N°„ 1801. Donderdag 15 Deceriïber 1904. 18de Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat Bubg op Texel. A AN GIFT E ter - INSCHRIJVING voor de MILITIE. Burgemeester en "Wethouders der gemeente TEXEL, brengen ter kennis van wie het aan gaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1886 geboren mannelijke personen, of van hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212 van 1901), het vol gende is bepaald Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in deze Gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen, Burgemeester on Wethouders, ter Gemeente secretarie, tusschen den lsten en den 3lsten Januari 1905 worden aangegeven, met over legging van een kosteloos verkrijgbaar uittreksel uit de geboorte-acte van den in te schrijven persoon, indien deze elders is geboren. Yoor het ontvangen van de aangifte zal meer bepaald zitting worden gehouden op Vrijdag, den 6en Januari 1905, des voormiddags te 10 uren. Men wordt verzocht, zich zooveel mogelijk op dat tijdstip tot het doen der aangifte der Gemeentesecretarie aan te melden. Texel, den 9 December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. de Joncheere, Burgr. Ruibing, Secrs. TEXEL, 14 December 1904. De afdeeling „Texel" van het N. O. G. hield j.l. Zaterdag een vrij goed bezochte vergadering in het logement „De Zwaan". Bij de opening werden allen, waaronder i?e Heer Buijs, le onderwijzer in Nederl. Oost-Indië, hartelijk welkom geheeten, terwijl er met blijdschap aan herinnerd werd, dat het Bestuur der Gemeente onlangs een stoffelijk blijk van waardeering'heeft geschon - ken aan den heer Muller bij diens jubiléum. Be notulen werden gelezen en goedgekeurd. Eenige vragen omtrent het onderwerp „Schoolartsen", gedaan door het Hoofdbestuur, werden ter beantwoording opgedragen aan den Secretaris. Bij de bespreking bleek, dat men het aanstellen van schoolartsen wensche- lijk acht. Hierna leidde de heer P. Zeylemaker op keurige wjjze in het onderwerp „Welk denkbeeld moet men aan kinderen geven van vrijheid Een aangenaam debat volgde en zoowel uit het een als uit het ander bleek, dat men door vertrouwen te schenken aan het kind, goene overdadige gestrengheid behoeft aan te wenden, en dat men daardoor gewoonlijk betere resultaten verwerft, dan door eene moer militaire behandeling. Men heeft even wel steeds te waken voor losbandigheid. Met vrijheid zal men bij het kind ook zelfstandigheid verwekken. De inleider verwierf applaus en dank van den Voorzitter. Tot Secretaris-Penningmeester werd met bijna algemeene stemmen voor den tijd van diie jaren herkozen de Heer C. Schaap, die zijn hernieuwd mandaat aanvaardde. Door den Heer J. Bouwman werd eene aardige bijdrage geleverd, getiteld „Een rampspoedige tocht van een Texelaar naar Amsterdam." De volgende vergadering hoopt men te houden op den 8 April 1995 in hotel „Texel De Heer W. Heeroma werd daarvoor aange wezen als inleider, terwijl de lieer J. de Jongh eene bijdrage hoopt te geven. Hierna werd de vergadering gesloten. TEXELSCHE COURMT. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika, en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ART. 13. Voor de Militie wordt ingeschreven: lo. ieder minderjarige mannelijke Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk België verblijf houdt. 2o. ieder minderjarige mannelijke Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in bet Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats beeft. 3o. ieder meerderjarige mannelijke Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Bolgie woonplaats heeft. 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hij op den lsten Januarij van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binn6n het Rijk verblijf houdende minder jarige niet-Nederlander O. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of de bezittingen des Rijks in andore werelddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders do langstlevende bij zijn of haar overlijden in de hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is, dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft; B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de vooraf gaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarige wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder jarig is in don zin der Nederlandsehe wet. Voor meer derjarige wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin vap voormelde wet. ART. 14. De inschrijving geschiedt lo van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de ge meente der woonplaats van vader moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt, en zijn vader moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woon plaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt: zoo hij door zijn vader moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wettelijke zin geen vader of moeder heeft en het niet hekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblyf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, ia do gemeente Amsterdam; zoo hij in het Koninkrijk Belgie verblijf hondt, in de gemeente Rotterdam. 2o. van hem, bedoeld in nrt. 13, eerste zinsnede 2o. zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen 'liet Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader moedor of voogd in het Duitsche Rijk, in dc gemeente Amsterdam is zij in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam 3o. van hom bedoeld in art 13, eersto zinsnede 3o. zoo liij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de ge meente zijnor woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in liet Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft iu het Koninkrijk Belgie, in do gemeente Rotlordnm 4o. A. van hem, bedoeld in art 13, eerste zin- snedo 4o, indien hij minderjarig is zoo by verkeert in het geval, in dc tweede zinsnedo van dat artikel onder Aa omschreven, lndegemoente waar zijn vader moeder of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in een geval, in dio zinsnede onder Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woon plaats heeft; is de woonplaats van dezo buiten's lands, dan geschiedt de inschrijving in do gomccntc, waar do minderjarige verblyf houdt zoo hij verkoert in een dcrgcvallon,in ovcnbedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in dc gemeente, waar hij verblijf houdt; B. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede, als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het lSde levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onder scheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie ART. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander. die bewijst te behooren tot een staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van weder- keerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij burgemeester en Wctuouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, aan te geven tussclien den lsten en den 31 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust do verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn -vader moeder of voogd indien het een meerderjarige betrelt, die onder cura- teele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin snede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aan gifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader of moeder of voogd niet binnen net Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft; indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder ot voogd verlaten is; of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij. die door de bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder burgemeester en wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blij ken, wordt door Ons bepaald. ART. IS. Voor de militie wordt dok ingeschreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd heeft 2o ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van bet jaar, volgende op dat, waarin dc minderjarige het lSde levensjaar volbracht, en vddr het intreden van diens 21sto levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in hot Duitsche Rijk of in het koningrijk Belgie gevestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, dio na don lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht, cn voor het intreden van hot 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert, in een der gevallen, hier boven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, vulgende op dat waarin hij hot 18de levensjaar volbracht, en voor hot intreden van hot 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk Belgie govcstigd of er woonplaats verkregen heeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht, cn voor liet intreden van hot 21sto levensjaar Nederlander of op nieuw Neder lander is geworden, zoo bij in een der hierboven onder 4o. omschreven gevallen verkeert Go. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van liet jaar, volgende op dat, waarin hij het lSde levensjaar volbracht' en voor het intreden van hot 21sto levensjaar ingezeleno of op nieuw in- gezetone is gewordon iu den zin dor tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel cn art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats bin nen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk Belgie. De inschrijving geschiedt in het register betreffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zin snede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. ART. 166. Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van de art. 16, 18 en 22.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1904 | | pagina 1