XEDERLAXDSCHE STAATSLOTERIJ. f. J. IMfflM Pi ii 1. M 1(1(1 IJ, Zandbouwkantoor „Noord-Holland" Import van TBOMASPHOSPHAAT, uitsluitend in het echte „STEIt'krk. F euilleton. EER EN GELUK. Levering van Hulpmeststoffen onder „Openbare Controle." debitanten van de Staatsloterij, Volgende week trekt de Vierde klasse. Vertegenwoordiger voor Texel: de Heer CORN. M. KOORN. berichtendat ten hunnen huize of in hunnen Boekwinkel Parkstraat, LOTEN zijn te bekomen voor de thans trekkende Staatsloterij. De prijs der Loten is: Voor alle Klassen. Klassikaal. (4de Klasse) Heel lotf 57,—. Half lotf 28.50. Vijfde lot f 11,40. Tiende lot i 5,70. Twintigste lot f 2,85. Heel lotf 70. Half lotf 35, Vijfde lot f 14, Tiende lotf 7, Twintigste lot f 3,50. Onder beleefde aanbeveling, met belofte van strikte geheimhouding. MAINTIE De LOTEN worden niet anders dan a contant afgeleverdnaar buiten tegen toezendirig van postwissel met verhooging van 5 ets. voor port. Houders van Klassikale loten worden er aan herinnerd, dat de verwisseling moet plaats hebben uiterlijk Zaterdag voor de trekking. Vrij naar het Fransch door A. B. 34. Dat eene woord bracht bij hem eene geheele ommekeer te weeg, hij zij bij zichzelf, dat hij dat kind had kunnen beminnen, doch dat hij haar voortaan zou haten. Dat eene woord was voldoende om den jongen man volkomen zijn groote dwaling te doen inzien. Langer dus te blijven was hem onmogelijk en zonder iets te zeggen verwijderde hij zich. Marianne alleen achter gebleven, bracht de hand naar haar voorhoofd en streek haar vochtige haren een weinig weg. Uit de zaal, waar men het souper gebruikte, kwam een vroolijk ge mompel. Marianne gevoelde zich eenzaam in de groote zaal, na eenige oogenblikken in twee strijd te hebben verkeerd wat ze zou doen, zich naar haar gasten begeven of niet, besliste zij eindelijk tot het laatste, langzaam stond zij daar na op, liep de groote zaal door en ging de trap op. Naarmate zij zich meer verwijderde, werd het feestgedruisch ook minder duidelijk en weldra was het bijna niet meer hoorbaar. Zij begaf zich in een breede gang, die in het halfduister was gehuld en waarin de stilte volkomen was; zij had het woelige feest verwisseld voor de vredige stilte, die hier heerschte in dit afgelegen deel van het hotel. Na eene korte aarzeling draaide zij de knop van een deur om en trad een kleine kamer binnen. Een kleine lamp op de tafel geplaatst, ver lichtte het gelaat van Gilberte, die bezig was met een liefdewerkje, naast haar lag haar bid- kussen waarin nog duidelijk de indrukken van haar knieën zichtbaar waren, zoodat zij blijkbaar eenige oogenblikken te voren nog had gebeden. Marianne, sloot de deur, Gilberte werd door het geluid daarvan op het bezoek opmerkzaam gemaakt, sloeg de oogen op en zei Zijt gij daar nu al Het is toch nog niet laat. De klok naast haar wees het uur van een aan. Het is wel laat voor het werken, hernam Marianne in de eenige fauteul, die zich in de kamer bevond, plaats nemend. Zij wees daarbij op de stof van grof linnen, welke Gilberte aan het bewerken was. Gilberte gaf geen antwoord, maar legde haar werk op zij. Is het boneden reeds afgeloopen, Marianne vroeg zij. Voor mij wel, gaf mejuffrouw de Salvaire ten antwoord. Gilberte, hernam zjj daarop ernstig, hebt ge weer gehuild Gilberte wendde zich om en keek haar vriendin flink in het gelaat en zei kalm Neen, Marianne, gehuild heb ik niet. Ik huil nu niet meer. Ge hebt het daarvoor nu zeker te druk, merkte Marianne spottend op. Ik heb het inderdaad zeer druk dozen winter, gaf het andere jonge meisje zeer bedaard ten antwoord. Heb ik u dan niet meermalen gezegd, dat Rosali voor uw armen zou werken zooveel ge maar wildet -- O, ja, en ik dank u daar wel voor. Maar het werk van Rosalie ontslaat mij niet van het mijne. Marianne haalde de schouders op. Haar geest was blijkbaar niet bij dat onderwerp en Gilberte keek haar vriendin aaü, als verwachtte zij eene vertrouwelijke mededeeling. Gilberte, zei Marianne kortaf, terwijl haar oogen terneer geslagen waren, de markies van Alleyard heeft mij zooeven ten huwelijk gevraagd. Er volgde eene korte pauze, gedurendo welke men slechts de ademhaling der beide meisjes hoorde, benevens het geknapper van het hout in het haardvuur. Eindelijk hernam Gilberte: Wat zei hij, toen ge weigerdet Marianne sprong op. Toen ik weigerde Wie heeft u gezegd, dat ik heb geweigerd? Op sarcastischen toon vervolgde zij Weet go dan niet, dat ik sedert zijn komst alhier alleen voor hem leef God behoedde u Gilberte,' zei zij op zonderling vroomen toon. God behoede u ooit voor iemand alleen te leven 1.. Zij vervolgde, terwijl haar toon blijkbaar moer en meer aanwies: Weet ge dan niet, dat dit feest alleen voor hem was dat ik geheel alleen voor hem mij zooveel werk had getroost voor mijn toilet mijn japon. Haar teedere handjes grepen do japon als wilde zij die verscheuren. Ik had het eindelijk begropen Iedereen zag het en zinspeelde er op en hijzelf is van avond komen zeggen, dat hij er in toestemde mijne wenschen te vervullen. Ja ht), hij, herhaalde zij bitter. Die ledepop, zonder hart, zonder zieldat ornament van do samenleving Bon ik dan zoo diep gevallen Waarom kwam mijnheer van Aubrot niet, die zijns gelijke niet heeft bij decotollon? of Peter van Lousse die altijd de meeste mouw tjes weet te vortellen Ik haat allen, ik haat mijn lot. Ik wou, dat in uw plaats vsas, Gilberte Gilberte had ochter oon moer inwendig leed, dat zij geduldig droog en waarvan het bedorvcnl kind de diepte niet kon peilen. Gilberte antwoordde niet, zij liet haar vriendin I kalm uitrazen. Zij wachtte af, dat deze haarl volkomen haar vertrouwen zou schenken, deil scène toch had zooals ze zeer goed inzag cenl vee) dieperen grond dan die huwelijksaanvraagf Marianne was opgewonden, zij beefde oven haar leden, alsof een ideaal, dat zij zich hodl voorgesteld plotseling was vernietigd. EeDsf klaps zei zij somber Ik heb mij bedrogen, jammerlijk hedrogen. Ik heb gemeend goed te doen en met al dij weelde heb ik hem afgeschrikt. Maar zou men niet gezegd hebben, dat Ijjjl nimmer een koningin zolfs zoo schoon heel! gezien Veronderstelt ge, dat de weelde Al beril van Alevard voldoende heelt afgeschrikt vrowl Gilberte. Gilberte, riep Marianne uit, hoe hebt gc| kunnen raden, dat de markies zou afwijzen .t\.| Van den eersten dag af waarop hij hier kwaml werd er toch reeds op een huwelijk tusschenl mij en den markies gezinspeeld. Hoe kunt gj zoo verblind zijn, Gilberte? De eerste dag waarop de markies hictl kwam, heb ik reeds gedacht, dat ge nooit zij j vrouw zoudt worden. En daarom was het dus, dat ge dien avondl hebt geweend Waarlijk, ge zijt vol medelijden voor deal armen Alberic. Want ge hebt dien avood gcT weend, ontken het maar niet, Gilberte. Wan! toen ik om 10 uur bij u kwam zat ge daal evenals heden, met uw hand onder hot hoofd enl weendet. Marianne bootste de houding na, die zij bezïgl was te beschrijven en liet haar hoofd op haarl hand rusten, een traan rolde tusschon haarl vingers door op haar japon. Met eenigszin! trillende stem hernam zij Gij hadt toen echter niet een witte japonl aan en die maakt meer indruk, als ge mij o| uw ernstige wijze aanspreekt in uw kleed val priesteresse, gevoel ik groote neiging ondank! mijzelf naar u te luisteren. Gij hadt mij deze keer niet toegestaan zei mijn toilet te kiezen. Het is zeker ook mij! schuld niet, dat ge niet beter zijt geslaagd. Marianne, anders zoo toornig als men baail tegensprak, bleef nu echter kalm en zei: En toch was het zeer mooi van avonil Gilberte. En ik was ook mooi.... Ten minst! ik moest het zijn. En en ik had nooit ge| dacht dat ik zulks ooit voor iemand zou doen.| zuchtte zij. Maar welk een ongelukkige ingevin| zooveel weelde te willen ten toon Bpreidcn, tcrl wijl ik ze in werkelijkheid haat. Want ik hou| niet van weelde, Gilberte, waarlijk niet. Gilberte sloeg de oogen neder. En wat heb ik noodig O, zoo weinig.,I Een klein hoekje waar ik mij kan terug trokke! en bemind worden Dit laatste werd zeer zacht door Marianne! geuit doch door Gilberte zeer goed verstaan. Marianne, zei Gilberte op een toon als sprail zij tot een kind, wordt ge dan niet door oaf allen bemind Wat zoudt ge elders beted zoeken P O, mijn vriendin houd u niet var aan een schoone. De liefde, wijzere mensche| hebben mij dat geleerd, is slechts een zeel vluchtige aandoening. Liefde is slechts eei| episode uit 's monschen leven. Als wij haa| moeten missen hohben wij tal van zaken oa| ons te trooeten. Wij hebben ouders, die wij beminnen, wi| hebben ons „thuis" ons werk, de zon, de bloef men. Alles even lief. Dat alles troost ons. Het is wreed zich aai| de zoo booze liefde op te offeren. Christn! liefde, die, welke niet eindigt, die door God gef zegend wordt, heeft niets gemeen met die liefdel welke met zulke schoone kleuren wordt g| teekend. Het is eene aaneenschakeling va! plichten, die stipt moeten worden vervuld htL is eene verzameling van gedeelde vreugde, doe! vooral helaas van samen gedragen leed. Het waren vreemde woordeu, die over tlil jeugdige lippen kwamen, maar Gilberte wasojl dat oo?enblik buitengewoon ernstig en schee! veel ouder dan ze in de werkelijkheid was. O, gij zei Marianno nadenkend. Gj| dwaalt altijd af naar strekon, waar ik u nitf volgon kan. Bon ik het die afdwaal vroeg Gilbert! zacht. Gij rekent uw geluk, uw leven niet naw| waarde. Ja, zeker doe ik dat, zei Gilberte eonig zins opgewonden, ik zou echter dadelijk mijl geluk, mijn kracht, mijn leven opofferen als befl noodig bleek, liever dan dat het aau een andcr| geluk in den weg zou zijn. Zjj werd daarop weer kalm en toen Mariann! verwonderd uitriep Ik weet niet waar go aan denkt, Gilberte.. antwoordde zij nederig L Wat hindert dat als mijn gedachten rail maar niet verhinderen in hot doon van mij| plichten tegenover u. Ik bid God, gecno gedachto mij ooit zal verhiudoren dl plicht te vorvullon. Wordt vervolgd,) Gedrukt hg LANGEVELD&DE ItUOlJ, Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1904 | | pagina 4