N°. 1605. Donderdag 1 Januari. A°"1903. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Ultimo 1902. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentlën vóór 10 unr op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOLJ, ParkstraatBurg op Tbxel Inderdaad, zoo is hetBij het ten einde i spoeden van een bijna afgelegden weg, zien wij nog zoo gaarne eens achter ons, op den weg door ons afgelegd, en niet minder is i) dit het geval, waar we staan aan het einde 1 van een jaar, aan den vooravond van een tj, nieuwen jaarkring. Daar is hij, de 31ste Decembereen dag bij uitstek gewichtig, vaak overstelpend ern stig. Hij stemt tot weemoed, vooral wanneer de zon zoo spaarzaam door de wolken breekt en de naakte velden den ganschen dag in vochtige nevelen blijven gehuld. Vindt ge 't bekrompenheid wanneer wij zoo schrijven Ons wel. Doch neen, menigeen zal bij de „zoo natuurlijke afwisseling des jaars" zich a wel eens ernstig gestemd gevoelen. 3 Hoe kan het anders? Een terugblik op hetgeen achter ons ligt, ]op vele gebeurtenissen welke in dat tijdperk •;ons hebben getroffen, ze stemmen öf tot blijd- Dschap öf tot weemoed, maar zeker tot ernstig .nadenken. S Ze liggen nog pas achter ons, de donkere Klagen vóór Kerstmis, dagen waarin hot zon licht werd onderschept door dikke en grauwe .nevelen, die soms tot droefgeestigheid steni gden. En in die dagen zagen we in het rjjk der natuur een spiegel, waarin wij allerlei •beelden uit ons verleden kunnen aanschouwen. Wat beleefden wij vaak „donkeredagen", *uren en oogenblikken die nooit uit onze her innering kunnen verdwijnen, omdat zij zulk een diepen indruk in het gemoed hebben ;eweeggebracht. Hoevelen moesten worstelen met de onge- aeugten des levens hoevelen hadden met ïarden tegenwind te kampen voor hoevelen vas stoffelijke achteruitgang niet het deel, verbeidende met beangst gemoed den nieu- ven dag? Wie bleef bevrijd van lichaams- marten en nog erger, wie moest na lange iren in de ziekekamer doorgebracht tusschen yrees en hope, niet een lieve lijder of lijderes zich zien ontrukken Dat waren donkere dagen. Miskenning van ernstigen arbeid, het niet ervuld worden van liefste wenschen en tlroomen, zij vormden mee de reeks van [ervaringen, welke ook in dit jaar aan velen was beschoren. En toch....het sterretje der hoop bleef vaak riendelijk tegenblinken, ook door de dichte 'nevelen heen. Terecht zingt de dichter Op den bodem van het leven In de diepte van het hart Rust de weemoed En de smart Maar de Hope rijst er neven, In 't geslingerd menschenhart. Gelukkig de mensch, voor wien het ster ntje der hoop mocht blijven blinken en flik- :eren met bemoedigenden glans. 1 En nevens de velen, voor wien het afge- loopen jaar droeve herinneringen biedt, staan zeker ook tal van aaderen, die met genoegen nog eens doorleven de dagen welke zijn voor bijgegaan dagen die mochten getuigen van ijde gebeuitenissen, van voorspoed in zaken, n gunstige lotswondingen van een tijdperk n gezondheid, kracht en levenslust. Ge- likkig hij, die daarop mag terugzien, geluk- er nog die dat waardeerde en zijne dank- rheid in daden tegenover de maatschappij de mensckheid wist om te zetten. !n dezulken ook zullen er zeker zjjn. Al leerde de oorlog in Zuid-Afrika dat macht ging boven recht, al leert zoo menige ge beurtenis in het leven dat de macht van het geld een macht is die niet altijd die zegen verspreidt welke zij vermag te verspreiden, doch wel eens een vloek voor anderen is, toch zijn wij optimistisch genoeg om te ge- looven, dat velen hebben mogen gevoelen, dat het hun geschonken voorrecht hun tevens plichten oplegt, plichten welke zich niet straf feloos laten verzaken. O, mochten wij allen op onzen levensweg vele zulke menschen ontmoeten, veel zulke reisgezellen aantreffen. Want een reis blijft nu eenmaal het leven, een reis naar onbekende oorden, eenzelfde reis voor allen, voor grooten en voor kleinen, voor rijken en voor armen, voor de machtigste en voor de minste, voor ieder menschenkind, zonder onderscheid och, mochten we leeren elkander die reis aangenaam te doen zijn, mochten we er naar streven die reis voor anderen niet moeilijker te maken dan hij alreeds is voor zoo menige tobber, 't Zal ons zelve tot zegen zijn. Voor het Nederlandsche volk laat het jaar 1902 eene dankbare herinnering na, in het gelukkig herstel van onze Koningin, wier leven ernstig werd bedreigd een zucht van verademing ging door heel het land, toen het dreigend gevaar was afgewend, niet en kel van de vurig Oranjegezinden, doch ook van hen die niet zoo bijzonder dweepen met de Kon. dynastie. Want 't was niet enkel de jeugdige Koningin voor wier leven men vreesde, neen, 't was de jonge vrouw, die door haar lieftallig optreden ook de harten had gewonnen van de niet vuiige konings vereerderszoo ging de natuur hier boven de leer. Van politiek gehaspel bleven wij niet be vrijd, nog altijd zijn er velen die 't weten, het beter weten en wellicht nog veel beter wetenzou daarin wellicht de oorzaak schuilen, dat er nog maar steeds zooveel onafgedaan werk blijft? Werkeloosheid ter eener, werkstakingen ter anderer zijde, ze lieten van zich hooren, ook weder in het afgeloopen jaartot zelfs bij het Hof van Arbitrage was werkeloosheid, niettegenstaande het vele wei k dat daarvoor als het ware pasklaar ligt, getuige de vele verwikkelingen in het buitenland, die nog zoo onmetelijk grooten afstand aantoonen van de vervulling van het „Vrede op aarde", dat door duizenden tongen dezer dagen weder om werd aangeheven. Voor de plaats onzer inwoning bleef wis seling niet achter in het vervlogen tijdperk het heengaan van meer dan een, die eene ledige plaats achterliet, kunnen we ieder in onzen kring wel herinneren de algemeene welvaart mag er niet minder op geworden zijn, voor sommige takken van bestaan wel licht een bevredigend resultaat zijn verkregen, niet allen hebben juichensstofen zoo zal het wel blijven ook in den tijd die voor ons ligt, vallen, opstaan, of struikelend verder, zoo zal het gaan tot de reis is volbracht. En voor die verdere reize wenschen wij allen bij den aanvang van een nieuwen jaar kring een Veel Zegen toe. Zij 't U en ons gegeven dat jaar met moed te beginnen, met lust te doorleven, met tevredenheid te be ëindigen, doch herinneren wij allen bij den aanvang er van, ons het gedicht van Dr. Laurillard, zoo naar waarheid geschetst in zijne Oudejaarsavondgedachten, onder het op schrift „GENUMMERDE BOOMEN" TEXEL, 31 December 1902. Door de kinderen van de Zondagsschool al hier werd, naar wij vernemen, het Kerstfeest op de daar gewone wijze herdacht. Toespra ken en zang wisselden elkander af, de kin deren werden onthaald en aan allen werd een gëdachtenisje aan het feest uitgereikt. 't Was een aangename ayond voor hen, die zich den tweeden Kerstdag opmaakten, om eenige urntjes te vertoeven in het Hotel „Texel," ter bijwoning van de aangekondigde „Soiree Amusante." Het getal bezoekers had grooter kunnen zijn, doch het genot zou er toch niet meer op zijn geweest dan de heer en mevr. van Laar den aanwezigen dien avond hebben bereid. Het programma bevatte een 14-tal num mers, welke wij hier niet zullen herhalen, doch die allen op degelijke wijze ten gehoore werden gebracht. De heer en mevr. van Laar leverden het bewijs dat zij voor eenen avond als deze, waren de goede personen op de goede plaats; goed gekozen voordrachten die mochten en konden gehoord worden, voorgedragen zonder overdrijving en zoo als men dat van personen van beschaving mag verwachten, was het gelieele programma één succes, zoowel voor hen die optraden als voor hen die dezen avond hadden voorbereid. Met deze mededeeling meenen wij te kunnen volstaan, na ook een woord van lof te hebben gebracht aan den pianist, die de pauzen zoo degelijk aanvulde De verschillende nummers te beoordeelen meenen wij niet noodig, eerstens't was geen wedstrijd, tweedens: verschillen de smaken; het geheel was goed en gaarne zeggen wij „tot weerzien." Dat de fin. uitkomst gunstig zal zijn ge weest, trekken wij wel ietwat in twijfel, aan de tevredenheid van hot publiek heeft dat dan evenwel geen afbreuk gedaan. Moge bij eene latere gelegenheid ook dat onderdeel tevredenheid verwekken. De vergadering van de afdeeling „Texel" van de Holl. Maatsch. v. Landbouw, Zaterdag in het Café „den Burg" gehouden, werd door 24 leden bezocht. Zooals door den Voorz. in zijn openings woord werd opgemerkt was er ditmaal wei nig aan de orde. Als ingekomen werd alleen ter tafel ge bracht een exemplaar: „Veevoedertabellen" met toelichtingen, door J. J. Ott de Vries, waarvan exempl. voor de leden verkrijgbaar waren 60 ct. Door een der leden werd het verlangen te kennen gegeven zulk een werkje te ontvangen. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco pet post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertenlièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. Voorwaarts!Maar telkens bet oog onzer ziele Tocli nog eens wéér naar 't verleden gericht, Dat, schoon gestorven, nog lessen ons meedeelt Èn uit zijn donkerheid, èn uit zijn licht. 'k Liep alleen door het woud, En to midden vnn 't hout Zag ik enk'lc gonommcrdo boomcn. 't Was oen merk, dat zo alras zoudon worden gevold, 'k Zng don houthakker, dio door don hoer was bestold. Met z'jn bylon on zagon al komon. Ik stond stil en ik dacht //Van het mensch'lijk geslacht Zijn zoo telkens ook enk'len uit allen Door een merk, waar de Dood ziine gangen naar wendt. Als genummerd, al is 't bij henzelv' niet bekend, En bestemd om het eerste te vallen.// o En ik dacht//Kom met spoed Nog gedaan wat ik moet, Want licht ben ik reeds ook zoo genommerd//. Enal bleek, dat dit teeken nog niet stond op mij, En al liep jaren lang nog de Dood mij voorbij, 'k Had toch niet zonder winst mij bekommerd. GEVONDEN VOORWERPEN. Gedeponeerd ten Raadhuize een mofje, een zakdoekeen baret, een broche en een gouden belletje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1903 | | pagina 1