De Heer Jos. Loopuit, van de S. D. A. P.,
die Zaterdag 1.1. in de „Zeven Provinciën"
zou optreden, was verhinderd over te komen.
In zijne plaats zal nu Mr. P. J. Troelstra
spreken op Zaterdag 4 Juni, in hetzelfde lokaal.
Door windstilte opgehouden, kwam eene
afdeeling van het heilsleger, dat te Oosterend
een openlucht-meeting zou houden, hier tegen
elf uur eerst in de haven. Alvorens op te
rukken, werd op het havenhoofd een korte
godsdienstoefening gehouden, afgewisseld door
gezang en tromgeroffel. In goede orde trok
de stoet daarop langs den zeedijk naar
Oosterend.
In enkele bladen wordt gemeld, dat
eerdaags geen drank meer in de kazernes
verkrijgbaar zal worden gesteld, (nieuwe
drankwet).
Doch hoe dan het volgende te verstaan uit
een overzicht?
Een lang debat werd gevoerd over
een amendement van de sociaal-democraten,
bedoelende de uitzondering gemaakt voor
militairen op marsch, in legerplaatsen of in
localiteiten, aan het militair gezag onderwor
pen, te schrappen en dus den drankverkoop,
in kazernes enz. te verbieden.
Oppervlakkig lijkt er voor dit amendement
veel te zeggen. Alleen 't houdt geen rekening
met de werkelijkheid. Indien de drankverkoop
in 't leger verboden wordt, zullen de militairen
daarom nog niet geheel-onthouders worden.
En er bestaat alle vrees, dat de vroeger
beruchte soldatenkroegen weer zullen ont
staan, zoodat 't geneesmiddel erger dan de
kwaal zou zijn.
Dit alles werd in een heldere, overtuigende
rede door den den Minister van Oorlog uit
eengezet. Na een lang debat kon 't amen
dement dan ook slechts acht stemmen behalen,
n.l. die van de sociaal-democraten en van den
heer Staalman.
Dommer kan het wel niet. Op grond
van volgnummer 66 van de voorschriften
omtrent het militair geneeskundig onderzoek
is te Middelburg een der manschappen, die
tot korte oefening is ingelijfd, afgekeurd.
Bedoeld artikel verklaart een militair onge
schikt voor den dienst bij de zee- of landmacht,
die het volgend gebrek heeft„Domheid
(imbecillitas) in dien graad, dat de persoon
ongeschikt blijkt te zijn om in den dienst
geoefend te worden."
Het nationaal comité voor de oprich
ting van een standbeeld voor stadhouder
Willem III heeft per circulaire een oproep
tot het Nederlandsche volk gericht om steun,
ter verwezelijking van het denkbeeld. Het
comité wijst er op dat in den loop des tijds
in verschillende oorden van ons vaderland
gedenkteekenen verrezen zijn, gewijd aan de
nagedachtenis van mannen, die zich op het
gebied van wetenschap of kunst een histori-
schen naam hebben verworven, maar dat nog
altijd ontbreekt een standbeeld van onzen
beroemden stadhouder Willem den Derde,
die eenmaal op wonderbare wijze het vader
land redde, toen het reddeloos scheen en die
daardoor handhaafde ons zelfstandig volks
bestaan in den strijd tegenover den mach-
tigsten koning van Europa Diep doordrongen
van hetgeen Nederland aan Willem III ver
schuldigd is, hebben tal van mannen in den
lande zich vereenigd tot een nationaal comité,
om een standbeeld te doen verrijzen, gewijd
aan dien genialen telg uit het Huis van
Oranje.
Uitwerking van de drankwet?
De schrijver in de „Zwolsche Courant"
van het overzicht van het verhandelde
ter vergaderingen van de Tweede Kamer,
schrijft over de vergadering van Donderdag
toen de beraadslagingen over de drankwet
werden voortgezet
„Wa3 het een heusche vergadering van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, die wij
bijwoonden, of zagen wij de meest dolle klucht
vertoonen, die wellicht in jaren is verzonnen
Er waren momenten, waarin wij waarlijk
twijfelden. Was het een ernstig gemeende
vergadering of een meesterlijk geslaagde
parodie Ons hoofd duizelt er nog van, als
wij er aan terug denken. Nooit nog hebben
wij een vergadering meegemaakt, die in zoo
gereorganiseerde herrie eindigde, als die van
heden Een geroep, een gejuich en geschreeuw
door elkaarroode koppen, booze gezichten,
armen zwaaiend door de lucht, gebalde vuisten,
niemand meer op zijn plaats, behalve de voor
zitter, allen renden ze en krioelden ze dooreen.
Heel langzaam, plechtig, met een sarcas-
tischen glimlach op zijn gelaat laveerde de
Minister van Binnenlandsche Zaken, zonder
te botsen er door heen En dan schaterde
de heele Kamer het plotseling uitboven
ons, op de publieke tribune, gierden de men-
schen van de pret; de enkele getrouwen op
de gereserveerde tribune hadden dol plezier
overal waar men zag, lachende gezichten,
schuddende lichamen, klappende handen.
En zoo werd nu heden een wet in elkaar
gezet, die, zal zij eenig effect kunnen hebben,
naar algemeene overtuiging populair zal
moeten zijn Wij vragen, hoe kan op die
wijs een drankwet populair worden De
mannen, die haar maken moeten, drijven er
den spot mede, ze gooien er met den muts
naar, ze hutsen haar als een stamppot,
frommelen haar als een oude lap, ze hakken
er in, ze plukken er aan, ze phantaseeren er
over en maken er een relletje van. 't Is
een getob, een geknoei, een gepeuter, een
wetgeven op goed geluk.
De 18de jaarlijksche algemeene vergade
ring van de vereeniging ter bevordering van
de Nederlandsche visscherij zal plaats hebben
in het „American Hotel" te Amsterdam, op
Donderdag 2 Juni.
Onder de 16 punten ter behandeling komt
voor „De vereeniging machtige het hoofdbe
stuur aan de regeering te zenden een ontwerp-
wet, houdende regeling van het toezicht op
dezeewaardigheidvan visschersvaartuigen,met
verzoek een wet in den geest van dit ont
werp in te dienen."
Het hoofdbestuur van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers heeft besloten
een adhaesie-adres te zenden op het adres
van de vereeniging Volksonderwijs aan de
Eerste Kamer, waarin verzocht wordt de
Hoogeronderwijswet niet aan te nemen, als
zijnde in strijd met de belangen van den
staat, van het hooger onderwijs en van het
volksonderwijs in het algemeen.
Men schrijft aan de „Delftsche Courant
Een minder gebruikelijke en zeker minder
gewenschte opvatting van de Ongevallenwet
bleek dezer dagen een werkgever alhier te
willen huldigen.
Een jongen, in zijn dienst, had zich aan een
machine tamelijk ernstig aan een vingertop
gewond en kreeg volgens de Ongevallenwet,
als leerling, f 0.70 daags vergoeding.
De patroon ontbood den vader en, meenende
met iemand te doen te hebben, die minder
op de hoogte was, stelde hij dezen voor, dat
de jongen loopwerk zou doen en dan zyn volle
loon f 1.75 zou ontvangen, hebbende dan de
vader geen drukte met de uitkeering van de
Rijksbank, welke de patroon dan wel zou
ontvangen. De vader was toevallig iemand
die uitmuntend op de hoogte was, maar die
zich zeer nuchter hield, van zijn kant zei hij,
dat hij 't voor zijn jongen goed vond, als hij
nog maar een paar weken van de buitenlucht
bleef genieten. Hij wilde overigens den
patroon geen last bezorgen, waarom hij het
geld van de Rijksbank maar zelf zou ont
vangen.
Dat iemand precies het oogenblik van
zijn dood weet komt zelden voor. In Groenlo
was dit, volgens de „N. Arnh. Ct." dezer
dagen het geval. Bij dokter S. vervoegde
zich iemand, die over pijn in de borst klaagde
De dokter onderzocht den patiënt, maar
gaf hem den raad, zoo spoedig mogelijk naar
den pastoor te gaan, om zich ten volle te
laten bedienen en dan naar bed, want binnen
eenige uren zou hij een lijk zijn. De dokter
had juist gezien, want de man stierf na
eenige uren aan het borstwater.
Een onbekend dier. Jan Visser te
Westernieland, vernam dat een zeedier strand
de aan de Lauwers en hij bracht het aan
land. 't Gewicht van het dier bedraagt on
geveer zeshonderd pond, de lengte tien voet.
De omvang van het lichaam is zoo groot
als van een paard. De donkere kleur van
het bovenlijf komt overeen met die van den
bruinvisch, het onderlijf is echter lichter ge
kleurd, als 't ware grijswit. Op den boven
kaak bij den neus is een witte streep van
'n paar vingerbreed. Kiezen ontbreken, maar
't aantal tanden is boven 2 maal 23 en be
neden ook.
Een burgervader van den ouden stempel.
De burgemeester der gemeente Drachten
weigerde aan het noordergewest van het Ned.
Gymnastiek Verbond toestemming op een
Zondag in dezen zomer de Gewestelijke uit
voering te houden. Een der raadsleden heeft
nu eene motie van afkeuring aan het adres
van den burgemeester voorgesteld, doch de
burgemeester heeft deze motie niet in stem
ming gebracht. Als hoofd der politie was
hij aan den gemeenteraad geene verantwoor
ding verschuldigd, zoo beweerde hij. De
turnvereeniging Hercules heeft nu verlof
gevraagd om op een Zondag een Turnmiddag
te mogen hondendat is een oefeningscursus
voor turners van verschillende clubs. Hercules
wenscht deze te houden zonder muziek, zon-
dei entrée enz. De burgemeester heeft ook
daartegen bezwaar hjj oordeelde dit samen
werken der turners te zijn „eene openbare
uitvoering."
Op 14 April 1.1. ontving pastoor dr.
Alph-Ariëns te Steenderen een niet getee-
kende briefkaart uit Tiel, van den volgenden
inhoud
Wel Eerwaarde Heer
Hebt u wel eens gezien, dat het drankgebruik
werd bestreden door personen, die niet weten
wat werken is die niet weten wat zweeten
is, door diegenen gewoonlijk, die het grootste
gedeelte van de week den tijd hebben, om
met een sigaar in het hoofd, een wandelstok
in de hand en een stuk kachelpijp op het hoofd
door de een of andere gemeente te wandelen 1
Is het u ooit overkomen (iets wat een
degelijk werkman wel overkomt) dat gij 's
avonds eens bij uw vrouw zijt gekomen en
dat gij tegen uw vrouw hebt kunnen zeggen
„vrouw, nu kan ik mijn hemd wel uitwringen
van het zweet, dat ik vandaag heb gelaten
't Is het u nooit overkomen, nietwaar?
Welnu, gevoel er dan iets voor, voor hem,
dien dat wel overkomt en gun dan het gebruik
van een glaasje drank aan den werkman,
Misschien geeft dit voor u, na eenig ernstig
nadenken, wel stof tot overweging."
Z Ew. publiceert bovenstaande in de „Kruis
banier" met het volgende onderschrift
Het leuke van 't geval is, dat ik die brief
kaart op mijn tafel vond, toen ik terugkwam
van eene propaganda-reis en zóódanig zweette,
dat ik onmiddelijk van kleeren verwiesslen
moest. Ik heb echter heusch geen behoefte
aan 'n borrel gehad.
Sla, die te diep geplant is, brengt klei
ne, weinig volkomen kroppen voort. Men
geeft in den regel de schuld aan 't sterke
dauwen, doch de oorzaak is alleen het plan
ten. De wortelhals moet aan de oppervlakte
van het bed zitten, niet in den grond.
Zoo zijn er niet veel. Maandagmiddag
om 5 uur werd op den Biltschen straatweg
te Utrecht, meld „de Telegraaf," een 7-jarig
meisje door een automobiel uit Amsterdam
aangereden. De bestuurder had even wel nog
tijdig weten te stoppen, zoodat het kind
slechts eenige onbeteekenende ontvellingen
bekwam.
De geschiedenis is hiermede echter niet uit,
De Amsterdamsche automobilist blijkt een
heel vriendelijk heer te zijn. Hij stapt uit
het rijtuig en richt eenige belangstellende
vragen tot de ouders van het kind, waarvan
de vader echter heel slecht te spreken is,
Na zich overtuigd te hebben dat de toestand
van het kind in 't geheel niet gevaarlijk is,
gaat hij, na den vader de hand gedrukt te
hebben, gedrukt weder heen. In die hand
is echter iets achtergebleven. Het is een
opgevouwen papiertje, wat meer zegt, bank
papier 100 gulden. Als bij tooverslag
veranderen toorn en bezorgdheid der ouders
in vreugde. Den vrijgevigen automobilist
wordt een dankbaar afscheid achterna ge,
roepen en het kind kreeg een extra-pakkert
Toepassing der Zondagswet
In afwachting, dat wij een nieuwe Zondags
wet krijgen van het tegenwoordige Ministerie
dat zich intusschen daarmede niet hard
haast wordt de oude, die bijna in het ver
geetboek was geraakt, weder uit het stof der
tijden opgerakeld. Althans de Zuth. Ct. deelde
dezer dagen mede, dat aan onderscheiden
personen, die des Zondags te Zutfen op het
land werkten, dezen arbeid op Zoudag door
de marechaussees verboden werd, onder be
dreiging, dat, zoo zij het weer deden, proces
verbaal tegen hen zou worden opgemaakt,
Dit betrof zoowel boeren, die met paarden
op den akker bezig waren, als arbeiders, die
hun stukje grond bewerkten.
Het blad voegt er bij, dat dit geschiedde op
last der justitie, naar aanleiding van een aan'
schrjj ving der Hooge Regeering, waarin hand
having der Zondagswet gelast werd.
Andere tijden, andere zeden roept de
Kamper Ct. uit. De Zondagswet uit de da
gen der landsvaderlijke Regeering van Koning
Willem I, toen de overheid zich geroepen
achtte om over het zieleheil der ingezetenen
te waken, is geheel uit den tijd. Reeds sinds
jaren en jaren word er de hand niet meer
aan gehouden, eenvoudig omdat ze niet tn
handhaven is, daar de menschen zich in zulke
zaken geen wetten laten stellen.
Al zal de Zondag wel altijd uit kracht van
gewoonte als een rustdag worden beschouwd
en zullen er bijgevolg wel weinigen worde®
gevonden, die bij voorkeur op dien dag werken,
in velerlei gevallen kunnen de omstarföig'
heden eischen, dat van deze gewoonte word'
afgeweken. Inzonderheid is dit het geval
met land- en tuinarbeid.
Men denke bijvoorbeeld aan do vele arbei
ders, die een lapje grond bezitten en daaraan
hiet anders dan op Zondag hun zorgen kunnen
wijden, eenvoudig omdat zy op de ander®
dagen der week in dienst zijn van andereD,
om hun brood te verdienen. Maar ook denk®
men aan de boeren, die dikwijls zich genood'