OE EERSTE NEOERLANOSCHE MAATSCHAPPIJ
tot verzekering van Risico in Loterijen.
Agent voor Texel: A. DE ROOD, Parkstraat, Burg.
Claudius Henricus de Boer,
De trekking der Staatsloterij begint Maandag a. s.
Vilt Muilen en Pantoffels
„Eendracht maakt macht"
UITVOERING
Bruine Teer, Koolteer, Draineerbuizen, enz.
Kruideniersaffaire
met vergunning.
Feuilleton.
De weder opstanding van mijnbeer Wiggeit
Maatschappelijk kapitaal: Een Millioen Gulden,
waarvan f 100.000 gedeponeerd is als additioneele
waarborg voor de polishouders.
Dames, Heeren en Kinderwerk met vilt.
JOH. KIKKERT,
P.8. Handel in Koe- en Paardendekken.
publiek verkoopen
Handel in puik beste
Friesche &Zeeuwsche
W in teraar dappelen.
Ter overname aangeboden
Te koop aangeboden
200 M3 grove en fijne PUIN benevens
20 H.L. ROET.
Ll. FRANSEN,
Goedgekeurd bij Kon. besluiten van 20 November 1896, 12 September 1900 en 24 Juni 1902.
Ondergeteekende, aangesteld als AGENT voor Texel, voor bovengenoemde Maatschappij,
noodigt belangstellenden uit kennis te nemen omtrent doel, bedrijf en voordeelen van deze
Maatsohappij.
De red. van het Fin. Dagbl. gewijd aan den Fondsenhandel, enz. zegt van deze Maat
schappij o. m.
„Ik moet erkennendat ik in alle opzichten van deze zaak een solide indruk héb
gekregen
Resumeerende kom ik tot de conclusie dat, wanneer men gewend is in de Staats
loterij te spelenmen vrij wat verstandiger doet, een polis te nemen bij deze Maatschappij. Voor
menigeen is het een aardig speelkansje ten behoeve zijner kinderenenz.
Tot volledige inlichting zijn prospectussen en polisformulieren gratis verkrijgbaar bij den
AGENT voor TEXEL
.A. DE EOOI«T, Burg op Texel.
GEOOTE VOORD A AD
iu de bekende solide en goedkoope soorten.
Tevens voorradig een prachtige partij
Beneden iedere concurrentie.
Zending franco over geheel Texel.
Aanbevelend,
MARKTPLEIN.
Rederijkerskamer
Hotel „DE ZWAAN" te DEN BURG.
op Zondag 16 November e.k. 's avonds halt
8 precies
Entreé 50 ets. Heer en Dame f 0,75.
1STa afloop Bal.
Het Bestuur.
Muziek van de Gebr. Crefeld uit Alkmaar.
Notaris te Texel,
zal op Donderdag 20 November 1902, des voor
middags tien uur, ten sterf huize van Mejufvrouw
AALTJE KNAAP, te den Hoorn op Texel
EENIGEN INBOEDEL, als: kastje, tafel,
stoelen, eenlg goud- en zilverwerk en hetgeen
wijders zal worden gepresenteerd.
BETALING 24 JUNI 1903.
VRAAGT MONSTERS!
Het goedkoopste adres.
J. Ph. BAKKER,
Weverstraat.
een ZAAK, die een burgerbestaan oplevert,
Brieven fr. bureau van dit blad letter B.
Te bevragen bij
Metsel aar te Medemblik.
Uit het Engelsch door P. L.
1.
Sol Ketchmaid, de waard van de herberg
„het Schip" zat in het buffet en stond nu en
dan op, om de klanten die dit prettig verblijf
met hem deelden, te bedienen.
Veertig jaar varen voor de mast had van
hem een autoriteit op het gebied van zeezaken
gemaakt, vijf jaar eigenaar van „het Schip" en
binnen vijf mijl geen vergunning in den omtrek
had van hem een autokraat gemaakt.
Trots luisterde hij van uit zijn van kussens
voorzienen armstoel, naar de gesprekken. Som
tijds mengde hij zich er in en koos partij en
het was van te voren reeds bepaald dat de
zijde die hij gekozen had, het zou winnen.
Hoe duidelijk of ook de rede van de tegen
partij was, had Ketchmaid als waard slechts
één onfeilbaar antwoord „de man was dronken."
Wanneer mr. Ketchmaid die meening geuit
had, was de kwestie uit. Vrees voor zijne ver
gunning, anders niet aanwezig, beving hem dan
plotseling en het kleine deurtje welke toegang
tot het buffet gaf, openende beval hij den tegen
partij bulderend te vertrekken.
Tweemaal had hij in den laatsten tijd Ned
Clark, de dorpsschoenmaker, op wiens sterke
kop, het dorp roem droeg, gewaarschuwd. Bü
de derde gelegenheid was de verontwaardigde
schoenmaker te midden van een hartstochtelijke
rede over het recht van spreken door den waard
op straat geworpen. Na dien tijd was niemand
meer veilig.
Dien avond trad hij de herberg weer binnen
Hij was als protest drie dagen weggebleven en
de waard was natuurlijk verontwaardigd over
zoo'n weerspannigheid.
Goeden avond, mr. Ketchmaid, zeide de
schoenmaker, geef mij assiblieft een half fleschjo
limonade."
CJarks kornuiten lachten en nadat mr. Ketch
maid hem nog eens aangekeken had om te
zien ol hij het meende, bediende hij hem stil
zwijgend.
Er is iets goeds in limonade, zeide de schoen
maker zijn glas langzaam leeg drinkendenie
mand zal zeggen dat men dronken is, al drinkt
men er een emmervol van.
Er heerschte een akelige stilte tenlaatste door
het smakken der lippen van mr. Clark onder
broken.
Was er nog nieuws sinds ik weg ben geweest
jongeDS? vroeg hij of heb jullie weer net als
gewoonlijk naar de buitengewone avonturen
geluisterd van den waard, toen hij ter zee voer
De waarheid is soms vreemder dan verzinsels
zeide mr. Peter Smit de kleermaker op afkeu
rende toon.
Dat stemde de schoenmaker toe. Maar ik
heb het nooit geloofd voor ik van de avonturen
gehoord heb, die mr. Ketchmaid heeft meege
maakt, merkte hij op.
Dan geloof je het nu, seide de waard, kortaf.
En de geloofwaardigste van je verhalen zijn
de meest wondervolle uit de heele boól, zeide
mr. Clarks.
„Wat meen je met de geloofwaardigste t"
vroeg de waard, terwijl hij de leunings van
van zijnen stoel vastgreep.
Wel, de wonderlijkste, grinnikte de schoen
maker.
Ja, hij heeft er verscheidene meegemaakt,
zei de kleermaker.
De geloofwaardigste die mij invalt, zeide de
schoenmaker, is die, waarin Henri Wiggeit de
bootsmansmaat zijn been werd afgebeten toen
hij mr. Ketchmaid van de haai redde, en zijn
scheepsmakker Sam Jones de zwarte kok gewond
raakte toen hij hem uit de handen der zuidzee-
eilanders, bevrijdde.
Het verveelt mij nooit die geschiedenis te
hooren vertellen zeide de kleermaker.
Mij ook niet, zeide mr. Clark.
Mr. Ketchmaid staarde hem over zijn pijp
boos aan, de schoenmaker lachte opgeruimd.
„Nog een half flescbje limonade waard," zeide
hij zacht.
Ga heen en koop je limonade, ergens anders,
barstte de waard los-
Ik drink het liever hier, hernam de schoen
maker en je moet mij bedienen mr. Ketchmaid.
Een herbergier moet zijne klanten bedienen of
hij wil of niet, anders verliest hij zijn vergun
ningsrecht.
Niet wanneer zij dronken zijn, zeide de waard.
Zeker niet, zeide de schoenmaker, daarom
drink ik limonade mr. Ketchman.
De verontwaardigde mr. Ketchmaid deed de
kurk na hem van het ijzerdraad ontdaan te
hebben, tegen den zolder vliegen. De sohoen-
maker nam het glas aan en keek beleedigend
rond. „Ik drink op de gezondheid van mr.
Wiggeit, die zijn been verloor om mr. Ketchmaid
het leven te redden ook op Sam Jones, die zich
voor datzelfde edele doel de borst met een spiets
liet doorsteken. Ook op kapitein Peters, die
hem alsof het zijn eigen zoon was oppaste toen
hij uitgeput was door het werk dat hij deed
voor vijf man die verdronken warenook op
de gezondheid van Dick Lee die mr. Ketchmaid
hielp een Chineesche jonk van roovers te over
meesteren en alle zeventien doodde door
Hoe maakte je ze ook weer dood Ketchmaid.
De waard die in het buffet bezig was, deed
afsof hij hem niet hoorde.
Doodde ze alle zeventien, door ze eerst mop
pen te vertellen, tot ze in slaap vielen en ze
toen afmaakte met het houten been van mijn
heer Wiggeit hernam de schoenmaker.
Hi hi, zeide een ongelukkig luisteraar, het
uitproestende hi hi hi.
Plotseling hield hij zich in en trok toen de
waard naar hem keek een heel ernstig gezicht.
Het was beter dat je naar huis ging, Jem
Summers, zeide de waard schuimbekkend van
woede; je hebt te veel gebruikt.
Dat heb ik niet, zeide Jem Summers stout.
Er uit ga je, zeide mr. Ketchmaid je kent
de regelen. Ik houd een nette herberg en al
diegenen die zich niet weten te matigen gaan
er uit.
„Je moet je bij limonade houden Jem dan
kun je zeggen, wat je wilt," zeide mr. Clark.
Summers keek rond om hulp en daar hij geen
meelij in de oogen van den waard zag, ging hij
heen peinzende hoe hfj het overige van den
avond zou doorbrengen.
Versta mij wel Ned Clark voegde de ver
ontwaardigde waard er aan toe. Wij hebben
hier je geld niet noodig, breng het ergens anders.
Dankje, maar ik kom liever hier, zeide de
sohoenmaker, met veel vertooning zijne limonade
slurpend.
Ik hou er van naar je vertellingen van de
zee te luisteren.
Geloof je me niet, vroeg mijnheer Ketohmaid
opstuivend.
Natuurlijk niet, antwoordde de sohoenmaker,
wij allen niet. Als je maar eens even nadacht
zou je zelf begrijpen hoe ongerijmd je praatjes
zijn. Jij en je haaien, geen haai zou je willen
opvreten of hij moest blind zijn.
Mr. Ketchmaid liet die grove aanmerking op
zijn uiterlijk stilzwijgend passeeren en voor 't
eerst zat hij zich te verbijten toen de schoenmaker
het verhaal van verschillende avonturen deed
welke hij zeide dat aan een zeevarenden neef
van hem,waren overkomen. Velen geleken spre
kend op mr. Kotohmaid's eigen ondervindingen,
met het eonige verschil dat die van den neef
nog minder waarschijnlijk waren,
(wordt vervolgd.)
Gedrukt b« ItANGBVKLD ft DB ROOD, Tuil,