukke
dag). Ter wering van menschen die geld
willen leenen, hangt op sommige kantoren
„Simpson leent geld, wij nietSimpson is
de Amerikaansche naam voor allo pandhuis
houders. Iemand, die graag contant geld
zou willen hebben voor een cheque, ziet een
bordje„Cheques worden door de banken
ingewisseld, hier niet."
Maar het mooiste van alles is wel het
onderstaande opschrift, dat, volgens den New-
Yorkschen correspondent d r „Frankfurter",
in vele kantoren boven de brandkast hangt,
natuurlijk met wijzigingen naar de plaatselijke
omstandigheden
„Informatie voor inbrekers. In dezen
kast zijn slechts papieren die voor u zonder
waarde zijn. Wees daarom zoo goed de kast
niet te beschadigen. Wij deponeeren eiken
dag de ontvangst van den dag bij de bank.
U zult echter in de bovenste lade in de tafel
bij het loket wat klein-geld en ook postzegels
vinden".
Spuwen in wachtkamers, op perrons enz.
Bij beschikking van 21 Maart 1902 zijn door
den Minister van Openbare Werken in Prui
sen de besturen van alle spoorwegmaatschap
pijen gelast in alle wachtkamers en portalen
en op de perrons de volgende oproeping tot
het publiek aan te plakken
„Ter bevordering van de algemeene ge
zondheid wordt dringend verzocht in de lo
kalen van het station, op do trappen of op
de perrons en in de wagens niet te spuwen.
„Bovendien worden de spoorwegmaatschap
pijen aangemaand spuwbakjes hier en daar
op den bodem en in wachtkamers te doen
plaatsen."