Buitenland.
Ingezonden Stukken.
Marktberichten.
Pre dikbeur i e n,
Hoe behoor en molenwieken bij onweer
te staan
Naar aanleiding van het bericht uit IJsel-
monde, dat de bliksem sloeg in den molen
van den heer A. Goud en diens vrouw, die
voor het raam zat, gedood werd, schrijft de
heer J. B. v. Loenen, hoofdopzichter van den
waterstaat van het hoogheemraadschap Rijn
land- in het „Leidsch Dagblad" het volgende
In aanmerking nemende mijn waarnemingen
op mijn rondzwervingen in Rijnland, en het
feit, dat het gemak der molenaars meebrengt
de wieken „over kruis" te laten staan, ben
ik overtuigd, dat de wieken van den IJsel-
mondschen molen, toen die door den bliksem
getroffen werd, „over kruis" stond. Daarom
wijs ik nogmaals op de veel grootere kans,
die er voor een windmolen bestaat, om door
den bliksem getroffen te worden, indien de
wieken „over kruis" (-)-) dan wanneer zij
„over hek" (X) staan.
Bij eenig nadenken zal iedereen wel be
grijpen, waarom één veel hooger staande
wiek meer kans heeft dan twee minder
hoog staande.
Ik heb wel eens vernomen, dat er brand-
assurantie-maatschappijen zijn, die in de polis
de voorwaarde verbinden dat de schade welke
aan windmolens wordt toegebracht door
het inslaan van den bliksem, niet ver
goed wordt, indien de maatschappij bewijzen
4 kan, dat de molenwieken „over kruis" ston
den, toen de molen getroffen werd.
Een beetje kras zou ik die bepaling echter
wel vinden.
Intusschen is het mijn vaste overtuiging,
dat in de instructie van alle poldermolenaars
de bepaling moest worden opgenomen dat zij
verplicht zijn bij buiig weer in de zomermaan
den en bij naderende donderbuien de wieken
„over hek" te plaatsen. Een onfeilbaar
middel tegen het inslaan is die over-hek-
plaatsing wel niet, maar het gevaar is er
toch veel minder groot door.
Een afdoend middel is natuurlijk het plaatsen
van een bliksem-afleider en het onderhouden
daarvan in afleidenden staat.
De aardappelziekte in Zeeuwsch-Vlaan-
deren neemt toe. Zoowel uit het Oostelijk
als uit het Westelijk gedeelte verneemt men
daaromtrent onrustbarende berichten.
Uit Stavoren wordt gemeld:
Een zelden in de Zuiderzee voorkomende
visch, de groote zeenaald (Syngnathus abus,)
werd dezer dagen door een onzer visschers
in de stadsgracht gevangen. Bij het schutten
zal hij door de sluis naar binnen zijn gekomen.
Deze visch is merkwaardig, doordat de
kieuwspleeten nagenoeg geheel met den huid
overtrokken zijn, zoodat er voor de uitade
ming van het water slechts een kleine opening
overblijft. Doch vooral wat betreft de voort
planting, vertoont deze vischsoort een sterke
en interressante afwijking van den regel.
De mannetjes nl. zijn toegerust aan de
buikvlakte met een broedzak, waarin door
de wijfjes de eieren worden gelegd, om daarin
tot ontwikkeling te komen.
Het hier gevangen exemplaar mat ongeveer.
55cM. en was dus nagenoeg volwassende
lengte gaat nl. 60 cM. niet te boven.
Eigenaardig is ook dat deze visch zeven-
kantig van vorm is. Hij houdt zich hoofd
zakelijk in zuidelijke zeeën op en is na
verwant aan de zoogenaamde zeepaardjes.
(„L. Ct.")
Door zonnesteek gedood. De warmte
eischte Zaterdagmiddag te Blokzijl een slacht
offer. De arbeider Arend Harsevoort, bezig
op het land met hooien, werd door een zonne
steek getroffen en was onmiddellijk een lijk
Hoe gevaarlijk het is als kinderen bij
de lucifers kunnen komen bleek helaas Zondag
middag weder. Een tweejarig kind van J. v.
d. V. te Nijega, even aan het ouderlijk toe
zicht ontsnapt, stichtte brand in haar vaders
timmermanszaak. Alles brandde totaal tot
den grond af. Vier arbeiderswoningen werden
ternauwernood gered. Een brandspuit was
niet aanwezig. De ouders waren wanhopig,
vooral omdat den vorigen dag twee scheeps
ladingen hout waren aangevoerd, zoodat de
schade voor den timmerman waarschijnlijk
onoverkomelijk zal zijn.
Door het hoofdbestuur der Schippers-
vereeniging „Schuttevaer" is een adres gezon
den aan Hare Majesteit de Koningin, waarin,
onder dankzegging voor het instellen eener
staats-commissie voor de Ned. schipperij, nog
maals aandacht wordt gevraagd voor het
adres van 23 Juni 1904 betreffende droog
legging der Zuiderzee, welk groot nationaal
werk jaren lang verbetering in het binnen
schippersbedrijf zou kunnen brengen en het
meest rationeele middel zou zijn. Daardoor
zou aan velen een terrein van werkzaamheid
worden gegeven, terwijl het telkenjare terug-
keerend watergebrek in de provincie Fries^nd,
een euvel zoo hoogst nadeelig voor het
scheepvaartverkeer, zou worden ondervangen.
Van de goede oude tijd?
Bij een dezer dagen te Terborg gehouden
verkoop van den inboedel van den heer Th.
Snel ting werden door den wethoudei Ver-
heijen gevonden een aantal werktuigen, waar
moe in de middeleeuwen misdadigers gebrand
merkt werden.
Deze werktuigen, waarschijnlijk oorspron
kelijk afkomstig van het huis Wisch, later
overgebracht naar het gemeentehuis te
Terborg, werden voor ongeveer 40 jaar, toen
het laatste naar Varsseveld werd verplaatst,
op een of andere wijze vergeten.
Het zijn er 6, waaronder 3 zware. Op
het eene staan de letters H. W,, op een
ander M. met een kroon er boven, en op een
derde het wapen der heerlijkheid Wisch.
De overige drie bevatten respectievelijk de
letter A. F. C. en een vluchtenden haas
(zeker voor stroopers)
Ook werden nog stukken van een wurgpaal
met kettingen er aan gevonden, terwijl ten
slotte nog kan worden meedegedeeld, dat de
galg reeds vóór jaren voor handwijzer was
gebezigd. („Zw. Ct.")
Op een krib in den IJsel te Dieron werd
door de politie een vrouw gevonden, met
een zevenjarig meisje de eerste verkeerende
in zeer opgewonden toestand, wilde zich
met haar dochtertje, dat ze uit de school had
gehaald, verdrinken Met veel moeite wist
de politie haar te overreden naar huis te
gaanhet kleine meisje toonde zich zeer
verheugd dat nog tijdig genoeg hulp was
komen opdagen. (Arn. Crt.)
Dinsdagmorgen was de echtgenoote van
den machinist A. de K., wonende Jacob-
Cremerstraat 50 te Arnhem, even een emmer
water achter haar plaats halen.
Intusschen had een vijfjarig zoontje, dat
met zijn tweejarig zusje alleen was gebleven,
een stuk papier aangestoken aan een bran
dend gaskomfoor en hield dit papier bij de
rokjes van zijn zusje, waardoor deze en haar
schort in brand vlogen.
Toen de moeder terugkwam, vond zij haar
kleine in brand staan, waarop zij onmiddellijk
de emmer water over het kind uitwierp,
waardoor de vlammen werden gedoofd.
Het kind had echter vrij ernstige brand
wonden in het aangezicht, gekregen.
Dat veel last door de ingezetenen aan
hunne woningen wordt ondervonden door
marskramers, vermomde bodelaars, enz., is
algemeen bekend.
Maar iets nieuws onder de zon is zeker,
dat een armoedig gekleede vrouw dezer dagen
zich in een deftige buurt te Haarlem aan
meldde, met de vraag, of ook de dames of
dienstboden wensebten om de kaart te worden
gelegd. Zij verstond haar vak uitstekend.
Woensdag is ten huize van de 74-jarige
weduwe H. t. N. in de van Hattumstraat
te Zwolle, het ledikantkleed door een nacht
licht in brand geraakt. Toen de 43-jarige
zoon, die op een aangrenzende kamer sliep,
wakker werd, stond zijn moeder geheel in
brand voor het ledikant. Toen bij met een
kussen en een emmer water den brand
trachtte te blusschen, viel de vrouw, wier
kleeding en baar waren verbrand, dood neder.
De inmiddels gewaarschuwde politie bluschtte
met een slang op de waterleiding het in
brand staande ledikant. Het bleek dat de
vrouw door verstikking was overleden.
Onlangs hield keizer Wilhelm inspectie.
Een stevige Uckermïiker, Andrée geheeten,
trok zijn aandacht. Vriendelijk vroeg de
keizer: „Weet je wel van wie je een naam
genoot bent."
„Jawel Majesteit, van den noordpool-vaar-
der." Verwonderd vroeg de keizer hoe bij
dat wist.
Dat heeft de kaptein gezegd, klonk slag
vaardig het antwoord. Wat, vroeg de keizer,
heeft de kapitein jullie alles van Andreé
verteld
O neen, veel niet, Majesteit, by zeide slechts:
ik wou dat hij je meegenomen had.
De keizer, die zijn lachen niet meer meester
was, gaf den grenadier een vijfmark-stuk en
kon nog net zeggen „Nu, zoo erg zal het
wel niet zijn."
„Ik ben Emma Calvé." Dat zeide de
beroemde zangeres die in Amerika gastvoor-
stellingen geeft. In een postbureau waar zij
zich begaf om een brief (poste restante) af
te halen, wilde de ambtenaar den brief niet
afgeven omdat zij geen overtuigend bewijs
bij zich had dat zij Calvé was. „Ik ben
Calvé," zeide de zangeres op een toon als
wilde zy zeggen Hoe is het mogelijk dat
ge dat niet weet? Doch de ambtenaar hield
zich aan zijn instructies. „Nu luister dan,"
zeide de zangeres, en zij begon eer. van haar
glansnummers te zingen.
Toen was de man natuurlijk overtuigd.
Reclame. De Amorikaansche vertegen
woordiger van een Fransche champagne-zaak
heeft dezer dagen te Londen door een eigen
aardige reclame de aandacht trachten te
vestigen op bet fabrikaat, dat hij wil pous-
seeren. In een groot restaurant in de Britsche
metropolis gaf hij een diner van 25 couverts,
dat 50,000 franken heeft gekost. Voor de
gelegenheid was in een der benedenzaalen
van het restaurant een reusachtige roeiboot
gebouwd, waarin de feestdisch was geplaatst,
welke rijk met zeldzame orchideeën was
versierd. Vervolgens was het vertrek onder
water gezet. In dien geïmproviseerden vijver
zwom een dertigtal eenden en ganzen rond.
De muren waren geheel achter bloemtapijten
verborgen. Overal in het vertrek waren
kostbare electrische gloeilichten geïnslalleerd.
Na den maaltijd deed zich een beroemd
tenor hooren, die voor zijn kunstprestatie
10,000 franken ontving.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Aan de Vrouwen en Meisjes van Texel.
L. S.
't Is de vereeniging „Texel's Belang,die
U nogmaals wil wijzen op de tentoonstelling
van handwerkjes, enz., welke straks in het
najaar gehouden zal worden.
Niet tevergeefs werd een beroep op Uwe
welwillendheid gedaanverschillende voor
werpen, waaronder kostbare, kwamen reeds
in en werden toegezegd.
Voor eene goede bewaarplaats voor een en
ander werd gezorgd, waarom ondergeteeken-
den U uitnoodigen, om de zaken, die verder
reeds voor het schoone doel in gereedheid
gebracht werden, bij de plaatselijke besturen
te willen deponeeren, die gaarne voor het
verdere zorg zullen dragen. Voor eene goede
regeling is het wenschelijk, dat reeds nu
zooveel mogelijk bijeengebracht wordt, terwijl
nog tijd genoeg overblijft, om het een of
ander te vervaardigen.
Mogen nog zeer velen Uwer bereid gevon
den worden, om iets af te staan voor die
tentoonstelling en latere verloting, opdat een
en ander getuige van de liefde en deelneming,
die de Texelsche Dames toedragen aan hare
arme en diepgetroffene plaatsgenooten.
Met hartelijken dank voor het reeds ge
schonkene,
Hoogachtend en Aanbevelend,
Het Dag. Bestuur van „Texel s Belang':
Mr. W. F. Iliddingh, Eere-Voorzitter.
W. Mets Tz., Voorzitter.
J. Daalder Dz., Secretaris.
R. Visser, Penningm.
Het Bestuur van de Propaganda-Commissie
B. Van Zweden.
J, de Jongh.
M. Kroon Jbz.
F. Heeroma.
Kondag 9 Juli 1905.
HERVORMDE GEMEENTE.
Burg. Voorm. 10 uur ds. Schröder.
Koog. Voorin 10 uur ds. Smits.
Den Hoorn. Voorm. 10 uur ds. Visser.
Oudeschild. Voorm. 10 uur de Heer D. Boer,
candidnat tot den H. dienst.
Oosterend. Voorm. 10 uur de Hr. Van Zweden.
Cocksdorp. Voorm. half 10 de Hr. Barende.
GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Oosterend. Voorm. 10 uur ds. Eooseboom.
Nam. 2 uur ds. Rooseboom.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Waal. Voorm. 10 uur ds. Kuperus.
Den Hoorn. Geen dienst
Scliagen, 6 Juli Aangevoerd: 1 paarden
f 180 a i 8 Stieren f 50 a f 210 6 Golde-
kooien f 120 a 1170; 20 Kallkoeien 1160,—
1290: 25 Nuchtere Kalveron 18, a 17-
380 Schapen f 12 a 1 28150 Lammeren 110,
af 14; 2 Varkens f 10, af 13; 19 Vette
Varkens 44 a46 cent per kg.;— Vette Koeien
1 a 1 Graskalvcren f af
35 Biggen f 8 a f 10 Boter f 1,05 a f 1,15
per K.G.Kipeioren f 3,00 a f 3.50.
Leiden, 7 Juli. Ter markt werden heden
aangevoerd: Ossen 197 stuks 1 163 a 1 297
31 Stieren f 90 af 340: Veulens 0 stuks
10a f 0 95 kallkoeien 1 179 a f 293
Melkkoeion f 179 a 1293; 120 Vnrckoeicn
f 98 a f 140, 197 Vette koeien f' 153 a 1297
97 Vette kalveren 1 35 a f 7681 Magere
kalveron 1 6,— a ill; 16 Graskalvoren 178
a 1118; 313 Votto schapen 1 25 a 1 29163
schapon (weide) f 15 af' 21.; Paarden 1
al 160 Magere Varkons 1' 16 a f31.
Vetto Varkens a ct. 163 Biggen f 6
10, 288 Lammeren f 8, a f 13.
(„Tel.")