GROOTE AANBEVELING
groote en kleine Prenteboeken,
Boekh. Parkstraat.
LANGEVËLD DE R001J.
Feuilleton.
BEDROGEN.
verdienen de artikelen uit de Conservenfabriek
Geen beter, geen mooier, geen passender
St.-N ICO LAAS GESCHENK
dan een flink leesboek of prenteboek.
KENNEMERLANDte Alkmaar.
HH. Winkeliers worden beleefd verzocht prijscouranten aan te vra
gen bij D. METS te Oudeschild (Texel), agent voor Texel en Helder.
33.
Om eenigen te noemen
rieker. Karei Vermeer 1,90
Sprookjes vak Andersen 75
Ch. Dickers. Domby en Zoon ?5
Daniël Copperfield 75
Voor 30 cent per boekje, ingenaaid:
Verder hebben wij nog voorhanden eene keurige collectie
XVII.
J
oiii
Bekroond met de gouden médaille in 1902 te Alkmaar.
n n en eerekruis in 1902 te Amsterdam.
in 1903 te Parijs.
C. Jon. Kievit, Dik Trom
Jaepie-Jaepie
in prachtband f
1,90
wwv/pic u aopiü D
Nelly 75
Kerstvertellingen 75
Pick-wick-club ^5
Het verlaten huis 75
Jules Verne. Wonderlijke avonturen van kapitein Antiper 75
Op de grenzen der Woestijn n ^5
In de oerwouden van Afrika
De korporaal en zijn pleegkind
Ida Cork. Tweemaal gered ingenaaid 50 ct. prachtb. 75
Hilda. In 't prieel „50 „75
Pollux en Byou „50 75
Therèse Hovek. Elsie's werk 50 75
Truida Kok. Zonnekind „50 „75
J. Stamperius. Het verlaten Katje „50 „75
S. C. Stapert. Een mislukte partij „50 „75
D. Plaatsmak. De kleine Zwerveling. „50 „75
Chr. Doormak. De Zevenster „50 „75
Henrietre. De jonge gevangene „50 „75
Ida Cork. Een Vriendenkaing. „50 „75
Henriette. Mijn vriend linkeroever „50 „75
D. Plaatsman. De jonge Schaapherder „50 „75
Titia v d Tuuk. De voorbarige dansmeester. „50 „75
F. Cremer. Lotgevallen van den Smokkelaar 50 75
H. Freek. Farandoli's avonturen „50 „75
G. Heuvelman. Het groene volkje „50 „75
Schutter. Ha lijden verblijden 50 75
Hana. Goede vriendjes "50 „75
Yan kinderen en dieren 50 75
Langermans. O, wat prettig „50 „75
Van Lingen. Toetie's avonturen en trouwe vriendinnetjes „50 „75
Hilgers. De avonturen van Paul Kreutzer „50 „75
Louise Ahn. de Jongh. Goede Kameraden „50 „75
Al deze boeken 'zijn ingenaaiddoch velen ook in prachtband voorhanden.
Het Kabouterboek-Blondine Snaveltje-pik De Bidder De valsche Prins
De geschenken v d dwergHet kikkerboek Een klaverblad Straatmuzikantjes
Prettige daagjes Van 't groote en kleine Hansje Het wonder der rots De ver
dwaalde Bal Bella en Belio Uiltje-Kikeboe Vleugeltje groen Toetie's avon
turenTrouwe vriendinnetjes Tante Jo, de avonturen van langstaart Indische
Vertellingen, en nog vele anderen.
in verschillende prijzen, als 60, 50, 40, 30, 20, 10 en 5 cent.
Alsook: Poësie-, Portret- en Briefkaartalbums en verschillende andere artikelen.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
Hugues bemerkte mijn kinderlijke vreugde
en was ook zelf blijkbaar blij. Toch ging hij
naar zijne lieden om ze te berispen en te vragen
waarom ze zoo laat kwamen. Hij was zoo boos
als zij hem nog nimmer gezien hadden.
De verklaring van dat late komen, was zeer
eenvoudig. Smith was, zooals door zijn meester
reeds gevreesd was, verdwaaldop die wijze
was hij verzeild geraakt in de herborg „De
Roode Leeuw," waar hij 2 uur gebleven was
om bij zijn zinnen te komen. Daardoor was
hij zeer laat in den nacht op Wetworth aan
gekomen.
Sir Hugues liet mij in het rijtuig plaats ne
men en nam tot mijne groote voldoening zelf
plaats naast den koetsier. Goede man, ik ge
loof dat ik nu in staat was geweest hem te
omhelzen.
Een uur later kwam het rijtuig, bestuurd door
zijn eigenaar, bij Wetworth aan. Niemand was
nog opgestaan. Ik ging door de lange gangen
en zocht mijn kamer opweldra was ik naar
bed en in diepen slaap verzonken.
XVIH
Er zijn personen die beweren, dat onze zielen
vroeger reeds geleefd hebben in andere schep
selen, hetzij menschen of dieren. Verschillende
bewijzen voor hunne beweringen worden dan
door hen opgegeven. Menigeen van hen be
weert uit het karakter van iemand te kunnen
opgeven in welk dier vroeger hun ziel was
gehuisvest, en geeft dan op, dat die van den
een vroeger in het zachtaardige schaap, die van
een a odor weder voor moet zijn gekomen in
een tro.1"^11 hond, terwijl van weer een ander
de ziel zrou zijn voorgekomen in een valsche
kat, listige T0B verscheurende tijger.
Welnu, al s die van mijn zuster vroeger ook
in een dier voorkwam, zal dit zeker wol zijn
geweest in cc 'n dier van het kattengeslacht.
Niet in een ka'L die rustig in hot hoekje van
den haard ligt te slapen, maar in een tijger of
panter. Haar on 'tbrak slechts do gestreepte
huid dezer dieren. De aard van die dieren,
om tusschen de stru 'ken verscholen, hun prooi
af te wachten en dan te bespringen, had zij nog
behouden.
Tot vrij laat in den namiddag bleef ik door
slapen. Ik werd gewekt door de namiddagzon,
die mij mij op mijn bed bescheen. Gedurende
eenigo oogonblikken bleef ik tusschen waken
en droomen. Ik had een vrecselijke hoofdpijn.
Het openen van een deur van mijn kamer
maakte mij geheel wakker. Er naderde iemand
voorzichtig mijn bed en boog over mij heen.
Het was Dolly.
Zijt go wakker en een weinig bekomen
van uw avontuur, vroeg ze mij op suikorzoeten
toon. Dolly zou een zeer goede ziekenverpleeg
ster zijn, wat betreft haar stem, als zij maar
geen vergif in plaats van geneesmiddelen aan
de zieken ging toedienen, waarvoor ik recht
bevreesd zou zijn.
Hoe durfde zij zich nog aan mij vertoonen
na haar gedrag van den vorigen dag Dolly
was echter voor niets bevreesd.
Ik opende de oogen en keek haar scherp
aan, zondor echter mijn hoofd uit de kussens
te halen.
Ik wil U niet weer zien, gij liegt op een
wijze, die alle grenzen te buiten gaat.
Heb ik waarlijk gelogen zei zij, zonder
ook maar eenigszins te ontstellen. Het is wol
mogelijk. Men is dikwerf wel verplicht eene
onwaarheid te spreken zoo nu en dan. Zonder
ccn weinig diplomatie was het leven ondraaglijk.
Ge hebt mij in ongenoegen gebracht met
Richard, ge hebt verhinderd, dat hij bij mij in
het rijtuig ging, riep ik op luider toon uit, dan
wel voor mijn hoofdpijn goed was.
Als Richard, zooals ge hem noemt, mij
die zoo groote misdaad vergeven heelt, komt
het mij voor dat gij mij ook wel vergiffenis
zult kunnen schenken.
„Als Richard mij vergeven heeft", had
ik dat goed verstaan Deze woorden gingen
mij als dolksteken door het hart. Ik draaide
mijn hoofd van rechts naar links in de kussens.
Wat was uw doel hadt gij er een of
hebt ge uit louter slechtheid gehandeld
Mijn zuster ging glimlachend op den rand
van mijn bed zitten. Zij begreep dat er ecu
lang gesprek zou volgen en wilde daarvoor op
haar gemak zitten.
Welke dwaasheid hebt ge begaan met
naar bed te gaan Niets is slechter dan ge
kleed te slapen. Gij zult er zelf de last vau
ondervinden.
Zult ge mij nu mijn vraag eens willen
beantwoorden hernam ik ongeduldig. Hebt
ge uit slechtheid Dick verhinderd met mij in
het rijtuig te gaan, naar Wilton
Denkt ge dat de duivel slechts kan uit
slechtheid handelen en die ben ik gelukkig
nog niet
Dan wilt ge hem tot uw cavalier maken.
Een nieuwe glimlach, thans min of meer
medelijdend, vergezeld van het ophalen van do
schouders.
Gelooft ge mij in staat een man na te
loopen, die geen andere verdienste heeft dan
zijn armoede en zijn lange beenen want neemt
het mij niet kwalijk, meer zie ik niet in hem
Dat is wel yreemd. Ik meende gisteren
ten minste op te merken, dat ge hem min of
meer met verliefden blik aankeekt.
Wat zegt ge? Dat is de schuld van
mijne oogenkan ik het helpen, dat de hemel
mij zulke schitterende oogen heeft gegeven?
Ja, go hebt bewonderenswaardige oogen
en vol uitdrukking, ik weet dit, maar ge zult
mij nooit doen gelooven, dat zij niets anders
zeggen als gij wilt dat zij doen. Beken maar
gerust, dat go vreeselijk aan 't coquetteeren
zijt geweest met Riehard.
Misschien wel, ik ontken het niet.
Welnu, verklaar mij dan eens die tegen
strijdigheden. Als ge zoo woinig in Riehard
Mac Gregoir ziet, als ge zooeven beweerde!,
waarom geeft ge U dan zooveel mooite hem
te misleiden en tegelijkertijd mij ongelukkig to
maken
Och lief kind, zei zij, haar hand op mijn
brandend heet voorhoofd leggende, voor een
enkele maal, misschien wol do eenigsto keer
in heel mijn leven, heb ik nu eens niot uit
egoïsme gehandeld. Ik heb persoonlijk geen
oogje op ons beider vriend en heb evenmin cr
pleizier in een pnar uur naast hem to draven
in do brandend hoete zon.
Ik begrijp er niets van. "Verklaar mij
uw doel, herhaalde ik, want ik geloof wol, dal
ge een doel op het oog hadt on misschien nog
wol hebt.
(wordt vervolgd)
Gedrukt bij LANGE VELD DE itOOIJ, Texel,
mc
de
we
dei
bel,
ere:
1
a.
b.
c.
di
ter i
ncm
Tc