Bij A. DROS Albzn.
d.dl.
Spreekster: Henriëtte Roland Holst.
Voor alles is een tijd:
Voor den Nieuwjaarsdag
Voor het Nieuwe jaar
II
Groots Openbare Vergadering
f
Nieuwjaars Felecitatie-kaartjes.
Koopmam- en Winkelboeken
zoomede ï\ekenmgenpapier, Nota's, Kwitantiëp, enz. enz.
F euilleton.
EER EN GELUK.
VOOR TEXEL:
op ZATERDAG 17 DECEMBER 's avonds 8 uur, in het Hotel „Texel."
Onderwerp: „De vruchten der Christelijke politiek."
Schippers- en Enkhuizer Almanakken.
Cangeveld de dlooij.
Entree f 0,10. Opening der zaal 7 uur. Debat vrij
H E/T |B]E STUUR.
OPGELET! HMdtDvoor namaaksels! m
HOOiO&OtQtStStStl^^t
ontvingen wij eene bij uitstek keurige Collectie
hebben wij eene goede sorteering van diverse
Vriend van den Huize. -- Zendingskalender.
Boon's Kalender. Mooi Nederland, enz.
HER
P. E. THUERE,
Utrecht.
dient de purgatie
GOED GEKOZEN TE ZIJN
De purgatie mag nooit aanleiding
geven tot verzwakking of ziekte
Zulke purgatie bestaat, en is
heden door gansch de wereld
bekend. Overal wordt zij
ontvangen als een
vriend des huizes
wij bedoelen
Om in goede gezondheid te blij
ven is slechts éine methode wa
en zal ook altijd waar blijven
namelijk In tijds en naar beho
ren purgeercn. Doch daartoe
de
Aan Jln
O.T5 UI
de doos van A>>
30 pillen W
WAWMVAW/iA/VWi
IYIAAGTONIEKE- en \V
ZUIVERINGSPILLEN \V
Cal
STANDAERT'S PILLEN zuiveren en Xk
verkloeken het bloed, nemen weg slijmen, CIl
gal en alle kwade sappen.
STANDAERT'S pillen zijn het beste middel ter \Af
voorkoming van ziekten, bijzonderlijk de Influenza. A\
STANOAERT'S PILLEN genezen dadelijk: hardlijvig
heid, ziekten der lever, maagpijn en zuren, geelzucht,
slechte spijsvertering, hoofdpijn, keeren der jaren,
Jicht, rheumatism, congestie,puisten en alle ziektenderhuld.' i\\
STANDAERT'S PILLEN worden bij voorkeur ingenomen bij eeo goed
maalzij veroorzaken nooit de minste storing in het lichaam. iv\
toegezegeld en dragend fabriekmerk en firma H. STANDAERT, Sleenstraat, Brugge (België,! W
T« verkrijgen Boofddepel voor Nederland, SANITAS den Hoog, 5, Von noofoadorpilraol. V
Vrij naar het Fransch door A. B.
66.
Max volgde Marianne overal waar deze maar
wilde henen gaan. Het was hem niet onbekend,
dat hij door zich te verwijderen den schijn aan
nam het oordeel van het publiek te ontvluchten,
maar dat scheelde hem weinig. Al had het
geheele leger hem in den ban gedaan, hij zou
zich niet meer vernederd hebben kunnen ge
voelen. In eigen oogen was hij reeds al te
diep gezonken en onherstelbaar gescheiden van
alles wat hij bad geëerd, bemind.
De beide echtgenooten doorreisden allerlei
landen zonder dat de schoone landschappen als
anderszins cenige invloed ten goede op hen
schenen te maken.
Marianne maakte ook nu weer zooveel moge
lijk gebruik van allerlei feestelijkheid, welke in
de verschillende plaatsen van eenige beteekenis
waar zij vertoefden, plaats hadden, en Max ver
gezelde haar daar heen even zoo goed als hij
haar vergezelde op haar rijtoertjes, haar boot
tochtjes enz., maar overal stond hem hetzelfde
beeld voor den geest en hoorde hij de woorden
„Albert is dood en deze woorden vervolg
den hem overal.
Het kwam hem voor of hij nooit de smart
had gekend voor dat hij van de lippen yan
Daisy had booren mompelen: „Albert is dood I"
Hij herinnerde zich als in een droom den ge
lukkigen tijd, waarop Maximiliaan Deloraino
nog een man van eer was, waarop Albert nog
niet was gestorven en Daisy nog lachte
Daisy lachte niet meer... haar vrooljjkheid
was verdwenen, ovenals haar jeugd vernietigd
door donzelfdon slag, welke ook al haar aardsch
goluk had verwoest.
Somtijds moendo Max het nog te voelen hoe
zij zich tegen zijn borst had gedrukt. In haar
blik had hij toen meenen te lezen:
Ik heb u niets van uw rijkdommen ge
vraagd en gij hebt mij ontnomen wat ik bezat
Ik heb u niets gevraagd en toch
Ja, hij had haar alles ontnomen aan Daisy,
het kind, dat zijne moeder twintig jaren vroeger
in de armen van Max had geplaatst en gevraagd
had altijd van dit kind te houden om harentwille.
De eerste maal dat hij haar hid gezien in
haar weduwenkleed, haar zoo tenger, zoo zwak,
had hij zich diep getroffen gevoeldhet was
Daisy niet meer: dat vroolijke levenslustige
kind, dat door haar vader steeds „mijn klein
blauwrokje" werd genoemd, had nu niets meer
gemeen met het kleine meisje in haar hemels
blauw jurkje, evenmin als met de blozende jonge
vrouw, die met zooveel opgewektheid hare
kleioe huishouding bestuurde. De lievelings
kleur, de blauwe rok was verdwenen en ver
vangen door het effen doffe zwarte rouwkleed.
Daisy woonde alleen. Haar vader was voort
durend op reis, zonder dat hjj daardoor er in
slaagde eenigszins ook maar afleiding te vinden.
Als men de jonge vrouw zoo kalm en werk
zaam zag, zou een oppervlakkige toeschouwer
meenen, dat zij reeds getroost was, doch zij, die
haar beter kenden, begrepen maar al te goed,
dat zij, hoe jong ook nog, nooit zou getroost
zijn. Zij wachtte er op dat haar vader eindelijk
eens zijn pogingen om door reizen troost te
vinden, zou opgeven en dat zij hem dan zou
kunnen leeren zich te onderwerpen en zijn leed
eenigszins zou worden verzacht door de gedachte
eenmaal weder te zullen worden vereenigd met
zijn oude trouwe levensgezellin, wier verlies
hem zoo zwaar viel.
Midden in den nacht ontwaakte Max soms
uit oen benauwende droom, hij meende dan de
jonge weduwe van 20 jaar voor zich te zien,
het angstzweet stond hem dan op het voorhoofd.
Daar, ver over de zee, vocht men, men stierf
erEn hij
Maar welk eene foltering, uitgedacht door de
wilden, was gelijk met die welke hij onderging.
Te midden van de elegante menigte, die hem
omringde, liep hij als in eene eenzame woestijn,
met afkeer de achting afwijzende, welke men
hem toedroeg.
Naar zijne meening kon hij al niet dieper
zinken en toch vond hij het een wonder dat hij
nog niet meer werd gedegradeerd. Als hij dat
niet deed wat het zeker dank zij Daisy's be.
scherming.
Tegen Kerstmis ontving hij van zijne zuster
eeno brief, die hem trof, om de groote naïveteit
welke er uit sprak. De jonge vrouw schreef
hem op dien datum „om bij hem troost te vin
den" zei ze.
Die volharding om hem aan haar verdriet te
koppelen, om steun te zoeken bij haar broeder,
oefende een grooten invloed ten goede bij Max
uit. Als hij soms in eon oogenblik van wanhoop
op het punt stond zich in een afgrond te wer
pen om een einde te maken aan zijn leven,
hield de gedachte aan zijne zuster hem daarvan
terug.
Hij verweet Marianne niet, hetgeen hjj had
gedaan, zelfs werd er nooit op do scène welke
de beslissing had gegeven gezinspeeld, alleen
toen Marianne hem eens te Weenen sprak over
haar twee meisjes, waarvoor hun bloedver
wanten uit Egypte nu zorgden on 'hem hun
portret toonde, dat nu pas weer was aangekomen,
keek Max naar de fotografie |en legdo dio met
een zucht op de tafel.
Go hadt liever zoons gehad, merkte do
jonge vrouw beschroomd op.
Hij sprong op.
God beware mij er voor zoons to hebben 1
riep hij uit. Zoons die hom eens zoudon hebben
gevraagd wat bij met hun naam had gedaan 1
Ja, vroeger had hij gehoopt zoons to krijgen
om ze dapper, flink en braaf te maken. Maar
thans, mot welk recht zou hij zo nu een les
kunnen geven die hij zelf niet in praktijk had
gebracht P
Wordt vervolgd.)
Gedrukt by LANGEVELD ft DE ItOOIJ, Texel.