Buitenland.
Men schrijft uit Scheveningen
Dit jaar is er te Scheveningen gebrek aan
zeejongens voor de visschervloot on het gevolg
daarvan is dat vele knapen, die nog leerplich
tig] zijn, toch maar zijn gaan varen. Gemon
sterd wordt door die knapen niet, omdat de
ouders zeer goed weten, dat om te kunnen
monsteren een bewijs moet worden overlegd
dat de jongens aan de leerplichtwet hebben
voldaan waaraan door den waterschout stipt
de hand wordt gehouden.
Op vele scholen zijn dan ook de gevallen
van absoluut schoolverzuim veel talrijker dan
het vorige jaar.
De vrees om met den strafrechter in
aanraking te komen, schrikt de ouders
niet af. Zij, die de wet overtreden, ma
ken zich niet druk over de boete of de
gevangenisstraf, die hun na afloop van het
vischseizoen wordt opgelegd. Wat de boete
betreft, die kan best af van hetgeen zoo'n
jongen gedurende de haringvisscherij heeft
verdiend. Enkelen geven echter de voorkeur
ann één of twee dagen „zitten." In den
winter, als de visscherij voor velen toch
stilstaat, kan die boete gemakkelijk verdiend
worden.
't Spreekt vanzelf dat er onder de visschers
ook goed gezinden zijn, die zich houden aan
het wettelijk voorschrift, maar voor hen was
de wet eigenlijk niet noodig.
Te Oirschot (N.-Br.) vond dezer dagen
een dienstmeisje op den openbaren weg een
bankbiljet van f 40, dat in tweeën gescheurd
was. Zij spoorde den rechtmatigen eigenaar
op, gaf hem het verlorene terug, en ontving
tot belooningeen berisping, wijl het
biljet stuk was. („N. v. d. D.")
Hij hield er zich buiten.
Het is bekend, met hoeveel tegenzin vooral
ten plattelands vaak de getuigen voor de
rechtbank de waarheid spreken. Dit bleek
weder te Tiel, waar in een zaak van eenvou
dige beleediging een der getuigen op alle
vragen antwoordde „Heeren ik ben koop
man, ik houd me er buiten 1"
Geen gewone dagelijksche uitgave.
Yoor het kantongerecht te Amsterdam werd
uitspraak gedaan in een typisch Amsterdamsch
zaakje.
Een gehuwde dame, die er gaarne goed
uitzag en niet weinig trotsch was op hear
blonde lokken, ging op een middag een „Toi
let-Club" binnen aan de Leidschestraat en
liet daar heur blonde lokken volgens de eischen
der edele haarkunst behandelen. Zij had zoo
gedacht dat deze luxe haar wel een paar
kwartjes kon kosten.
„Hoeveel ben ik u schuldig?" vroeg de
dame toen de hair-lord gedaan had wat eens
hair-lords is.
„Drie gulden mevrouw."
De dame schrok niet weinig bij het hooren
van dit bedrag, maar de hair-lord, dit mer
kende, voegde haar vriendelijk toe
„U kan ook een abonnement nemen van
f30 in het jaar, dan kan u zoo vaak komen
als u wil."
Nog geheel onder den indruk van de drie
gulden, teekende de dame het abonnements
contract en vertrok. Thuis vertelde zij het
gebeurde aan haar man, die van zijn stoel
opsprong en de soep-terrine omgooide van
schrik toen hij het hoorde.
„Maar dat betaal ik niet," riep hij uit,
„waarachtig niet 1"
En de echtvriend hield woord, hij betaalde
niet. Zelfs toen de hair-lord hem aansprak
in rechten, weigerde hij betaling, de blonde
lokken zijner vrouw waren hem geen f 30
waard.
Yóór den kantonrechter werd namens den
kapper beweerd, dat iemand een zaak als de
bewuste binnentredende wel kon vermoeden,
dat het er te duur zou zijn en namens den
echtvriend beweerde mr. Kokosky, dat f 30
voor blonde lokken niet kunnen geacht wor
den te vallen onder de „gewone dagelijksche
uitgaven," waarvoor de wet veronderstelt,
dat de vrouw de machtiging van haar man
heeft; zoodat de man niet tot de betaling
verplicht is. Ook de kantonrechter vond de
uitgave niet gewoon en nog minder dagelijks
en verklaarde den kapper niet ontvankelijk
in zijn eisch. („Tel")
Het Pekelder diep in brand 1 Te
Oude Pekela nabij de cartonfabriek Cérès wierp
een schipper, die zijn pijpje had opgestoken,
een nog brandende lucifer buiten boord in de
vaart, die, sedert de fabrieken hier maar on
gestoord hun afval daarin laten vloeien, een
breed onbedekt en stikkend riool is gewor
den en die vooral dezen zomer tengevolge
van den lagen waterstand bijzonder zwaar
bedekt is, met een vuil geelgroene, grauwe,
vieze massa, waarop het stuifzand, de afge
vallen boombladeren en zelfs zwaardere voor
werpen rustig blijven liggen.
Een lichte ontploffing volgde, blauwe vlam
metjes schoten her- en derwaarts tusschen
het schuim door en weldra stond een deel
van Pekeler diep in brand.
Pogingen om de vlammen te dooven, mis
lukten. Eenige schippers beproefden met
boomen de vlammen uit te slaan, doch dan
volgden telkens hevige exploisies, waarbij de
vlammen wel een meter hoog en zelfs meer
opflikkerden.
Ze lekten langs de zijden van een mot
stroo geladen vaartuig, ze hieven zich een
paar voet hoog boven 't water, de menigte
zag onder ademlooze stilte toe, boe 't wel
zou afloopen, maar gelukkig, 't ging goed, het
vrij groote schip droeg het stroo te hoog
boven water. Een paar waaghalzen gingen
met een roeiboot te water, ze wilden dwars
door de blauwe vlammetjes heenvaren, maar
hoog-op sloegen de felle vlammen rondom het
bootje en de drieste bemanning zocht een goed
heenkomen.
Steeds verder, onder de brug door, ver
volgde het vuur zijn weg door het natte
element. Het gevaar werd dreigenderhet
vuur naderde reeds de fabriek Albion, in
welker nabijheid verscheidene geladen schepen
lagen. Juist toon het vuur een diep geladen
turfschip had bereikt, doofde het langzamer
hand uit in een plek met open water „wak"
in een schuim-ijs.
Waarschuwing tegen oplichterij. Eenigen
tijd geleden werd in verschillende bladen
gewaarschuwd tegen een heer, die premioloten
tracht te verkoopen, welke geen waarde
hebben. Toch heeft deze man in Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen zijn slag gelagen.
Een landbouwer aldaar verkocht hij een
paar lorren voor ruim f 40. Een paar weken
daarna kreeg hij bericht, dat op zijn nummer
een prijs gevallen was, welke eerst over eenige
maanden zou uitbetaald worden. Als hij nu
f 1200 gaf, dan zou hij de volgende week
het aanzienlijk bedrag in handen krijgen. De
landbouwer aarzelde daartoe over te gaan,
doch op aansporen van zijne vronw betaalde
hij de gevraagde som. De rommel is natuurlijk
waardeloos.
Een koopje
Een familie te Gennep had bij gebrek aan
een woning, haar intrek genomen in een
oude goederenwagen. Thans heeft zij een
stuk hei gekocht voor f 15, een partij plan
ken voor dezelfde som, om zich een woning
te bouwen, zoodat het gezin thans in het
bezit komt van een eigen huis met tuin voor
de kapitale som van f 30.
In Amsterdam heeft men van heel wat
„huisbezoek" last. Aan uw deur, zegt het
„N. v. N.," komt elk oogenblik een of ander
u lastig vallen. De koopman in alles, de
colporteur, de bedelaar-in-elken-vorm. Men
brengt u van alles thuis, gratis tegen wil
en dank. Men haalt „morgen" rapport en
krijgt gratis een zuur gezicht, een nijdig ge
brom, soms een scheldwoord, al naar het
temperement van den bezoeker. Tot de minst
lastige bezoekers behoort de straatmuziekant
en ook de orgelman maakt het niet te bont.
Op dit gebied wacht ons echter een nieuw
genot." Wij zagen in de Commelinstraat te
Amsterdam een vrouw, die onder den arm
een fonograaf droeg, huis aan huis aan
bellen. Als de deur openging werd de hoorn
van het instrument naar binnen gestoken en
de bewoners hoorden een fragment van een
opera, een jolige voordracht, een orkest of
wat dan ook. De vrouw had volgens het
blad succes.
Een uitgebreide familie.
In het jaar 1662 vertrok een zekere Smit
uit Rotterdam naar Noord-Amerika.
Hij huwde daar en kreeg verscheiden
zoons. Gedurende zijn leven had hij de ge
woonte ieder jaai op zijn verjaardag zijn
kinderen bij zich te noodigen en hij stond
er op, dat dan niemand ontbrak dat allen,
waar zij ook waren, dien dag overkwamon.
Op zyn sterfbed verzocht hij zijn oudsten
zoon dit als een familietraditie te blyven
beschouwen en voortaan altijd zijn verjaardag
te herdenken door een bijeenkomst van alle
familieleden, die den naam Smit droegen. Van
geslacht tot geslacht werd die laatste weDsch
van den eersten Smit overgebracht en ieder
jaar trokken de leden der familie Smit in
steeds grooter wordend aantal naar New-York,
om den verjaardag van hun stamvader
aan een gemeenschappeiyken maaltijd te
herdenken. In 1893 waren er aan het be
kende „banket der Smit's" 5647 Smitten
tegenwoordig. Er zijn arme en rijke Smitten,
beroemde en geheel onbekende, maar allen
komen ieder jaar ter plaatse waar de eerste
Smit leefde en stierf. De oudste der familie
leden is president der tafelhet was ditmaal
een man van zes-en-zestig jaren.
Een belangrijk werk.
Wie per spoor tnsscben Zaandam en Amsterdam reist,
moet op de Hcmbrug eens even, naar den kant van
IJmuiden uit het raampje kijken. Dan zal hij beneden
zich aan den linkeroever van het Noordzeekanaal, een
toonecl van groote werkzaamheid zien. Sedert de maand
Maart van dit jaar zijn hier n.l. van 100 tot 200 werk
lieden bezig met het leggen van de grondslagen der
Nieuwe Hembrug.
Men zal zich herinneren dat ons Parlement in het
belang van het scheepvaartverkeer naar de hoofdstad
besloot de twee spoorwegbruggen over het Noordzce-
kanaal te verhoogcn, en de voetbrug te Velsenwegte
ruimen. Dit laatste is niet geschied, wijl de rcmpla-
ceerende stoompont heel slecht voor haar taak berekend
blijkt, maar de nieuwe Velscncr spoorwegbrug nadort
baar voltooiing en aan de verhoogde Hembrug wordt
met alle kracht, soms dag en nacht gewerkt.
Waarin de gebreken der oude en de voordeden der
nieuwe brug bestaan, blijkt uit de volgende toelichting.
De tegenwoordige Hembrug bestaat uit een draaibrug
met twee doorvaartopeningen, elk nog geen 20 meter
breed, en twee vaste bruggen met een doorvaarthoogte
van 4 meter. Dit is te nauw voor schepen van eenige
belangrijke grootte, en het gevolg hiervan is, dat 3c
brug telkens moet worden opengedraaid, wat storond
werkt zoowel op bet scheepvaartverkeer als op den
treinenloop over de brug. De thans in aanbouw zyndc
brug ligt daarom met 3en onderkant 11 meter boven
den waterspiegel, zoodat groote schepen, als bijv. de
weckbootcn op Londen, zonder oponthoud kunnen
passeeren, indien zjj hunne masten en pijpen strjjkendc
maken. De doorvaartwijdtc bedraagt niet minder dan
65 meter. De landhoofden der niouwe brug stann
veel verder landwaarts in dan dio van de oude.
Men is met den draaipjjler 'van de nieuwo brug reeds
een goede einde gevorderd. Hij heeft een middellijn
van 14 nieter, en is pneumatisch gefundecr d. Hoe dut
in zijn werk is gegaan, verdient oen afzonderlijke
beschrijving.
Men liet in het kanaal een grooten ijzeren ketel
met bollen bodem (ongeveer als de ziel" van een
flescb) zinken. Deze ketelmet bet metselwerk den
basis van den draaipijler vormend), zakte aanvankelijk
niet geheel, maar blijft drijven, totdat hij zoo zwaar
met beton belast wordt dat hij don grond raakt, en er,
met zijn scherpe randen, een eindweegs in wegzinkt.
Tevoren waren op den zolder van de werkkamer
vier ongeveer 90 c. M. wijdon schachten aangebracht
twee voor het personen- en twee voor het goederen
vervoer (bouwmaterialen enz.) Deze schachten staan
met de werkkamer in open verbinding, zij zijn van
boven afgesloten. In de schachten mon3t de geleiding
der gecomprimeerde lucht uit, welke gemaakt wordt
door een fabriekje op den wal, en zoowel de schachten
als de //ziel" van den ketel vult. Deze saamgeperste
lucht drukt het water onder den ketel naar buiten,
en de //werkkamer" op den bodem van bet kanaal
is gereed. Er is midden in bet water een droge
ruimte ontstaan, waar de werklieden kunnen graven
en later beton storten. Maar nu moeten de arbeiders
bij bun werk worden gebracht. Dat kan niet opeens
gebeuren, want de gecomprimeerde lucht in de personen
schachten zou dan ontsnappen. Daarom heeft men
hetzelfde beginsel toegepast als bij het schutten van
schepen. De mannen, die de reis naar onderen zullen
aanvaarden, gaan eerst in een soort van voorportaal
aan het boveneinde der schachten. Daar kunnen zes
en meer personen in. In den bodem der wachtkamer
is een deksel, toegang gevend tot de schacht, maar
dat op het oogenblik nog door de verdikte lucht daar
binnen met kracht tegen de opening wordt gedrukt.
Zoolang de lucht in de wachtkamer gelijk is aan de
buitenlucht dat wil dus zeggen, dezelfde spanning
heeft, kan er alzoo niemand naar beneden.
Die toestand verandert echter spoedig, als de deur
fesloten wordt, en men door bet openzetten van een
raantje saamgeperste lucht in de wachtkamer laat
stroomen, want zoodra de spanning boven en onder
gelijk wordt, kan het deksel zonder moeite verwijderd
worden, en ligt de weg naar den onderwereld open.
De arbeiders dalen door den koker langs een ijzeren
trap af, en komen zoo onder den ketel, waar bij electrisch
licht 4 uur lang ijverig gewerkt wordt. Dan klimt
de ploeg weer naar boven, om 8 uur rust te genieten.
Dat is kort werk en lange rust, zal de leek misschien
opmerken. Maar zij, die weten wat bet zeggen wil
onder dezen luchtdruk zwaar lichaamsarbeid te moeten
verrichten, zullen er anders over denken. De arbeidstijd
mag om gezondheidsredenen niet langer zijn. Het
was voor het leggen van de fundamenten van den
draaipijler nl. noodig tot 20 meter A. P. af te dalen,
zoodat berekend naar '/l0 atmospheer per meter,
ten slotte onder een druk van 2 atmospheeren moet
worden gewerkt. Dus wordt het begrijpelijk dat dit
werk veel van het lichaam vergt, en dat elk werkman
er niet tegen kan. Daarom worden alleen sterke kerels
genomen, die een attest kunnen overleggen van hun
geneeskundige.
Bij het bezoek, zegt de schrijver van dit artikel, dat
wij de vorige week aan het werk brachten; zagen wij
twee ploegen naar boven komen. Yoor elke man lag
niettegenstaande het zomersch-warm was een wollen
deken klaar, en zoodra ze buiten kwamen, sloeg elk
hunner zich zoo'n dikke vacht om het van zweet
druipende lijf, en ging naar een houten keet, waar
een kachel stond te branden en de koffie dampte.
Hier kwamen de mannen eerst wat op hun verhaal.
Ook bet uittreden in de gewone lucht geschiedt
met //schutten." De overgang zou anders te sterk zijn.
In de werkkamer dringt natuurlijk geen daglicht
door, daarom werd er electrische verlichting aangebracht.
Tevens is er eene telephonische verbinding met den
buitenwereld, voor het vragen van inlichtingen, het
doen van aanwijzingen enz.
Het uitgegraven zand wordt beneden in een bak
gestort en met water gemengd. In dien toestand voert
de gecomprimeerde lucht, die men ontsnappen laat,
bet mede naar buiten.
Zoodra de draaipijler gereed is,worden de fundeeringen
dor beveiligingspijlers gelegd. Die komen 15 meter
diep te liggen. De geheele onderbouw zal waarschijnlijk
in het laatst van het volgend jaar voltooid zijn. Dan
wordt er begonnen met de plaatsing der bruggen, wat
heel wat arbeid zal vragen, want de draaibrug alleen
is 128 meter lang -- ze is groot-er dan eenige draaibrug
in Europa. Ook de spoorbaan AmsterdamZaandam
moet omgelegd worden. De lengte der omlegging zal
ruim vijf K.M. bedragen.
Met recht mogen we dus van een reusachtig werk
spreken, en bet verdiend dan ook vermelding dat de
plannen werden opgemaakt door een ingenieur der
Hollandscho Spoor. (Z. Ct.)