ww W IJ N E N MELKONTROOMEP. OE „ALFA GOLIBRi" De 376ste Staatsloterij vangt aan 18 Juli a.s. W. JAGEH GERLINGS, Firma J. H. ENSCHEDÉ, C. BAKKER, Banketbakker. Bnrg TEXEL Landbouwkantoor „Noord-Holland" Import van TB OM ASP HO SP HA AT, uitsluitend in het echte „STER"merk. gA Tf% 'Hr Feuilleton. EER EN GELUK. TE HAARLEM. Levering van Hulpmeststoffen onder „Openbare Controle." VAN DER KLOOT Go., De Cocksdorp. m te te "Wijnhandelaars, Hofleveranciers, VERKRIJGBAAR BIJ Hoogerstraat. Vertegenwoordiger voor Texel: de Heer CORN. M. KOORN. is een MACHINE die aan alle eischen voldoet, en is direct verkrijgbaar bij 01 0, 0 01 0/ S' S* De eerste Nederlandsche Maatschappij tot verzekering van risico in Loterijen. Vertegenwoordiger voor Texel A. DE ROOIJ, Parkstraat, Texel. te te te te te kt YAH ■y V y "S (Koninklijk goedgekeurd,) geeft POLISSEN uit op naam, kostende in eens gevend geld f 100, in 3 driemaandelijksche termijnen ad. f 25,en 1 ad. f 27,50 102,50 in 21 maandeljjksche f 5,105, in 10 driemaandelijksche f 10,en 1 ad. 1 7,50 107,50 in 22 driemaandelijksche B 1 5,en 1 ad. f 7,50 117,50 in 5 maandelijksche f 2,en 115 ad. f 1,125, De meerdere kosten in termijnen zijn renten en administratie-kosten. Deze polissen zijn genummerd en geven recht op dezelfde winstkans als de Staats-loterij geeft op een twintigste aandeel, vanaf de le termijn van betaling. Polishouders nemen deel aan alle trekkingen der Staatsloterij zonder eenige bijbetaling, tot op hun polis f 10,000 is uitbetaald, behouden tot zoo lang recht op hun f 100 en spelen derhalve van de rente van hun kapitaal. e e Vrij naar het Fransch door A. B. 11. III. En ik zou haar moeten bedroeven, haar boos maken, zij die alles is wat mij nog is overge bleven. Ik verzeker U, dat zij mij bemint. Toen zij nog zeer klein was, noemde zij mij lieve Mama. Lieve mama, zei zij toen en nu is het grootmoeder Maar vader Ulrich, ik verveel U zeker Meent ge dat vroeg de geestelijke een voudig. Ja zeker. Maar vervolgde zij, als had zij nog nimmer te voren Gilberte goed bekeken, zij ziet er inderdaad lief uit. In werkelijkheid keek zij nooit anders dan naar haar kleinkind, slechts vaag had zij eene voorstelling van een jong en zachtaardig wezen tje dat bij Marianne was en in de sombere woning sloop en daar als een heldere lichtstraal dat sombere deed verminderen, die overal bloe men bracht. Gilberte is een riet; zij is geboren om te gehoorzamen zooals mijne Marianne is geboren om te gebieden. Het is een groote gunst voor het kind bij ons te leven. Zij is arm, Marianne zou haar wel willen overladen met weldaden, maar zij leent zich daar maar zeer slecht toe. Mijn lief kind be schermt haar echter. God weet wlo van beiden dj ander be schermt. Scheidt de beide kinderen nimmer van elkaar. Nooit zeker niet, zoo lang hare tegen woordigheid aan Marianne bevalt. Marianne heelt ons nooit gezegd, waarom zij zoo van dio kleine hield, ook zelfs niet, dat z\j van haar hield O, het is zoo moeilijk Marianne aan het spreken te krijgen. Ik verzet mij niet tegen haar neiging voor Gilberte. Het viel mij ge makkelijker toe te geven dan toen Marianne het in het hoofd kreeg hier in hnis een hyena uit een reizend beestenspel te halen. Na dit bewijs van toegevendheid te hebben verteld, nam de grootmoeder haar breikous weer op. Maar vader Ulrich, die koud was gebleven toen zij sprak over rijkdom en aardsche sch atten scheen plotseling verteederd. Nicht, zei hij, ik heb U woorden toege sproken, die U hard voorkwamen; het is mijn plicht tegenover het kind. Gfj hebt het ont wapend en verre van den strijd gehouden, maar zij zal weder in het strijdperk terug koeren. Nooit, ik zal haar bewaken. Zij is reeds .een vrouw, zei hij kalm. Tranen sprongen de oude grootmoeder in de oogen. Het is onmogelijk, zuchtte zij, zeg mij niet dat zij geen kind meer is, dat zij verre van mij zal gaan, dat ik haar zal verliezen. Het was nutteloos, dat hij haar al zei, dat zulks toch onvermijdelijk eens het geval zou zijn. Wie hoeft haar opgevoed zei hij eens klaps. Mejuffrouw Wilhelmina, een geleerd per soon, op wier moraliteit niet het minste valt te zeggen. Het andere jonge meisje hoeft dan beter van de lessen van Mejuffrouw Wilhelmina geprofiteerd. Ge schijnt Mejuffrouw Wilhelmina niet zeer genegen. Het past mij niet haar te veroordeelen, doch als ik iemand voor uw kleinkind had moeten kiezen, zou ik zeker niet haar gekozen hebben. Eisch niot, dat ik Mina weg zal zenden. Ik eisch niets, laat Uw eigen geweten U in deze den weg wijzen. Als Mina weg ging, zou ik geen oogenblik rust meer hebben. Het komt U zeer gewoon voor dat Marianne groot en bijna sterk is ge worden, maar om zoover te komen is er bijna onmetelijke zorg noodig geweest, nog is die zorg groot, en slechts Mina is daarvoor in staat. Nog eens, wij begrijpen elkaar niet goed, zei hij ongeduldig, niet aan die zorgen dacht ik. Marianne heeft eigenschappen, die gij niet bij baar vermoedt, zij bedeelt de armen in het dorp. Gilberte, die de zieken en kinderen ver zorgt heeft wel beproeft haar ook daartoe over te halendoet U dat niet rillen Wilhelmina heeft dit zeer behendig weten tegen te gaan. Wie is dat andere meisje Een beschermelinge van Marianne, waar aan zij, ik kan mij niet begrijpen waarom, innig gehecht is. Gilbert! is een goed kind, maar bijzonder. Ik heb haar goed beoordeeld; zij is bij zonder wat kracht en deugd aangaat, zei hij beslist. Zjj hief verbaasd de oogen op. Begonnen de verstandelijke vermogens van vader Ulrich te verminderen Gilberte sterk zij is uiterst bedeesd. Van een kleinigheid schrikt zij. Zij vormt een complete tegenstelling met Marianne, die zoo moedig is. Naar mijne meening zei de geestelijke op een toon als sprak hij over een zeer gewone zaak, zou het voor Marianna goed zijn, als zij eens een tijdje naar een klooster ging. De oude vrouw gaf een gil. Naar ,een kloosterMarianne naar een klooster Marianne de Salvaire Wel zeker, zij, gaf hij ten antwoord, ver wonderd over de uitwerking, welke zjjn op merking had. Denkt ge er werkelijk aan vroeg zij glimlachend want het klinkt haast al te vreemd om het als ernstig gemeend op te vatten. Marianne onderworpen aan een vaste regel met de kleine meisjes gehoorzamende? En gij zelf hebt mij zooeven gezegd, dat zjj weldra vrouw zou zfjn, zei zij met een zucht. Te vroeg. Houd dat wat tegen. Gij denkt niet na. Sedert hare geboorte regeert Marianne hier. Geen boer geen be diende hoe brutaal anders soms ook, zal het wagen haar tegen te spreken, vervolgde zij trots. Breng haar dan spoedig naar een klooster en laat er haar een geruimen tijd. Vader Ulrich, goede vader Ulrich, ik heb Di an Te S< Blij: groote eerbied voor U en uw heilig kleed, maar |ur ik moet II toch zeggen, wat weet ge nu toch van een jong meisje? En van een jong meisje van haar stand nog wel P Is de adel tegenwoordig in alles vrij? vroeg hij gestreng. Neen, vader, maar de plichten De wet is voor allen gelijk, voor Marianne als voor haar gezellin, als voor haar geringste dienstbode. Onder allen is zij het hoogst, welke de wet het best opvolgt. Ge wilt toch zeker niet zeggen, dat allen dezelfde plichten hebben riep mevrouw de Neuilly uit. Neen, niot dezelfde, die van Uwe klein dochter zijn veel grooter dan die van haat dienstboden. Do oude vrouw antwoordde niet, die woorden beletten haar bijna de ademhaling. Zij zei echter bij zichzelf dat vader Ulrich zeker die ideeën had gekregen door zijn voortdurende omgang met de armen. Toen zij echter den geestelijke in diens oogen zag, begon zij toch wel even te wankelen. Gij hebt slechts een deel van Uw toakl verricht, hernam do geestelijke. Vroeger voedde) men een meisje van onzen stand zoo niot op in het klooster werd haar geleerd hoe zij md| eere haar rang in de maatschappij kon vervul len, men onderwees haar in die bijzondere| deugden, die vereischt worden om zulk groot fortuin te behoeren. Ach, zeido de oude vrouw weenende, üba.s, heb zooveel verdriet gehad, zooveel geledeilOi rit- Laat mij tenminste Marianne bij mij houdeii^daai laat mij gelukkig zijn door haar tegenwoordig! ,{ur hoid, door haar liefde. Ijy® Nicht, zei de grijsaard, is hot waarlijlu ju leded al( dat wol in zt ge 0 7 iten -nat bord- htiD 1 oi !t Jl( m de dag i z m z\v den Tevei let ge fram inged on: geve Texo 0 Bcrg Gelet 'inricl Hake ihoudi de Tan <j brand wel goluk, dat gij U bereidt P En dan, zij zal te veel lijden terwilleval hen die reeds zijn heengegaan, laat haar golukf kig zijn. Wordt vervolgd Gedrukt b\j LANGEVELD DE ROOIJ, Texel. en y, bran igozo; 'eind, Ondo 'uiten 1)01 |do ma ma |do ros

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1904 | | pagina 4