Zondag 18 Juni UJM5.
18de Jaargang
- en
Advertentieblad.
Binnenland.
yi ij w !s!
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco pet post door
lieel Nedehland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met terhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nor op den dag: der uitgave
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
NNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, Parkstraat Bubg op Texel.
VOORBEREIDEND
NILITAIK ONDERRICHT.
Burgemeester van Texel maakt bekend)
or jongelieden van 16- tot 24-jarigen leef-
ndien althans het voldoend aantal zich
ld, de gelegenheid wordt opengesteld tot
asteloos ontvangen van voorbereidend mi-
onderricht, waaromtrent door Zijne Excel-
dcn Minister van Staat, Minister van
g eene regeling is vastgesteld, ook in
nd met het bepaalde in het Koninklijk
t van 1 April 1902 (Staatsblad no. 48,)
dgd bij Kon. besluit van 11 Juni 1903
Bblad no. 156,) houdende vaststelling der
Lire bekwaamheid en lichamelijke geoefend-
hedoeld in art. 104 der Militiewet 1901
t8blad no. 212.) De regeÜDg ligt ter
tarie dezer gemeente voor belanghebbenden
ïzage.
lormeld onderricht heeft in het algemeen
oei door locale oefening, die zooveel moge-
ansluiting zoekt bij het schoolonderwijs in
ymnastiek, de bekendheid te bevorderen
de eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl
evens leert kennen de algemeene plichten
don soldaat. Het strekt om
die zich daartoe vrijwillig aanmelden,
gelegenheid te openen tot het ontvangen
elementair practisch en theoretisch onder-
I in den dienst der infanterie en der vesting-
Berie
inn toekomstige militieplichtigen de gelegen-
te verschaffen om de geschiktheid te ver
wen tot het voldoen aan de eischen van
itaire bekwaamheid, en zooveel mogelijk ook
I die van lichamelijke geoefendheid, bedoeld
I ait. 104 der Militiewet 1901 zooals zij zijn
rtgesteld bij bovenaangehaalde Koninklijke
luiten, en
[aan jongelieden, die een verbintenis willen
igaan als vrijwilliger voor het Reservekader,
ïveel doenlijk de gelegenheid te geven de
qefendheid te verwerven, vereischt voor het
rlcrijgen van het militair getuigschrift tot
Sating bij de categoriën van dat kader, voor
oveel daarbij het overleggen van bedoeld
luigschrift wordt vereischt.
ïlet voorbereidend militair onderricht omvat
leningen voor de jongelieden hierboven onder
en 2o bedoeld, naar een programma, verdeeld
3r twee achtereenvolgende wintertijdperken
jr jongelieden hierboven onder 3e bedoeld,
jr een wintertijdperk. Die tijdperken duren,
ar gelang van de plaatselijke omstandigheden,
n 1 ot 15 November af tot ultimo Februari.
oefeningen hebben plaats gedurende ten
minste 4 uren per week.
Do aanmelding tot deelneming aan hot onder
richt moet geschieden vóór 1 Juli eerstkomende.
Daarvoor bestaat gelegenheid gedurende de
maand Juni, op alle werkdagen, des voormiddags
van 9 tot 2 uur ter secretarie te don Burg,
alwaar ook verdere inlichtingen kunnen worden
verkregen.
Bovenvermeld tijdstip van 1 Juni is niet toe
passelijk op
a jongelieden, die militieplichtig worden en zich
op het tijdstip van annmolding (1 Juli) tot hot
deelnemen aan het voorbereidend militair onder
richt nog niet in Nederland bovinden, en
b jongelieden, die dienstplichtig zijn en ter zake
van uitoefenen van of opleiding tot landbouw,
handel en nijverheid enz. in Nederland terug-
keeren na voorbedoeld tijdstip.
Ingovolgo beschikking van zijn Excellentie
don Minister van Staat, Minister vun Oorlog
van 4 December 1903, lie afd. no. 95, kunnen
de onder a on b bodoolde jongelieden zicli tot
het deelnemen aan het voorboreidend militair
onderricht aanmelden tot op den datum, waarop
dit onderricht jaarlijks aanvangt.
De aanmelding behoort te geschieden zoo
tijdig mogelijk bij don Inspecteur der Intuuterio
te 's Graveuhage, onder opgave van hot juiste
adres van den belanghebbende cn vau de ge
meente, waar hij bedoeld onderricht wenscht. bij
te wonen en onder do overlegging van do be
scheiden, waaruit blijkt, dat hij verkeert ineen
der gevallen, bij dozo regeling bedoeld.
Do oDder a en b bedoelde jongelingen worden
steeds toegelaten tot het deelnemen aan het
onderricht, ook al zijn zij ingeschreven voor-de
Militie, zonder vroeger het onderricht van twee
achtereenvolgende wintertijdperken of van het
voorgaande wintertijdperk te hebben gevolgd.
Zoo er zich onder hen bevinden, die in ver
band met hun leeftijd slechts gedurende één
wintertijdperk aan het onderricht kunnen deel
nemen, dan worden zij, voor zooveel zij woon
achtig zijn in garnizoensplaatsen, in de gelegen
heid gesteld, om, door het deelnemen aan meer
dere oefeningen, in te halen hetgeen zij door het
niet kunnen deelnemen aan een vorig winter
tijdperk hebben verzuimd.
Dit laatste geldt ook voor hen, die zich voor
het daarin aangegeven doel naar eene naburige
garnizoensplaats wenschen te begeven.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
in het bijzonder op cevestigd, dat voor samen
stelling van het gedeelte, tot korte oefeniDg in
te lijven, in de eerste plaats in aanmerking
komen de lotelingen, van wie blijkt, dat zij
voldoen aan de eischen van militaire bekwaam
heid en lichamelijke geoefendheid, omschreven in
bovenvermeld Koninklijk besluit van 1 April
1902, Staatsblad no. 48), gewijzigd bij Koninklijk
besluit van 11 Juni 1903 (Staatsblad no. 156),
terwijl de lotelingen, van wie blijkt, dat zij
voldoen óf aan de eischen van militaire bekwaam
heid óf aan de eischen van lichamelijke geoefend
heid zullen worden ingelijfd bij het korps en
geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor
zoover zij daartoe geschikt bevonden worden
en dit met de belangen van den dienst is overeen
te brengen.
Bij de toewijzing van de lotelingen aan het
korps en het garnizoen hunner keuze hebben
zij, die in het bezit zijn van een getuigschrift,
dat zij voldoen aan de eischen, zoowel van
militaire bekwaamheid als van lichamelijke ge
oefendheid, den voorrang boven hen, die slechts
een getuigschrift bezitten, dat zij aan één dezer
eischen voldoen.
Texel, den 14 Juni 1905.
De Burgemeester voornoemd,
W, F. HIDDINGH.
De BURGEMEESTER der gemeente Texel
Gelet op de bij het Gemeentebestuur inge
komen kennisgeving, waaruit blijkt, dat ten
behoeve der Vereeniglng „Steun voor Wedu
wen" in den loop der volgende week een
collocte bijlangs de huizen der ingezetenen
zal worden gehouden
Overwegende, dat in den laatsten tijd reeds
meermalen een beroep op de liefdadigheidszin
der bevolking is gedaan
Meent GEEN termen te kunnen vinden
deze collecte aan te bevelen.
Texel, den 16 Juni 1905.
De Burgemeester voornoemd,
W. F HIDDINGH.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Gedeponeerd ten Raadhuizeeen sportriem,
een paardendek een kinderzak en een hooiblok.
TEXEL, 17 JUNI 1905.
De Verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Wanneer dit nummer van ons blad ver
schijnt is de eerste stemmingsdag voorbij en
zal in vele districten zijn beslist aan welke
personen voor de eerste vier jaren de leiding
van 's lands zaken'zal zijn toevertrouwd.
't Zal verluchting geven aan de spanning
welko sinds eenigen tijd heeft geheerscht, 't
zal rust geven van het gehaspel, dat tal van
dagen de hoofdschotel was in openbare ver
gaderingen, waar, nu niet zoo bijzonder
verkwikkelijk, liet zondenregister van de
tegenpartijen werd blootgelegd tot in het
oneindige, en eigen voortreffelijkheid zeer netjes
werd opgekamd.
Wellicht heeft men op andere plaatsen er
moer van genoten dan hier, doch waarlijk
we hebben er ons deel wel van gehad.
We hebben hier ook gehad van alle gading,
achtereenvolgens de candidaat der Vrijz.
Democraten, die van de soc. democraten,
van de Anti-revolutionairen en ten slotte
van de Christen-democraten.
't Was aan den vooravond van den ver
kiezingsdag dat deze laatste, de heer Staalman,
de afgevaardigde voor het district Helder,
alsnog hier optrad.
De bijeenkomst was druk bezocht, niet
onmogelijk doordien velen zich spitsten op
een te verwachten debat.
Wij zullen even als over voorgaande
lezingen, ook over deze niet zooveel uitwijden
de heer Staalman die optrad als candidaat
en verdediger van zijne candidatuur en van
zijne partij, trachtte ook aan te toonen de
mindere wenschelijkheid van zijne tegen
standers voor de regeeringstaak en het meer
wenschelijke daarvan door de voorstanders
der partij welke door hem wordt voorgestaan.
Naar men bemerkt was het weder het
zelfde spelletje, als bij vorige lezingen.
Voor het debat gaven zich op de heeren
Bos, van 't Hof en Heeroma.
De eerste trachte aan te toonen dat de heer
Staalman, inplaats van tot hoofdzaken zich
tot kleinigheden bepaalde, en omtrent zijne
partij de bezoekers even wijs liet heengaan
als zij gekomen waren. De heer H. sprak
als pleiter voor de openbare school en ont
raadde de keuze van den candidaat Staalman,
als zijnde deze een voorstander van het
bijzonder onderwijs.
De spreker van den avond beantwoordde
beide debaters en trachtte te ontzenuwen
hetgeen door dezen tegen zijn candidatuur was
aangevoerd.
En verder zijn wij dien avond niet geko
men, de heer van 't Hof kwam niet aan het
woord, doordien de eigenaar der zaal, na
eene opmerking van den spreker om hen
die door hunne interruptie hem in zijn spreken
bemoeielijkte, uit de zaal te verwijderen, te
kennen gaf dat hij zijne zaal niet verder
beschikbaar stelde, aangezien het 12 uur was
en daarmede het recht tot gebruik der zaal
voor den avond van den 15den, had opgehouden.
Dit intermezzo lokte een protest uit van
den spreker en van den leider der vergade
ring, doch eindigde met het overhoopt sluiten
der vergadering.
Velen verlieten daarop het lokaal en ove
rigens werd de zaal ontruimd, waarom is ons
niet recht duidelijk, want daargelaten de hi
lariteit welke het gevolg was van de gemelde
scène, bleef het publiek zeer kalm en viel
geen enkele wanordelijkheid te constateeren.
Gelukkig, we zijn door die geschiedenis
heengeworsteld. De stembus heeft alreeds
beslist en zal verder beslissen aan wien de
landsbelangen zullen worden toevertrouwd.
Wat de toekomst zal leeren zullen wij
moeten afwachten, doch over één zaak zullen
wij ons mogen verheugen naar aanleiding
van hetgeen door sprekers van alle richtingen
is betoogd, n.l. dat een pensioen voor den
ouden arbeider eene noodzakelijke eisch is
tot oplossing van die eisch zal door een
komende vertegenwoordiging naar verwacht-
zal mogen worden dan zeker ook met kracht
worden gestreefd.
Of het waar zal zijn
Wij willen het wenschen, doch kunnen ons
daarvan voor alsnog geene illusiës maken 11
Voor wien zulks aangaat.
Voor het einde Juni moet ten d e e 1 e
zijn voldaan de grondbelasting en die op het
personeel. Wij meenen goed te doen daaraan
te herinneren, ten einde men kunne ontkomen
aan een minder welkom kermiscaudeau, in
den vorm van een waarschuwing van het
kantoor der directe belastingen.