IJGEN IJGEN IJGEN ONIG. ONIG. ONIG. Y VIJGEN HONIG 4e Groote Valkenbergsche Verloting. 1250 Prijzen. een Rijtuig met paard en tuig^L^ w&m SUPERPHOSPHAAT. Prijs per flacon Een Gulden» is beslist het beste middel tegen den hoest en zijne gevolgen. J"e O osterend bij Jl. Dros *?zn., voor geheel &exel. ^00000000000000000000000000000000^} 2e pr. een PAARD, waarde 1000 Gulden. Prijs per Lot 30 cent. Loten verkrijgbaar in den BoekhParkntraat. FEUILLETON ERNESTINE, oor y ^-oestenden. oor |~f oestenden. oor oestenden. Vijgenhonig geeft binnen het uur verlichting en geneest den hardnekkigsten hoest. VAN DAM Co., den Haag. Goedgekeurd bij Kon. Besl., d.d, 15 Nov. '05, ÜSTo. 51. Groote Winstkans. Groote Winstkans. ie Prijs waarde 2000 Gulden. -OTffiSi, Maandag 2 April 1906, namiddags 2 uur, begin der trekking in het lokaal „Falcobergia" te Valkenberg. Alvorens VOORJAARSMESTSTOFFEN te koopen, gelieve U eerst te informeeren naar onze superieure kwaliteiten, gemakkelijke voorwaarden en vlugge bediening bij zelfs nog aller laagste prijzen. Aanbevelend, De Directie der N.V. Het Landbouwkantoor Noord-Holland to Alkmaar (hulpkantoor Purmerend G. W. MELCHERS. - JOHAN C. DE WIT. Vertegenwoordigd door den Heer J. C. ROEPER. Vijgenhonig is een extract bereid uit Californische Vijgen en Rijnlandsche Druivenhonig. Vijgenhonig werkt verzachtend, oplossend en bedarend; neemt den prikkel tot hoesten weg en geeft aan iederen lijder, na het gebruik van slechts eeriige lepels, rust en kalmte. Asthmalijders vinden veel verlichting door den Vijgenhonig. Bij slijmhoest en kinkhoest is de Vijgenhonig een voortreffelijk middel. Vijgenhonig doet nooit kwaad; ook niet aan zwakke gestellen. De ondergeteekende verklaart zeer gaarne, dat hij na het gebruik van den Vijgenhonig van de firma van Dam Co. in de Riemerstraat alhier, snel en spoedig is genezen van een zware verkoudheid op de borst. Hij kan den V ij g e n- honig aan een ieder aanbevelen als een prachtig middel voor borstlijders en in gevallen van zware verkoudheid. G. L. MULDER, 's-Gravenhage. Gedempte Burgwal 2a. der Vereeniging FALCOBERGIA, Kur-Comité. 3o pr, een Paard, waarde f 600, 5e pr. een Paard, waarde f 350, 4e een Paard, 400 6e een Paard, 300, 7e pr. een prachtig Salonameublement, 8e prijs een schoon Slaapkamerameublement, 9e prijs een Koe, waarde f200, fO stuks varkens, 10 schapen, 10e prijs een Koe, waardef200. phonographen, 25 vélocipè- jVerdcr nog 8 stuks mooi hoornvee,den, 25 naaimachines, 5 zilver alphaniet Koffiekan met suikerpot, melkpot, enz., 25 pendulen, 25 regulateurs, 100 spiegels, 100 dames- en heerenborloges, 2 kleerkasten, 2 spiegelkasten, 1 tafel en 6 stoelen, 50 para- pluiestandaard, 50 rooktafeltjes, 100 likeurstellen, 100 peper- zoutatellen, 100 heeren dames- parapluies, 50 paar kandelabres, 100 wekkers, 25 paar busten, 25 koifieserviezen, 100 étuis met messen, lepels of vorken, overige prijzen Kunstvoorwerpen ol Huishoudelijke zaken. Het Bestuur Falcobergia, Kur-Comitc Jos. Crolla-Falise, Secretaris. Dr. A. Erens, Burgemeester, Alph. Schetters, Penningmeester. Commissarissen: A. America, H. Caelen, J. Drissen, G. Erens, J. Kecgen, A. Kusters, J. Mesters, G. Smeets, J. Smeets, J. Spiertz, H. Schetters, A. Pappers, J. Fransson, A. Vacqueray, J. Jeukens, J. Février. Tegen toezending uan postu/issel groot 3 gld. worden 11 Loten door de Vereeniging „Fal cobergia toegezonden. Vrij naar 't Fransch door A. B. 16 Ondanks de verminking van het gelaat werd het lijk onmiddelijk door den molenaar herkend I als dat zijner dochter, en ook alle anderen twijfelden geen oogenblik er aan. Op nieuw werden alle aanwijzigingen nagegaan, welke den oude knecht er toe gebracht hadden de identiteit van het lijk vast te stellen en het resultaat van dit onderzoek liet niet den minsten twijfel. De procureur des konings zijn onderzoek vervolgende, ging verder de plaats onderzoeken op hoop eenige aanwijzing te vinden welke hem op het spoor van den moordenaar zou kunnen brengen. Blijkbaar was het Diet de plaats waar de moord gepleegd was. Er beyond zich namelijk geen enkel bloedspoor of bewijs van eene wor steling. Bij het lijk was het mos op den grond platgetrapt, doch dit was geschied door hen die het lijk gevonden hadden. Na den dood was het lijk daar tusschen de struiken verborgen, en om het er te brengen had men het langs den grond gesleept. Enkele sporen deden dit ten minste vermoeden. Met de meeste aandacht werden die sporen gevolgd en de nasporingen werden met succes bekroond. Op ongeveer 50 pas afstand verder het bosch in, ontdekte men het terrein van de misdaad. Het was een ronde open plek in het bosch van ongeveer 20 tieden middellijn. Rondom stonden hooge dennenboomen, aan welker voet dicht struikgewas groeide. Daar evenals op de plek waar het lijk gevonden werd, was de grond bedekt met mos. Aan den rand bij een oude boom bevond zich een plek van een paar meter in het vierkant, waar het mos was platgetrapt en bloedsporen bevatten. Een paar treden verder vond men een groote bloedvlek. Blijkbaar had er geen worsteling plaats ge had tusschen den moordenaar en zijn slachtoffer. Op den grond was namelijk geen enkel teeken te vinden dat daarop wees. Ook de aard der wonden welke op het lijk gevonden waren, wees niet op een worsteling. De moordenaar had blijkbaar zijn slachtoffer met een stok de hersens ingeslagen, en deze door de eerste slag reeds bewusteloos, had geen weerstand kunnen bieden, zeer waarschijnlijk zelfs was de aanval even plotseling als onverwacht geweest. Mis schien zelfs en dat was een verschrikkelijke gedachte, want tot welke gevolgtrekkingen kon dit niet leiden, hadden de moordenaar en zijn slachtoffer eerst bij elkaar aan den voet van den ouden boom gezeten. Het lijk was van do kleoreu ontdaan voordat het naar de plaats was vervoerd, waar men het gevonden had. Men besloot dit hieruit, dat geen enkel bloedspoor was gevonden onderweg van de plaats Vaar het lijk gevonden was en daar waar de moord had plaats gegrepen, het geen men hierdoor verklaarde, dat de moordenaar een deel der kleeren had gebruikt om het bloed tegen te houden, en uit vrees dat soms de kleeren onderweg ergens zouden blijven haken en sporen achterlaten deze eerst had uitge trokken. De reden welke hij bad om zooveel voorzorgen te nemen waren zeer verklaarbaar. Hij wilde, dat als men soms het terrein der misdaad mocht ontdekken, ofschoon die plaats maar hoogst zelden werd bezocht, men dan niet dadelijk het lijk zou vinden. Geen enkel spoor werd gevonden van de kleeren, hoe nauwkeurig men ook zocht, alleen vond men nog bij de groote bloedvlek een tand, welke zeker het slachtoffer uit den mond was geslagen. Geen enkel spoor verder van de zuster van het slachtoffer, noch van den moordenaar. Hot eenige wat men van deze vond waren enkele voetstappen. Hij droeg klompen of schoenen zonder ,zware spijkers.. Duidelijk waren do omtrekken niet te onderschoidon, zoodat men ze niet met volkomen juistheid kon meten. Zoo goed mogelijk deed men het echter toch. Later vond men echter nog iets dat waar schijnlijk aan den moordonaar had behoord en een groote rol bij deze moord had gehad, doch geen nieuw licht op de gebeurtenis wierp. (Wordt vervolgd.) H«rtrukt by LANÜKVÜLU A uB KOUJJ, l cicl.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1906 | | pagina 2