Buitenland.
Marktberichten.
Plui mve ekroniek.
De postadministratie heeft het tijdstip
der toelating van ansichtskaarten met schrif
telijke mededeelingen aan de zijde van het
adres tegen briefkaarttarief verschoven In
het Europeesch postverkeer zijn Nederland
en Engeland nu nog de eenige, die deze brief
kaarten niet toelaten.
Te Dinxperlo doet zich het volgende
vreemde geval op het gebied van den militairen
dienstplicht voor: Voor eenige jaren werd
de daar wonende weduwe Hengeveld met
hare minderjarige kinderen als „lastige Aus-
lander" uit Pruisen gewezen. De oudste zoon
der weduwe meldde zich op den bepaalden
tijd voor de Hollandsche militie aan, doch
lootte vrij. De jongen werd echter leelijk
verrast, toen hij van de Pruisische autoriteiten
een aanschrijving kreeg zich voor de Pruis,
militie in te lijven, omdat hij in PruiseD ge
boren was en gewoond had. Hij beriep zich
erop, dat hij Pruisen was uitgewezen en in
ons land aan zijn militieplicht had voldaan.
Het mocht niet baten, want de Pruisische
autoriteiten blijven met klem op zijn inlijving
aandringen.
Een gevolg van de Loterijwet.
Uit Zaandam wordt aan „Het Volk" ge
schreven
Volgens de nieuwe loterijwet, waarbij alle
kansspel is verboden, kreeg de heer B Schoen,
sigarenfabrikant alhier, die zijn sigaren ver
koopt in twee winkels, waarvan een gevestigd
te Zaandam en een te Leiden, waar iedere
kooper van een dubbeltje sigaren kans heeft
op het winnen van een prijs aanzegging van
de politie, dat zijn loterij geen voortgang
mocht hebben. Dientengevolge kreeg het
personeel, bij den heer Schoen werkzaam,
Maandagmorgen aanzegging, dat zij a. s Zater
dag over een week ontslagen zijn. Bij de
ontslagenen zijn 8 gehuwden, waarvan vaders
van groota gezinnen. De meesten zijn 15
jaren bij denzelfden patroon werkzaam.
De sigarenfabrikant Geerts, die op dezelfde
wijze zijn sigaren aan den man brengt, is op
't oogenblik nog doende over een aanvraag
tot het houden eener serieloterij. Ook daar
zijn voorloopig 2 menschen ontslagen.
De „Köln. Ztg." komt in een artikel
over de duurte van het vleesch tot de volgende
slotsom Er bestaat altijd een zeker gevaar
voor epidemie, wij zijn de laatsten, die dit
zullen ontkennenmaar indien nu reeds
Russische varkens in bepaalde hoeveelheden
worden toegelaten, kan men toch niet inzien,
waarom een verhooging van dit contingent
voor juist dezelfde slachthuizen nu plotseling
een bijzonder gevaar voor epidemie zou mee
brengen. En wanneer tegenwoordig her
kauwende dieren uit Oostenrijk-Hongarije en
Denemarken onder bepaalde voorwaarden
worden toegelaten, zoo is niet te begrijpen,
waarom onder dezelfde voorwaarden de i n-
voer uit Nederland niet even onge
vaarlijk zou wezen.
Feitelijk zijn alle deskundigen het er over
eens, dat de tubercileproef in de quarantaine
stallen, gelijk zij op het Deensche vee wordt
toegepast, bijna heelemaal niets bewijst,
waarop het aankomt, is op een zoo spoedig
mogelijk slachten van de dieren, zoodat zij
met ander vee heelemaal niet in aanraking
komen. Bijna alle groote slachtstallen hebben
afzonderlijke afdoelingen voor Sperrvieh,
zoodat het ingevoerde vee met het inlandsche
heelemaal niet in aanraking behoeft te komen.
Voor de Rijnprovincie stellen wjj voor, dat een
bepaald contingent varkens uit Nederland
voor de voornaamste slachthuizen, waar afzon
derlijke afdeelingen aanwezig zijn, wordt
toegelaten en dat weder de invoer van rund
vee voor onverwijlde slachting in bepaalde
slachthuizen wordt toegestaan. Deze maat
regelen zjjn noodig, en wel zeer spoedig.
Men moet de Duitsche landbouw een zekere
grensbescherming toestaan maar deze mag
niet zoo ver gaan, dat de volksvoeding er
onder Ijjdt.
Zou het niet tijd worden, dat men van
Nederlandsche zijde, steunende op wat de
openbare meening in Duitschland zelf ver
langt, bij de Pruisische regeering aandrong
op toekenning van dezeifde rechten als Dene
marken, Rusland en Oostenrijk reeds ge
nieten
Een dure versnapering.
De veenarbeider Bakker werkte te Scbö-
ningsdorf bij de Hollandsche grenzen. Op
zekeren dag nam hij bij zijn middagmaal
een stuk worst van circa een pond mede.
Door een grensbeambte werd hij aangehouden
wegens het invoeren van bewerkt vleesch
uit Holland naar Pruisen, hjj bleef van 8 tot
21 Mei in hechtenis. Omdat hjj bedoelde wet
niet gekend had, werd Bakker door het
Schepengerecht vrijgesproken. De strafkamer
te Osoabröck veroordeelde hem wegens het
bedoelde feit tot 1 Maik boete, welke straf
door de hechtenis van drie weken als vol
trokken werd beschouwd.
Zal 't navolging vinden
De nieuwste seizoen-nieuwigheid van Londen
bestaat in het streven, om het vrouwelijk-
dienstboden-personeel in livrei te steken.
De boden derhoogere standen bezaten feitelijk
al een soort livrei in de zwaite japon met
witte schort en wit huifje, maar met deze
ouderwetschheid is thans afgedaan. De zwarte
rok wordt vervangen door een gekleurde, het
openstaand zwart keursje krijgt een twee
kleurig breedgestre rpt vest met twee rijen
blinkende metalen knoopen. Het vest heeft
van boven een stijve kraag, sterk herinnerend
aan de kraag van de militaire uniformjas.
Het huifje maakt plaats voor een soort muts,
die sterk aan de bekende Jacobijnen-muts
herinnert.
Naar men zegt, moeten de keukenprincessen,
zeer mot deze nieuwigheid ingenomen zijn,
daar zij veel aardiger kleedt en aan den
persoonlijken smaak van de draagster veel
meer speelruimte laat, dan met de eentonige
zwart-witte plunje het geval was.
Een brievenbesteller in een plaatsje bij
Berlijn was als dief van brieven met gelds
waarde ontmaskerd geworden. De man be
sloot, vóór de politie kwam een einde aan
zijn leven te maken.
Zoo gedacht zoo gedaan. Hij sprong ineen
moeras, doch zakte slechts tot den buik toe
weg. Den volgenden ochtend word de mis
lukte candidaat voor het zelfmoordenaarschap
luid schreeuwend om hulp, ontdekt en op den
vasten grond gebracht. De uitgestane doods
angst heeft hem met de hem wachtende cel
volkomen verzoend.
In drie werelddeelen begraven.
Een onderofficier bij het leger van generaal
Buller werd in den Transvaal-oorlog bij Mafe-
king gewond, waarbij hem het linkerbeen
moest worden afgezet, dat daar begraven is.
Twee jaren later in Australië reizende, ver-
verloor hij bij een spoorwegongeluk den rechter
arm, die aldaar werd begraven en nu onlangs
onderging dezelfde man in Liverpool een
operatie, waarbij hem de rechtervoet werd
afgezet, zoodat nu reeds in drie werelddeelen
licbaamsdeelen van hem begraven zijn.
V oor de leden der onderafd. „Texel" der V. P. N
Redactie: Th. Langenhoff,
v. Ostadestraat 376, Amsterdam
oo—o
VI.
Een bekeerde zondaar.
Correspondentie.
Punncrend, 12 Sopt. Aangevoerd 598 Run
deren on 37 Stieren.
179 vette Kalveren 65 A 85 et. per KG., 201
nucht. Kalveren t 10 A f23 p. stuk, 250 vette
Varkens 47 A 51 ct. por KG. 63 mugoro Var
kens f 18 A 30, p. st. 184 Biggen 18 Af 12
p. st.2664 Sehapen f 22 A f 32
200 Lammeren f 13 a t 21,
Kip-Eioren f 4,10 A f 4,80 por 100 st.
Vette Koeien, 60 a 76 h. prijs h. vlug.
Gelde Kooien, h. prijs handel vlug.
Wanneer men zoo hier en daar eens opmerkt hoe
of het pluimvee behandeld, gehuisvest, gevoed en ge
fokt wordt dan komt men nog al verscheidene maten
tot de conclusie dat ten dien opzichte dikwerf gezon
digd wordt.
Zoo dikwijls dat het cenc dagelijkscbc zonde is.
Nu is 't waar dat in zeer vele gevallen de onwetend
heid de hoofdrol speelt.
De hoofdrol dat is de bron van de dagelijksche zonde,
die wij bedrijven ten opzichte onzer hoenders en ten
opzichte onzer portcmonnaic.
Gelukkig is er geen regel zonder uitzondering, want
nu kunnen we tenminste verwijzen naar de resultaten
dier uitzonderingen.
Daar kunnen we ons voordeel mee doen.
En die uitzonderingen zullen naarmate meer kennis
wordt verspreidt op hunne beurt regel worden.
Dit geldt natuurlijk alleen als de verspreide kennis
ook wordt toegepast.
Want wat baten ons geneesmiddelen voor onze
kwalen indien wij ze niet innemen.
Bij vele hoenderboudende landbouwers en arbeiders
is de toestand ongeveer zoo:
Een getal hoenders en hanen, alle mogelijke en
onmogelijke pluimage, allen door de verdorven inteelt
ten nauwste aan elkander verwant.
De cenigste notitie die van hun wordt genomen is
of er ook eieren zijn.
Voor 't overige worden ze beschouwd als een nood
zakelijk kwaad.
Een boerderij zonder kippen is ondenkbaar, en zou
ook iets onuitstaanbaars wezen.
Den geheclcn dag staat er een bak met mais voor
hun gereed, en water nu ja dat vindon ze wel.
Zoo oppervlakkig zou men zeggen, «de tafel is altijd
gedekt a
Voldoende behuizing ho maar.
Er is ons een geval bekend dat de bodemruimte
van een hoenderhok 17 cM. verhoogd was door den
opgestapclden mest. (Dat was op een zindelijke boer
derij, waar de zindelijkheid pijn deed). Hok vol naden
en scheuren.
't Geheel wemelde van de luizen en die kwelduivels
waren ook in groolen getale op de dieren aanwezig.
Geen ongeluk zoo groot of er is altijd een geluk bij.
Ze hadden vrijen uitloop.
Toch legden zij niet.
't Is dus geen wonder dal de eigenaar niets van
kippen wilde lioorcn.
Nog veel minder was hij te overtuigen van het
voordeel dier dieren.
Maar (nu komt het) toen hem gevraagd werd
wat er van zijn landbouwbedrijf zou worden als bijzijn
paarden, zijn vee, zyn landerijan met dezelfde ajhteloos-
neid behandelde als zijn hoenders, toon stond hij mot
den mond vol tanden, omdat hij niet zoo eerlijk wilde
zijn om te bekennen dat zijn hcclc bedrijf ann naar
de maan ging.
Iljj voelde het wel maar wilde geen kleur bekennen.
Op 't overige van zijn bezittingen viel niet het
minst op aan te merken.
Overal een voorbeeld van reinheid en accurntessc.
Alles in de puntjes Een ware modelinrichting.
Wat wij hierboven mededeelden is de volle waarheid
en door ons persoonlijk ondervonden in 1901.
Het doel van die mededeelingen is dan ook niet om
oude koeien uit de sloot te halen het vervolg hiervan
zal dat leeren.
Toen wij hem ednige maanden later spraken kwam
het gesprek weêr op do kippen, en uit zijn redenee
ringen was op te merken dat hij vatbaarder was voor
een andere meening als den eersten keer.
Hij deelde ons mede dat een stukje over het houden
van hoenders, wat hij had gelezen in een landbouw-
krant indruk op hem had gemaakt
Dat stukje nu was door ons geschreven maar daar
er geen naam onder stond wist de man het natuurlijk
niet. Hij stond ons toe om in de a. s. winteravonden
van 1901 eens wat te komen praten waar wij natuur
lijk zeer gaarne aan voldeden.
Het was een eigenaardige soort van cursus die wij
wol eens in den koestal hielden als hij met vrees en
hope de wacht hield bij een vaars die haar eersteling
moest brengen.
En van praten zijn raden
En van raden daden gekomen.
In 't begin van -Januari 1902 begon reeds de uilwer
king van onze winteravondbezoeken.
Het bestaande hok werd doodeenvoudig naar den
vuurhaard verwezen en met het hok werden duizenden
luizen ten vuure gedoemd. Een gezegende opruiming
dus. Dat was de beste oplossing voor zoo'n broeinest
van ongerechtigheid, wier productie nooit of nimmer
kan samengaan met eierenproductio.
De 15 dieren werden in een hok van 30 M\. dat
verbinding had met den koestal, gehuisvest.
Een dikke laag haverdoppen, fijn turfmolm en droog
zand was hun loop- en krabmateriaal. Op het oosten
en zuiden waren groote ramen aangebracht. Aan de
noordzijde (tegen den jkoestal) waren de ruststokken,
waaronder een breede mestplank. Daaronder de legnesten
Op den 7n Januari 1902 deden de dieren hun intrede
in het nieuwe hok. Gelijktijdig brak er voor hen eene
nieuwe voedermethode aan. Zij kregen bij denzclfden
baas eene betere betrekking.
De nieuwe voedermethode op ons advies was aldus
Een mengsel werd klaargemaakt 5 kg. gerstemeel,
5 kg. rijstmeel (gemalen rijst), 3 kg. vleeschmeel.
Hiervan kregen zij per stuk des morgens zoo vroeg
mogelijk ieder cén flinke paplepel vol, aangemaakt met
kokend water, zonder echter papperig te zijn.
Twee uren na dit ontbijt werden er 3 handen graan
in het strooisel gestrooid. Dit zakte door zijn zwaarte
door do lichtere haverdoppeu, en daardoor konden zij
het niet anders machtig worden als door krabben, krab
ben en nog eens krabben. Dit bracht hun bloed in
beweging. Tegen middag hing onze vriend een paar
boerenkoolstruiken in hunne loopplaats. Ze moesten
alle mogelijke bokkesprongen te baat nemen om het
machtig te worden. Zoo hadden ze geen tijd zich over
te geven aan luiheid of andere ondeugden, zooals vee-
rcnplukken, enz. Een uur ongeveer voor het ter ruste
gaan ontvingen zij pei hoofd een flinke hand half gerst en
half tarwe. Onder hun bereik was tevens nog een bak
met gestampte schelpen, een bak met haardasch en een
pot water dat eiken dag vervcrscht werd.
En de resultaten?? Hier zijn ze!
Toen de dieren hunne intrede op 7 Januari deden,
was er van cierenlcggen geen sprake, ofschoon zij be
hoorlijk waren afgeruid.
18 Januari 2 eieren, 19-3, 20-1,21-5, 22-1, 23-7, 24-6,
25-5, 26-9, 27-8, 28-13, 29-12, 30-9, 31-14. Het zou
ons te ver voeren indien we de eierstatcn van't geheele
jaar, do uitgaven en de ontvangsten in zijn geheel hier
fingen wedergeven, 'tls voldoende dat wij hier mede-
eelen dat onze landbouwer dat jaar (1902) van die 15
hennen (dat noodzakelijk kwaad op de boerderij) f.31,81
als zuivere winst kon notecren. Dat hadden die ver-
fuisde kippen hem bezorgd. Dgt was het gevolg van
door ons verkondigde (schijnbare) theorie. Toch
was die uit de practijk en een beetje gezonde rede
neering voortgesproten. En dat de hier nek eerde zon
daar in merg en been, in hart en nieren was bekeerd,
bleek wel hieruit, dat hij tot de logische redenccring
kwam «wat met 16 hennen mogelijk is, is met 50, met.
100, ja met 200 hoenders ook te bereiken.
Ziehier zijn verdere resultaten
1902 1903 1904 1905
Leggende hoenders 15 68 123 185
Zuivere winst f31.84 f 137,36 f221,40
De opgave over 1905 ontbreekt nog daar de man eerst
met 31 October zijn hoenderjaar afsluit. Men ziet dus
dat de landbouwer in questic ook potlood en papier
gebruikt om te weten te komen of wij bem geen rad
voor de oogen draaiden. Dit heeft hij ons nu reeds
verklaard, dat hij met de winst van dit jaar meid en
knecht in de ruimte kau betalen. Schoot er dan nog
een beduidend saldo over, dan moest er een broedma
chine op de proppen komen.
Een ding was hem echter nog maar niet naar den
zin. En waarschijnlijk zal hem dat nooit of nimmer
naar den zin worden. Het was dit: Dat hij wrevelig
en ontstemd was op zichzelf, dat hij al niet voorjaren
terug zich met meer ernst met de hoenderteelt had bezig
gehouden. Zoo gaat het meer in de wereld.
Eigen schuld plaagt ook heden ton dago nog hot meest.
En gij, hoe denkt gij er over lezer
Errata. In de correspondentie van verleden weck
heeft de zetter ons een part gespeeld. Waar wij schre
ven «dicren« heeft hij duiven gelezen en ook gezet.
Wij zullen hier dan ook maar meteen verklaren dat wij
van duiven iets meer weten als een koe van saflraan.
Voor duiven hebben wij uit een economisch oogpunt
nooit veel gevoeld.
A. C. K. te Texel vraagt eenige goede adressen voor
ochtendvoer. Het is hier do plaats niet om dal zoo
maar openlijk iu de kolommen te vermelden. Er zijn
in verschillende prijzen goede ocbtendvocdcrs. Over
't algemeen moet men echter te veel voor 't mongen
betalen. Misschien is er ten uwent wel iemand, "die
zich wil belasten met de samenstelling Van een och
tendvoer. Dan kunnen alle leden daarvan prolitceren.
Die iemand melde zich dan maar.
LAN GEN II (JEE.