Humoristisch Weekblad. a flBOHKLESjUophet Humoristisch Viéekbmd HETMEESnMIGE BLAD Landbouwliantoor „Noord-Holland" Levering van Hulpmeststoffen onder „Openbare Controle." Import van THO MA SP HO SP IIA AT, uitsluitend in liet echte „STER'Tncrk. a VolGeestige SCHERTS tl. PAKKENDE jjunev F euilleton. KEI! EN GELUK PB11ID, <x> co <x> <x> v-^ :v:'- Vertegenwoordiger voor Texel: de Heer CORN. M. KOORN. verkrijgbaar gesteld voor de lezers van ons blad. n— Prijs per '6 maanden slechts 30 ets. cö cö O O O O cö y V r- fy^.'L Humoristisch Weekblad Verschijnt elke week in 16 pagina's in gekleurd omslag met tal van aardige en geestige plaatjes en grappige anecdoten. CQ CQ O A vfhdmMBmÉii Dit Humoristisch Weekblad is voor de lezers van ons blad een premie bij uitnemendheid. Wie dit Humoristisch Weekblad nog niet bij zijne cou rant ontvangt, verzuime niet onderstaand inteekenbiljet in te vullen en hetzelve aan ons in te zenden. De prijs is zoo gering dat het voor niemand onzer lezers een beletsel kan zijn zich de ge regelde toezending van deze uit. muntende premie te verzekeren. He ondergeteekende wensvhl ge regeld te ontvangen het tegen den piijs van 30 ets. per 3 maanden. WOONPLAATS: NAAM: Vrij naar het Fransch door A. B. 36. Het jonge meisje keek snel op het tafeltje waarop men de brieven enz. voor haar groot moeder had nedergelegd. Met één oogopslag had zij de brieven gezien, die op het tafeltje verspreid lagen, haar opge wondenheid was weer verdwenen en haar oogen verloren hun glans. Komaan, mompelde zij, het moet. Zij ging op een laag stoeltje voor haar groot moeder zitten. Dus, zei de oude vrouw verdrietig, het is nog maar steeds het oude liedjeMijn kind, ik zou U nog zoo gaarne geheel alleen willen bewaken. Geheel alleen Helaas hoe weinig kende zij nog het hart van dat bedorven kind Maar u alleen achter te moeten laten, wanneer ik eenmaal zal heengaan Weder hield zij op. Tot geen prijs wilde zij Marianne bedroeven. Je bent zeker nog zeer jong, zei de oude vrouw maar ge zult zeker niet weigeren te trouwen lieve, wanneer. Neen, neen, ik weiger niet. Over een tijdje. Neen niet over een tijdje, dadelijk. Hoe, riep de oude dame verrast uit. De markies van Allevard P Ik verwonderde mij over diens reis. Ileeit hij met u gespro ken Hij had eerst mij moeten raadplegen, zei zij. Hij heeft met u gesproken en gij hebt mij niets gezegd? Vertel het eens gauw aan uw oude grootmoeder. Ik wist het wol. Mijn kind zal weer haar vroegere kleur terug krijgen. Zij zal markiezin worden. Het was nooit bij Marianne opgekomen, dat men sommige dingen niet plotseling moet ver tellen, doch dat men daartoe de hoorders moet voorbereiden. Zij was in don grond van haar hart zeer oprecht, het eenige punt van over eenkomst vrij wel tusschen haar en Gilberte. Hij heelt werkelijk met mij gesproken, grootmoeder, zei zij, maar hoo kunt u veronder stellen, dat ik den markies van Allevards zou willen huwen, u is ook al precies als de an deren. Maar mijn lief kind een man met zijn fortuin, zijn rang, zijn karakter. Gezoudt worden opgenomen in een der eerste families van Frankrijk. Het is „bijna" alles wat ik voor u had kunnen wenschen tenminste van alle zijden beweert men zulks. Voor hem, ofschoon zijn naam mij onbekend was, bad ik reeds 10 jaren geleden, waarom ik God smeekte hem op het goede pad te houden, die voor u als man was bestemd. Ik haat de fortuin, de rang, de eerste families van Frankrijk, riep Marianne opgewon den uit. Ik heb genoog aan mijn eigen bezit tingen om mij nog te verontrusten over hetgeen anderen hebben. Men heeft mij altijd mijn zin gegeven. Ik ben er zat van. Het scheen echter niet dat zij nu gaarne wilde worden tegengesproken. Marianne vervolgde in eon adem U wenscht mijn geluk tenminste u heeft mij dat dikwijls gezegd. Dat geluk heb ik gevonden en ik wil het ook dadelijk hebben vervolgde zij ongeduldig, alsof zij vreesde, dat men het haar zou onthouden. Het leven gaat zoo snel. Ik wil er geen oogenblik langer meer op wachten. Bewijs mij, dat go van mij houdt. Mijn hemel, Marianne wat scheelt u P Wat wenscht ge, mijn kind Go kont iemand on ge wilt. Die is dus beter dan de markies Duizend maal beter. Wat was zij opgewondon. Het moest bepaald oen zeer hoog geplaatste zijn, oen hertog mis schien liet is dus misschien wel mooielijk hot te bereiken, mijn kind, is hot niet zoo P Ik zal hot echter bereiken. Er was iets in het gelaat van Marianne dat de grootmoeder schrik aanjoeg. Kom, zei zij, vertol het mij maar wie hot is, fluister het mij maar in het oor. Zij wenkte Marianne bij haar te komen zitten, doch deze voldeed niet aan die uitnoodiging, maar bleef rechtop staan. Ik ben moe van al die vleierij van al die leu gens welke men overal ontdekt. Het is iemand, vervolgde Marianne, aan wien ge nog nooit voor mij hebt gedachtmaar ik denk aan hem vanaf het eerste oogenblik dat ik hem heb ontmoet en ik denk nog veel meer aan hem nu ik mij hier bevind, te midden van deze ijdele vleiers. En al waren de mannen, die ik in Parijs heb ontmoet ook even mooi, oven flink en even nuttig, als zij nu leelijk en verachtelijk zijn, ook dan nog zou ik die andere hebben gekozen Vermoedt u niet wie het is. Het is Maximiliaan Deloraine. Nooit. Die uitroep kwam zoo plotseling en zoo be slist, dat Marianne er van rilde. Geheel de trotsch van haar huis, al de prin cipes van haar geslacht hadden gesproken in dit enkele woord „nooit." De oude dame zelf geraakte door die uitroep geheel van streek en alleen na eenige minuten zwijgens wist zij zich weder in zooverre te be heerschen, dat zij haar kleindochter weder durfde aan te zien, om te onderzoeken of die uitroep geen te groote beleediging voor deze was geweest, Maar Marianne, zei zij eindelijk, gij drijft den spot, maar met zoo iets moet ge niot spotten dat is van een veel te groot belang even als alles wat u betreft. Marianne antwoordde niet. Haar gelaat stond strak, maar zij had haar vastberaden houding behouden. Het is dan toch waar P zei do grootmoeder hoogst ernstig en met eene beslistheid, die men anders nooit bij haar had opgemerkt. Ik heb dus wel zeer slecht over u gewaakt. O, mijn ouderdom. Waarom kon ik u ook niet overal vergezellen, maar vertrouwde u aan God toe ik liet u onder de goede engelen meende ik, O, mijn God ik vertrouwde op u. Deze bittere klacht, hoe treffend ook in de oogen van de oude vrouw, deed Marianne niet in haar besluit wankelen, zij bleef ongevoelig, Marianne, smeekte de grootmoeder bijna hurkend, ga toch niet langer er mee door, zoudt mij doodon. Maar er is hier geen sprake van mij. O, lief kind het is maar eene inbeelding, eene dwaasheid. Zeg, dat ge hem zult vergoten. Ge denkt er al niet meer aan is het niet waar Daarop verviel zij plotseling in toorn en riep uit: Wat heeft hjj gedaan? Heeft hij de laag heid gehad mijn arm kind het hof te maken, Heeft hij gedurfd P Ja, zei Marianne, met de tanden op elkaar geklemd. Hjj heeft durven blijvon staan, wan neer ik hem riep hij durfde zich verwijderen, wanneer ik wilde dat hij bij mij kwam. Go zijt verwonderd grootmoeder, maar Iaatuwvor- wondoring de grenzen niet overschrijden. Groot moeder spreek geen kwaad van hem ik zou het niet kunnen uitstaan. Meer kalm vervolgde zij U heeft mij honderde malen herhaald, dat ik rijk was en onafhankelijk; mijn onafhanke lijkheid en mijn rijkdom kunnen mij nu dan eindelijk eens tot iets goeds dienen, Het is nu den tijd daarvoor. Ik begon ze al als een nut- telooze last te beschouwen, de groote dunk die men er van maakt, vergelijkend mot de woinige voldoening die ik er tot heden van heb ge smaakt. Wij zuilen ons nu eens gaan vertrouwt maken met de ideën van anderon, ik zal einde lijk eens treden uit die kleine benauwende cirkel. Ik zal handelen naar mijn oigon smaak en ik zal mij niet storen aan vooroordeelen van voorouders, die ik niet gekend heb. En Salvaire stortte niet in, geen stormwind sloeg de ouderwetsche torons ter neer, noch velde do oude eiken, toen do erfgename op zulk een besliste wijze brak mot de aloude gowooutcn van haar huis, toen de wet waaronder de trotscbe ridders on do adeljjko dames van Salvairi hadden geregeerd, werd verbroken als een zweep in de hand van een kind. Mevrouw do Nouilly was als van den bliksem getroffen. Krampachtig greop zij zich vast aan do stool, vrcozendo anders te zullen vallen. Zjj wist zich echter spoedig weder eenigszins te beheerschen cn zei op zwakken toon Go kent do onovorkomelijko hindernissen nog niot mijn kind, aan zulk oono vorconiging verbonden. Waartoe zou mij mfjn rang dioncn, als de hindernissen voor mij gelijk waron als dio voor anderen Wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LANGEVELDDE ItOOIJ, Texel,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1904 | | pagina 4