N°. 1602.
Donderdag 18 December.
A°. 1902.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBuna op Texel
AANGIFTE
IN S C IIR IJ VIN G voor de M IL1T IE.
ZWARE VRACHTEN OP DE WEGEN.
TEXEL, 17 December 1902.
„Bij gunstig weder", zoo schreven we in
een vorig nummer, zou de heer Ludwig alhier
heden voor de leden enz. van het Nut optre
den. Eerst gisteren echter was het de „Ada"
mogelijk weder de reis naar Helder te be
proeven en ook met goeden uitslag uit te
voeren. Zekerheid echter dat ook heden en
volgende dagen die tochten geregeld zouden
kunnen plaats hebben is er natuurlijk nog
in geene deele, het ijs in zee mocht zich heb
ben verplaatst, bij verandering van windrich -
ting kan het weder terugkeeren en is de vaart
weder gestremd. Een spreker van elders
hierheen te laten komen, op gevaar af da$
TEXELSGHE COURANT.
Abonnementsprijs per 8 maanden
Voor den Boeg 30 Cts. Franco pet post door ge
heel Nederland 45 CU. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 CU.
Groote letters en Vignetten worden naar plaaUruimte
berekend. Bewijsnummers 2 CU. per nummer.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente Texel brengen ter kennis van wie
het aangaat, en meer bijzonder van de in het
jaar 1884 geboren mannelijke personen, of van
hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de,
ingevolge het Koninklijk besluit van denl6den
November (Staatsblad No. 222), op 1 Januari
1902 in werking getreden Militiewet 1901 (Staats
blad No. 212 van 1901), het volgende is bepaald:
ART. 13. Voor de militie wordt ingeschreven:
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Uuitsche Rijk of in het Konink
rijk Belgie verblijf houdt.
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft,
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk Belgie woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den lsten Januarij van het jaar het 19de
levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der
bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor ae toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige niet-Nederlander:
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of de koloniën of de
bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft;
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in de hierboven onder a omschreven
geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat
geval of al is deze buiten 's lands gevestigd
c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is,
of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader
of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij
een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf
gaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of
bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van bet
bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder
jarig is in den zin der Nederlandscke wet. Voor meer
derjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is
in den zin van voormelde wet.
ART. 14. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.
zoo h\j binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge
meente der woonplaats van vader, moeder of voogd
zoo hij binnen net Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woon
plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblyf houdt;
zoo hy door zijn vader, moeder of voogd verlaten is,
ouderloos is of in wetteljjkenzin geen vader of moeder
heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft,
in de gemeente, waar hy verblyf houdt;
zoo hij in het DuiUohe Rijk verblyf houdt, in de
gemeente Amsterdam;
zoo bij in het Koninkrijk Belgie verblijf houdt, in
de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats beeft
binnen het Rijk, in do gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het
Duitsche Rijk, in do gemeente Amsterdam
is zij in het Koninkryk Belgie, in de gemeento
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o.
zoo hij woonplaats heeft binnen het Ryk, in de ge
meente zyner woonplnats
zoo hij woonplaats heefti n het Duitsche Rijk, in de
gemeente Amsterdam
zoo hy woonplaats heeft in het Komnkryt Belgie,
in do gemeente Rotterdam;
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin-
snede 4o., indien hij minderjarig is:
zoo hij verkeert in het geval, in do tweede zinsnedo
van dat artikel onder A a omsckroven, in de gemconte,
waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft;
zoo hy verkeert in het geval, in dio zinsnedo onder
Ab omsohrevon, in do gemconte, waar z'yn voogd woon
plaats heeftis de woonplaats van dezen buiten s lands,
dan gosokiedt do inschrijving in do gemeento, waar de
minderjarige verblyf houdt;
zoo hy verkeert in een der gevallen, in ovenbedoelde
zinsnede onder Ae omsohreven, in de gemeento, waar
hy verblyf houdt j
B. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o.,
ndien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij
van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon liet 18de levensjaar volbragt, ieDzij het iemand
geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter
dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats
onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk Belgie.
ART. 15. Yoor demilitie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan
de verpligte krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten
aanzien van den dienstpligt het beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen verblijf te honden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te
worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij bur
gemeester en Wethouders, waar volgens art. 14 de in
schrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den
lsten en den 31sten Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbragt.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich
ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der
gevallen, hierna in do vierde zinsnede omschreven, rust
ae verplichting tot het doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zijn vader,
moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder cu-
rateele gesteld is, op zijn curator. De verpligting
van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo
hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in
het KoningrijkBelgië woonplaats heeft.
Behoudens t r uitzonderingen bij de volgende zin
snede gemaak deust de zorg voor het doen der aangifte
uitsluitend op den in te schrijven minderjarige
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk, het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie
woonplaats heeft
indien zijn vader ofmocder of beiden de ouderlijke
magt missen
indien hij door z'yn vader, moeder of voogd verlaten
isof
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en bet niet bekend is dat hij
een voogd heeft.
Hijdie door de bestuuiders, in art. 22 vermeld, ter
inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst
is bij de zeemagt, do marine-reserve en het corps mari
niers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande
is tot het doen van de aangifte niet verpligt.
Aroor hem of haar, die tot het doen der aangifte ver
plicht is, kan de aangifte geschieden door een ander,
daartoe schriftelijk gemagtigd. De volmagt blijft onder
burgemeester en wethouders berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blij
ken, wordt door Ons bepaald.
ART. 18. Voor de militie wordt ook ingeschreven
of wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig Mannelijk Nederlander, die na
don lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waar
in hij hot 18de levensjaar volbragt, en vóór het intre
den van het 21ste levensjnar zijn verblijf binnen het
Rijk, in het Duitsche Ryk of het Koningrijk Belgie
gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het
iaar, volgende op, dat, waarin de minderjarige het 18de
levensjaar volbragt, en vóór het intreden van diens 21ste
levensjaar zijno of hare woonplaats binnen het Rijk,
in het Duitsche Ryk of in hot Koningrijk Belgie ge
vestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
lSde levensjaar volbragt, en vóór het intreden van het
21sto levensjaar Nederlander of op nieuw Nedorlander
is geworden, zoo hij iu een der hierboven onder lo.
omschreven gevallon vorkeert, of wiens vader, moeder
of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder
2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na
den lsten Januari van Tiet jaar, volgende op dat, waar
in hij het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden
van het 21sto levensjaar zijne woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Ryk of in het Koningrijk Belgie
gevestigd of er woonplaats verkregen heeft
5o ieder mannelijk meerderjarige die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hy het
18de levensjaar volbragt, en voor het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander
is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o.
omschreven gevallon verkeert;
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het
18de levensjaar volbragt, on voor het intreden van het
21sten levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is
geworden in don zin der tweede zinsnede van art. 13,
Hierby golden de laatste zinsnede van het artikel
en art, IS.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving
of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de
verpligting tot het doen van aangifte ter inschrijving
of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede
van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op
nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van
dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen na liet verkrijgen of, werd hij reeds vroeger
ingeschreven doch van het register afgevoerd, na net
terug erlangen van het Nederlanderschap of van het
ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de
vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie.
De inschrijving geschiedt in hei register betreffende
de ligting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede
van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd
behoort.
ART. 166. Met boete van ten minste vijftig cents
en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van
de artt. 16, 18 en 22.
Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalin
gen in deze Gemeente voor de militie moeten
worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe
bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter Ge
meente Secretarie, tusschen der lsten en den
31steu Januari 1908 worden aangegeven, met
overlegging van een kosteloos verkrijgbaar uit
treksel uit de geboorte-acte van den in te schrij
ven persoon, indien deze elders is geboren.
Voor het ontvangen van de aangifte zal meer
bepaald zitting worden gehouden op Dinsdag,
den 6 Januari 1903 des voormiddags te 10 uren.
Men wordt verzocht, zich zooveel mogelijk op
dat tijdstip tot het doen der afgifte ter Ge
meente-Secretarie aan te melden.
Gedaan te Texel, den 2en December 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester.
G. A. Hajenius. H. W. de jokcheere
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Texelgebruik makende van de bevoegdheid, hun
verleend bij het laatste lid van art. 123 der veror
dening van politie voor deze Gemeente, brengen
ter algemeene kennis, dat met het oog op den
ingevallen dooi, met ingang van heden tot nader
aankondiging het bij genoemd artikel bepaalde
maximum tot op de helft is verminderd, zoodat
over de wegen der Gemeente, met geen vracht
wagens mag worden gereden, welke met meer
dan 625 K.G. zijn belast.
Indien twee wagens achter elkaar zijn aange
spannen zal de achterste met niet meer dan
500 K.G mogen zijn belast.
Overtreding dezer bepaling, waaraan streng
de hand zal worden gehouden, wordt geBtralt
met een gelboete van ten hoogste f 10.
Texel, den 16 Deoember 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
H. W. de Joxcheere, Burgemeester.
G. A. Hajexiüs, Seoretaris.
VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT.
De BURGEMEESTER van Texel brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat het voorbe
reidend militair onderricht te DEN BURG en
OOSTEREND, op de vastgestelde dagen en
uren, vanaf heden wederom zal plaats hebben.
Texel, 17 December 1902.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. DE JONCHEERE.