Prima Prima Tandarts J. BLITZ, Kachels. De keuze in prente- en leesboeken is thans bij ondergeteekende buitengewoon groot. Voorbanden zijn ruim 250 soorten J eeij beste Zwitsersche DEKBOK. liet plaatsen van KUNSTTANDEN enz. Bricfkaartalbums, Ganzenspelen, Vraag- co antwoordspelen, Doozen Postpapier, Enveloppen, enz. enz. De weder opstanding van mijnheer Wiggelt le soort SPECULAAS 45 ct. 2e 35 ct. TAAI-TAAI 16 ct, K. BOON Fz.f Hoofdgracht 13, Helder, is eiken MAANDAG te consulteeren in Hotel „De Lindeboom" Burg- Texel, des morgens van 9-1 uur. Beschikbaar Opruiming van de nog in voorraad zijnde KACHELS tegen spotprijzen lil prijzen VdLL 55, 60, 65, 75, 90 cent en f 1,--. Slijters rabat!! Feuilleton. Alles geschiedt pijnloos. P. J. ZOETELIEF. W. J. LANGEVELD JPz. 's Avonds na 7 uur ook bij mij aan huis verkrijgbaar, Ziet ook de uitstalling aldaar. Hoogerstraat. Feenders f 0,45 dekgeld a contant. K. DALEN BERG, bij Yruchtbaaroord, Eierland. Nieuwendijk 107, Amsterdam, bericht dat hij op Donderdag 20 Nov. van 's avonds 7—9 uur en Vrijdag 21 Nov. van 's morgens 91 uur in 't Hotel „DE LINDE BOOM" te consultecren zal zijn voor Aanbevélend, "in V1V,H7DTI XTQ II Yerder diverse andere artikelen, geschikt voir St-Nicolaas-cadoaux, als: Passordoozen, Passers, Linialen, (waaronder do bekende uitorat practische buigzame staalliuiaal). Griffel- en Spoozendoozen, Leien, Gril'iels ,(met ot zonder hout, los ol in eenvoudige doosjes), Briefwegers, Inktkokers, (waaronder de beroemde Gardner inktkoker), Penhouders, enz. Hoogachtend, aanbevelend, UEd. dv. Uit het Engelscli door P. L. 3. Zeg het ze bij toeval morgenochtend, beval mr Ketchmaid en ga in den namiddag weg, dan zal ik je boven de vijf shilling zooals wij afgesproken hebben ook nog eens lekker te eten geven. Mr Wiggelt dankte hem hartelijk, nam een lantaarn op en verdween naar de ongewone weelde van schooue lakens en een zacht bed. In diepe gedachte lag hij een poosja wakker en gaf toen, een hartelijke lach tusschen de lakens smoorende, een zucht van tevredenheid en sliep in. Tot groote spijt van den waard ging zijne gast 's morgens eens wandelen en kwam niet voor den avond terug, zeggende, dat hij in zijn kreupelen toestand te ver weg was geloopen en niet eerder terug had kunnen komen. Veel sympathie werd hem in de gelagkamer betuigd, maar mr. Ketchmaid luisterde te ver geefs naar het minste gezegde, welke op zijn vertrek duidde- Signalen gaven niet, mr. Wig geit lachte hem eenvoudig toe en hief zijn glas op om hem bescheid te doen en toen de waard heel listig het gesprek van varkens slachten op nichten gebracht had, veranderde mr. Wiggelt het in ooms en praatte over pandhouders. De hulplooze mr. Ketchmaid leed in stilte, met het oog op de klok gericht en danste bijna van ongeduld over het talmen der vertrekkende gasten. Hij vergezelde den laatsten man naar de deur, en keerde toen rood van woede naar de gelagkamer terug om met mr. Wiggelt te spreken. „Wat moet dat beteekenen donderde hij. „Beteekenen? wat Sol?" vroeg mr. Wiggelt verwonderd opziende. Noem mij geen Sol, omdat ik het niet hebben wil, bulderde de waard, met gebalden vuist voor hem staande. Het eerste wat je morgen doet, is er uit te trekken. „Er uit riep de ander verbaasd. „Er uit Waarheen?" Waarheen je wilt zeide de opgewonden waard als je hier maar van daan gaat, kan het mij niet schelen waar je heen gaat. Mr. Wiggelt die een sigaar rookte, den derde dien avond, lag die voorzichtig naast zich op de taiel en zeide, hem zacht verwijtend, aanziende „Je bent je zelve niet, Sol, zeg nu maar niets meer anders mocht je diDgen zeggen, waar je later berouw over zoudt hebben. Zijn voorgevoel werd meer dan bewaarheid, daar mr. Ketchmaid zooveel over zijn ouderdom afkomst en karakter aan te merken had, dat een polderjongen er verstomd van had gestaan. Het eerste dat je morgen doet is te gaan, zoo eindigde hij ten slotte. Ik had veel zin, je er nu al uit te gooien je weet onze afspraak. Afspraak zeide mr. Wiggelt afspraak VYel ik heb je sinds tien jaar en langer niet gezien als ik kapitein Peters niet ontmoet Hier viel mr Wiggelt hem woedend in de rede: Sol Ketchmaid. zeide hij vol waardigheid. Ik hoop dat het de drank is en niet Sol Ketchmaid die ik het leven reddo door aan de haai mijn been op te offeren, die sproekt. Ik reddo je l leven, Sol en ik heb hier mijn anker in dit haventje laten vallen en denk hier te blijven totdat ik ga waar Sam Jones is die met uwe naam op zijne lippen stierf. P otseling sprong hij op, toen mr. Ketchmaid ecu ttesch opgreep en hem er de hersens mee wild e inslaan. Schurk, riep de waard, stikkende van woede Doortrapte fielt. Nooit heb ik jo gezien voor laatst op do kaai te Burnsea en om een on schuldig lolletje met Ncd Clark te hebben vroeg ik je te komen en Wiggelt voor te stollen. Yoor te stellen riep mr. iggelt alsof hij doodelijk geschrokken was. Yoor te stellen! Heb je vergeten dat ik je weg geduwd heb en heb gezegd: Red je Sol, toen de bek van de haai zich over mijn been sloot. Heb je dat vergeten O Hoor eens hier zei mr. Ketchmaid er heeft nooit een Henri Wiggelt bestaan, er was nooit een haai, nooit een Sam Jones Nooit een Sam Jones zeide mr. Wiggelt verbaasd in zijn stoel terug zinkende. TIeb je dan geen ziertje gevoel meer, Sol Hij schar relde in zijn zak haalde er de overblijfselen van een vuile zakdook uit en veegde zijne oogen at ter nagedachtenis van den trouwen zwarte. Hoor eens hier, zeide mr. Ketchmaid, de flesch nederzettende: je hebt mij te pakken zeg wil je gaan voor een pond Gaan zeide mr. Wiggelt ernstig. Ik schaam mij over je, Sol. Ga naar bed en slaap je roes uit en dan kan je morgen weer Henri Wiggelt de hand schudden, maar niet eerder. Hij nam een doosje lucifers van den toonbank stak zijn stompje sigaar aaD, keek mr. Ketch maid ernstig aan strompelde toen nadenkend het hoofd schuddende, naar bed. Mr. Ketchmaid bleef beneden en zat minstens een uur te peinzen, hoe hij hier uit zou raken. Hij ging nu met het steeds niet opgeloste vraagstuk naar bed, en de morgen bracht ook geen uitkomst' Mr. Wiggelt scheen al wat den vorigen avond gebeurd was, vergeten te hebben en bleef over alles wat de waard zeide, zoo koel als een rino ceros. Dien avond vertelde hij eenige nieuwe moppen van hem en Sam Jones, moppen die mr. Ketchmaid, al liep hij soms gevaar van woede te stikken wel verplicht was aan te hooren. Een week verliep en nog steeds vereerde mr. Wiggelt de gelagkamer van „het Schip", met zijn tegenwoordigheid. De waard begon vleesch te verliezen en begon er ernstig over te denken de geheele zaak vol mondig aan zijn klanten te vertellen. Mr. Wiggelt bewaakte hem nauwkeurig en met een knapheid ontstaan door levenslange ondervinding begreep hij dat zijn bezoek ten einde liep. Eindelijk begon mr. Ketmaid er zelve over. Van avond zal ik de klanten zoggen dat hot maar een lolletje van mij geweest is, en dan zal ik jou in je kraag nemen en je de deur uit trappen. Mr. Wiggelt zuchtte en schudde het hoofd. Het zou een verschrikkelijk zaakje voor je wezen zeide hij bedaard. Je zoudt beter doen, mij om te koopen en dan zal ik ze van avond nog ver tellen dat ik naar Nieuw-ZeelaDd ga, naar een nicht van mij en daf gij mijne overtocht betaald hebt. Ik houd er wel niet van, om nog meer te liegen, maar omdat hot voor jou is, zal ik het voor 2 pond doen. Vijf shilling snauwde mr. Ketchmaid, mr. Wiggelt lachtte en schudde het hoofdj mr' Ketch maid verhoogde zijn aanbod tot tien shilling tot een pond en eindelijk na eenige aanmer kingen van mr. Wiggelt vloog hij naar binnen en haalde het geld. Het nieuws van het vertrek van mr. Wiggelt ging vlug door het dorp, de waard had het dadelijk aan den eersteil bezoeker verteld en een overgroot gezelschap was dien avond ib de gelagkamor aanwezig om den emigrant vaarwel te zeggen. De waard merkte met genoegen op, dat hij een goeden avond had. Eenige heeren geven een rondje tereerevan mr. Wiggelt en deze tastte wederkeerig in zijnen zak en bestelde er oek een, mr. Ketchmaid voerde eenigzins ongerust de order uit, en toen haalde mr. Wiggelt met een gelaat alsof hij een omchatbare weldaad bewees een halve penny uit deu zak, welke eens aan Sand Jones had behoord en stond er op aan, dat hij die bewaren moest. Dit is mijn laatste avond, maats, zeide hij treurig toen hij voor het drinken op zijne ge zondheid bedankte. In vele havens ben ik geweest en vele mooie herbergen heb ik bezocht, maar nooit ontmoette ik vriendelijker hartelijker kerels dan jullie. „Hoor! hoor," riep mr. Clark. Mr. Wiggelt zweeg doch na een slok uit zijn glas, om zijn aandoening to verbergen, genomen te hebben, hervatte hij „In mijn eenzame pelgrimstocht door het leven, kreupel en bedelend om een stukje brood zal ik aan deze gelukkige uren denken en aan jullie vriendelijke gezichten. Wanneor ik worstel met de knagingen van den honger en voortge jaagd word door de hartelooze politie, zeide hij met betraande oogen, zal ik aan jullie denken zooals ik jullie het laatst zag. Maar zeide mr. Smit de algemeene ontsteltenis ziende, ge gaat immers naar Nieuw-Zeeland, naar je nicht. „Ik heb geen nicht", zeide hij, „ik sta alleen op de wereld." Bij deze treffende woorden zetten zijne toe hoorders hunne glazen neeren keken verwonderd mr. Ketchmaid aan terwijl die heer op zijn beurt mr. Wiggelt aan keek alsof die plotse ling hoorns en staart gekregen had. Ketchmaid vertelde mij zelf dat hij je over tocht naar Nieuw-Zeeland betaald had, zeide de schoenmaker, hij zeide dat hij er zoo op aangedrongen had, dat je zoudt blijven, maar dat jo zelve zeide, dat bloed zelfs dikker was dan vriendschap. Allemaal leugens zeide mr. Wiggelt treurig, met pleizier blijf ik. Nu zelfs nog als hij het wensoht. Hier wachtte hij een poosje als om zijn slachtoffer tijd te geven, zijn aanbod aan te nemen en begon toen weer tegen mr. Clark: „hij heeft mij hier liever niet, zeide hij zacht. Ik geloof dat hij mij het weinige dat ik eet, benijd. Hij zeide mij dat ik gaan moest en dat hij zou voorwenden dat ik naar Nieuw-Zeeland zou gaan. Ik was er op dat oogenblik zoo beroerd van dat het mij niet schelen kon, wat hij zeide ik wil geen mensoh in een kwaad daglicht stellen maar toen ik zoo jullie eerlijke gezichten om mij heon zag, kon ik met een leugen op mijn lippen niet weggaan Sol Ketchmaid oude scheepsmakker vaarwel. Hij keerde zich naar den spraakloozen waard, deed alsof hij hom do hand wilde schudde, bedacht zich echter en ging toen hoen na een beweging vol gekwetste waardigheid met de hand te hebben gemaakt. Het geluid van zijn houten been klok door den gang, stopte aan de deur en stierf toon langzaam in do verte wog. Binnon in „het Schip" bestelde de sohoen- maker een rondje limonade. EINDE. 6«drukt btf LA_NGKVKLD ft DS B.OOU, T«x«i.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 4