N 1704. Donderdag 17 December 1903. 17de Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave
Prijs der Advertentièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat Büeg op Texel.
WONINGWET.
De Burgemeester van Texel, herinnert de
verhuurders van woningcnin et minder dan vier
ter bewoning bestemde vertrekken, met nadruk
aan hunne verplichtingen tot het doen van de
bij de woningwet voorgeschreven aangifte van
elke der daarvoor in de termen vallende wonin
gen.
De formulieren zijn kosteloos ter Secretarie
verkrijgbaar.
De opgaven moeten voor 1 Januari 1904 zijn
ingeleverd.
Texel, den 15 December 1903.
De Burgemeester voornoemd
AANGIFTE
INSCHRIJVING voor dc MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
TEXEL, brengen ter kennis van wie het aan
gaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1885
geboren nannelijke personen, of van hun vader,
mpeder, voogd of curator, dat bij de Militiewet
1901 (Staatsblad No. 212 van 19Ö1), het vol
gende is bepaald
Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen
in deze Gemeente voor de militie moeten worden
ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen,
Burgemeester en Wethouders, ter Gemeente
secretarie, tusschen den lsten en den 31 sten
Januari 1904 worden aangegeven, met over
legging van een kosteloos verkrijgbaar uittreksel
uit de geboorte-akte van den in te schrijven
persoon, indien deze elders is geboren.
"V oor het ontvangen van de aangifte zal meer
bepaald zitting worden gehouden op Woensdag,
den 6en Januari 1904, des voormiddags te 10
uren. Men wordt verzocht, zich zooveel mogelijk
op dat tijdstip tot het doen der aangifte der
Gemeentesecretarie aan te melden.
Gedaan te Texel, den 15en December 1903
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. W. de Joncheeke Burgemeester,
G. A. HajeniüS Secretaris.
TEXEL, 16 December.
Sinter-Claus. Er zullen maar zeer weinige
gemeenten in ons la$d zijn, waar het Sint-
Nicolaasfeest wordt gevierd als hier, n.l. bij
de gewone verrassingen ook door eene mas
kerade.
Maar zeker nog minder gemeenten zullen
er wezen, waar een week later die maskerade
wordt herhaald en het „Ouwe Sunterklaas"
op het programma staat.
De oorzaak van die festiviteit op te sporen
is zeker niet zoo gemakkelijkaan kinderen
wordt wel eens verteld dat de Ouwe Sunter
klaas terug komt halen de cadeautjes welke
met het Sint Nicolaasfeest waren gebracht
aan kinderen, die later door minder goed
gedrag zich die goedheid niet waardig toonden
en werd alzoo de Ouwe Sunterklaas afge
schilderd als een boeman. Wij zouden
eerder meenen dat men zulks doet om zich
met het werkelijk Sint Nicolaasfeest meer
aan het gezin te kunnen wijden.
Hoe het echter ook zij, de Ouwe Sunter
klaas blijft hier nog steeds in eeresomtijds
wel eens geredriceerd tot eene onbeteeke
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Bitkg 30 Cts. Franco pot post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
W. DE JONCUEERE.
TER
ART. 13, Voor de militie wordt ingeschreven:
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
lbinnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink-
r ijk Belgie verblijf houdt.
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vao'or, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche
Rijk of in bet Koninkrijk Belgie woonplaats heeft,
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
binm ',n het Rijk, in hot Duitsche Rijk of in het Konink
rijk .Belgie woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den lsten Januarij van het jaar bet 19de
leven: ijaar was ingetreden en niet verkeert in een der
bij ar t. 15 omschreven gevallen.
Ing czetene is, voor dc toepassing van het bepaalde
hierbo ven onder 4o.
A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder
jarige nict-Ncderlander:
a. wiens vader, moeder of voogd binnen bet Rijk
woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of do koloniën of de
bezittingen des Ityks in andere werelddeelen gehad heeft;
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in de hierboven onder a omschreven
geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat
geval of al is deze buiten 's lands gevestigd
c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is,
of die ouderloos is of in weltelijkcn zin geen vader
of moeder heeft en van wicn niet bekend is dat bij
ieen voogd heeft, indien hij gedurende do voorafgaande
achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende do vooraf
gaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of
bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder
jarig is in den zin der Ncderlandsche wet. Voor meer
derjarig wordt voot do toepassing van hel bepaalde
hierboven onder B gehouden bij, die meerderjarig is
in den zin van voormelde wet.
ART. 14. Dc inschrijving geschiedt
lo. van hom, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo.
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zjjn vader,
moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge
meente der woonplaats van vader, moeder of voogd;
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd elders dan binnen hot Rijk woon
plaats heeft, in dc gemeente, waar hij verblijf houdt!
zoo hij door zijn vader moeder of voogd verlaten is,
ouderloos is of in wettelijke zin geen vader of moeder
heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft,
in do gemeente, waar hij verblijf houdt;
zoo bij in hel Duitsche Rijk verblijf houdt, in de
gemeente Amsterdam
zoo hij in liet Koninkrijk Belgio verblijf houdt, in
dc gemeontc Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplnals heeft
binnen het Rijk, in dc gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
is dc woonplaats van vader, moeder of voogd in hot
Duitscho Rijk, in dc gemoente Amsterdam;
is zij in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o.
zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de ge
meente zyner woonplaats;
zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de
gemeente Amsterdam
zoo hij woonplaats heeft in het Konkrijk Belgie,
in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem. bedoeld in art. 13. eerste zin
snede 4o, indien hij minderjarig is
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede
van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente
waar zijn vader, moedor of voogd woonplaats heeft;
zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder
Ab omschreven, in dc gemeente, waar zijn voogd woon
plaats heeft; is de woonplaats van deze buiten 's lands,
dan geschiedt de inschrijving in dc gemeente, waai
de minderjarige verblijf houdt
zoo hij verkeert in, een der gevallen, in evenbedoelde
zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt
13. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o.,
indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de
woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij
van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon het 18de levensjaar volbragt, tenzij het iemand
geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Roti er-
dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats
onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk Belgie:
ART. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te
bchooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan
de verplichte krijgsdienst zijn onderwoipen of waar ten
aanzien van den dienstplicht het beginsel van weder-
keerigbeid is aangenomen
2o, hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen J
des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of
woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of curator woonplaats binnen het Rijk.
ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij burgemeester
en wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de
inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen
den lsten en den 31 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich
ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der
gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven,
rust de verplichting tot het doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zijn vader,
moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder cura-
tcele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van
vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij
of zjj binnen het Rijk, in hot Duitsche Rijk of in
het Koningrijk België woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin
snede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aan
gifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige:
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk. in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België
woonplaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke
macht missen
indien hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij
een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders, iu art. 22 vermeld, ter
inschrijving moot worden opgegeven of die in dienst
is bij de zeemacht, de marine-reserve en het corps
mariniers hieronder begrepen, bij het leger bier te lande
of bij de koloniale troepen, is lot het doen van de
aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte
verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander,
daartoe schriftelijk gemachtigd. Dc volmacht blijft
onder burgemeester en wethouders berusten.
Dc wijze, waarop van dc gedane aangifte moet blij
ken, wordt door Ons bepaald.
ART. IS. Voor dc militie wordt ook ingeschreven
of wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na
den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij liet. lSde levensjaar volbracht, en vodr het
intreden van hot 21ste levensjaar zijn verblijf binnen
liet Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk
België gevestigd heeft;
2o. ieder minderjnrig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsteu Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de
levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens
21ste levensjaar zijne of bare woonplaats binnen het
Rijk, in hot Duitsche Rijk of in bet Koningrijk België
gevestigd heeft;
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januari van "net jaar, volgende op dat, waarin hij het
lSde levensjaar volbracht, en vóór het intreden van
het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder
lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder
lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader,
moedor of voogd verkeert in een der gevallen, hier
boven onder 2o. omschreven;
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en voor he
intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaat
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning
rijk België gevestigd of er woonplaats verkregen beeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van
het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder
lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder
4o. omschreven gevallen verkeert
Go. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en vdor het intreden
van het 21ste levensjaar ingezetene of op nieuw in
gezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede
van art. 13.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en
art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving
of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de
verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving
of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede
van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op
nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van
dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen
dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds
vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd,
na het terug erlangen van het Nederlanderschap of
van bet ingezetenschap, of na de vestiging'van verblijf
of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats bin
nen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning
rijk België.
De inschrijving geschiedt in het register betreffende
de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin
snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen
leeftijd behoort.
ART. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en
ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van
de artt. 16, IS en 22.
«raTW vaomsMaaaq-iisma