N°. 1708. Zondag 3 Januari 1904. 17de Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentiën vóór 10 nor op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat Burg op Texel. V o J AANGIFTE INSCHRIJVING voor de MILITIE- Burgemeester en Wethouders der gemeente TEXEL, brengen ter kennis van wie het aan gaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1885 geboren nannelijke personen, of van hun vader, mpeder, voogd of curator, dat bij de Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212 van 1901), het vol gende is bepaald Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in deze Gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter Gemeente- Secretarie, tusschen den lsten en den 31sten Januari 1904 worden aangegeven, met over legging van een kosteloos verkrijgbaar uittreksel uit de geboorte-akte van den in te schrijven persoon, indien deze elders is geboren. "V oor het ontvangen van de aangifte zal meer bepaald zitting worden gehouden op Woensdag, den 6en Januari 1904, des voormiddags te 10 uren. Men wordt verzocht, zich zooveel mogelijk op dat tijdstip tot het doen der aangifte der Gemeentesecretarie aan te melden. Gedaan te Texel, den 15en December 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. de Joncheere Burgemeester, G. A. Hajenius Secretaris. GEVONDEN VOORWERPEN. 1 zakdoek, gevonden in de Weverstraat. 1 kinderwantje, Gasthnisstraat. 1 Warmoesstraat. TEXEL, 2 Jannari 1904. De Rederijkerskamer .Eendracht maakt macht" alhier, zal a. s. Zondagavond haar tweede uitvoering in dit seizoen geven in het Hotel „de Zwaan." Ditmaal zullen ten beste gegeven worden 3 blijspelen, n. 12 Dooven, Flik en Flok in de klem en het spreekuur van den Dokter. De werkende leden hebben zich ook ditmaal weder ernstig voorbereid, en stellen zich voor den Donateurs met hunne dames eenen aan- genamen avond te doen doorbrengen. Een flink bezoek zij de kamer toegewenscht De Cocksdorp, 29 Dec. De heer T. Alder- lieste, lichtwachter bij 's Rijks Kustverlichting te Eierland, is met ingang van 1 Jan. 1904 overgeplaatst naar IJmuiden. In zijne plaats is benoemd de heer C. India te Terschelling. Als naar gewoonte vierden de kinderen der Zondagschool onder leiding van den heer R. G. Barends het Kerstfeest. Des namiddags werden ze in de O. L. school onthaald en des avonds schaarden ze zich in het kerkgebouw om een prachtigen Kerstboom. Liederen werden gezongen door de meisjes- vereeniging „Lijdia" en door de kinderen, en ook de gemeenteleden, die waren opge komen om van de Kerstvreugde getuige "te zijn, hieven koralen aan. Ten slotte kreeg ieder kind een boekje ten geschenke. TEXELSCHE COUR ABT. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco pet post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. TER ART. 13, Voor de militie wordt ingeschreven: lo. ieder minderjarig mannelijk^ N ederlandcr, die binnen het Rijk, in liet Duitsche Rij of in het Konink rijk Belgie verblijf houdt. 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in bet Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie woonplaats heeft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den lsten Januarij van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder jarige niet-Nederlander: a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of de bezittingen des Rijks in andere werolddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in de hierbovon onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zjjn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat bij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf gaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder jarig is in den zin der Nedcrlandschc wet. Voor meer derjarig wordt voot de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. ART. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het R\jk verblijf houdt on zijn vader moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge meente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen hot Rijk woon plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdtf zoo hij door zijn vader moeder of vougd verlaten is, ouderloos is of in wettelijke zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in do gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koninkrijk Belgie verblijf houdt, ih de gemeente Rottordam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o. zoo zjjn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen hot Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in hot Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zij in hot Koninkrijk Belgio, in do gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eersto zinsnede 3o. zoo hjj woonplaats heeft binnen hel Rijk, in de ge meente zijner woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in hot Duitscho Rijk, in do gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heoft in hot Konkrijk Belgio, in de gemeento Rotterdam 4o. A. van hem. bedoeld in art. 13. ocrslo zin snede 4o, indien hij minderjarig is zoo hy verkeert in hot geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemoonto waar zjjn vader, moedor of voogd woonplaats hooft; zoo hjj verkeert in hot geval, in die zinsnede ondor Kb omschreven, in de gemeento, waar zijn voogd woon plaats heoft; is de woonplaats van deze builen's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waai de minderjarige vcrbljjf houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; B. van hom, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is in de gemeente, waar hij woonplaats heeft De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin de in tc schrijven persoon het lSde levensjaar volbragt, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie: ART. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte krijgsdienst zijn onderwoipen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van weder- keerigheid is aangenomen 2o, hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen I des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij burgemeester en wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte: indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder cura- teele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin snede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aan gifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk. in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten is; of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Yoor hem of baar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder burgemeester en wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blij ken, wordt door Ons bepaald. ART. 18. Yoor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht, en vóór het intreden van hel 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd heeft; 2o. ieder minderjarig manneljjk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige hetlSdc levensjaar volhracht, en vddr het intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hel Koningrijk België gevestigd heeft; 3o. ieder mannelijk mindoijarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vdor het intreden vaD het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo hij in oen der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moedor of voogd verkeert in oen der gevallen, hier boven onder 2o. omschreven 4o. ioder moerdoijarig mannelijk Ncdorlandcr, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen liet Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk België gevestigd of er woonplnals verkregen heoft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgendo op dat, waarin hij het 18do levensjaar volbracht, en vdor het intreden van het 21slc levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschroven gevallen verkeert Co. ieder mannolijk niet-Nedorlandcr, die na don lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vdor het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene of op nieuw in gezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats bin nen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk België. De inschrijving geschiedt in het register betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. ART. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, IS en 22.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1904 | | pagina 1